woensdag 30 december 2015

Van de boerderette 28. Lampionplant

Altijd gedacht dat het gekonfijte kersen waren, die vruchten op de taart, maar wel met een merkwaardige textuur. Ik moet je eerlijk bekennen dat ik zelfs nog nooit gehoord had van de lampionplant (Physalis), terwijl Nederland met Duitsland toch de belangrijkste importeurs zijn van de vrucht. Totdat mijn buurman - met ook nog een mand vol rijpe diospyrus - er een paar weken geleden mee kwam aanzetten. "Hadden we het laatst over. Die vruchten worden oranjerood en die gebruiken ze voor taarten, maar je kunt zo ook zo eten. Ik houd er niet zo van, mij te zoet." "Hoe heet die plant?" "Geen idee, ik heb het zaad een jaar geleden van een kameraad gekregen." "Moeten ze in de moestuin, of siertuin?" "Wat u wilt. De bloemen en bessen zijn wel aardig en het blad blijft groen. Maar kijk uit, het verspreidt zich als een braamstruik."


In de supermarkt

`Ik kom er ooit nog wel eens achter hoe die planten heten´, dacht ik, terwijl ik een hoekje in de moestuin schoon maakte. Ik plantte ze en dacht er verder niet meer aan. 
Zag ik ze vorige week in het koelvak van de Lidl (ja, die hebben wij ook)! 1,39 Euro voor een plastic bakje met pak weg twintig van die oranje vruchten met de lampionachtige blaadjes er nog omheen. `Physalis´, stond erop. Om die naam niet te vergeten - je wordt ouder papa - liet ik mijn zoontje er met zijn smartphone een foto van maken en thuisgekomen, direct naar Wiki natuurlijk.
Het Portugees kent geen andere officiële naam dan `Physalis´, maar er zijn minstens vijfentwintig populaire namen bekend van `bucho-de-rã´, kikkermaag, `mata fome´, hongerdoder, via `saco-de-bode`, bokkenzak en `tomate de lagartixa´, gekkobal, tot (nou ja zeg!) `cereja-de-judeu´, jodenkers.


Physalis komt oorspronkelijk uit Zuid- en Midden Amerika, hoewel er geruchten gaan dat ook China voor de oorsprong van de plant van betekenis kan zijn. In Europa komt alleen de soort `Echte lampionplant´ (Physalis alkekengi) `van nature´ voor. Deze soort is een van de weinige die vorstbestendig is. En hoewel er vanwege de bijzondere bloemen druk mee geëxperimenteerd wordt in de siertuin, gedijen de meeste van de ongeveer negentig soorten toch het best in het warme klimaat van Mexico.

De plant hoort net als de pieper en de tomaat tot de nachtschadefamilie en is dus min of meer taboe voor macrobioten, maar er worden zowel aan het blad als de vrucht veel medicinale eigenschappen toegeschreven: bloedzuiverend en bloeddrukverlagend, de vrucht schijnt te helpen bij obstipatie en urine-afdrijvend te zijn (maar daar zou je ook best een halve liter sterke koffie voor kunnen gebruiken) en tijdens recent onderzoek is gebleken dat de plant ook inzetbaar is in de strijd tegen tumoren. Maar pas op! De bloemen zijn - net als die van de aardappel - giftig.


Voor zover ik heb kunnen nagaan, wordt de gewone lampionplant in Nederland niet als landbouwproduct geteeld. Wat men nodig heeft voor de taart, marmelade of onderdompeling in vloeibare chocolade (schijnt erg lekker te zijn), wordt geïmporteerd uit Colombia. De bloemen uit kwekerijen en siertuinen worden vaak gedroogd en in herfstboeketten verwerkt. 
Ik ga het in ieder geval eens proberen met die `bokkenzak´. Misschien maak ik mijn fortuin er nog 
mee.

op de citroentaart

Zo, dat was het dan voor dit jaar. Vandaag `lange poelen, gauw thuis´, zoals ze in Heemskerk, of Akersloot zeggen. Zelfs een Portugeest heeft wel eens behoefte aan een beetje vakantie. Morgen appelflappen bakken (vinden ze geweldig hier) en eitjes vullen, dus weer druk genoeg. 

De enige echte Portugeest wenst de lezer een knallend uiteinde en een verbluffend goed 2016 toe. 




    

woensdag 23 december 2015

Bijzonder Portugees 22. Kerstmis 2015, Feest voor iedereen

Roekeloos of terecht wat meer vertrouwen in de toekomst? De Portugezen geven dit jaar 7% meer uit aan hun kerstboodschappen dan in 2014. Die boodschappen bestaan niet alleen uit de ingrediënten voor de traditionele maaltijden, de bolo rei (kerststol) en een flesje wijn, maar ook uit cadeautjes, die in Portugal onlosmakelijk bij het kerstfeest horen. Tegenwoordig vaak alleen voor de kinderen, dat heeft de crisis wel geleerd. De nieuwe regering heeft afschaffing van de `solidariteitsheffing´, de extra belastingmaatregel die de inkomens al vier jaar lang aanzienlijk verlaagd, beloofd. In 2016 in ieder geval voor de laagste inkomens. En ook de laagste pensioenen en het minimumloon worden verhoogd, maar er hangt alweer een nieuwe strop van 3 miljard boven het hoofd, het failliet van de bank `Banif´. In het journaal beweren winkeliers dat ze nog minder verkopen dan vorig jaar. Misschien heeft de handel zich verplaatst naar de grote `shoppings´ of - net als in Nederland naar het internet. Maar er wordt niet alleen aan het welzijn van eigen huis en haard gedacht, de Portugezen zijn een bijzonder solidair volk en ook dit jaar zijn er weer talloze initiatievenen en acties om daklozen, armen, eenzame ouderen en vooral kinderen een wat vrolijker kerst te bezorgen. 


volle boodschappenkarretjes

Tijdens de novemberactie van de `Banco Alimentar (Contra a Fome)´, de voedselbank (tegen de honger) werd in meer dan 1560 supermarkten, verspreid over het hele land, 2309 ton voedsel opgehaald. Aan de klanten werden plastic tasjes verstrekt, die naar goeddunken en begroting gevuld konden worden met essentiële voedingsmiddelen zoals deegwaren, rijst, spijsolie, suiker, bonen en blikjes, maar ook luxere artikelen, zoals koffie en thee waren welkom. Na het afrekenen werden de tasjes ingenomen door vrijwilligers en per vrachtwagen afgeleverd bij de verzamelcentra, waar een menigte van vrijwilligers aan de lopende band het voedsel sorteerde en er pakketten voor de cliënten van maakten. Bij deze actie waren bijna 32.000 vrijwilligers betrokken. De voedselpakketten zijn bestemd voor 319.000 mensen die ze hard nodig hebben. De voedselbanken houden ongeveer eens per half jaar zo'n inzamelingsactie. De rest van het jaar distribueert ze het voedsel dat bedrijven en particulieren verstrekken en koopt ze voedsel in met het geld van donaties.
Voorzitster Isabel Jonet noemt haar organisatie wel eens ironisch `De grootste onderneming van Portugal´. In Nederland kom je als alleenstaande voor hulp van de voedselbank in aanmerking als je, na aftrek van alle vaste lasten, 180 Euro min of meer vrij te besteden hebt aan voedsel of kleding. In Portugal is de hele bijstandsuitkering voor een alleenstaande slechts 178 Euro (zie Portugallig 12). Daar moet alles van betaald worden (huur, gas, water en licht enz.). Wat volstrekt onmogelijk is.

sorteren en verpakken

Natuurlijk zijn er ook honderden kleinere, meer persoonlijke initiatieven:
Zo gaat de stichting `Luis Figo´, herinner je hem nog, die Portugese topvoetballer. 3000 stuks speelgoed uitdelen in ziekenhuizen.
In Porto bereiden studenten van de universiteit Portucalense een kerstmaaltijd, die op kerstavond aan 300 daklozen wordt geserveerd in hun eigen kantine.
Studenten van een andere universiteit hebben in een week tijds ruim 3 ton huisraad en speelgoed verzameld om aan arme gezinnen te geven.
Het Portugese Leger des Heils speelt in het project `Anjinhos (engeltjes) de Natal´ de rol van intermediair tussen geefgrage bedrijven en particulieren en ouders die geen geld hebben om een cadeautje voor hun kind te kopen. De bedoeling is dat deze ouders, zonder schaamte, zelf een cadeau aan hun kind kunnen geven.
De groep Sneaker Love, samen met de vereniging Leven en Vrede nodigt iedereen uit om zijn ongebruikte slippers in een van de door hen door Porto en Lissabon verspreide verzameldozen te deponeren. Bestemd voor de daklozen.
enzovoort.

contact met de geëmigreerde kinderen

In de dorpen en buurtschappen rond Miranda do Douro (provincie Trás-os-Montes) bezoeken een psychologe en een technicus - vaak geïsoleerd levende - ouderen (ouders en grootouders) met computerapparatuur om via skype contact te maken met hun geëmigreerde kinderen en kleinkinderen. Naar schatting zijn door de crisis en de daarop genomen bezuinigingsmaatregelen in de afgelopen vier jaar ruim tweehonderdduizend Portugezen geëmigreerd. Wie met kerstmis thuis kan komen, doet dat, want de familieband is erg belangrijk in Portugal, maar voor veel emigranten is het te duur, of ze wonen te ver weg. De leegloop en vergrijzing is schrikbarend in de dorpen in het binnenland en veel ouderen voelen zich erg eenzaam en hebben last van depressies. Het `skype´ gesprek met familieleden omvat vaak niet veel meer dan `Hoe gaat het, alles goed?` en natuurlijk veel `beijinhos´, kusjes, die de Portugezen altijd gul uitdelen, maar het helpt echt om de kerstdagen wat minder somber door te komen. Soms is de ontvangst in huis zo slecht dat de laptop op het dorpsplein geïnstalleerd moet worden. Dan kunnen ook de buren en bekenden een woordje met hun oude dorpsgenoten wisselen.
Ook op de Azoren (São Jorge) is dit jaar een dergelijk project van start gegaan.


Tot slot nog twee aardige nieuwtje: In Leiria (midden Portugal) heeft men de grootste kerstboom ter wereld, opgebouwd uit pallets, neergezet. De bedoeling is een Guinness record. Niet iedereen is even blij met het gedrocht.
In het zelfde journaal was te zien hoe een poging om een filhó de Natal (kerstgebak uit Beira Baixa) van een vierkante meter te frituren, jammerlijk mislukte. De kok had teveel aguardente door het deeg gemengd, waardoor hij uit elkaar viel. De brokstukken smaakten er niet minder om. Binnen een paar minuten was er geen kruimel meer over.

Feliz Natal



    

woensdag 16 december 2015

Van de boerderette 27. Hazelworm

Deze honderdste Portugeest was eigenlijk bestemd voor de fadozangeres Ana Moura en haar nieuwe cd `Moura´ (dijk van een plaat!), maar toen ik gisteravond de `links´ testte, bleek dat - op de officiële clip van de single na - alle youtube video´s met liedjes van `Moura´ waren uitgeschakeld. Er zijn kennelijk problemen m.b.t. toestemming of auteursrechten. Zo gauw die zijn opgelost, alsnog. Even improviseren maar deze keer. `The show must go on´. Gelukkig valt er over het leven op de boerderette altijd wel weer iets merkwaardigs te vertellen. Een paar dagen geleden kwam ik bij herstelwerk aan de muur van een `sucalco´, (terras) een grote hazelworm tegen. Ik dacht eerst dat ik hem geraakt had met de hak, want hij (of zij) was stijf en bewoog nauwelijks, tot ik begreep dat hij zich in de hoop aarde had ingegraven voor de winterslaap. Katten op het land, arenden en buizerds in de lucht, dus snel een ander, veiliger plekje gezocht om de overwintering voort te zetten.


                                        https://www.youtube.com/watch?v=cFOOebnjZMY
                                                                 vond ik op youtube

Want de hazelworm (Anguis fragilis), in het Portugees `licranço´, is een nuttig diertje. Het eet voornamelijk slakken, naaktslakken, wormen en ander ongedierte dat zich aan mijn sla en peultjes tegoed doet. Hij heeft wel wat weg heeft van een slang, maar is daar zelfs geen familie van. Het is een pootloze hagedis, die tot ongeveer een halve meter lang kan worden. Waarschijnlijk heeft hij zijn naam aan de hazelnootkleurige rug te danken, die bij het volwassen dier vaak gevlekt is met metalic zilver en blauw, met op de flanken zwarte strepen. Z´n buik wordt met de jaren steeds blanker.

Hoewel de hazelworm voornamelijk ´s nachts en in de schemering opereert, kom ik hem regelmatig tegen als ik een composthoop afgraaf. Daarin overwintert hij graag en vaak gebruikt het vrouwtje die ook als nestplaats. Eén keer vond ik een nest toen ik een stapel halfverrotte takken overhoop haalde. Een stuk of tien zilverachtige hazelwormpjes vluchtten het hoge gras in. Hazelwormen paren na de winterslaap in april of mei en in juli tot augustus komen maximaal twaalf jongen in een vliesje ter wereld (ze zijn eierlevendbarend). De vrouwtjes hebben niet elk jaar een nest, maar het dier kan verbazingwekkend - wel tot 50 jaar - oud worden. En dat is maar goed ook, want het heeft vele vijanden: Roofvogels, slangen, marters, vossen, dassen en wilde zwijnen. Ook poes en de kippen vinden hem erg smakelijk. Omdat hij geen pootjes heeft is hij niet zo snel als andere hagedissen, maar als de hazelworm bedreigd wordt, kan ook hij zijn staart afstoten. Het staartje kronkelt nog een tijdje voort en vormt zo een afleidingsmanoeuvre, die het dier tijd geeft om weg te vluchten. De belangrijkste vijand van de hazelworm is echter de - onwetende - mens.


Dat deze pootloze hagedis vaak voor een slang wordt aangezien, blijkt wel uit zijn meest populaire naam: `cobra de vidro´, glasslang. In de binnenlanden van Portugal leeft nog steeds de wijdverbreide mythe dat de beet van een hazelworm een mens kan doden. Daarom kan ook mijn buurman de neiging niet weerstaan om hem in mootjes te hakken, zodra hij zo´n diertje ziet. Maakt niet uit wat ik hem vertel over onschuldig en nuttig. Oud bijgeloof is moeilijk uit te roeien.
Maar ook in Nederland zijn in het verleden de meest bizarre fantasiën op het arme beestje losgelaten. Van mijn moeder erfde ik het boekje `Hei en Dennen´ (1897) van de Nederlandse florapioniers Heimans en Thijsse, dat de (toenmalige) natuur van het Overijsselse Salland beschrijft en ik citeer hier `Kruiden Marie´ die de jonge Jacob P. Thijsse uitleg geeft:


"Dat gespleten tongetje schijnt voor de menschen hier iets verschrikkelijks te zijn; daar zijn ze als de dood voor. Als ze dat bij een beest zien, raken ze ´t niet meer aan. Ik neem aan, de sterkste en vechtlustigste boer, al is hij half dronken, met dit beestje in mijn hand een uur ver voor mij uit te jagen, of hem van angst in het water te laten springen. ´t Is eigenlijk onbegrijpelijk; nog nooit kan een mensch ook maar gebeten, laat staan vergiftigd zijn door zoo´n zacht en onschuldig diertje. Op een adder lijkt het nog minder dan een schaap op een varken; en toch, je kunt het de menschen niet uitpraten, dat het een giftig en buitengewoon gevaarlijk dier is. Wie niet al te angstig is op het gezicht van ´t dier en een spade bij zich heeft, hakt het in stukken. Vinden de plaggenstekers een nest met heel kleine jongen, dan weten ze niet hoe gauw ze de wit- en zwarte slangen zullen plat slaan en met dorre hei bedekken. Die steken ze dan aan, en de asch strooien ze in de wind.

En in andere streken moet het nog erger zijn. Hier zeggen ze alleen maar dat het beest zoo venijnig is, dat het je op een afstand met gif bespuwen kan. Waar het je raakt, ontstaan negen wonden, die negen jaar openblijven; en trap je er per ongeluk een stuk, dan spat het vergif naar alle kanten rond.
Verderop naar de Westfaalsche grens loopen de menschen allemaal weg als er een: "De hartworm!" of "De meiworm!" schreeuwt, en de voerman rijdt niet door, als er een hazelworm over de zandweg kruipt; want raken hem de de paarden, dan springt hij ze tegen de kop en maakt ze blind, net als het dier zelf is." (Wat ook al niet waar is).

Het zal maar over je gezegd worden..    

donderdag 10 december 2015

Van funk tot fado 13. Mariza, de troonopvolgster

In oktober verscheen de nieuwe cd, `Mundo´ (wereld), van Mariza. de wereld heeft er vijf jaar op moeten wachten, want na tien jaar van overvolle agenda's en uitverkochte zalen op alle continenten, jaren waarin ze de `ambassadrice´ van de Portugese fado was, honderden concerten gaf die haar publiek vaak tot tranen toe bewogen en vijf studio-cd´s opnam, zette ze haar carrière op de waakvlam om voor haar - prematuur - geboren zoontje te zorgen (Deze zin kan zo in de `Story´). Maar nu is ze terug, want zingen is grote hartstocht, met een cd waarop niet alleen fado te horen is, maar ook muziek uit Cabo Verde, liedjes in het Spaans en zelfs een lied voor haar zoontje. `Dit is mijn wereld, nu´, zegt de zangeres over haar cd `en die wil ik delen´. 


Voor de single koos men `Paixão´ (passie), naar mijn smaak niet bepaald het sterkste nummer van de cd: https://www.youtube.com/watch?v=Urv77NBikc0 .
Zelf zou ik voor `Melhor de mim´ (beste van mij) gaan, een gedicht van de Portugese hiphop-zanger Boss AC op een thema dat door Tiago Machado werd geschreven voor de korte documantaire/promotiefilm `Um século de energia´ (een eeuw energie), die regisseur Manoel de Oliveira (overleden in april van dit jaar) net niet heeft kunnen afmaken:
https://www.youtube.com/watch?v=VIZ57VN6UNo (met beelden van de documentaire)


En verder wil ik je deze - jammer genoeg wat overgeproduceerde, maar toch mooie variatie op het eeuwige thema `Sem Ti´ (zonder jou): https://www.youtube.com/watch?v=5U9lrdzYzu4 niet onthouden en evenmin het door Pedro Joia en Cabral de Nascimento geschreven `Adeus´ (tot ziens: https://www.youtube.com/watch?v=iDN5Iz3KsHY


De cd werd geproduceerd door de Javier Limo´n (Spanje), die ook `Terra´ produceerde. Het komt vast wel goed met Mariza, talent heeft ze, maar naar mijn mening verdiende ze een sterkere `come-back´ dan deze cd. Ik vind ´m een beetje stuurloos. Het lijkt of de fado´s (van Amália) hier en daar tussen de andere nummers zijn gezet, omdat dat nu eenmaal moest, de muziek is vaak overgeproduceerd en er staan te weinig echt goeie liedjes op. En al had die producent tien in plaats van twee Grammy´s gewonnen, het wordt tijd voor een andere, zou ik denken.

Mariza (Marisa dos Reis Nunes) werd in 1973 geboren in Mozambique. Na de Anjerrevolutie en de daarmee samenhangende dekolonisatie, moesten haar ouders - zoals zovele Portugezen - het land verlaten. In 1977 vestigde het gezin zich in Lisboa, waar haar vader het restaurant `Zalala´ in de wijk Mouraria, de bakermat van de fado, heropende. Het restaurant was erg populair bij fadozangers en -zangeressen. Tijdens de maaltijden stond de televisie er nooit aan, maar werden er platen met fadomuziek gedraaid en ook in zijn vrije tijd luisterde Mariza´s vader altijd naar fado. Mariza zong mee. Ze had een goeie stem en die werd gehoord, want de fadist Alfreo Marceneiro jr. nam haar al op zevenjarige leeftijd mee om in het fadohuis `Adega Machado´ zingen. Maar fado lag niet zo lekker in de eerste decennia na de revolutie van ´74 en op de middelbare school vertelde je zeker niet dat je fado zong. Mariza experimenteerde met pop, gospel en soul in bandjes zoals `Vinyl´en `Funkytown´.

Maar je bent gek op fado of je bent het niet: Rond 1997 begon ze toch op min of meer professionele basis de fado te zingen in bekende fadohuizen. Meest klassiekers van onder andere Amália Rodrigues en Carlos da Carmen. In 1998 werd ze - door een bank - uitgenodigd om in Brussel en Amsterdam te zingen en het jaar daarop maakte ze deel uit van een groep fadisten die een hommage aan Amália brachten in het `Coloseu´ van Lissabon en Porto.
En toen ging het snel.
In 1991 bracht EMI haar eerste studio-cd `Fado em Mim´ (fado in mij) uit, eerst in Portugal, daarna in nog 32 landen. Op dit album, dat inmiddels vier keer platina heeft gehaald gehaald, staan veel fado´s die Amália heeft gezongen, zoals `Ó gente da minha terra´, dat ook op single uitkwam, maar ook het door Jorge Fernando speciaal voor haar geschreven `Chuva´, een van haar succesnummers. Hier live in Lissabon: https://www.youtube.com/watch?v=OzrUs08-SWs


Het album werd een enorm succes en Mariza werd uitgenodigd voor optredens in de VS (New York en Los Angeles), Engeland, Duitsland, Finland en ook in Nederland. Ze werd door pers en bewonderaars `de nieuwe Amália´ genoemd. Een betiteling die haar `diep schokte´ en waar ze een enorme hekel aan had: `Dat is nooit mijn bedoeling geweest en dat zal het ook nooit worden´, zegt ze in een recent interview, "De volgende cd maakte ik met veel ergernis, erg boos, met zin om te vluchten, niet meer te zingen".

`Fado em Mim´ werd in 2003 gevolgd door het album `Fado Curva´, waarvan het belangrijkste thema `Cavaleiro Monge´, gebaseerd op een gedicht van de Portugese dichter Fernando Pessoa, dat ooit door Amália werd opgenomen, maar nooit op de plaat kwam:     https://www.youtube.com/watch?v=LTvjdkvDZHs


Zelf houdt de zangeres het meest van `Primavera´ (lente): https://www.youtube.com/watch?v=YV7UwXUtkXA

Op haar derde cd `Transparente´ (2005) kiest Mariza voor een meer persoonlijke benadering van de fado, wat haar door fadopuristen uiteraard niet in dank wordt afgenomen, maar bij het grote publiek veel waardering ontmoet (3x platina). Hier het gelijknamige lied, zoals het in de film `Fado´ van de Spaanse regisseur Carlos Saura werd opgenomen: https://www.youtube.com/watch?v=B9IVvxyrPMs en dat verwijst naar de Afrikaanse wortels van de zangeres.


Na een live-cd in 2006 verschijnt in 2008 haar vierde studio-cd `Terra´, waarop al dan niet klassieke fado´s, maar ook `mornas´(muziek uit Cabo Verde) en duetten  met Tito Paris en Concha Buika.

In 2010 keert Mariza weer terug naar de meer klassiek fado met de cd `Fado Tradicional´. Het wordt haar meest ingetogen cd en een eerbetoon aan de fadodichters en -componisten die haar in haar jeugd hebben beïnvloed.        


donderdag 3 december 2015

Van de boerderette 26 Allle dertien dood

Ze is een stoere hoor, mijn buurvrouw Luisa*, maar nu was ze toch echt een beetje ontdaan. Weer alle konijnen dood. Kat achter kat gingen ze naar de eeuwige knollenvelden, op één namiddag. Alleen een nest van vijf jongen lijkt de epidemie overleefd te hebben. De konijnen werden onrustig, kregen een neusbloeding en binnen een paar uur was het bekeken: Viraal hemorragisch syndroom (VHS). Zes waren al zo groot dat Luisa van plan was geweest om ze de volgende week te slachten en in te vriezen. Hoewel haar konijnen voornamelijk   koolbladeren en paardestekken te eten hadden gekregen kregen, had ze er toch een paar zakken duur konijnenvoer aan gewaagd en veel werk natuurlijk. Een flinke strop dus.   


Misschien denk je: `Hé, wat moet dat ook, die zielige konijnen in een hok vet mesten en dan slachten´ en is het liedje `Flappie´ van Youp van ´t Hek je op het lijf geschreven: https://www.youtube.com/watch?v=qCh_l3qC354 , maar voor veel Portugezen leveren konijnen - en kippen, - een belangrijke bijdrage aan de gezinseconomie.
De man van Luisa heeft kort geleden te horen gekregen dat er niet veel meer aan zijn rug gedaan kan worden en dat hij maar een arbeidsongeschiktheidsuitkering moet aanvragen. Daarmee gaat hun inkomen van ruim 1000 naar 300 Euro per maand. Als je dan nog eens een stukje vlees wil eten..


Mijn beide opa's hielden tot diep in de jaren zestig van de vorige eeuw konijnen. Het had ze geholpen om tijdens de crisis van de jaren dertig en de Tweede Wereldoorlog hun grote gezinnen te eten te geven. Wij, de neven en nichten op visite of te gast vonden ze natuurlijk erg leuk, lief en aaibaar, maar het waren er veel en ze bleven anoniem.
En dat was maar goed ook want `die kwamen´, zoals Jaap Fischer zingt, `nooit de kerstdagen door´: https://www.youtube.com/watch?v=kuP7-seu2oo .


Opa van moederskant kwam vaak bij ons op bezoek met fietstassen die uitpuilden van kroppen sla, rabarber, grote struiken andijvie, of nog erger: witlof (brr), maar vlak voor kerstmis, Pasen of Pinksteren zat er ook een konijn in de tas. Op zo'n dag konden we niet schommelen, want dan werd het dier aan de schommelhaken in de open schuurdeur opgehangen (ja, dood hoor) om te besterven. Moet je nu eens proberen in Saendelft of Lekkerkerk.

VHS, ook wel bekend als rabbit haemorrhagic disease (RHD) is een dodelijke konijnenziekte - behalve voor jongen tot 10 weken oud, die zijn immuun - veroorzaakt door een calicivirus. In Europa sloeg het virus in 1986 als eerste toe in Italië, waar het 60 miljoen konijnen uitroeide. De ziekte bereikte in 1988 het Iberisch schiereiland (Nederland in 1990) en heeft de door het aloude spook van de `myxomatose´ al sterk aangetaste konijnenstand bijna gedecimeerd. In mijn omgeving is de laatste vijf jaar geen wild konijn meer te vinden en - blijkbaar - geen tam konijn meer te houden.
In Nederland is het kennelijk niet zo erg. Een ex-collega die een half jaar geleden een volkstuintje in Amsterdam-Noord kocht, vertelde laatst dat ze er niets op kon verbouwen, omdat je er struikelde over de konijnen die alles wat je plantte opvraten.

Een beeld dat ik hier in de buurt al jaren niet meer gezien heb

Het virus is heel erg besmettelijk, zowel direct door contact of lichaamsvocht (adem, urine) en uitwerpselen, als indirect via besmet voer (door wild konijn besmet gras), stekende insecten of de mens (kleding, schoeisel). Dat probleem verergert door de resistentie van het virus. Het kan bijvoorbeeld tot drie maanden overleven op kleding. Er bestaat inmiddels wel een vaccin, maar dat kost 12 tot 15 Euro en werkt hoogstens een jaar. Dat heb je voor een huisdier wel over, maar als het om het vlees gaat: Een tam konijn van anderhalve kilo kost in de supermarkt 6.50 Euro.

Nadat een half jaar geleden al haar konijnen aan VHS waren bezweken, had Luisa het stro verbrand, de hokken rigoureus met lysol schoongemaakt en een nest jonge konijnen kilometers uit de buurt van haar huis opgehaald. Toch ging het weer mis. Kwam het door paardestekken die door een van de inmiddels zeldzame wilde konijnen was besmet, een mug, of de jurk van de buurvrouw? We zullen het nooit weten. Ik vrees het ergste voor de jongen als die zo dadelijk meer dan tien weken oud en dus niet meer immuun zijn.


*namen zijn om privacyredenen veranderd


woensdag 25 november 2015

Portugallig 22. Het orakel heeft gesproken

Na 51 dagen vond doctor Cavaco Silva het dan eindelijk tijd om de - eigenlijk al die tijd al - onvermijdelijke beslissing te nemen en António Costa, de voorzitter van de Partido Socialista, te benoemen tot formateur van een door hem als minister-president te leiden regering te benoemen. Geen toespraak voor volk en vaderland dit keer, maar slechts een verklaring aan de pers waaruit duidelijk zijn frisse tegenzin blijkt: Omdat een zakenkabinet (in functie blijven van het demissionaire kabinet Passos Coelho tot aan nieuwe verkiezingen volgend jaar) hem voor het land op dit moment geen goed idee leek en de grondwet vervroegde verkiezingen uitsluit, heeft hij besloten de António Costa als minister-president aan te wijzen. Mariana Mortágua, gedeputeerde van het `Bloco Esquerda (linkse blok) zei vandaag in het parlement: "Deze periode zal de geschiedenis in gaan als `a birra de 50 dias´, de vijftig dagen van stijfhoofdigheid, waarin de president zijn eigen oproep tot de zorg voor stabiliteit van het land vergat.   


Na de door links van te voren aangekondigde en onontkoombare val van de regering van de rechtse coalitie van PSD en CDS (zie ook Portugallig 20 en 21) had de president  maar liefst 11 dagen nodig om een beslissing te nemen. Hij hield zich eerst een paar dagen schuil op Madeira (dat bezoek stond immers al in zijn agenda), en hield daarna 31 officiële audiënties met werkgevers, bonden, de directeuren van de grote banken, economen en andere persoonlijkheden en zelfs met de politieke partijen. Waartoe is onduidelijk, want een grote meerderheid van de geconsulteerde VIP´s liet duidelijk blijken liever een zakenkabinet te hebben dan met communisten en ander `instabiel´ links gebroed in zee te gaan.

Maria Manuel Leitão Marques, Administratieve modernisering
 
Eergisteren nog had Aníbal Cavoco Silva Costa een lijstje met zes vragen, of eigenlijk meer voorwaarden, mee gegeven waarop hij schriftelijk antwoord verlangde voordat de voorman van de Partido Socialista als formateur kon worden aangewezen. Voorwaarden die betrekking hadden op garanties van de PS (in relatie met de andere linkse partijen) ten aanzien van de politieke en financiële stabiliteit van het land. Een aantal daarvan onmogelijk met droge ogen positief te beantwoorden, zoals die over het begrotingstekort en de financiële stabiliteit en er waren zelfs politiek-inhoudelijke vragen (defensie), die volgens mij buiten de competentie van een Portugese president vallen. Voorwaarden die aan de `gevallen´ minister-president Passos Coelho niet gesteld werden. Slechts wantrouwen, of ook een snufje kwade trouw? Rancune en powerplay in ieder geval.

Francisca van Dunen, Justitie

Maar António Costa was er snel mee klaar en bezorgde nog dezelfde dag de antwoorden aan het `Palacio de Bélem´. Hij gaf ze niet prijs aan de openbaarheid en de president heeft er ook niet inhoudelijk op gereageerd, dus misschien als over een jaar of dertig de archieven openbaar worden..

Hoe dan ook: Portugal heeft een nieuwe regering. Een regering die het anders gaat doen, die belooft in snel tempo de zogenaamde `solidariteitsheffing´ af te bouwen, een loodzware extra belastingmaatregel die al vier jaar lang die salarissen en pensioenen tot ruim een kwart vermindert, die stopt met privatiseringen, de grote uitverkoop tegen spotprijzen, die tijdens het bewind van Passos Coelho plaatsvond. Een regering die het minimumloon van 415 Euro en de laagste pensioenen gaat verhogen. Die kortom, zoals Catarina Martens (Bloco Esquerda) het zei, gaat voor `Um pais um pouco mais justo´, een wat rechtvaardiger land.

Constança Urbana de Sousa, Binnenlandse zaken

Natuurlijk is er niet zo heel veel bewegingsruimte. De Eurogroep kijkt met argusogen toe en het begrotingstekort van maximaal 3% moet worden gehaald. Deze regering staat voor een heel moeilijke taak, want er zal constant onderhandeld moeten worden met de linkse partners. De communisten en het linkse blok maken geen deel uitmaken van de regering. Daarvoor wijken hun partijprogramma's teveel af van dat van de socialisten. Maar zij hebben hun steun toegezegd met betrekking tot de hoofdpunten (zoals de begroting) van het regeerprogramma van de PS. Het lijkt me wel eens een gezond alternatief voor het land dat gewend is aan regeringen met een (partij-eigen) absolute meerderheid, die, niet gehinderd door een tegensputterende oppositie, alles door de kamer kan jassen. Deze regering zal haar waar goed moeten verkopen. Zo krijgt het debat in het parlement weer zin en dat is goed voor de geloofwaardigheid van de politiek.
De communisten en het linkse blok krijgen voor het eerst in hun geschiedenis de kans om `mee te regeren´ inplaats van eeuwig  rol van oppositiepartij te spelen. Ik hoop dat ze in staat zullen zijn om loyaal te blijven en ook hun `cool´ te bewaren als de achterban mort.

Ana Paula Vitorino, Zeezaken

Vandaag heeft de president de lijst van de 17 ministers en 41 staatssecretarissen van António Costa goedgekeurd en morgenmiddag om vier uur wordt het kabinet officieel geïnstalleerd.
Volgende week dinsdag en woensdag zijn de debatten over het regeringsprogramma, gevolgd door de stemming daarover. De uitkomst staat vast.
Daarna kunnen de vier (!) dames en zestien heren - ja er is nog veel onrechtvaardigheid in de wereld (daarom alleen hun foto´s) - aan de slag. Ze hebben er zin in. Als er nu maar geen knollen in plaats van citroenen uit die zogenaamde volle kluizen van de vorige minister van financiën komen.
     

woensdag 18 november 2015

Bijzonder Portugees 21. Multibanco

Zo'n mooi systeem hebben jullie niet. Vindt je zelfs in geen enkel ander Europees land: `Multibanco´. Een prachtig voorbeeld van de Wet van de remmende voorsprong. Terwijl in meeste Europese landen geldautomaten werden geplaatst - in Nederland in 1976 de eerste van de Gemeentegiro in Amsterdam, in 1982 volgden de andere banken - moesten de Portugese bankiers er nog een nachtje over slapen. Pas in 1985 werden de eerste twaalf terminals in Lissabon en Porto geïnstalleerd, maar, gebruik makend van de kennis en ervaring die in andere landen was opgedaan, waren het wel meteen de meest geavanceerde van Europa. In het allereerste begin kon je er alleen saldo en transacties mee bekijken en je pincode wijzigen. Tegenwoordig hebben de 13000, door het hele land verspreide Multibanco-automaten (het meest dichte netwerk van pinautomaten in Europa) ruim zestig functies. Dit jaar bestaat `Multibanco´ 30 jaar en dat wordt een beetje gevierd.



Terwijl men in heel Europa worstelde met het ombouwen en vervangen van de al snel verouderde geldautomaten, die over het algemeen alleen te gebruiken waren door rekeninghouders van de bank die de machine geplaatst had, ging men in Portugal meteen van start met - de naam `Multibanco´ zegt het al - met een systeem waar alle Portugese banken op aangesloten konden worden. De banken installeren wel hun eigen machines, waarop ook hun naam staat, maar daarnaast altijd het logo MB, `Multibanco´, meestal met nog een extra bordje of lichtreclame aan de muur. De mobiele pin-automaten in winkels en dienstverlenende instellingen zijn op het zelfde systeem aangesloten.

In de eerste plaats is de machine natuurlijk een `flappentap´ voor binnen- en buitenlanders, je kunt je saldo zien en je transacties van de afgelopen maand, je pincode wijzigen en geld overmaken van je betaalrekening naar je spaarrekening (of andersom), maar je kunt er ook mee betalen: gas, water en licht, een vliegticket of de tolweg en zelfs je belasting. Dat gaat aan de hand van een betalingsreferentie, een uniek weet-ik-hoeveelcijferig nummer. Je kunt, als je geen zin hebt om telkens naar het apparaat te lopen - dat overigens in stedelijke gebieden bijna altijd om de hoek staat - een automatische betaling regelen, of die juist ongedaan maken. Ook je mobieltje laad je ermee op en je internetaccount en tegenwoordig kun je er zelfs een treinkaartje of een entreebewijs voor een concert of theatervoorstelling mee kopen. Er blijven dan nog zo'n dertig of veertig toepassingen over waarvan ik het bestaan niet eens weet.


En dat alles kost niet meer dan de gebruikskosten van je pinpas.
Eens per vijf jaar beginnen de banken te morren over de hoge kosten van die dure automaten en wil men kosten voor transacties gaan invoeren, maar tot nu toe zijn dat soort voorstellen weggehoond door cliënten, consumentenorganisaties en zelfs politieke partijen: `Kijk eens naar de winst die jullie ermee maken´: 70 miljoen transacties per maand, afgelopen juli werd zelfs een record gevestigd van 210 miljoen transacties. Waren er in 1985 nog maar 469 duizend pin-passen in omloop, nu zijn het er 9 miljoen en dat op een bevolking van nog geen 10 miljoen.

Misschien zeg je, dat hele gedoe met die betaalautomaten is toch allang achterhaald door het thuisbankieren. Een flappentap oké, maar voor de rest..
Portugal is een ouderenland en een land waarin ruim een kwart van de bevolking onder de armoedegrens leeft. Ouderen en armen hebben over het algemeen geen computer. Voor hen is het systeem een uitkomst. Bovendien is er nog altijd een grote groep mensen, en ik reken mezelf daar ook toe, die niet zo overtuigd is van de veiligheid van dat thuisbankieren. Betalen met `Multibanco´ is veilig en gemakkelijk. Dus: Hiep hiep hoera MB en nog eens dertig jaar in goede gezondheid erbij!



   

woensdag 11 november 2015

Portugallig 21. Een sprankje hoop

Misschien wordt het tijd om de naam van deze rubriek te veranderen: in `Portugal herrijst´, of `Het einde van de tunnel´ (heeft iemand een suggestie?), want in de afgelopen maand is iets gebeurd dat veel mensen - inclusief ik zelf - niet voor mogelijk hadden gehouden: Nadat de onderhandelingen, om steun te verkrijgen in het parlement, tussen de rechtse coalitie, die van mening was dat het Portugese volk voor haar had gekozen en zich uitermate arrogant opstelde en de Partida Socialista* op niets waren uitgelopen, hebben de drie belangrijkste oppositiepartijen, die een meerderheid in het parlement vormen, een akkoord gesloten. (zie ook Portugallig 20. De stem van de angst). Drie weken straf onderhandelen - de ideologische verschillen tussen de PS, BE en PCP* zijn groot - een heel sterke politieke wil om samen het roer om te gooien en ongetwijfeld ook de politieke ervaring van António Costa, leider van de PS, die al eerder met de communistische partij in het college van B & W in Lissabon heeft samengewerkt, hebben geleid tot een serieuze mogelijkheid voor een linkse regering voor de komende vier jaar.


In de tussentijd benoemde president Cavaco Silva de leider van zijn eigen partij, de PSD, tot kabinetsformateur en werd door de coalitie een regering bij elkaar gezocht en geïnstalleerd. Zinloze handelingen en een enorme tijd- en geldverspilling, want de oppositie had allang aangekondigd het regeringsprogramma weg te stemmen, waarna deze regering demissionair zou worden.

de regering valt
   
Afgelopen dinsdagmiddag om 17.15 viel dan ook het kabinet Passos Coelho, met 11 dagen de kortst zittende regering uit de Portugese geschiedenis. Het regeringsprogramma van de twee rechtse coalitiepartijen *PSD en CDS/PP werd met een motie van afwijzing, unaniem gesteund door de leden van de linkse oppositie PS, Bloco Esquerda, PCP, Os Verdes en PAN, naar de prullenbak verwezen. Eerder op de middag hadden PS, Bloco Esquerda en PCP 3 akkoorden getekend, met daarin opgenomen 20 maatregelen, die voor het grootste deel betrekking hebben op het zeker stellen van salarissen, uitkeringen en pensioenen (binnen een jaar afschaffen van de zogenaamde solidariteitsheffingen en verhoging van het minimumloon, teruggave van de afgeschafte feestdagen en arbeidsvoorwaarden (afschaffen van de boventallig en dus binnen een jaar opdonderen zonder uitkering voor overheidspersoneel).

Het twee dagen durende debat in het parlement, dat voorafging aan de val van de regering, was grimmig:
Aan de ene kant vertegenwoordigers van de regering en de gedeputeerden van de rechtse coalitie die hun ideologie van `Calvinistisch´ liberalisme verdedigden: Soberheid en bezuiniging, niet, of slechts deels afschaffen van de `solidariteitsheffing´, appellerend aan de angst voor de markten, de Europartners, de schuldeisers. `In de afgelopen vier jaar hebben wij toch maar mooi de rotzooi die de regering van Socrates ervan gemaakt heeft opgelost. Bovendien hebben wij de verkiezingen gewonnen, het Portugese volk heeft voor ons gekozen.´
Aan de andere kant de oppositie die wees op de afbraak van het bedrijfsleven, de werkgelegenheid, uitkeringen en salarissen, de schrikbarende verarming van het volk en het land (privatiseringen tegen spotprijzen) waarvoor de regering de afgelopen vier jaar verantwoordelijk was.
Volgens haar had het Portugese volk in meerderheid voor de linkse partijen die tegen het regeringsbeleid waren gestemd, zodat een linkse regering de enige legitieme keuze was.

Assembleia da República, het Porugese parlement

Buiten stonden, symbolisch, links en rechts van een enorme politiemacht (werd er een burgeroorlog verwacht?) groepen demonstranten - niet eens zo veel - die voor of juist tegen de val van de regering waren, met vlaggen, spandoeken en spreekkoren. Aan de linkerkant kwam iemand in beeld die konijn konijn zat te eten. `Coelho´, in de naam van de (voormalige) minister-president Passos Coelho, betekent konijn.

Het wachten is nu op de beslissing van de president. Die kan of een zakenkabinet benoemen (verkiezingen kan hij niet meer uitschrijven want zijn ambtstermijn loopt binnenkort af), of António Costa een nieuwe regering laten formeren. Het zal afhangen van de beoordeling van het akkoord tussen de linkse partijen. Is het  (volgens hem en zijn adviseurs) consistent genoeg? Hij heeft inmiddels gesproken met Passos Coelho, de demissionaire premier en morgen zijn de sociale partners aan de beurt.

De voorzitter van de Eurogroep, Jeroen Dijsselbloem, heeft kennelijk iets geleerd van de onderhandelingen met Griekenland: "Er is altijd een legitieme regering in welk land dan ook, en met die regering werken wij" (...) "Het is nationale politiek. We zullen moeten wachten op het resultaat", zei hij eergisteren, doelend op het debat over het regeringsprogramma.
Wofgang Schäuble, een beetje zuur: "Het leven is altijd vol van onzekerheden en dat is de schoonheid van het leven." Hij is er echter van overtuigd dat Portugal op de `goede´ weg doorgaat.


*
PSD, Partido Social Democrata: Afgaande op de naam een sociaaldemocratische partij, in de praktijk (neo)liberalen (vgl. VVD), die een coalitie vormt met:
CDS/PP, de naam is tegenwoordig simpel Partido Popular: Conservatieve, semi-confessionele partij (gezin spil van de samenleving, moeder thuis, anti-abortus etc).
PS, Partido Socialista: Dat zouden wij sociaal-democraten noemen (vgl. Partij van de Arbeid).
BE, Bloco de Esquerda: In 2000 ontstaan door de samenvoeging van een aantal extreem linkse (marxistische, trotskistische) splinterpartijen waar zich later andere bewegingen bij hebben aangesloten die (na interne strijd) de partij wat minder extreem hebben gemaakt (vgl. met een radicaler Groen Links).
PCP, Partido Comunista Portugues: Een van de laatste , relevante (15 zetels)communistische partijen van Europa.
OV, Os Verdes: Ecologische, groene partij, met twee gedeputeerden.
PAN, Pessoas Animais Natureza: Mensen, dieren natuur, 1 gedeputeerde (vgl. Partij voor de Dieren).
 

woensdag 4 november 2015

Stad en land 6. Azoren niet door Portugezen ontdekt

Volgens de Portugese geschiedenisboekjes werden de Azoren (os Açores: haviken) in 1427 ontdekt, hoewel het met de zekerheid van geschreven tekst, Gonçalo Velho Cabral is, die in 1432 met dit wapenfeit aan de haal gaat. Ook in de Nederlandstalige versie van Wikipedia doet men er niet moeilijk over: Het waren de Portugezen die in de 15e eeuw de Azoren ontdekten. Volgens recente ontdekkingen door archeologen is dat waarschijnlijk historisch onjuist en zijn de eilanden al vanaf 2000 voor Christus, of zelfs nog langer geleden door opeenvolgende volkeren bevaren en voor kortere of langer tijd bewoond: Feniciërs, Puniërs, Romeinen, Indianen en Vikingen hebben er hun sporen nagelaten en zelfs volkeren uit de bronstijd. Maar die ontdekkingen zijn niet onomstreden en er zal nog heel veel archeologisch onderzoek verricht moeten worden, voordat de geschiedenis van de Azoren kan worden herschreven.



Dit voorjaar liet de amateurarcheoloog en professor in de landbouwkunde aan de `Universidade dos Açores´ António Felix Rodrigues aan de archeoloog Nuno Ribeiro een, naar zijn mening heel oude, in de rotswand uitgehakte structuur zien. Verborgen op een moeilijk bereikbare plaats in een dicht bebost gebied in de `Caldeira de Lajes´ op het eiland Terceira, was het `herontdekt´ door twee leden van `Trilhas´, een groep die voettochten over het eiland organiseert en die Rodrugues erop attent maakten . Bij de plaatselijke bevolking stond deze structuur bekend als een oude duiventil, maar volgens Ribeira zijn de eerste uitgehakte holten daarvoor te laag (ratten en roofdieren). Hij is het eens met de voorlopige conclusie van Rodrigues, die voorzitter is van de APIA, een vereniging voor archeologisch onderzoek: Het gaat waarschijnlijk om een `columbarium´, urnenmuur met plaats voor de as van 178 doden, die nog het meeste lijkt op een Fenicische, in ieder geval pre-Romeinse.

culumbarium Terceira

Maar er zijn veel meer sporen uit de oudheid te vinden op Terceira, zoals een nog maar voor een klein deel uitgegraven gangenstelsel in een helling van vulkanische as, met een stenen gang, waarin een in de rots uitgehakt bassin werd gevonden dat waarschijnlijk voor plengoffers werd gebruikt. rituelen die bekend zijn van Indo-Europese volken van duizenden jaren geleden.
Ook in de Monte Brasil, een vulkanische uitstulping aan het begin van de baai van Angra de Heroismo (hoofdstad van Terceira), waarop het `Castelo de São João Batista staat, zijn verschillende constructies in de rotsen uitgehakt. Men lange tijd aangenomen dat het om ondergrondse waterreservoirs voor het kasteel ging, maar twee daarvan wijken wat architectuur betreft sterk af van de andere en lijken, volgens professor Rodrigues, gezien hun vorm en ligging gebruikt te zijn voor religieuze doeleinden (rituele baden en de cultus van de Cartaagse godin Tanit.

heiligdom?, Monte Brasil Terceira

Ook op het eiland Corvo, het kleinste en meest westelijke eiland van de Azoren zijn grafmonumenten en heiligdommen ontdekt en wordt archeologisch onderzoek verricht.  Op Pico, dat met zijn vulkanische berg van 2351 meter (hoogste punt van Portugal) de centrale eilandengroep domineert, krabben de archeologen zich achter de oren in verband met de piramides. De meeste zijn duidelijk opruimplaatsen voor losse stenen uit de moeizaam ontgonnen wijn`velden´, maar zestig zijn te groot en gecompliceerd (galerijen) om hun ontstaan op die manier te verklaren (De grootste is 100 meter in doorsnede en 15 meter hoog) en er zijn resten van onder andere heel oude speerpunten, potscherven en vishaken gevonden. Ook hun ligging, zuidwest-zuidoost, gericht
op de zonsondergang op het eind van de zomer, kan een rituele betekenis hebben.

piramide op Pico

Het is vrijwel zeker dat er op de eilanden nog veel meer te vinden is, of al gevonden is en nog geïnventariseerd en onderzocht moet worden, maar er zijn weinig fondsen voor archeologisch onderzoek en archeologen worden slecht (de meeste zijn zzp´ers), vaak zelfs helemaal niet, betaald. Lokale overheden willen niet altijd meewerken, hinderen lokale archeologische organisaties of nodigen `onafhankelijke´ onderzoeksteams van het vasteland uit. Het lijkt er soms op of men het liefst de traditionele, door het vasteland opgelegde, geschiedschrijving van de Azoren in stand wil houden: Ontdekt door de Portugezen, voor het eerst bevolkt door Portugezen (São Miguel) en, met speciale toestemming van de koning, Vlamingen (Terceira, Faial, Pico en een deel van São Jorge).  

Intussen vraag ik me af hoe al die volken uit de oudheid die kleine, voor het grootste deel ver uit elkaar liggende eilandjes hebben kunnen vinden. De afstand tussen Angra de Heroismo, de hoofdstad van het middelste eiland tot Lissabon is bijna 1570 kilometer en tot de Amerikaanse kust (New York) zo'n 4000: Een speldenprik op de kaart van de Atlantische Oceaan. Hadden ze betere vaartuigen dan wij tot nu toe hebben gedacht, nog onbekende navigatietechnieken, of waren het toevalstreffers en ging er vooral veel mis? Bovendien moet het om relatief grote groepen zijn gegaan, die er wel een tijdje bleven, of er een uitvalbasis hadden. Groepen die zich daar waarschijnlijk ook hebben voortgeplant. Anders heb je niet aan zoveel urnen nodig en hak je - met je primitieve gereedschap - geen heiligdommen uit in de harde rotswand.  

woensdag 28 oktober 2015

Bijzonder Portugees 20. Bacalhau, mijn trouwe vriend



Allen die willen naar Island gaen
Om kabeljauw te vangen 
En te visschen met verlange
Naer Iseland, naer Iseland, naer Island toe
Tot drie-en-dertig reyzen zyn zy nog niet moe.
(IJslandvaarderslied uit de streek van Duinkerken)

Grote supermarkten hebben een aparte afdeling voor bacalhau...


Toeristen uit noordelijker landen hoor je er wel eens over klagen: Een lucht alsof je langs de vloedlijn loopt in plaats van in een supermarkt. Een vloedlijn die een uur of vijf uur onder de volle zon heeft gelegen. Dat is de `bacalhau´ oftewel stokvis (eigenlijk klipvis). De geur van gedroogde en gezouten kabeljauw die onlosmakelijk met de Portugese kruidenier of grootgrutter verbonden is.


In Bijzonder Portugees 15 (Verse vis) beloofde ik een apart item over bacalhau, omdat deze gedroogde vis een bijzondere (en dominante...) plaats in de Portugese winkel en keuken inneemt. Bovendien is bacalhau verre van vers. Goed behandeld, is hij minstens een half jaar oud.
Volgens het INE (Instituto Nacional de Estatística) eten de Portugezen per persoon 7 kilo bacalhau per jaar. Met de consumptie van 30% van de mondiale productie zijn het de grootste bacalhau-verorberaars ter wereld.

...die met de lintzaag in moten wordt gezaagd

En dat zijn ze al eeuwen. Het begon allemaal in de XIVe eeuw, toen men op zoek ging naar voedsel dat je langere tijd kon bewaren en toch goed eetbaar was voor de lange scheepsreizen die de Portugezen toen al maakten. De oversteek van de Atlantische Oceaan duurde in die tijd drie maanden! Na een aantal lokale vissoorten geprobeerd te hebben, vond men voor de kust van Canada de kabeljauw, die zich goed leende om in te zouten en te drogen.
De Vikingen hadden ook al uitgevonden dat je die vis - op de klippen - kon drogen, maar voor hen was het zout nog onbekend. De vis bleek ook in de Noordzee voor te komen en werd daar ook veel gevangen, maar is smakelijker (en witter) in de paaitijd die hij in de koude wateren voor de kust van Groenland, IJsland en Noorwegen doorbrengt.

Ondanks de uitgestrekte kustlijn van Portugal, was verse vis eeuwen lang onbereikbaar voor een groot deel van het `gewone´ volk. Bacalhau daarentegen was verkrijgbaar en nog goed houdbaar ook, waardoor de gezouten vis al snel een belangrijke rol in de Portugese kooktraditie ging spelen en de bijnaam `fiel amigo´, trouwe vriend, kreeg.
De katholieke kerk, met haar verbod op vlees op vastendagen, hielp nog een handje mee en daar komt ook de traditie om op kerstavond bacalhau te eten vandaan.
Maar ook op andere feestdagen is de klipvis populair, eigenlijk op alle dagen en je vindt geen restaurant, dat de naam waard is, waar geen bacalhaugerecht - er bestaat een kookboek met wel 1000 recepten - op het dagmenu staat.

Bacalhau campagne, foto Pepe Brix

Door de eeuwen heen hebben de Portugezen veel kabeljauw gevist, à linha (met de lijn) of met netten, vooral voor de kust van Groenland en `Terra Nova´, Newfoundland. Er zijn tijden geweest dat het - in verband met buitenlandse vijandelijkheden - te gevaarlijk was, of zelfs verboden, maar dan importeerde men de gedroogde vis, want een leven zonder bacalhau is voor de meeste Portugezen een `vida do cão´, een hondenleven.

Zat er tot na de Tweede Wereldoorlog nog een stijgende lijn in het aantal vissersschepen dat op `kabeljauwcampagne´ ging, na 1960 zette het verval in: De grotendeels verouderde vloot kon niet meer concurreren met grotere efficiënter buitenlandse schepen. Toen Canada in 1974 zijn territoriale wateren vergrootte kwam er een eind aan de Portugese lijnvisserij op kabeljauw.
Er zijn nu nog maar dertien Portugese schepen die jaarlijks voor ruim drie maanden naar de barre wateren van Newfoundland trekken. De bemanning bestaat voor het grootste deel uit vissers uit de dorpen rond Ílhavo, dicht bij Aveiro. Daar heeft men de mensheid ingedeeld in drie types: `Os mortos, os vivos e os marinheiros´, de doden, de levenden en de zeelieden.
De Azoriaanse fotograaf Pepe Brix voer drie maanden (februari tot mei 2014) mee als administrateur van de vangst, tijdens een kabeljauwcampagne voor de kust van Newfoundland, op de Joana Princesa uit Aveiro. Hij legde dit barre avontuur vast in een fotoreportage, waarvan een aantal foto's door `National Geographic Portugal´ werden overgenomen.

De kabeljauwvissers uit Ílhavo na het visseizoen aan de kokkelvisserij, P.Brix  

Tegenwoordig wordt het overgrote deel van de bacalhau als halfproduct, gezouten, geperst en deels gedroogd, uit IJsland en Noorwegen geïmporteerd. Voor IJsland is het nog steeds een van de belangrijkste exportproducten. Terwijl de Portugezen zich aan hun 7 kilo per jaar tegoed deden, was het tot 1970 aan de IJslanders verboden om ook maar een gram kabeljauw te eten:
Alles was voor de export. Pas na de opheffing van het staatsmonopolie in 1992 kwam ook daar de vis vrij op tafel. Maar vers, want er bestaat daar (logisch) geen traditie om de gedroogde vis te eten.

IJslandse kabeljauwvisser





woensdag 21 oktober 2015

Van de boerderette 25. Geen eik gelijk

Een paar weken geleden vertelde ik gekscherend dat ik elke dag mijn eiken telde (Bijzonder Portugees 19). Toen ik gisteren na een dag spitten een rondje door het bos maakte, dacht ik: "Toch eens kijken", maar ik zag al snel dat dat allang niet meer te doen is: Het zijn er veel te veel. Toen we ons land kochten stonden er hoogstens vijf eiken (de kurkeiken niet meegeteld). De vorige eigenaar had - zoals zovelen hier in de buurt - alleen geïnvesteerd in snelgroeiende dennen en eucalyptussen. Alle eikenopslag werd jaarlijks afgemaaid. Maar de dennen hier zijn erg gevoelig voor ziektes, zoals wortelzwam (Van de boerderette 15) en bovendien vallen ze, omdat ze niet diep genoeg kunnen wortelen in de dunne laag aarde op de rotsgrond, met harde wind of zelfs zomaar spontaan nogal eens om. Eucalyptus beschouw ik als een plaag (Heb ik het nog wel eens over) Die heb ik uit het bos verbannen. Alleen in een hoek op de berg staan er nog een paar voor de brandhoutvoorziening. Ik heb gekozen voor de eik. Die groeit wel langzaam, maar zijn wortels houden de grond vast (goed tegen erosie), hij is minder gevoelig voor ziektes en het afgevallen blad zorgt voor een vochtiger en vruchtbaarder bosgrond, waarop autochtone planten zoals de hulst het goed doen. 


Maar de ene eik is de andere niet. Er zijn nogal wat soorten en - wat de zaak nog gecompliceerder maakt - nog veel meer namen. Zo wordt de zomereik `carvalho alvarinho´ genoemd, maar ook `carvalho roble´ of  `carvalho vermelho´ en ook voor de wintereik worden wel vier verschillende namen gebruikt. Het leek me een goed idee om, in plaats van ze te tellen, eens met behulp van mijn bijna uit elkaar vallende flora van Heimans en Thijssen en Wikipedia vast te stellen wat voor eiken er in ons bos staan.

Om te beginnen natuurlijk de zomereik. Net als in Nederland dik in de meerderheid. Je herkent hem aan de onregelmatig en asymmetrisch gelobde bladeren met korte steeltjes die in trossen op het eind van de twijgjes zitten. De stam begint zich meestal al laag - als je hem zijn gang laat gaan - en onregelmatig te vertakken. De schors van de boom is grijsgroen. De boom verliest pas laat zijn bladeren. Hier beginnen ze nu pas een beetje te verkleuren.

links zomereik, links wintereik, niet erg raszuiver

Wintereik is een verwarrende naam, want ook die verliest zijn blad in de winter, alleen wat later dan de zomereik. Deze boom heeft symmetrisch gelobde bladeren die meestal glanzend donkergroen zijn. De steeltjes van de bladeren zijn duidelijk langer.
Een groot aantal bomen is niet duidelijk zomer- of wintereik te noemen. Dat zijn kruisingen of varianten.

Ik heb op dit moment maar één pyreneeëneik, `carvalho negral´ en die wordt ook nog eens verdrongen door een zomereik. Daar moet ik wat aan doen, want het is een prachtige boom met diep ingesneden bladeren.

Pyreneeëneik in het verdomhoekje

Een bos zonder kurkeik, `sorbreiro´, is geen Portugees bos. We hebben er niet veel en ze groeien heel langzaam, want ze voelen zich eigenlijk beter thuis in het droge zuiden van het land.

onze enige grote kurkeik

Ook de steeneik, met zijn kleine diepgroene bladeren met kleine stekeltjes begint nu hier en daar op te komen. De eikels zullen wel gebracht zijn door de gaaien die je hier het hele jaar door ziet.

jonge steeneik

Tot slot de Amerikaanse eik. Die hoort hier natuurlijk niet thuis, maar heb ik geplant voor een beetje najaarskleur in het bos. Voor beuken is de grond (nog) niet geschikt.

Ook langs de wegkanten heb ik eiken geplant, of laten opkomen en gesnoeid, voor de schaduw. Dat is wel een lange termijnproject, maar het begint nu toch echt een laantje te worden.
Op de berg ontstaat ook langzamerhand een stuk bos. Ik heb daar een jaar of zeven geleden eerst dennenappels gezaaid en daar zijn flinke dennen uitgegroeid. Daartussen komen nu de eiken op, die bij mij altijd een voorkeursbehandeling krijgen. Vroeger was de berg weidegrond voor schapen en geiten en groeide er alleen `mato´, grassen, brem, gaspeldoorn, een beetje zoals het Nederlandse duinlandschap. Ik heb zelf geen schapen en de kleine kudde die hier in de buurt rondgaat, kan zich een indigestie vreten op de ongebruikte gras- en maquisvelden overal om ons heen. Daarom kan ik zonder moreel bezwaar mijn jongensdroom waarmaken: Bos aanleggen.





 

woensdag 14 oktober 2015

Portugal maakt het 6. Óbidos onderneemt

´Je moet maar lef hebben´, dacht ik en waarschijnlijk met mij vele anderen, toen Óbidos zichzelf in 2002 tot `Capital de Chocolate´, hoofdstad van de chocolade uitriep en het eerste grote `Festival de chocolate´ organiseerde. In Óbidos of zelfs maar in de buurt daarvan is geen chocoladefabriek te vinden en de eerste bonbondraaier moet daar nog geboren worden. Portugal heeft hoe dan ook geen chocolade-industrie van betekenis. de grootste fabriek, Imperial in Vila de Conde produceert 4200 ton per jaar, dan heb je de Ariense in Viano do Castelo, Arcádia in het centrum van Porto en natuurlijk het aloude Regina in Lissabon, maar Óbidos..? Ondanks alle scepsis werd het festival zo'n gillend succes, dat er eindeloze files voor de gemeentegrenzen ontstonden, de snelweg moest worden afgesloten en de burgemeester zich gedwongen zag een oproep op de radio te doen om weg te blijven: Óbodos was vol. Ook de middeleeuwse markt, die in 2002 voor het eerst gehouden werd, was een groot succes, evenals de `Vila Natal´, kerstdorp, met 200.000 bezoekers. Deze maand organiseert het dorp voor het eerst een literair festival. Hoe komt het dat er in die slaperige, voornamelijk agrarische gemeente plotseling zoveel activiteit losbarstte, terwijl men in Porto nog niet eens op het - voor de hand liggende - idee van een Portfestival was gekomen?


Festival de chocolate

In 2002 werd de historicus Telmo Faria burgemeester van Óbidos (in Portugal worden de burgemeesters rechtstreeks gekozen), met 30 jaar de jongste burgemeester van het land.
Een jaar voor zijn verkiezing kwam hij naar aanleiding van een bezoek aan Santiago de Compostela en een gesprek met een Noord-Amerikaanse schrijver die een aantal boeken over chocolade heeft gepubliceerd en een huis in Óbidos heeft, op het idee van het chocoladefestival (en de middeleeuwse markt). Dat idee ging mee in de verkiezingen tot grote hillariteit van de oppositie. `De chocolademaker´ werd hij genoemd. Inmiddels bestaan de festivals 13 jaar. Ze zijn een flinke (bij)verdienste voor de plaatselijke middenstand. Verenigingen en andere non-profitorganisaties mogen elk jaar meedingen naar een stand op de middeleeuwse markt om hun kas te spekken. Alleen de brandweer hoeft niet mee te doen met de loterij en krijgt automatisch een plaats. In de loop der jaren heeft het corps van de inkomsten twee nieuwe ambulances kunnen kopen. De kinderen van middenstanders in Óbidos trekken niet weg, maar volgen hun ouders op in winkel of horeca-gelegenheid en moderniseren de zaak. Het ondernemersklimaat is er goed.

`middeleeuwse´ markt

En niet alleen vanwege de festivals. In de 12 jaar dat Faria burgemeester van Óbidos was (het maximale mandaat is 3 keer 4 jaar), werd het `overnachtingstoerisme sterk gestimuleerd, er werd een technologisch industriepark geopend (met 26 nieuwe bedrijven) en er is ook in innovatie in landbouw geïnvesteerd. Door de toegenomen werkgelegenheid en de prettige woonomstandigheden is de bevolking van Óbidos in de laatste jaren met 5% gegroeid in een tijd van negatieve bevolkingsgroei in Portugal. De schuld van de gemeente aan toeleveringsbedrijven, die in 2009 nog 9,4 miljoen Euro was, bedraagt nu 168.000 en de betalingstermijn is niet meer dan 17 dagen. De totale schuld van de gemeente op middellange termijn nam af van 11 tot 1,5 miljoen Euro.
De festivals worden geacht zelffinanciërend zijn. Dat lukte niet meer met het operafestival, dat van 2004 tot 2011 werd gehouden en het klassieke muziekfestival. Daar werd dan ook mee gestopt. Wat bleef - op muzikaal gebied - is de week van de piano.

Castelo de Óbidos

Óbidos is een gemeente, nog net geen stad, vlak bij de kust in het centrum van Portugal. Het staat bekend om het `Castelo de (kasteel van) Óbidos´, dat in de 12e eeuw door Dom Alfonso Henriques op de Moren werd heroverd. In 2007 werd het kasteel verkozen tot een van de zeven `wonderen´ van Portugal. Natuurlijk werden het kasteel en de pittoreske straatje van het plaatsje altijd al door toeristen bezocht, maar meestal was dat een kwestie van een uurtje de bus uit, wat plaatjes schieten en weer verder. De bedoeling van de verschillende festivals is om de bezoekers wat langer vast te houden en ook te laten overnachten. Dat lijkt heel goed te lukken. Óbidos is inmiddels de vijfde meest bezochte plaats in Portugal.


Tijdens het litteratuurfestival, dat van 15 tot 25 oktober duurt, wordt Óbidos omgetoverd tot een `Vila Literária´, een litterair dorp. Er worden ongeveer tweehonderd schrijvers uit het Portugese taalgebied verwacht en er staan 150 litteraire sessies, 37 conferenties, 27 voorstellingen (theater, muziek en film) en 14 exposities op het programma. Ook zijn er schrijflessen en workshops. Mascotte van het festival is de olifant Salamon, uit `De tocht van de olifant´ van de Portugese schrijver en Nobelprijswinnaar José Saramago.
Gezien de opzet en het programma wordt ook dit festival vast een succes.


 

woensdag 7 oktober 2015

Portugallig 20. De stem van de angst, of...

Afgelopen zondag waren dan eindelijk de parlementsverkiezingen. De campagne begon al ruim voor de zomer, het vuur was er uit en zelfs de dagelijks terugkerende `deskundigen´panels wisten niets meer te analyseren of voorspellen. De hoop van velen was gevestigd op een overwinning van de `Partido Socialista (PS)´, de sociaaldemocraten. Niet dat die zo heel veel anders zouden kunnen (of willen) doen dan de zittende regering, maar ze hebben in ieder geval een wat socialer beleid voor ogen, willen de inkomens met rust laten en de zogenaamde solidariteitsbelasting gefaseerd in twee jaar afschaffen. Bovendien zou de grote uitverkoop van overheidsinstellingen eens een keer ophouden. Tot mijn verbijstering kwam de rechtse coalitie van PSD (zeg maar VVD) en CDS-PP (ook zo iets, maar nog even rechtser) als grootste uit de bus. Halverwege het tellen van de stemmen zag het er zelfs even naar uit dat rechts weer een absolute meerderheid zou krijgen. "Estamos lixados (we zijn verneukt), wát een land!", dacht ik, maar later bleken de linkse partijen PS, Bloco Esquerda, BE (Groen Links, maar wat militanter) en CDU (Communistische Partij) samen een ruime parlementaire meerderheid te hebben behaald. 

   

António Costa (PS, sociaal-democraten) moet zijn nederlaag accepteren
   

In de afgelopen vier jaar zagen we een eindeloze stoet van protesterende leerkrachten, artsen, boeren, burgemeesters en verpleegsters, brandweerlieden, horecapersoneel en niet te vergeten hun bazen, studenten, vuilnisophalers, trambestuurders, luchthavenmedewerkers en allerlei ander geprivatiseerd of met privatisering bedreigd personeel, boeren en bijstandmoeders en gemeentepersoneel dat ineens vier uur meer moest werken voor hetzelfde salaris langs het Palacio de São Bento, de zetel van de `Assembleia da República (het Portugese Parlement) trekken. Bijna elke maand waren er wel grote, door de vakbonden georganiseerde manifestaties tegen het korten op salarissen, vakantie- en eindejaarstuitkeringen, pensioenen, ww-uitkeringen en het uitbenen van arbeidsvoorwaarden en ontslagvergoedingen. Er waren ordeverstoringen op de publieke tribune van parlement, vanwaar zelfs `Grandola Vila Morena´, het lied van de revolutie (Muziek 2, Portugallig 4), werd gezongen. Er werden bewegingen opgericht zoals `Que se lixa a Troika´ (Fuck de Troika) en protesterende politie-agenten bestormden de deuren en dreigden zelfs de het parlementsgebouw binnen te dringen.

Protesten die niets, maar dan ook niets uitrichtten, waarop meestal niet eens werd gereageerd door een autoritaire, haast autistisch regering, die niet in staat was om met het volk te communiceren. Een regering die in plaats van te proberen met de Trojka te onderhandelen nog draconischer maatregelen (belastingverhogingen en kortingen op het inkomen) aan de bevolking oplegde dan waartoe ze gedwongen was en zo de interne economie bijna geheel om zeep hielp, een enorme werkeloosheid en een ware uittocht van goed opgeleide jongeren en (vooral) gekwalificeerd personeel veroorzaakte, Een regering die alles privatiseerde wat los en vast zat en een kwart van de bevolking over de armoedegrens joeg.

De olijke winnaars van de rechtse coalitie: Passos Coelho (PSD) en Portas (CDS-PP)

Dat belooft wat voor de komende verkiezingen, denk je dan als argeloze immigrant, want door de propaganda dat het nu beter gaat met het land kijkt de calculerende burger wel heen. Immers de staatsschuld groeide tussen 2011 en 2015) van 108% naar ruim 132% van het bruto binnenlands product (bbp), de zogenaamde afname van de werkeloosheid is voornamelijk een gevolg van duizenden door de overheid georganiseerde, bijna onbetaalde stageplaatsen voor een jaar die geen duurzame werkgelegenheid opleveren en de emigratie van vooral goedopgeleide jongeren. De Portugese families hebben een grotere schuldenlast dan ooit. En waar is al dat geleende en van de burgers afgepakte geld gebleven; zijn daar de banken mee gefinancierd? De staatsschuld is er in ieder geval niet mee afgelost. Die groeit alleen maar.

Maar kennelijk had men niet voldoende vertrouwen in de PS, zwaar gehandicapt door haar ex partijvoorzitter en premier José Socrates in het gevang op beschuldiging van corruptie, belastingontduiking en witwassing. En onvoldoende vertrouwen in haar leider António Costa, die hoewel sterk in het debat toch wel wat steken heeft laten vallen in het afgelopen half jaar.
Of was het de stem van de angst, aangewakkerd door rechts: `Pas maar op, het kan nog veel erger. Kijk maar naar Griekenland´, de waarschuwingen van de regeringspartijen, de Portugese president Cavaco Silva en de Europese Commissie. Beide laatste natuurlijk volstrekt illegitiem in tijden van verkiezingen.
De opkomst was schandalig laag, nog geen 57% (vergelijk Nederlandse parlementsverkiezingen 2012: ruim 74%). Gebrek aan vertrouwen in de politiek, de voetbalwedstrijden (drie belangrijke wedstrijden: FC Porto, Sporting en Benfica) of was men bang om nat te worden (het regende geitensokken)? Voor mij geen van drieën een excuus. Als je zo weinig verantwoordelijkheid voor de toekomst van je land wenst te nemen, moet je ook maar ophouden met zeuren.

Catarina Martins (BE, links blok) en Jorónimo de Sousa (CDU, communisten)

Zoals te verwachten viel, mocht de vertegenwoordiger van de grootste partij, PSD, de huidige minister-president, Passos Coelho afgelopen maandag het eerst met de president gaan praten over de vorming van een nieuwe regering. Een coalitie met de andere rechtse partij CDS-PP was voor de verkiezingen al gesloten. Het probleem is echter dat er nu een linkse meerderheid in het parlement is, die een rechtse regering snel kan doen struikelen. Dus zoekt men steun bij de sociaal-democraten. Men wil een stabiliteitspact. Het is maar zeer de vraag of de PS zich daartoe leent en, zo ja, onder welke voorwaarden.

Aan de andere kant wijzen Het linkse blok en de communisten de Partido Socialista op haar verantwoordelijkheid om samen met hen een links meerderheidskabinet te vormen. Een haast onmogelijke opgaaf, lijkt me, gezien de grote programmatische verschillen (De communisten willen het liefst uit de Euro te stappen en het linkse blok wil kwijtschelding van een deel van de staatsschuld, om er maar een paar te noemen).

president Aníbal Cavaco Silva houdt zijn toespraak

President Cavaco Silva hield gisteravond voor de televisie een toespraak die bol stond van het wijzen op de verplichtingen van Portugal als staat en de politieke partijen in het bijzonder aan derden: De Europese Gemeenschap, het IMF en alle andere mogelijke schuldeisers, de Unie van Portugeestalige landen en zelfs de NAVO werden erbij gehaald. Over verplichtingen aan het Portugese volk werd niet gesproken, wel over haar plichten t.a.v. de stabiliteit van het land. Het was een kil relaas van een president die kennelijk geen enkele band met het Portugese volk heeft, een president die zijn sokken droog houdt tot zijn ambtstermijn er over drie maanden opzit en om wiens afscheid geen mens, behalve misschien zijn chauffeur, een traan zal laten.