zondag 30 april 2017

Van de boerderette 38. De oude weg

Druk, druk, druk. En droog! Veel te droog voor de tijd van het jaar. Voor het eerst uien geplant zonder eerst te laten ploegen. Hakken in het stof. C. nu vragen om te ploegen en te frezen (een soort van eggen, zal ik maar zeggen) zou een misdaad tegen de menselijkheid zijn. Hij zou nog stikken in de stofwolken. En hij heeft  al een dubbele hernia van het achterom kijken. Eerst maar een wat regen en liefst een beetje snel, want er moet nog heel wat verbrand worden voor 15 mei. 


Met al die drukte op het land en in het bos heb ik bijna geen tijd om te schrijven, maar een ding wil ik je niet onthouden, want het gebeurt niet vaak dat ik de oude publieke weg op de berg van voor tot achter schoon weet te krijgen. Loop maar even mee, het is niet meer dan 200 meter.

Begin van het pad, laatste rookwolken van het vuur

Op ons terrein vind je het enige ommuurde stuk dat nog over is van de oude verbindingsweg tussen Paços de Gaiolo en Paredes de Viadores. Het pad zal al veel langer hebben bestaan, maar - voor zover bekend - werd het pas in de 19e eeuw van granieten muren voorzien.


De steenblokken zijn aan twee kanten bewerkt. Dat gebeurde met de hand. Ze werden met ossenkarren aangevoerd en met een primitief hijswerktuig (twee, in een scherpe driehoek aan elkaar bevestigde palen met een takel) op elkaar gezet, kleine stenen ertussen - oei, pas op voor je vingers - voor de stabiliteit en om ze precies rechtop te krijgen.


De ommuurde weg werd misschien wel een eeuw lang gebruikt voor verkeer tussen dorpen en boerderijen: voetgangers, ezels, ossenspannen en - later - zelfs tractoren met aanhangwagens. Dat was al passen en meten, want op sommige plaatsen is de weg erg nauw.
Voor de bouw van een waterpompstation de jaren zestig, boven in de pas, was een bredere weg nodig.. Die werd lager, over `ons´ land, aangelegd en daarmee kwam de vorige eigenaar daarvan in het bezit van de oude publieke weg.


Hij beschouwde die blijkbaar niet als monument, want met de bulldozer liet hij een slordige doorgang voor de tractor maken en later nog een voor het doorlaten van een waterslang. Waarschijnlijk gebruikte hij een aantal grote steenblokken voor de uitbreiding van zijn boerderijtje, want er ontbreken er nogal wat.


Vallende omgezaagde dennen beschadigden de muren verder en niemand die er ook maar over piekerde om een gevallen steen weer op zijn plaats te zetten. De weg raakte langzamerhand in verval.


Jammer, want zoveel van deze antieke weggetjes zijn er niet meer over en ook de stenen scheidingsmuren tussen akkers en weiden, die buren en wolven buiten en het vee binnen moeten houden verdwijnen in rap tempo. Wereldwijd. Omdat het journaal van de Portugese publieke omroep, als het om de strijd om Palmira of Mossul gaat, heel vaak dezelfde beelden  vertoont (geldgebrek?), valt mijn oog soms op andere zaken dan schietende rebellen en stromen vluchtelingen: tanks en andere zware voertuigen die achteloos al die stenen scheidingsmuurtjes omver rijden, waaraan tientallen generaties vreedzame boeren hebben gewerkt.

Einde.  Rechts zie je de `nieuwe´ weg.

Zoals je ziet is het maar vijf minuten flink doorstappen. En dan heb je zelfs nog tijd voor het maken van een paar foto's. De gevallen stenen op de voorgrond zijn weggedrukt door een - inmiddels omgezaagde - meterdikke den. Als ik nog eens een paar uurtjes en geld voor het huren van zo'n klein, handig rijdend kraantje over heb...

detail





woensdag 22 maart 2017

Bijzonder Portugees 36.Om te zoenen

Portugezen zoenen wat af: In liedjes, gedichten, als afsluiting van telefoongesprekken, brieven, e-mails en chats: `Um beijo (grande)´, een (grote) kus, `um beijinho´ een kusje, of `muitos beijinhos para ti e a teu marido, mãe, filha(o), tia e avó´, veel kusjes voor jou, je man, moeder, dochter of zoon, tante en oma (enz.) aan het eind van een Skype gesprek met een geëmigreerd familielid. Artiesten, zoals de fadozangeres Gisela João nodigen op de televisie hun publiek uit voor een optreden met een `beijo enorme´. En dan zouden we nog bijna al die echte, fysieke zoenen, kussen en kusjes vergeten.


In Nederland geef je een vrouw - vooral als man - hij de eerste kennismaking een hand (of helemaal niks). De kat moet eerst maar eens uit de boom gekeken. Pas daarna wordt iemand - volgens onnavolgbare regels ingedeeld in de categorie zoenbaar of niet zoenbaar. In het eerste geval krijgt zij bij een volgende ontmoeting drie - al dan niet in de lucht zwevende - kussen toebedeeld. Mannen zoenen elkaar ook wel, maar dan moet er toch al sprake zijn van vriendschap. Leden van mijn generatie - ikzelf niet uitgezonderd - doen hun best, maar het proces verloopt toch vaak nog wat onhandig en stroef. Tussen vrouwen gaat dat allemaal wat gemakkelijker.

Gisela João

Maar als je in Portugal aan een vrouw wordt voorgesteld - al is het in de supermarkt - moet je er meteen tegenaan: Twee kussen. Eén op elke wang. Maar houdt het vluchtig en pas op voor botsingen, want de meeste Portugese vrouwen zijn erg gesteld op hun make-up. Als je die verstiert, wordt je ingedeeld in de categorie `parvo´, sufferd, stomkop. In de verstedelijkte gebieden aan de kust gaat deze formule bijna altijd op, in het binnenland is men wat afstandelijker. Daar kus je niet zomaar je buurvrouw, die geef je een hand (tenzij je wat met haar hebt natuurlijk. Maar binnen de familiekring en tussen echte vrienden wordt net zo frequent gezoend als aan de kust.

Vrouwen die kennismaken of elkaar kennen - al is het maar vaag en zelfs rivalen - kussen elkaar in principe altijd, Vaak stopt de kusbeweging een of twee centimeter voor de wang: Zij weten uit eigen ervaring hoeveel tijd het kost om cosmetische verfraaiingen aan te brengen, of te herstellen.
Mannen daarentegen - behalve als ze iets met elkaar hebben natuurlijk - kussen elkaar nooit. Portugal is voor een groot deel nog steeds een homofobe machomaatschappij en voor veel Portugese mannen bestaat er niets erger dan uitgemaakt worden voor `paneleiro´, flikker. Ik heb van horen zeggen dat er Portugese Europarlementariërs zijn die op de vlucht slaan als ze horen dat Jean-Claude Juncker in de buurt is (zal wel broodje aap zijn). Nieuwe generaties zijn inmiddels een stuk toleranter, maar op dat gebied is er nog veel werk aan de Portugese winkel.

Marcelo Rebelo da Souza en Jean.Claude Juncker

Mannen geven elkaar een hand, Zelfs als je elkaar ´s morgens al in het café en een uur geleden in de moestuin hebt begroet, herhaal je dat ritueel. Ken je een of twee mannen in een groep, bijvoorbeeld in een café of winkel, dan geef je ze allemaal een hand, zodat niemand zich uit buitengesloten voelt. Geen ferme handdruk - er moet nog gewerkt worden - maar een beetje een slap handje. Heb je vuile handen, dan bied je je pols aan.
Ook een mail, brief of telefoontje aan een goeie vriend of zwager eindig je als man niet met een `beijinho´, maar een `abraço´, omhelzing, handdruk (onder vrienden) is heel gebruikelijk en net iets persoonlijker dan `hartelijke groet´, of - dat kinderachtige `groetjes´.

Al dat gezoen in Portugal heeft een extra dimensie gekregen met de komst van president Marcelo Rebelo da Souza, die in zijn - tot nu toe bijzonder geslaagde - poging om een president dichtbij en voor het hele Portugese volk te zijn, een ware zoenkampioen is geworden. Tijdens zijn vele, bezoeken (De man heeft een onstuitbare energie) aan scholen, instellingen, openingen, volksbuurten en wat al niet meer, deelt hij dagelijks tientallen - zo niet honderden - kusjes uit aan meisjes en vrouwen uit alle lagen van de bevolking, door de ontvangster gretig vastgelegd met een `selfie´. De blaren op zijn lippen. Een hele krachttoer voor iemand met neiging tot hypochondrie

Marcelo op pad
.
Boze tongen beweren dat hij de verkiezingen heeft gewonnen met meer dan een miljoen kusjes,
liefst aan `volksvrouwtjes´, er altijd voor zorgend dat er een televisiecamera in de buurt was.
Dat lijkt me achterklap. Marcelo, zoals hij door iedereen genoemd wordt is natuurlijk niet achterlijk, maar hij beweegt zich nu eenmaal bijzonder natuurlijk en gemakkelijk in elk soort gezelschap.
Als hij nu straks maar niet een presidente Marine Le Pen hoeft te zoenen. Zou ie dat doen? Ik denk het niet. Maar als je ergens een gewoonte van maakt, schept dat wel verwachtingen.

En, o ja, nu iedereen weer Brave new world, 1984, Player piano (Kurt Vonnegutt) en Fahrenheit 451 (Ray Bradbury) aan het lezen is, heeft de Portugeest een muzikale tip. Randy Newman schreef het lied in 1972, ten tijde van president Nixon, maar actueler dan ooit, geeft het precies de mentaliteit van Trump en zijn kiezers weer.

                                         https://www.youtube.com/watch?v=EqBrw3rQvKo 



donderdag 19 januari 2017

Drie jaar Portugeest: Even een tandje minder


Vandaag begin ik aan het 156e bericht van de Portugeest. Precies drie jaar geleden schreef ik het eerste. Elke week één; niet gedacht dat ik zolang - en met plezier - zo'n discipline op kon brengen. Na die drie jaar heb ik zin om ook eens over wat anders te schrijven dan over Portugal. `Nee schrik maar niet ik wil je niet verlaten...(DoeMaar)´. Bovendien wordt het tijd om een aantal artikelen (o.a. over het inkomen) te actualiseren en het lukt me niet om daar tijd voor te vinden. Daarom heb ik besloten om van een keer per week, gemiddeld eens per maand een stukje te publiceren. Tandje minder voor mij en bovendien voor de - vooral de geabonneerde - lezer, die het zo onderhand ook wel eens zat zal zijn om elke week een bericht over Portugal te (moeten) lezen. 

 

De hoogste golf

In 2014 schreef ik over een gedeprimeerd Portugal (9% slikt antidepressiva), een volk dat financieel was uitgekleed, angst had voor de toekomst en wiens kinderen massaal emigreerden. Nu, in het begin van 2017 zie ik dat er - heel voorzichtig - weer een beetje optimisme en vertrouwen in de toekomst is. Een groot deel van de kortingen op de salarissen is ongedaan gemaakt, ingetrokken feestdagen mogen weer gevierd worden, pensioenen en het minimumloon gaan omhoog en de emigratiecijfers dalen. En dat allemaal terwijl het begrotingstekort van 2016 maar 2,3% bedraagt (op dat van 2007 na), het laagste van de afgelopen 40 jaar! De rubriek `Portugallig´, over de economische en politieke situatie van het land, veranderde ik inmiddels in het wat luchtigere `De geest uit de fles´. Het antibezuinigingsbeleid van premier Costa, gesteund door de - rechtse - president de Rebelo Sousa, heeft aangetoond dat het ook anders kan dan met de A van Afbraak (sorry, Gerben Hellinga).

Portugal heeft met haar enorme staatsschuld en zwakke economische positie nog een heel eind te gaan. en het linkse beleid van de regering van António Costa ondervind veel tegenwerking van de beroepsbezuinigers in Brussel: Mede door de onophoudelijke verdachtmakingen t.a.v. het Portugese beleid door de heer Schäuble en zijn trawanten betaalt Portugal op dit moment weer een hoge 4% rente op staatsleningen. Het evenwicht van het socialistische minderheidskabinet is wankel en vereist voortdurend overleg met het linkse blok en de communisten, maar António Costa is een koorddanser en het ziet er naar uit dat hij zijn vier jaar vol gaat maken. Een tegenvaller is de stagnerende economische groei, maar nu Angola het laat afweten, bevaart Costa onvervaard de route van Vasco da Gama. Vorige week was hij in India om de voorvaderlijke banden met deze snel groeiende economische macht te hernieuwen. De premier stamt uit een familie uit Goa (en dat kun je hem wel aanzien).

En de boer hij ploegde voort

Ik begon met deze blog omdat ik het idee had dat veel Nederlanders Portugal slecht kenden
In januari 2014 behoorde Portugal tot een groep landen in de zuidelijke periferie van Europa die in de volksmond PIGS werden genoemd: Landen met een hoge staatsschuld en een slecht gerunde economie, waarvan de bevolking boven haar stand leefde, corruptie hoogtij vierde en men liever lui dan moe was. Hoewel ik geen Portugees ben en ook niet van plan ben om dat te worden, voelde me persoonlijk beledigd. Zoiets zeg je niet over je niet over een land waarmee je samen Europa vormt en al helemaal niet als je niet goed weet wat er in dat land aan de hand is. Ik hoop dat mijn stukjes over salarissen, pensioenen, uitkeringen, de loodzware opgelegde bezuinigingen en de belabberde economische situatie iets hebben kunnen bijdragen aan een beetje meer begrip voor de Portugese medeburger.
Zij vormen een - absoluut persoonlijk gekleurd - verslag van wat zich in de afgelopen jaren in de Portugese politiek afspeelde (rubriek `Portugallig, sinds de politieke machtswisseling `De geest uit de fles´).

Daarnaast waren de afgelopen jaren een zoektocht naar wat Portugese identiteit zou kunnen zijn (`Bijzonder Portugees´, maar ook Stad en Land´), wat in Portugal succes had en rijkdom genereerde (`Portugal maakt het´) en wat het land - van fado tot rock - op muzikaal gebied te bieden heeft (´Muziek´). En dan zou ik nog bijna een van de belangrijkste rubrieken vergeten: `Van de boerderette´, het verslag van mijn (agrarische) avonturen op ons land boven de Douro in Paços de Gaiolo.

April in Portugal

In de afgelopen drie jaar is de `Portugeest´ - de abonnees niet meegerekend - ruim 10.000 keer bekeken.
Natuurlijk zaten daar missers tussen. Ik neem aan dat iemand in Oekraïne niet veel van mijn blog kan opsteken en het lijkt me op dit moment ook niet erg waarschijnlijk dat daar Nederlanders of Belgen op vakantie gaan. Ook kunnen bepaalde titels, zoals `Minimumloon´, of  `Geringonça´ misleidend hebben gewerkt. Het hangt er maar vanaf wat en hoe je zoekt op het Internet. Hoe dan ook: Het aantal lezers van de `Portugeest´  blog overtreft dik mijn verwachtingen en stijgt nog steeds: In het eerste jaar zo´n 2000, de laatste tijd 700 per maand. Bedankt voor al die aandacht.

Echte toppers waren `De hoogste golf van de wereld´ (over surf in Portugal) met 832 pageviews, in de rubriek `Van de boerderette´ werd  `En de boer hij ploegde voort´ het meest gelezen (278). Kennelijk waren jullie ook geïnteresseerd in het Portugese inkomen en de kosten van levensonderhoud: `Minimum loon´ (218) en `Quanta custa...?´ (218). In de rubriek `Muziek´ sprongen `April in Portugal (88) en `In memoriam Carlos Paredes´ (59) eruit. Bovenstaande cijfers staan voor het openen van de blog op de specifieke pagina. Die stukjes zullen dus wel door meer mensen gelezen zijn.
De belangstelling voor mijn muziekrubriek viel wat tegen. Moet ik de titel veranderen, of zijn jullie niet zo geïnteresseerd in Portugese muziek (die echt wel wat meer omvat dan fado)?
Het viel me op dat de teksten die ik zelf als de beste beschouw lang niet altijd door de lezers als zodanig gewaardeerd werden. Jammer, maar tegelijkertijd een goeie remedie tegen ijdelheid en zelfoverschatting.
Wat ik het leukste vind, is als ik zie dat iemand de blog ontdekt en aan het bladeren slaat. Zoiets kun je zien in de statistieken (Ik kan je met geen mogelijkheid identificeren hoor).

In memoriam Carlos Paredes

Tot slot de reacties: 21 in drie jaar houdt niet over, maar ik was er al voor gewaarschuwd door een collega blogger. De reacties die ik kreeg waren opbouwend en een paar keer ben ik gewezen op een onjuistheid. Mijn dank daarvoor. De Portugeest is - hoewel een onverbeterlijke betweter - geen orakel. En verder moet je het hem maar niet kwalijk nemen dat hij het nogal vaak opneemt voor het volk waarvan hij - soms tegen wil en dank - houdt en het land waarin hij zich thuisvoelt. Daaraan heeft hij tenslotte zijn naam te danken.
Tot volgende maand.   






   
 





    

donderdag 12 januari 2017

Bijzondere Portugezen 1. Mário Soares

Afgelopen zaterdag overleed Mário Soares, ex-president en, in lange jaren, dito minister en premier van Portugal, levenslang politicus en - vooral - strijder voor vrijheid, emancipatie van het Portugese volk en voor een verenigd Europa. Een patriot. In tegenstelling tot zijn vrouw en kameraad voor het leven, Maria Barroso, die hem anderhalf jaar geleden voorging, geloofde hij niet in de eeuwigheid, de ziel of onsterfelijkheid - hij was atheïst - maar wel in de onsterfelijkheid van ideeën en idealen, de overdracht daarvan van generatie op generatie en het werk aan de verbetering van de mens in de zin van de filosofie van Hannah Arendt: `The human condition´. Door zijn overlijden verliest Portugal een groot staatsman en een van de belangrijkste iconen van de strijd tegen de dictatuur van Salazar en de revolutie van 25 april 1974. Voordat ik me een beetje in het land ging verdiepen was voor mij en veel van mijn generatiegenoten - als het om politiek ging - Portugal Soares (of Soares Portugal).

 

zoals ik me hem zal blijven herinneren

 Mário Alberto Nobre Lopes Saores werd op 7 december 1924 geboren in Lissabon, waar hij - we zullen zijn schooltijd maar overlaten aan de biografen - afstudeerde in historische-filosofische wetenschappen en -later - rechten. Als student belandde hij al een paar keer in de gevangenis wegens zijn lidmaatschap van de verboden communistische partij (PCP), en de medeoprichting van de Movimento de Unidade Democrático (MUD), Beweging voor Democratische Eenheid. Na zijn studie gaf hij les aan het door zijn vader opgerichte `Collegio Moderno´ een soort van lyceum, met als uitgangspunt `gelijke kansen voor iedereen´ en met veel aandacht voor cultuur en kunst. Hij was ook korte tijd directeur van de school, daarin opgevolgd door zijn - toekomstige - vrouw Maria Barroso, met wie hij in 1949 trouwde en daarna door zijn dochter Isabel Soares.

met zijn vrouw Maria Barroso
 
Maar, omdat hij vond dat hij met zijn rechtenstudie meer kon betekenen voor zijn idealen (een democratisch Portugal), koost hij voor de advocatuur en verdedigde o.a. Álvaro Cunhal, de leider van de communistische partij, toen die van politieke misdaden werd beschuldigd en de familie van de grote vrijheidsstrijder generaal Humberto Delgado, tijdens het onderzoek naar diens moord.

Nadat hij zich heeft afgekeerd van het communisme (en de PCP van hem), richt hij in 1955 de `Resistência Republicana Socialista`, Socialistisch Republikeins Verzet, op en trad in 1956 toe tot de Directório Democrato-Social´, een van de belangrijkste democratische bewegingen van die tijd. In 1958 was hij lid van de campagnecommissie van Humberto Delgado die het als presidentskandidaat opnam tegen Salazar, hetgeen hem door het dictatoriale bewind niet in dank werd afgenomen, evenmin als zijn eigen kandidaatschap op de lijsten van de democratische oppositie. In totaal werd hij 12 keer door de `Pide´, de politieke politie van Salazar, gevangen gezet en hij zat in totaal 3 jaar gevangenisstraf uit. In 1968 werd hij - zonder proces - gedeporteerd naar São Tomé, waar zijn vrouw zich bij hem voegde. Toen, na de dood van Salazar, Marcello Ceatano aan de macht kwam, werd hem in 1970 toegestaan om in Frankrijk in ballingschap te gaan.

In Parijs werd Soares door diverse universiteiten uitgenodigd om colleges te geven en ontving hij (Universiteit van Rennes) een eredoctoraat.
In 1973 besloot hij met een groep gelijkgezinden (zijn vrouw stemde tegen) de sociaal-democratische beweging (ACP) om te zetten in een politiek partij: `De Partido Socialista (PS)´ werd geboren en Soares werd tot secretaris-generaal gekozen.

De trein der vrijheid

Drie dagen na Anjerrevolutie keerde Soares en vele lotgenoten, op uitnodiging van de door de strijdkrachten aangestelde president Spínola, met de zogenaamde `Comboio da Liberdade´, Trein der Vrijheid - mooi hè - terug naar Portugal. Op de stations en langs de spoorlijn stonden duizenden juichende mensen om ze te verwelkomen. Toen zijn toekomstige tegenstander Álvaro Cunhal (PCP) twee dagen later in Lissabon arriveerde, was Mário Soares daar om hem te omarmen.

Tijdens de periode van de `PREC, Processo Revolutionário em Curso´ (25 april 1974-april 1976), het `revolutionaire proces´ tussen de Anjerrevolutie en de goedkeuring van de grondwet door het parlement,
was Soares minister van buitenlandse zaken en met name verantwoordelijk voor de dekolonisatie van Angola, Mozambique, São Tomé en Guinee-Bissau. Intussen maakte hij de `Partido Socialista´ klaar voor de eerste vrije verkiezingen van april 1976, daarin (clandestien) gesteund met geld van van haar zusterpartij, de SPD in Duitsland. Misschien herinner je je die reportage van `Andere Tijden´ nog, waarin o.a. naar voren komt dat Harry van den Bergh (PVDA) diverse keren met koffertjes vol bankbiljetten naar Lissabon vloog.
Daarnaar gevraagd door de makers van de reportage, ontkende noch bevestigde Soares dat hij wist dat dat geld van de Amerikaanse CIA afkomstig was (Van den Bergh wist het in ieder geval niet).

het befaamde televisiedebat met Álvaro Cunhal

De `Westerse wereld´ was in die tijd bijzonder bezorgd dat Portugal (NATO-lid) een communistische staat zou worden. De communistische partij (PCP) had ten tijde van de Anjerrevolutie al een goed georganiseerd netwerk en genoot de steun van een groot deel van de - revolutionaire (MFA) - strijdkrachten. Een rechts alternatief bestond er op dat moment niet, zodat - met name - de VS ervoor kozen om de PS van Mário Soares te steunen. De socialisten wonnen (de mislukte staatsgreep van november 1975 en het beroemde debat tussen Soares en Cunhal: "U bent van plan om in Portugal een communistische dictatuur te vestigen", zullen daar zeker toe hebben bijgedragen) op 25 april 1976 de verkiezingen en de communisten hadden het nakijken.

Soares werd premier van de eerst constitutionele regering (I) van Portugal (1976-`78), wat hij nog eens herhaalde in 1978 (II) en tussen 1983-`85). In die periode verkeerde de - jonge en onervaren - staat Portugal diverse malen in geldnood en moest het IMF om hulp gevraagd worden. Maar de dekolonisatie (voorwaarde voor toetreding tot de EEG) was in gang gezet, er moest huisvesting en werk worden geboden aan meer dan een half miljoen `immigranten´ die tussen ´74 en ´75 naar Portugal kwamen, er moest hoognodig geïnvesteerd worden in onderwijs, alfabetisering (Salazar hield het volk bewust dom), een gezondheidszorg worden opgezet en noem maar op...

president van Portugal

Van 1986 tot ´96 Mário Soares president van Portugal (een president voor alle Portugezen, zoals hij zichzelf graag zag). Zijn eerste mandaat won hij nipt. Velen hadden hem de dekolonisering niet vergeven. Het tweede presidentsmandaat won hij met 75% van de stemmen. Een unicum. In die tijd was hij een groot voorvechter van de toetreding van Portugal tot de EU en had hij te kampen met twee opvolgende provinciaal-kneuterige en cultuurloos-rechtse regeringen van zijn politieke tegenstander Ánibal Cavaco Silva (1985- ´95).

Na zijn presidentschap stond Soares aan het hoofd van verschillende (inter)nationale organisaties, zoals de Onafhankelijke Wereldcommissie voor de Oceanen en de Stichting Portugal-Afrika en van 1999 tot 2004 was hij afgevaardigde in het Europese Parlement. De verkiezing tot voorzitter daarvan verloor hij van Nicole Fontaine.
In 2005 stelde hij zich op 88jarige leeftijd - tot bijna ieders verbazing - nog eens kandidaat voor het presidentschap van Portugal. Cavaco Silva had er toen één mandaat opzitten. De algemene mening hierover is dat hij dit alleen deed om te voorkomen dat zijn partijgenoot en toenmalig premier José Socrates de officiële kandidaat van de socialisten, Manuel Alegre, zou moeten steunen. Soares en Alegre (voormalige vrienden en partijgenoten van het eerste uur) hadden in die tijd grote ideologische en persoonlijke geschillen, die gelukkig een paar jaar geleden werden bijgelegd. Gevolg was wel dat Cavaco Silva voor de tweede keer de presidentsverkiezingen won en de SP met lege handen stond.

2015 na een bezoek aan José Socrates in de gevangenis

In 2007 werd Mário Soares benoemd tot voorzitter van de Commissie voor Vrijheid van Religie en tot aan zijn dood was hij betrokken bij het International Ocean Institute. Uit de politiek had hij zich al enige tijd teruggetrokken, maar via interviews, waarin hij o.a. kenbaar maakte overtuigd te zijn van de onschuld van José Socrates met betrekking tot de aanklachten wegens corruptie en belastingontduiking en waarin hij zijn teleurstelling uitte over de ontwikkelingen van het `Project Europa´ en zijn ongenoegen met het mandaat van Hollande liet hij horen, dat hij nog steeds `alive and kicking´ was.

Op 13 december 2016 moest hij het opgeven. Mário Soares werd opgenomen in het ziekenhuis en raakte in een coma, waaruit hij tot zijn overlijden op 7 januari niet meer ontwaakte. Op dezelfde dag werd een periode van drie dagen van nationale rouw afgekondigd. Na zijn crematie werd afgelopen dinsdag een baar met zijn as per auto, met paarden en op de schouders langs verschillende, voor hem, belangrijke punten in Lissabon gevoerd (Ik moest even denken aan Fidel Castro), zoals zijn huis, het Colégio Moderno en de parlementsgebouwen, waarna hij werd opgebaard in de refter van het klooster dos Jerónimos aan de Taag. Duizenden mensen stonden langs de afscheidsroute. Er werden rode anjers op de baar geworpen en je hoorde `Soares é fixe´, Soares is koel. Natuurlijk waren er talloze toespraken van talloze hoge heren, elegieën en ceremoniële geweerschoten en de baar werd bezocht door vele buitenlandse politici en (ex)leiders. Maar het meest ontroerende was toch die invalide vrouw die vanaf  ´s morgens vroeg in het winderige Belém stond te wachten om haar rode anjer op de baar te mogen werpen.      


file voor het afscheid in Jerónimos
 
             

  

donderdag 5 januari 2017

Bijzonder Portugees 35. Janeiras

Als je Portugal een beetje kent, weet je dat het een land is van tradities en niet in het minst van muzikale: de fado, `de cantares alentejanos´, de liedjes ter gelegenheid van de `magusto´, het kastanjefeest en alle lokale volksmuziek waarop gedanst en gezongen wordt. Een Portugees zingt meer in een jaar dan de gemiddelde Nederlander in zijn hele leven. Maar kende je de `Janeiras´ al, de liederen die ter gelegenheid van het nieuwe jaar gezongen worden in vriendenclubs, op scholen in `tunas´, muziekverenigingen en allerlei ander groepsverband? Het is een oude traditie, die niet alleen in ere wordt gehouden, maar waaraan de laatste jaren zelfs steeds meer mensen lijken mee te doen.

 
1 januari 2017, Fandinhães
 

`As Janeiras´, wat zoiets als de `januarigiften´ betekent, werden in vroeger tijden door groepen arme (land)arbeiders ( wat je in Portugal - en grote delen van Europa - tot nog maar kort geleden een pleonasme zou kunnen noemen) aan de poorten van de adel en de rijkere boeren gezongen. Met deze eenvoudige liederen (vergelijk met die van het Nederlandse Sint Maarten) werd het nieuws van de geboorte van het kerstkind aangekondigd en iedereen een goed nieuw jaar gewenst. De bedoeling was natuurlijk om de restjes van de kerstmaaltijd van fortuinlijker dorps- en stadsgenoten af te bietsen.
Hoewel de adel bij die bedelzangen beslist niet werden overgeslagen, waren er toch veel `Janeiras´ waarvan de tekst op het volgende neerkwam (bron Wikipédia):

`As Janeiras não se cantam           ´De Janeiras zing je niet
Não se cantam as fidalgos                Nee, die zing je niet voor de heren van adel
Cantam-se aos lavradores                Je zingt ze voor de boeren
que são homens mais honrados´    Dat zijn eervoller mannen´ 

(omstreeks 1900, Vila Real) 

Een kleine wraakneming voor weer een jaar van honger, vernederingen en ander armenleed?


Er wordt wel geopperd dat het zingen van de `Janeiras´ en het ophalen van van giften aan de deuren van de rijken is voortgekomen uit voor-christelijke nieuwjaarsriten waarin de goden om een goede oogst werd verzocht. Maar daar is geen wetenschappelijk grondslag voor.

Volgens de traditie vormen vrienden of buren groepen, die - nadat de liedteksten zijn uitgedeeld, de huizen in de buurt bezoeken. Soms wordt er gezongen met begeleiding van folkloristische instrumenten zoals `bombos´ (trommels), `pandeiretas´ (tamboerijnen), fluiten of gitaren. Je kunt het zo mooi maken als je zelf wilt. Als de groep uitgezongen is, wacht men tot de huiseigenaar de `Janeiras´ komt brengen. Traditioneel zijn o.a. dit kastanjes, noten, appelen, chouriço en morcela (Portugese worst), maar tegenwoordig geeft men voornamelijk chocolade en geld (om wijn van te kopen).

                                          https://www.youtube.com/watch?v=ur-EeoruGsc

De giften worden na afloop onder de zangers verdeeld, of men zet zich aan een gemeenschappelijke dis.
Vroeger werden de `Janeiras´ tussen kerstmis en het driekoningenfeest gezongen. Tegenwoordig zingt men de `Janeiras´ in de hele maand januari, buiten, in gemeentelijke auditoria en clubhuizen, maar vooral ook op scholen. Toen mijn zoontje een jaar in Marco de Canaveses op school zat, kregen mijn vrouw en ik een uitnodiging om de `Janeiras´ te komen beluisteren. Alle kinderen waren op het schoolplein verzameld en stonden uit volle borst `Boas festas, boas festas´ (prettige feestdagen) te zingen. Ik verstond `bolos secos´, wat droge taarten - misschien overgebleven van de kerstmaal? - betekent. Dat werd een familiegrap.

                                         https://www.youtube.com/watch?v=U0Fooilq4qc
                                                       `Natal dos simples´, José Afonso

De beroemdste `Janeiras´ zijn van de hand van de legendarische Portugese zanger en componist José Afonso (1929-1987): `Natal dos simples´ (Kerst van de gewone man), beter bekend als `Vamos cantar as janeiras´ (Laten we de `Janeiras´ gaan zingen), dat - hoewel geen traditioneel Portugees lied - bijna iedereen kent en niet vaak op de `Janeirasplaylist´ ontbreekt.