donderdag 20 juli 2023

Van de boerderette 69. Hooibalen

Het idee kwam van C: "Waarom laat u me het gras op die velden niet maaien met de tractor in plaats van elk jaar met de `capinadeira´ (zie `Ros ´m in de rondte´, Van de boerderette 46) het gras stuk te slaan en daarna, in het najaar, ook nog eens te frezen. Ik heb een machine die er balen van maakt en die kunnen dan verkocht worden." Dat leek me wel wat. Een flinke kostenbesparing en bovendien niet elk jaar het gevoel dat ik goed gras aan het verspillen was, terwijl een groot deel van de Portugese veestapel aan het einde van de zomer op een houtje moet bijten. De laatste jaren is de droogte zo ernstig dat er - vooral in het midden en zuiden - vaak in het begin van de zomer al geen sprietje gras meer wil groeien.  "Dus dan betaal ik niets voor het werk en u verkoopt de hooibalen", begreep ik.


het maaien met der tractor was zo gebeurd

Echter, toen we het er in het voorjaar over hadden wanneer het gras gemaaid moest worden, kwam hij daar schoorvoetend op terug: "Weet u zelf niet iemand aan wie u die balen kunt verkopen?" C is maar een klein ondernemertje: In de zomer loonwerk met de tractor en in de rest van het jaar handelt hij in stookhout en wilde kennelijk het risico niet nemen. Maar met een: "Hoor eens senhor C, ik heb dat soort van contacten niet. Dat gaat u toch veel gemakkelijker af. U komt overal bij de boeren. En met die droogte tegenwoordig, verkoopt u die hooibalen aan het einde van de zomer met gemak", trok ik hem over de streep. "Oké, dan doen we het zo"

met de nieuwe machine het hooi netjes in regels
Toen het tijd werd om te maaien had hij een schapenboer in zijn auto, maar die haalde zijn neus op voor mijn gras. Er zat teveel `bloemetjesonkruid´ tussen (De Portugese, waarschijnlijk lokale, benaming van de plant verstond ik niet goed). Zou tinkende kamille kunnen zijn. Dat lustten zijn schaapjes niet. Die waren zeker grootgebracht met huttentutkoekjes. Volgens C viel het wel mee met dat onkruid en, omdat het graszaad dit jaar al op het land was gevallen, zou het er volgend jaar nog veel beter uitzien. "Ik kom de boel morgen maaien en maak er, zoals afgesproken, gewoon balen van", zei hij flink. Uiteraard regende het de volgende morgen, zodat het feest niet doorging. 

klaar voor de balenpers

Er ging weer ruim een week overheen - C heeft het verschrikkelijk druk in deze tijd van het jaar - en het werd nog een race tegen de klok om het gras te maaien voordat het te droog werd om er nog stevige balen van te maken. Vooral voor mij, want nadat C dinsdagmiddag klaar was met zijn tractor, moest ik met de motormaaier de kanten van alle velden nog maaien en de stukken waar hij niet bij kon komen met de tractor: hellingen, geulen plekken waar nog stenen lagen. Omdat  er voor vrijdagmiddag alweer regen voorspeld was, kreeg ik anderhalve dag van hem voor bijna 700 meter grasrand van gemiddeld een meter breed! Dus woensdagmorgen om zes uur op - vroeger heeft geen zin, want dan moet de zon nog boven de bomen uitkomen en is het gras nog kletsnat van de dauw - en zo snel mogelijk aan de slag.  Het maaien mag niet met een draad, maar moet met een maaiblad, want het gras dient lang te blijven.


Om zes uur ´s avonds liep ik zo´n beetje op mijn tandvlees. Ik zag van kruin tot tenen zwart van het stof en kon mijn vingers bijna niet meer loskrijgen van de maaimachine. Nog één veld voor de boeg. Dat moest morgen maar. En dan nog met de hark aan de slag. Tussen de bomen, de wijnstokken en zo nog het een en ander.. Vol goede moed belde ik C. Morgenmiddag kon hij komen. Hij zei dat hij twee man zou sturen om het gras in banen te harken voor de balenmachine. Die kwamen natuurlijk niet. De mannen hier in de dorpen die geen werk hebben (en die niet erg oud of invalide zijn) zijn over het algemeen echte baliekluivers, die liever in een donker knijpje met elkaar over de hoogte van hun uitkering klagen dan er wat bij te verdienen als ze de kans krijgen. Het was ze te warm!


Gelukkig kwam C wel. Tegen de avond en met een gloednieuwe machine om het gras bij elkaar te schrapen en in banen te werpen, maar die kon ook niet overal komen, zodat er nog genoeg werk voor de volgende ochtend voor me overbleef. Nog een keer om zes uur uit de veren dan maar. Om tien uur was ik eindelijk klaar en een klein uurtje later kwam C met zijn (tweedehands) balenpers. Een enorme machine die steeds deels gedemonteerd moest worden voordat hij op het volgende veld gebracht kon worden. En zowaar stopte er nog een auto voor de poort met daarin twee mannen en een vrouw, gewapend met hooivork en hark. Naar later bleek, de kopers van de hooibalen. Ik mocht toekijken en foto´s maken en af en toe - voor de vorm - een beetje hooi bij elkaar harken.


78 volwassen hooibalen kwamen er uit de machine. Hoewel, volwassen.. Volgens mij zijn de Nederlandse balen een stuk groter. Maar Hollandse boeren zijn doorgaans dan ook - ahum - grotere boeren. C moest twee keer met zijn grootste kar komen om de balen op te laden en daar hoefde ik me gelukkig niet meer mee te bemoeien. "Muito saúde (Veel gezondheid), senhor António", riep hij breeduit lachend boven het lawaai van de tractormotor uit, toen we afscheid namen. Die had vast een leuk winstje gemaakt. Van mij mocht hij. Ik was er ook niet op achteruit gegaan en als dat hem enthousiast houdt om het volgend jaar op dezelfde manier te doen, zit het wat mij betreft zo geramd als een schaap het kan hebben.