donderdag 8 augustus 2019

Van de boerderette 52. Geen muur te hoog

De pedreiro (steenhouwer) vraagt aan de eerste sollicitant: "Hoe bouw jij een muur?" Deze antwoordt: "Nou gewoon, de ene steen op de andere". "Dat wordt niets met jou", zegt de pedreiro, "Volgende". "En jij, hoe denk jij een muur te bouwen?" "Een steen bovenop de twee daar onder." "Juist", zegt de toekomstige baas, "Je kunt morgen beginnen."


Ik schreef al eens eerder over het bouwen van stenen muren en muurtjes zonder gebruik van cement, om de grond op zijn plaats te houden bij hoogteverschillen in het terrein, of voor het maken van grote bloembakken en borders (Van de boerderette 12,  De laatste steen, september 2014). Handig en leuk om te leren, maar met stenen tot veertig of vijftig kilogram, was dat nog maar kinderspel.
Intussen zijn er wel genoeg stenen door mijn handen gegaan om aan grotere muren met zware stenen te beginnen. Daar heb je natuurlijk een hijswerktuig voor nodig.


Maar steeds een `escavador´ (retro graafmachine) of een tractor met zo'n inrichting huren, is veel te duur, Gelukkig zag ik niet lang geleden iemand in de buurt een muur bouwen met een simpele hijsstelling (nee, geen heistelling) van drie palen en een takel. En natuurlijk wist buurvriend M. - die zo'n beetje alles in de bouw en landbouw heeft gedaan - hoe je die moet maken en ermee werken.


We sleepten drie - droge - eucalyptusstammetjes uit het bos en M. hengstte die aan elkaar met koploze spijker van een een duim of vijf lang, op zo'n manier dat de palen konden scharnieren (denk daar maar even over na). Daarna gingen er een paar slagen stevig ijzerdraad om de `hals´ waar de palen bij elkaar komen, dat met een grote tang muurvast aangedraaid werd. M. gaf nog wat instructies over hoe je de takel moest ophangen en de stelling met een touw beveiligen en ging er als een haas vandoor, want ik was toch zo´n handige jongen (?) en het was al 12 uur, dus het eten stond op tafel.


`O...´, zei ik en manoeuvreerde het geval recht voor de plaats waar ik de eerste steen wilde hijsen. Een meter of vier daarachter sloeg ik - bij gebrek aan een boom - een paaltje in de grond, diep genoeg om een flink gewicht tegen te kunnen houden.
Met een hijsband hing ik een `garibalde´ (kettingtakel), die een ton aan gewicht kon hijsen, aan de top van de piramide, nadat ik bovenin aan de achterste poot met een mastworp een stevig touw had vastgemaakt (Als je nooit gezeild hebt of padvinder bent geweest, doe je maar een dubbele oudewijvenknopen, die houdt het ook wel). Dat touw bevestigde ik aan de andere kant aan het paaltje met een een paar slagen en een knoop die makkelijk los te trekken was. Alles klaar voor de klus.


Met een ijzeren staaf wrik je nu de steen recht onder de takel en bevestig die met twee hijsbanden aan de haak. Omdat bijna elke man in dit gebied in de bouw werkt, of heeft gewerkt, zijn deze hijsbanden - die meestal voor eenmalig gebruik bestemd zijn - hier gemakkelijk te vinden.
En nu: Hijsen maar. Maar zorg ervoor dat je nooit - ook niet alleen met je tenen - onder de steen gaat staan, er kan altijd iets knappen of losschieten!
Takel de steen een flink stuk hoger dan waar hij terecht moet komen, want de stelling moet naar voren kantelen, waardoor hij lager komt te hangen.


Bij de eerste stenen moest ik nog heel wat keren het touw aan het paaltje los- en weer vastmaken, Ik gaf niet voldoende ruimte om de stelling voldoende te laten kantelen om de steen boven zijn plaats te brengen. Maar dat is een kwestie van ervaring. Kleine, platte steentjes eronder, om de grote mooi vast en in evenwicht te laten liggen en zakken maar.
En als hij dan nog niet stevig ligt, hijs je ´m gewoon nog een keer omhoog en zoek je beter passende steentjes.

NB De eucalyptusstammetjes op de foto zijn natuurlijk niet berekend op stenen van een ton (als je die al van z´n plaats zou kunnen krijgen), maar een paar honderd kilo kunnen ze wel aan.