donderdag 8 juni 2023

Van de boerderette 68. Nooit meer spitten?


Uw Portugeest komt uit een geslacht van spitters en gravers. Loonwerkers voor bollenboeren en tuinbouwers. In navolging van hun vader spitten mijn vader en zijn drie broers na de Tweede Wereldoorlog drie steken diep in de geestgrond om ziekte onder de tulpenbollen tegen te gaan. Ik graaf en spit in de Portugese aarde om uien, bonen en tomaten te planten. Het verschil tussen ons is alleen dat zij er hun werkzaam leven mee begonnen - mijn vader bijvoorbeeld behoorde al snel tot het witteboorden legioen - en ik het ermee eindig. De vraag die zich daarom onvermijdelijk opdringt is: Hoelang houd ik dat nog vol. Ruim een jaar geleden stuurde een vriendin me een link van een video, waarop moestuinder Philip Forrer aan de hand van zijn eigen moestuin liet zien dat spitten ( en in nog sterkere mate ploegen of frezen van de grond) eigenlijk belachelijke onzin is. Nergens voor nodig en het doet zelfs meer kwaad dan goed aan grond en gewas. Ik was meteen verkocht.



                                                     https://youtu.be/Pl83rDXxgwI

Spitten en/of het land bewerken met zware machines vernietigt de structuur van de grond en de organismes die erin thuishoren. Na ploegen en frezen zit er weinig of geen voedsel voor de planten meer in de grond, zodat je er dierlijke mest of kunstmest moet inbrengen om nog wat uit de grond te krijgen. Schadelijk voor het milieu en voor je portemonnee. Wat het effect is van jarenlang ploegen en eggen op landbouwgrond blijkt duidelijk uit een experiment van Jasper County uit Iowa, waarop ik via Linkedin attent werd gemaakt:                                                                            
(klik op de foto)

Als je de video gezien hebt, weet je dat Philip Forrer groente en fruit laat groeien op lange heuvels die hij maakt door dode boomstammen in te graven en daarop aarde en een dikke laag plantaardig materiaal aan te brengen. Daardoor blijft de grond vochtig en - door het verrottingsproces van de boomstammen een graadje of zo warmer. De dikke laag plantaardig materiaal bovenop de heuvel wordt door wormen, insecten en andere (micro)organismen omgezet in voedsel voor de planten en bovendien krijgt onkruid nauwelijks de kans om door die dikke deklaag heen te breken (En aan wieden heb ik al helemaal een broertje dood). Volgens Forrer gaan die heuvels 20 jaar mee, voordat je ze moet vernieuwen. Niet erg veel kans dat ik daar nog aan toekom, zodat er voor uw Portugeest een schoploze toekomst aan de horizon lijkt te gloren.


Ik wilde eigenlijk meteen beginnen, maar omdat ik geen boomstammen had en het voorjaar al aan de poort stond te rammelen, besloot ik nog maar moestuinseizoen op de oude voet door te gaan.
In de afgelopen winter zaagde ik een flink aantal ongecontroleerd groeiende wilgen om, die op een in de steek gelaten (erfeniskwestie) aangrenzend stuk land stonden en het licht van mijn jonge fruitboompjes wegnamen. Ik dacht dat ik flink wat hout had, maar caramba! wat heb je een berg boomstammen nodig om een heuvel van enig formaat te maken. 
Dat werd ook deze zomer dus nog even voort hinken op twee gedachten: Een niet al te grote proefheuvel en de rest van de moestuin liet ik ploegen en frezen, want het onkruid stond alweer tot aan mijn oren.


 Maar intussen besloot ik om ruim zestig dennen om te laten zagen en te verkopen (zie vorige blogpost `Paradise lost´). De houtkoper, die, hoewel hij tijdens het werk niet anders doet dan schelden en vloeken, eigenlijk best een aardige kerel is, zaagde en trok met zijn tractorlier als extra service zeven grote dode dennen, die gevaarlijk over het hek van een van mijn buren hingen, voor me om. Die zou ik eigenlijk tot brandhout voor de komende winter zagen, maar om een beetje voortgang in het moestuinproject te krijgen, gingen ze in de grond voor een tweede, grotere heuvel. Dat werd een heel gezaag en gesjouw... en gespit natuurlijk. Voor een gat van 9 meter lang, 120 cm breed en 40 diep, moet je toch zo´n vierenhalve kuub grond verzetten en de laatste 10 cm leek wel beton. Halverwege moest ik denken aan de mannen die het Noordzeekanaal hadden gegraven. Zouden die dat nou ook weleens gedacht hebben: `Op deze plek hoeft in ieder geval nooit meer iemand te spitten´


Toen de eerste laag boomstammen eenmaal in het gat lag, had het geheel veel weg van een prehistorische weg in Drenthe. Het is maar goed dat de begroeiing rondom de moestuin inmiddels zo dicht is dat de buren niet goed kunnen zien wat die nieuwlichter van een Hollander allemaal op zijn land loopt uit te spoken. Over de tweede laag boomstammen ging een laag aan stukken gebroken, halfverrotte bonenstaken, die ik nog in een hoek had liggen - het wordt nu wel eens tijd om een hakselaar aan te schaffen - en nog een mengsel van hooi, kleine takjes en plakken verdroogde alg uit de watertank. Daar ging ik een tijdje op staan te hossen om de ruimtes tussen de boomstammen goed op te vullen, want (de meeste) planten houden er niet van om met hun wortels in de lucht te hangen.


Nu moest de aarde er nog overheen. Met hak en hark werd het een mooie heuvel. Ik was erg benieuwd hoeveel tuin-en bosafval ik op die rug kwijt kon. Ik begon met 8 volgeladen kruiwagens bosmaaisel, en daar overheen kon nog al het gras dat ik dit voorjaar tot nu toe gemaaid had - en dat was inmiddels een flinke berg geworden - voordat ik een laag van zo´n 20 centimeter had aangebracht. Geweldig! Heb ik eindelijk een goede bestemming voor alle gras en andere planten die ik elke zomer rond het huis moet weg maaien. Maar natuurlijk pas wanneer ik voldoende van die heuvels in de moestuin klaar heb.
En nu maar planten: De artisjokken- en okraplantjes die ik gezaaid had, tomaten, sla en prei.


Op het eerste heuveltje staan de paprika, tomaat, aardappel, rode biet er prachtig bij. De courgetteplanten groeien er veel sneller en weliger dan in de rest van de moestuin en de broccoli schoot ook de grond uit totdat de plantjes - op drie na - een voor een het loodje legden. Dit jaar hebben we een veenmollenplaag. Het blijft tobben! 

O ja, dan zagen we op de video nog die antennes die een stroompje door de grond laten lopen om de worteltjes van de planten te kietelen waardoor ze een grotere oogst zouden opleveren. Ik loop nog te twijfelen tussen bellen naar de Vereniging tegen de Kwakzalverij en een wat meer agnostische houding.
Toevallig heb ik nog wel een paar half opgebruikte zinkanodes bij het schroot liggen en volgens mij zit er een niet meer aangesloten koperen aardpuls in de grond bij de schuur...