woensdag 29 oktober 2014

Van de boerderette 15. Splinter en de winter

Rijk gezicht, zo´n houthok vol! En hard nodig ook, want het is zo weer winter. Voor de meeste van jullie is Portugal een zonnig terras aan Douro of Taag, een snikhete slenterdag in Coimbra, Bragança, of een hoogstens wat winderige middag aan het strand in Peniche, maar in de winter kan het hier flink koud en vooral nat en vochtig zijn: Dagen- of zelfs wekenlang loodrecht naar beneden vallende koude, dikke regen en dichte mist in de bergen, maar ook aan de oceaankust. Je kunt je in Newfoundland wanen. Wie dan niet stookt, verschimmelt. 



Toch is bij de bouw van de meeste appartementen in de grote conglomeraties aan de kust geen rekening gehouden met winterweer. Vaak ontbreekt een schoorsteen, of er is hoogstens een open haard. Men klooit wat aan met electrische kacheltjes, als daar al geld voor is, want electriciteit is duur in Portugal. De laatste jaren wordt in duurdere appartementen wel centrale verwarming op aardgas aangelegd, maar ik heb van verschillende kanten gehoord dat de gasrekening zo hard oploopt dat men de boel buiten werking stelt en de ontberingen maar weer met electrische kacheltjes doorstaat. Erg `in´ zijn op dit moment electrische radiatoren met thermostaat die je aan de muur kunt monteren.

In ons appartement in Vila Nova de Gaia hadden we een open haard, maar die trok niet en als de benedenburen de haard aanstaken, kwam de rook via het schoorsteengat bij ons binnen. Daar  heb ik maar een oud vloerkleed ingepropt. We hadden wel vijf electrische kachels. Daarvan konden er maar twee tegelijk aan, anders sprong de hoofdzekering eruit. Op heel barre dagen en met kerstmis gebruikten we de Zibrokamin, een schone petroleumvergasser, maar de brandstof voor dat apparaat was echt niet te betalen.

Omdat ik als Nederlander niet gewend ben om in de winter te vernikkelen van de kou, wachtend op aangenamer dagen en mijn vrouw ook wel beter wist nadat ze een jaar in ons land had gewoond, besloten we dat het nieuwe huis in de eerste plaats een goede, comfortabele verwarming moest hebben. We kozen voor een - Portugese - houtkachel met warmtewisselaar, die radiatoren in alle vertrekken opwarmt en dat werkt geweldig. Zelfs op heel koude dagen, die zijn er op deze hoogte, houden we ons huis aangenaam warm met relatief weinig brandhout. Het rendement van de kachel is zo´n 80%. Overigens zal de dubbele isolatie van de muren ook wel meewerken.


gedegradeerde schors
dood door wortelzwam


Aan brandhout ontbreekt het ons niet. Er gaan elk jaar veel dennen dood, meestal door wortelzwam (Trametea raiciperda) die de haarwortels van de den aantast, zodat de boom snel uitdroogt. De naalden worden geel, dan bruin en vallen uit, de schors degenereert, er vallen gaten in en je moet oppassen, want voor je het weet valt de boom om. Jongere boompjes trek je zo uit de grond: Alle kleine wortels zijn weggerot. Dit jaar waren het er zoveel (In natte jaren is de plaag meestal heviger), dat er al een paar uit zichzelf omgevallen zijn voordat ik er met de zaag aan kon beginnen. Het probleem duikt hier overal in de buurt op steeds onverwachte plaatsen op en er is eigenlijk niets aan te doen. Ik vervang de dennen langzamerhand door eiken, die hier echt thuishoren en experimenteer met de pseudotsuga, die geen last heeft van de schimmel.
Daarnaast zijn er na de bosbrand van vorig jaar toch nog veel dennen bezweken die eerst nog nieuwe naalden kregen. Kennelijk was er toch teveel van hun wortelstelsel verbrand.
Ik ben dit najaar dus nog wel even bezig met kettingzaag en bijl.

woensdag 22 oktober 2014

Van funk tot fado 5. Luisa Amaro

Tot mijn schrik bemerkte ik dat ik in `In memoriam Carlos Paredes´(Muziek 4.) met geen woord over Luisa Amaro gerept heb. Schande over mij! Want niet alleen heeft zij een decennium lang Paredes op de Spaanse gitaar begeleid tijdens honderden concerten over de hele wereld en nam hij met har de albums `Espelho de Sons´ en `Asas sobre o Mundo´op, maar ook heeft zij hem tien jaar lang tijdens zijn slopende ziekte terzijde gestaan en verzorgd tot aan zijn dood in 2004. Daarna begon zij een solocarriëre als componiste en vertolkster op de `guitarra portuguesa´. Zij is de eerste vrouw die een plaat opnam met de Portugese gitaar.


Luisa Amaro (1958) werd geboren in Congo. In haar jeugd wilde zij piano leren spelen, maar haar moeder, bang dat ze dan aan het conservatorium zou gaan studeren, hield dit tegen. Haar ouders waren van mening dat een leven als muzikant een leven van onzekerheid en armoede was. Rechten moest ze studeren! Ze gaven haar wel een gitaar. En zo zie je maar weer eens dat het bloed kruipt waar het niet gaan kan: Op het gehoor speelde Luisa de Beatles en Cat Stevens na, maar al snel - ze zat toen op het lyceum - nam ze lessen klassieke gitaar. Ze begreep dat ze voor dit instrument, zelfs meer dan voor  de piano, in de wieg gelegd was en ging klassieke gitaar studeren aan het `Conservatorio Nacional de Lisboa´. Later kreeg ze lessen van de Argentijnse gitariste en componiste Maria Luisa Anido. In 1984 begon zij met Carlos Paredes te spelen, die zij tien jaar lang begeleidde op de Spaanse gitaar.

met Carlos Paredes

In 1997 verruilde zij de Spaanse gitaar voor de `guitarra portuguesa´, een gewaagde stap, want die werd als een typisch manneninstrument beschouwd. "Ik dacht altijd dat vrouwenhanden niet geschikt waren voor de Portugese gitaar", zegt ze in een interview" (Carlos Paredes had enorme handen met lange vingers en sterke nagels. Hij bespeelde het instrument met een geweld dat het instrument zowat deed exploderen).
In 2004 neemt Luisa Amaro met Miguel Carvalhinho op de Spaanse gitaar haar eerste `eigen´ album `Canção para (lied voor) Carlos Paredes´ op: http://www.youtube.com/watch?v=2j62PlRWb-g .

Hoewel ze werd geprezen voor haar moed, omdat zij het aandurfde om als vrouw op de Portugese gitaar een cd uit te brengen, was de kritiek op de plaat niet bijzonder positief. De muziek was wel erg `Coimbra´ en vooral erg `Paredes´, terwijl die diens virtuositeit miste. Na boosheid en droefenis over zoveel onrecht, kwam Amaro tot de conclusie dat die kritiek voor een deel wel terecht was. Ze moest onder de vleugels van Paredes vandaan en haar eigen weg zoeken, zelf gaan componeren. Zij ging op zoek naar de meest lyrische en melodieuze kant van de Portugese gitaar en vond haar eigen geluid in de traditie van de Mediterrane muziek.

In 2009 verscheen de cd `Meditherranios´, met negen door haar zelf gecomponeerde stukken, die vooral een herontmoeting is tussen de Portugese en de Oosterse, Arabische muziek. Een mooi voorbeeld daarvan is het titelstuk (als je even tien minuten over hebt):  http://www.youtube.com/watch?v=9MKhNsB2cuo met op de piano Mário Laginha, of deze live-uitvoering van `Egiptânia´: https://www.youtube.com/watch?v=1IDYo9JJHYM met Gonçalo Lopes op de de basclarinet.
De Portugese gitaar heeft onvoldoende basregister - Carlos Paredes heeft zelfs, tevergeefs, geprobeerd om een extra bassnaar op het instrument te monteren - en heeft daarom altijd de begeleiding van een ander instrument nodig. Traditioneel is dat de Spaanse gitaar. Luisa Amaro brak met die traditie door te kiezen voor een basclarinet als ondersteuning.

met Gonçalo Lopes

Op 22 mei 2014 presenteerde Luisa Amaro in Museu de Oriente in Lissabon haar nieuwste cd `Argvs´, een voortzetting van haar `zeiltocht´ over de Middellandse Zee met als thema de hond van Odysseus als zinnebeeld van onvoorwaardelijke liefde en trouw. "Waarden waar het in de huidige tijd nogal eens aan ontbreekt", vindt ze. Dit keer focust ze op de Italiaanse, Griekse en Cypriotische muziektradities. De melodieën op de plaat zijn helder en toegankelijk. Eén van de mooiste stukken die op youtube te vinden is, vind ik `Xarara´ (de heks), gezongen door de Cypriotische zangeres Kyriacoula Constantinou: http://www.youtube.com/watch?v=z3AKg-E5QH0


De ouders van Luisa Amaro hebben wel een beetje gelijk gekregen: Rijk is ze van de muziek niet geworden. Ze heeft geen overvolle concertagenda en de verkoop van haar cd´s zal ook zo´n vaart niet lopen. "Het valt soms niet mee om de rekeningen te betalen", zegt ze, "Maar leven zonder muziek is voor mij ondenkbaar".
Ik heb bewondering voor haar, voel zelfs een vleugje jaloezie. Ze doet me denken aan dat liedje van de band `Tröckener Kecks´: `Doe alles wat je doet met hart en ziel´.

woensdag 15 oktober 2014

Van de boerderette 14. Langs berg en dal klinkt hoorngeschal?

Want in het bos daar zijn de jagers
Hai lie hai loo, de jagers
En die jagen er op los
(Hydra, 1974)

 

Ik werd wakker van een dubbele knal: `O, shit, vergeten om tegen mijn zoontje te zeggen dat de katten niet naar buiten mogen. Het jachtseizoen is begonnen en op de berg loper er vast weer een paar rond die het verschil tussen een kat en een konijn niet kunnen of willen zien. We hadden geluk, want hoewel ik een stuk of tien Rambo´s in camouflagepak, met elk twee of drie honden, over de weg en op de berg zag rondstruinen, kwamen de poezen aan het eind van de middag veilig thuis.


Eigenlijk mogen de jagers met hun geweren niet eens passeren over de weg of jagen op ons deel van de berg. Volgens de wet moeten ze op 250 meter afstand van huizen en andere bebouwing blijven, tenzij ze hun geweer `geknakt´ en met een speciaal, goed zichtbaar veiligheidsslot dragen. Daar houdt bijna niemand zich aan en er is weinig controle.

`good sport´

De relatie tussen boer of tuinbouwer en jager is ambivalent. Natuurlijk zijn de jagers welkom in tijden dat konijnen of patrijzen je hele oogst opvreten, maar hoewel er wel zijn die volgens het boekje jagen (tegenwoordig moet je godzijdank een cursus volgen en examen doen voordat je een jachtvergunning krijgt), nemen veel jagers het niet zo nauw met de regels. Ze jagen te dichtbij je huis (en kinderen), vernielen omheiningen, laten afval op je land achter en hebben hun honden niet in de hand. Zes jaar geleden heb ik er eens drie van vergevorderde leeftijd (waarvan een half blind), stinkend naar alcohol, in het Nederlands van mijn land af gegeveedeed. Ze hadden mijn poort min of meer geforceerd en kwamen met vuurklare geweren over het pad vlak achter het huis aanstrompelen. Maar je moet oppassen met je protesten, want jagen is duur en daarom een privilege voor heren en notabelen en als je later eens ergens een vergunning voor nodig hebt..
Gelukkig jaagt - voor zover bekend - onze burgermeester niet.

Maar wat me het meeste stoort is dat er al jaren in deze omgeving gejaagd wordt terwijl de `jaagbare´ fauna bijna is uitgeroeid en niet meer in staat is om zich na het jachtseizoen te herstellen.
Het wilde konijn is door een combinatie van de ziektes `Viraal Haemorragisch Syndroom (VHS)´  en Myxomatose in Portugal zo´n beetje verdwenen. Bosbranden en de jacht op de laatst overgeblevene doen de rest. Omdat duiven maar op bepaalde plaatsen en binnen een korte jachttijd geschoten worden, op wilde zwijnen alleen met een speciale vergunning gejaagd mag worden en hazen in dit gebied niet voorkomen, werpt men zich met vol geschut op de patrijzen, die ook al van de bosbranden te lijden hebben. Na de kerst zie je er geen één meer en afgelopen voorjaar dacht ik dat het hier nu echt met ze gedaan was. Tot vorige week een opvliegend koppel van zeven me bijna een hartverlamming bezorgde in het bos achter ons huis. Ik hoop dat ze zich in de komende tijd goed weten te verbergen.

patrijzen vlak bij ons huis (drie jaar geleden)

Nu er bijna geen konijnen meer zijn, zijn de katten vogelvrij. Valt er tenminste nog wat te schieten.
De jager ziet de kat als een concurrent. Een wilde kat kan immers best een jong konijn aan en wie ziet nu het verschil tussen een wilde kat en een huiskat. Die van ons hebben geen bandje om hun nek. Ze klimmen de hele dag in bomen en struiken en we zien ze liever niet aan een tak hangen. Dus moeten ze vanaf de eerste zondag van oktober tot aan het einde van het jaar op donderdag en op zon- en feestdagen binnenblijven. Dat vinden ze erg vervelend. En wij ook.

woensdag 8 oktober 2014

Van de boerderette 13. Hoe heter, hoe beter

Vorige week kregen we een beetje zomer toe. Te laat voor tomaten en vijgen. Die liggen verregend op de grond, maar er rijpten nog wel heel wat Spaanse pepers. Er moest dus piri-piri gemaakt worden, want hoewel ik nog anderhalve liter van die hete saus heb, huldig ik het standpunt van mijn ongeletterde, maar daarom niet minder wijsgerige grootvader: `Beter mee dan om verlegen´.


De bereiding is eenvoudig: Ontpit een handvol Spaanse pepers (plastic handschoenen!), maal die met een staafmixer tot pulp en voeg daarna in gelijke hoeveelheden olijfolie en witte wijn toe. Om te beginnen van elk een halve liter. Met de hoeveelheden moet je maar experimenteren. Net hoe vloeibaar of heet je de saus wilt hebben. Ik houd wel van een beetje pittig: Hoe heter....Ja, precies.
Je kunt ook nog wat aan de smaak doen door bijvoorbeeld een paar gedroogde laurierbladeren met de pepers mee te malen. Ik doe er geen zout bij.

De `molho (saus) de piri-piri´ in kleine flesjes, die je in Portugal bij elke kruidenier of supermarkt kunt kopen, bestaat meestal alleen uit fijngemalen rode pepers, olie en - veel te veel - keukenzout.


Oorspronkelijk komt de Spaanse peper (Capsicum annuum of frutescens) uit Zuid-Amerika (Peru). De manschappen van Columbus maakten er in 1492 als eerste Europeanen kennis mee op de Caraïben. Daarna verhandelden de Portugese zeevaarders de pepers in Afrika (Golf van Guinee) als vervanger van de zwarte korrelpeper, waar ze de Portugese naam `malaguetas´ kregen. Portugese (ex)kolonisten uit Angola en Mozambique introduceerden de  molho de piri-piri in de twintigste eeuw in Portugal, waar hij bijzonder populair werd. Ik herinner me dat het halfverwege de jaren tachtig hip was om op zondag kip `piri-piri´ in Porto te gaan eten. Je moest dan wel minstens een uur buiten in de rij staan voordat je een tafeltje in het restaurant kon bemachtigen. Tegenwoordig zijn er talloze restaurants waar je de hete kip kunt eten, af kunt halen of thuis laten bezorgen.
Het waren ook de Portugezen die voor de verspreiding van de Spaanse peper in Azië zorgden. In Indonesië werd hij `lombok´ genoemd en daar wordt de sambal van gemaakt.


Mijn buurman Carlos* heeft in de loop der jaren veel verschillende soorten pepers verzameld, waarvan hij het zaad in het late voorjaar in één grote bak zaait. Al ik in juli plantjes van het krijg, heb ik van alles wat. Hoewel ze uiteindelijk allemaal `redhot´ worden, kleuren sommige eerst wit (en daarna paars), andere oranje of zelfs zwart. Ook de vormen verschillen. Een van de leukste - en heetste - is de malagueta sino de natal (kerstklokje). Als ik een paar aardige glazen potjes kan vinden, vul ik die met een mix van al die varianten en olijfolie. Leuk om weg te geven.

kerstklokjes

Dan houd ik nog een behoorlijke hoeveelheid pepers over. De grote groene (Jalapeños) laat ik niet rijp worden. Die gaan groen in glazen potten met azijn. Na een paar maanden zijn ze lekker om op te knabbelen bij een bonen- of kikkererwtenschotel. De rest pluk ik als ze rijp is en vries ik in om later sambal en piri-piripasta van te maken.

Ik had net de vorige dag twee liter zelfgemaakte piri-pirisaus in de kelder weggezet, toen Carlos met een petfles van anderhalve liter van zijn brouwsel kwam aanzetten. "Alsjeblieft", zei hij gniffelend: "Viagra voor de armen". Weigeren was uitgesloten. Nu heb ik wel genoeg voor de komende drie of vier jaar.

Ik las dat je Spaanse pepers ook heel goed in de Nederlandse moestuin kunt kweken. In een zomer zoals jullie dit jaar cadeau kregen, moet dat zeker lukken.

*om reden van privacy is de naam gewijzigd

woensdag 1 oktober 2014

Portugallig 9. António versus António

En het werd António Costa. Afgelopen zondag won hij met ruim 67% van de stemmen het leiderschap van de Partido Socialista (PS), een van de twee grootste politieke partijen in Portugal, die je het beste kunt vergelijken met de Nederlandse PVDA. Voor António Seguro sinds 2011 secretaris-generaal en oppositieleider van de partij, zat er niets anders op dan zijn ontslag aan te bieden. Dat deed hij bijzonder netjes.


António Seguro biedt zijn ontslag aan

Meer dan 150.000 militanten en sympathisanten van de PS brachten op zeventig lokaties hun stem uit. Dat de laatste groep mee mocht stemmen was een novum. Het heeft António Seguro, die deze verkiezingen (Primárias) had georganiseerd, tegen zijn verwachting in niet geholpen.
De wel erg langdurige campagne om het partijleiderschap begon zowat in mei. Er werd door de  media belachelijk veel aandacht besteed aan een zaak die - in mijn ogen - toch voornamelijk een partij-aangelegenheid is. Zo werden de drie grote debatten tussen Seguro en Costa integraal door de publieke omroep uitgezonden. Debatten die vooral slaapverwekkend waren, omdat beide partijen als het over echt belangrijke zaken ging, zoveel mogelijk hun sokken droog hielden. Ze flikkerden af en toe alleen even op als de heren weer eens met modder naar elkaar begonnen te gooien. Daarna werden de debatten nog eens uit den treure geanaliseerd en herkauwd in alle actualiteitenprogramma´s.

Ik snap waarom zo´n grote meerderheid voor Costa heeft gekozen: António Seguro heeft in de afgelopen drie jaar een zwakke oppositie tegen de regering Passos Coelho gevoerd. Hij mist overtuigingskracht en voor een eventuele post als minister-president in 2015 de nodige bestuurlijke ervaring.
António Costa komt zelfverzekerder en evenwichtiger over, belooft een hardere lijn tegen Passos Coelho. Hij is burgemeester van Lissabon vanaf 2007 (3e termijn) en bekleedde diverse posten als staatsecretaris en minister tussen 1995 en 2002. In het laatste debat kwam Costa duidelijk als sterkste uit de strijd.
(n.b. Beide heren hebben zich professioneel nog nooit met iets anders bezig gehouden dan de politiek).

António Costa, de nieuwe secretaris-generaal van de SP

Maar waar ging het - behalve dat lagere, zelfverzekerde stemgeluid van Costa (meer testesteron?) en het al dan niet hebben van bestuurlijke ervaring - nu eigenlijke over. Geen van beide heeft ook maar iets nieuws gezegd, een duidelijke visie, of een plan van aanpak laten zien met betrekking tot de grote problemen waar Portugal mee kampt: Hoe de economische groei te stimuleren en de werkeloosheid aan te pakken. Wat gaan we doen met de staatsschuld, die inmiddels is gegroeid tot meer dan 216 miljard Euro (herstructureren (?) zegt Seguru; zien we wel als de tijd daarvoor rijp is (!) vond Costa).
Wordt er, en zo ja waar, gekort of hervormd om het begrotingstekort niet boven de 3% van het bbp te laten komen. Hoe ziet de toekomst eruit van de (nog steeds gekorte) ambtenarensalarissen, de pensioenen, de steeds duurder wordende gezondheidszorg, het onderwijs, noem maar op. Geen van beiden heeft daar een antwoord op gegeven.
Met andere woorden: Men heeft weer eens voor de grote leider gekozen zonder zijn agenda goed te kennen, maar dat schijnt in Nederland tegenwoordig niet veel anders te zijn.

Mooie slogan van António Costa in zijn ovewinningsrede: "Dit is de eerste dag van het einde van de regering Passos Coelho!" Geweldig, en dan...?