woensdag 26 november 2014

Van funk tot fado 6. Een Grammy voor Senhor Fado

Vorige week woensdag werd in Las Vegas aan fadozanger Carlos do Carmo de Grammy Latino voor zijn hele carriëre uitgereikt. De `Board of Trustees of the Latin Academy of Recording Arts and Scienses (LARAS) besloot unaniem tot de toekenning van de Lifetime Archievement Award voor de grote betekenis van zijn werk voor het internationale muzikale panorama. In zijn toespraak `deelde´ hij de prijs met "Het volk van mijn land, met alle Portugezen, die zoveel om mij geven en om wie ik zoveel geef" Hij voegde daar aan toe: "Ik wil u graag zeggen dat ik uit Portugal komt, een heel oud land met heel eigen kenmerken en met een volk voor welk het een vreugde is om te zingen. Zonder de steun van dat volk zou het voor mij onmogelijk zijn geweest om zo´n carriëre te maken." En dat is Carlos do Carmo ten voeten uit. Over de fado zei hij: "Het is een lied van de hartstocht. Het is onmogelijk de fado te zingen zonder een diepgaande passie, zonder een diepgaand geven van de ziel. (De fado) spreekt over de liefde, het verdriet, de gevoelens, het leven.


Carlos do Carmo (1939) werd geboren als zoon van de eigenaar van een boekwinkel en het fadohuis `O Faia´ (De Beuk) in de wijk Bairro Alto in Lissabon en de bekende fadozangeres Lucília do Carmo. Na zijn middelbare schooltijd in de hoofdstad studeerde hij in Zwitserland aan een hogere hotelschool, waar hij ook zijn talen leerde.
Het mocht allemaal niet baten, want in 1963 trad hij in het voetspoor van zijn moeder en nam zijn eerste fado-single `Loucura´ op. Op youtube, https://www.youtube.com/watch?v=tw5KV5kaUok , vindt je `Loucura´ in de vorm van een hoogst merkwaardig duet met zijn in 1998 overleden moeder, waarvan hij in interviews zegt dat hij haar nog steeds heel erg mist.


Die eerste plaat was het begin van een oeuvre van zo´n 30 singles en ep´s (weet je nog wat dat voor plaatjes waren?), waaronder - in Portugal - heel bekende, zoals `Gaivota´(Meeuw, 1973 https://www.youtube.com/watch?v=R__QS0BLnxE , `Lisboa, Menina e Moça´ (Lissabon, meisje, jongedame, 1976) en `Os Putos´ (De Jochies, 1978)  https://www.youtube.com/watch?v=HQOWrH-ruvA .
Hij maakte tijdens zijn eenenvijftigjarige carriëre 21 studio-albums en 10 live lep´s en cd´s, is op filmmuziek te horen en heeft aan opnamen met vele andere artiesten meegewerkt.


In 1976 vertegenwoordigde Carlos do Carmen Portugal op het Eurovisiesongfestival met het lied `Flor do Pinho Verde´, gebaseerd op een gedicht van de dichter/politicus Manuel Alegre   https://www.youtube.com/watchv=bVtPiDoa6W8
                                                                                                                                                            Veel van zijn bekendste fado´s werden geschreven door de dichter Ary dos Santos samen met componist Fernando Tordo. José Maria Nóbrega begeleidde hem meer dan eenendertig jaar lang op de gitaar.
Carlos do Carmen maakte opnamen met Portugals grootste pianisten: de veel te vroeg overleden Bernardo Sassetti en Maria José Pires en met vele jongere en oudere fadisten, zoals Ana Moura: https://www.youtube.com/watch?v=JZhayOltR2E                                   of  Mariza:                               https://www.youtube.com/watch?v=UGV5LOxC5uM ,de grootste hedendaagse diva´s van de fado.


Carlos do Carmo heeft een groot aandeel gehad in de campagne om de fado door de Unesco als immaterieel erfgoed van de menselijkheid erkend te krijgen. In 2011 is dat gelukt en dat heeft de fado en haar vertolkers geen windeieren gelegd. Bovendien staat hij erom bekend jonge fado-artiesten bij het begin van hun carriëre op weg te helpen.
Vandaar dit - ter gelegenheid van `zijn Grammy´- inderhaast door Radio Comercial georganiseerd eerbetoon: Een opname van zijn grote hit `Lisboa, Menina e Moça, waarop 36 meer of minder bekende Portugese artiesten zoals Mariza, Camané, Rita Redshoes, Ana Bacalhau (Deolinda) elk een regel van het lied zingen (soordt band-aid dus): https://www.youtube.com/watch?v=ZmzNeO4ONUg

woensdag 19 november 2014

Van de boerderette 16. Laatbloeier

Voordat de mens er zo´n tweeduizend jaar geleden serieus de bijl in zette, was naar schatting van de HH. geleerden tachtig tot negentig procent van Europa met gemengd bos overdekt, waarbij de eiken dik in de meerderheid waren. Ook het noorden van Portugal was een groot donker bos, met een moordende concurrentie van grassen en planten met bloemen op de open plekken. Als je als zonminnende plant aan gebiedsuitbreiding wilde doen, moest je eerst maar eens even bij meneer Darwin te rade gaan. Je kon natuurlijk gaan klimmen, jezelf verlengen, of zorgen dat je minder zonlicht nodig had, maar deze krokus heeft wat anders bedacht: Die groeit en bloeit gewoon wat later, van september tot november, als de meeste blaadjes van de bomen zijn. Een prachtig voorbeeld van lateraal denken.



Ik dacht eerst dat het de giftige herfsttijloos was. Die lijkt er op en houdt er de bijna dezelfde gewoonten op na, maar dank zij mijn trouwe, bijna uit elkaar vallende flora van Heijmans en Thijssen weet ik dat het toch echt om een krokus gaat. Eén stamper, drie meeldraden en natuurlijk de smalle omhoog stekende blaadjes. Crocus serotinus clusii is de naam. Hij komt alleen in het noorden en midden van Portugal en in het noord- en zuidwesten van Spanje voor.
Vanwege het late warme weer - ik heb vorige week nog paprika´s geplukt - bloeide hij dit jaar wat later. Een prachtig gezicht, die lichtpaarse bloemen op de bospaden tussen het frisse groene gras na de eerste herfstregens.
De bol van de krokus kan kennelijk heel wat hebben, want toen ik vorig jaar in de herfst na de bosbrand met mijn zoontje omhoog klom, waren de overal opkomende paarse bloemen het eerste teken van nieuw leven op de zwartgeblakerde berghellingen.
Behalve een opsomming van speciale botanische kenmerken, valt er niet veel meer over de plant te vertellen. Omdat ik de lezer noch mijzelf daarmee wil vervelen, houd ik het verder maar bij de foto´s deze week.










woensdag 12 november 2014

Bijzonder Portugees 7. Mediterraan dieet

In december 2013 werd het `mediterrane dieet´ op de reprensentatieve lijst van immaterieel cultureel erfgoed van de UNESCO gezet. Als voortbrengers en doorgevers van dit erfgoed werden Italië, Portugal, Spanje, Marokko, Griekenland, Cyprus en Croatië aangewezen. De verscheidenheid van keukens tussen en zelfs binnen deze landen maakt de definitie van wat nu eigenlijk dat mediterrane dieet precies is een beetje lastig: Wordt bijvoorbeeld in Portugal en Spanje voornamelijk olijfolie als bron van vet gebruikt, in Noord-Italië bakt en braadt men in boter of reuzel en is de olijfolie alleen voor de sla en een drupje bij de gekookte groenten. In Marocco gebruikt men vaak schapenvet.



Maar laten we niet mugge(n)ziften. Bedoeld wordt natuurlijk een dieet met veel verse, lokale groenten en fruit, olijfolie als voornaamste vetbron, dagverse producten zoals kaas en yoghurt (met mate), beperkte consumptie van gevogelte, heel weinig rood vlees en vooral veel vis, met alle tradities van landbouw, veeteelt en visserij dit daar mee samenhangen en een keuken die zich kenmerkt door eenvoudige bereidingswijzen die de voedingswaarde van de ingrediënten zoveel mogelijk behoudt. En: Veel water, weinig wijn.
Wie zich aan dat dieet houdt, schijnt minder gevoelig te zijn voor hart- en vaatziekten en levert bovendien een bijdrage aan de vermindering van de uitstoot van CO2 en andere broeikasgassen (mest).
De consumptie van veel vis kan wel voor gewetensbezwaren zorgen, want als er zo wordt doorgevist is er binnen een jaar of tien alleen nog maar onbindend plastic in zee en oceaan op te vissen (de Middellandse Zee is al leeggevist) en ik denk niet dat de viskwekerijen de vraag al aankunnen. Daar dan maar op bezuinigen.
Misschien moeten we voor de proteïnen maar overstappen op insecten. Ik zag daar laatst een aardige documentaire over. Kakkerlakken en sprinkhanen schijn je heel lekker klaar te kunnen maken.

Mijn Portugese schoonmoeder (82) moest een beetje lachen om dat mediterrane dieet: "Armoededieet zul je bedoelen. Mij doet het denken aan wat de mensen aten tijdens de dictatuur. Bijna alleen maar aardappels en kool en hoogstens een beetje olijfolie, want die was duur. Zo af en toe at men een sardientje of een ei. Of zelfs maar een half. De meeste mensen hier in het dorp zagen nooit rundvlees en maar heel weinig varkensvlees. De arme keuterboertjes met hun grote gezinnen verkochten hun eieren, hammen en chouriços, als ze al zelf kippen of een varken hadden, om kleren voor hun kinderen te kunnen kopen. Vers fruit was er altijd in overvloed, maar daar moest je de eigenaar van de boomgaard wel voor betalen. De paters en de rijke boeren, ja die aten er intussen goed van."




Nederland, dat in 2012 het `immaterieel erfgoedverdrag´ van de UNESCO ondertekende, heeft nu ook het recht om landelijke of plaatselijke tradities als cultureel erfgoed van de menselijkheid aangemerkt te krijgen. De Nationale UNESCO Commissie heeft daartoe een `Nationale Inventaris´ opgemaakt. Ik vraag me af wat voor grutters zich in die commissie gewrongen hebben. Op die lijst staan zo´n vijftig trivialiteiten als `Wecken in Roden, `Draaksteken in Beesel´ en `Staphorster Stipwerk´. Ik miste nog net `Klootschieten in Krommenie´ (bestaat echt). Zijn dat de zaken die Nederland als culturele erfenis aan de wereld wil nalaten?

Waarom de zaak niet wat ruimhartiger aangepakt. Zet samen met Duitsland en België (laat de Engelsen er maar buiten, je weet wel waarom) de `Noordzeekeuken´ op de internationale kaart:
Brat- und bockwurst, zuurkool met vette jus, balkenbrij, hutspot met klapstuk, Gelderse rookworst, Zeeuwse mosselen en Belgische waterzooi met in ossewit gebakken frieten. Misschien niet zo goed voor hart en bloedvaten, maar wel verdomd lekker.
Ik zie ook grote mogelijkheden voor de rijke Nederlandse frituurtraditie, met een keur van originele producten voor de vetpan, zoals de satékroket, het lihanboutje, de berenhap, de frikandel en de Drentse topstick, die je bovendien tegen een kleine vergoeding zomaar uit de muur kunt trekken. Zie je nergens anders ter wereld!








woensdag 5 november 2014

Portugallig 10. Huiselijk geweld, nationale plaag

`Entre homem e mulher não metas a colher´, een oud Portugees motto dat zoveel wil zeggen als `Bemoei je niet met wat er tussen man en vrouw gebeurt´, was eeuwenlang en is ook vandaag de dag voor veel Portugezen een vrijbrief voor het negeren en niet aangeven van huiselijk geweld in hun directe omgeving. In de Portugese maatschappij, waar machisme nog vaak de boventoon voert, wordt een `corrigerende´ klap of pak slaag aan een vrouw door een grote groep mannen nog steeds niet als een misdaad of zelfs maar een probleem ervaren. `Gaat morgen wel weer over´. Moord op een (ex)partner met als motief jaloezie of een (dreigende) scheiding wordt zelfs in sommige kringen nog als gerechtvaardigd gezien. Een beschamend voorbeeld daarvan, afgelopen mei, was de manier waarop Manuel B. zich na de moord op zijn schoonmoeder en tante, waarbij hij zijn ex-vrouw en zijn dochter ernstig verwondde, 34 dagen met hulp van anderen voor de politie kon schuilhouden en zelfs als een soort plaatselijke held met applaus werd begroet toen hij eindelijk was opgepakt en bij het politiebureau aankwam.


Afgelopen zaterdag, op de dag voor `Todos os Santos´ (allerzielen), de dag waarop de Portugezen hun doden gedenken en hun graven verzorgen, werden in verschillende grote steden herdenkingsbijeenkomsten gehouden voor de vrouwen die zijn gedood, vermoord door huiselijk geweld.
In Lissabon legden enkele tientallen vrouwen bloemen bij een plaquette die twee jaar eerder door de gemeente en UMAR (vereniging van vrouwen die voor gelijke rechten en tegen huiselijk en sexueel geweld strijden) bij een kraamkliniek werd aangebracht ter nagedachtenis van in Lissabon vermoorde vrouwen. Ze lieten een zwart doek achter met daarop de namen van de 398 vrouwen die in de afgelopen tien jaar aan huiselijk geweld overleden.
"In de grond van de zaak gaat het om een oproep tot deelneming en een oproep tot bewustwording en verandering", sprak Elizabete Brasil, directeur van OMA, het observatorium voor vermoorde vrouwen, "Omdat deze verandering ook bij de opvoeding van de jongsten moet beginnen, omdat er in de afgelopen tien jaar geen grote veranderingen met betrekking tot deze plaag zichtbaar zijn geworden." Margarida Medina Martins, vertegenwoordigster van de stichting `Vrouwen tegen geweld´(AMCV) voegde daar aan toe: "Deze vrouwen mogen niet voor niets gestorven zijn. Zij moeten ons de kracht geven om verandering te eisen.

In 2013 kwamen in Portugal 32 vrouwen door huiselijk geweld om het leven, dit jaar tot nu toe 29, tot juni bijna elke week één. In een aantal gevallen werden ook kinderen het slachtoffer.
"Nergens binnen de EU worden zoveel vrouwen vermoord als in Portugal", zegt Elizabete Brasil in 2012 in een interview, "Met het `reguliere´ huiselijk geweld zitten we zo´n beetje op het gemiddelde van Europa."
Portugal heeft een geavanceerde wetgeving met betrekking tot huiselijk geweld, maar hoewel `Apoio a Vitima, APAV´ (slachtofferhulp) 20.000 gevallen per jaar registreert, worden er maar zo´n 400 bestraft. De wet biedt mogelijkheden voor veilig vervoer naar werk en school, alternatieve huisvesting, en een open telefoonlijn voor slachtoffers. Daders kunnen gedwongen worden om een electronische polsband te dragen, die een signaal geven als ze op minder dan 400 meter van het slachtoffer komen, maar er lopen maar 150 mannen met zo´n polsband rond.

`Tot de dood ons scheidt´, campagne van APAV

Met informatiecampagnes , onder andere op de televisie en met posters, wordt geprobeerd mensen ervan bewust te maken dat huiselijk geweld een publiekrechtelijk misdrijf is en dat je verplicht bent aangifte te doen als het zich in je omgeving voordoet.
Ondanks de aandacht in de media, het parlement en bij justitie voor het probleem neemt het aantal geregistreerde gevallen van huiselijk geweld de laatste jaren toe. De crisis zal daar zeker een rol in spelen: De frustraties van werkeloosheid, het gedwongen samenzijn daardoor en geldgebrek worden afgereageerd op de partner. Maar door het publiek debat is het probleem ook meer uit de hoek van de  anonimiteit , iets waarvoor je je schaamt, wat verborgen gehouden moet worden, gekomen, waardoor meer vrouwen aangifte durven te doen.