donderdag 25 oktober 2018

Stad en land 20. Bolhão, de markt staat in de steigers

`Hé hé, eindelijk´, dacht ik, toen ik over het nieuwste renovatie/restauratieplan voor de markt van Bolhão in Porto las: `Maar eerst zien, dan geloven. Portugal is kampioen in de politiek van het aankondigen - liefst met veel bombarie - van werken en maatregelen die uiteindelijk in een la van de bureaucratie verdrinken.´ Maar dit keer was het menens en, zoals je van de huidige burgemeester Rui Moreira kunt verwachten: Een strak plan met respect voor de historische en culturele waarde van het gebouw, respect voor de functie ervan: versmarkt van groente, fruit, vlees en vis voor het omliggende stadsdeel en - niet in de laatste plaats - respect voor de kooplieden, die vaak al generatieslang hun waren op de markt aanboden. Er werden contracten gesloten met degene die over twee jaar - wanneer het project klaar moet zijn - op de markt willen terugkeren en de hele ambulante handel kreeg een tijdelijk onderkomen in de enorme kelder van het winkelcentrum `La Vie´, op nog geen 200 meter afstand van Bolhão.


`virtueel´ opgeknapt

In april 2015 presenteerden B &W. van Porto het definitieve project voor de restauratie van de markt.
Intussen was al individueel met alle markthouders een gesproken: ze konden kiezen tussen voortzetting van hun onderneming over twee jaar in het vernieuwde Bolhão - met een tijdelijke verplaatsing voor die tijd naar een andere plek - , overdragen van de marktplek aan een opvolger, of  stoppen met een schadevergoeding. Veel verkoopsters en verkopers zijn al dik boven de zestig en voor een aantal, zoals `Olguinha´ die al 52 jaar op de markt verkoopt, duurt die twee jaar te lang. 
Uiteindelijk kozen 68 van de meer dan 100 kooplieden voor voortzetting van de handel, waarbij een aantal van branche veranderen.

Tijdelijke installaties in `La Vie´. op de voorgrond president en burgemeester

Drie maanden na de verplaatsing - voor twee jaar - van de markt naar `Centro commercial La Vie´ gaat de zaak een beetje lopen. `Er verschijnen elke dag meer klanten´ en `Als het zo doorgaat, houden we die twee jaar wel uit´ zeggen marktverkopers in een interview met de Portuense krant `Jornal de Noticias´. `Het ontbrak in het begin een beetje aan publiciteit, zodat mensen de weg naar ons nog niet wisten´. Maar daar is intussen hard aan gewerkt: Er verscheen een gigantisch blauw dekzeil rondom het oude gebouw met pijlen richting nieuwe locatie en elke standwerker kreeg 30 zakken met reclame-artikelen, van flyers en waaiers voor warme dagen tot spaarkaarten, en dat blijkt te helpen: `Ze komen nu zelfs uit de sportschool om verse vis te kopen´.


Al in 1984, toevallig het jaar dat ik voor het eerst met de markt kennis maakte, werd geconstateerd dat Bolhão ernstige bouwkundige gebreken begon te vertonen. Begin jaren ´90 werd een internationale wedstrijd uitgeschreven voor een architectuurproject, gejureerd door de architectuur faculteit van de universiteit van Porto en de bekende Portugese architect Álvaro Siza Vieira. Met unanimiteit van stemmen werd het project van Joaquim Massena gekozen. Deze installeerde een kantoortje in de markt om uitgebreid kennis te nemen van de manier waarop de markt gebruikt werd.
Allemaal tevergeefs, want hoewel Bolhão in 1997 op de monumentenlijst terecht kwam en in 1998 de uitvoering ervan door alle bevoegde instanties was goedgekeurd, ging het project niet door:
B&W van Porto namen steeds meer afstand van het project, omdat het achterhaald en economisch niet haalbaar zou zijn.

Intussen vielen er met regelmaat brokken steen en pleisterwerk naar beneden. Er moest hier en daar gestut en provisorisch gerepareerd worden en delen van de markt moesten worden afgesloten. Bolhão ging zichtbaar achteruit. Zag die uil van een Rui Rio (burgemeester van Porto van 2002 -2013, huidig partijleider van de PSD, zoiets als de Nederlandse VVD) nou niet dat nu juist die levendige en kleurrijke markt van Bolhão een belangrijk cultureel erfgoed en een van de belangrijkste toeristische attracties van de stad was! Ik kon me er toen al kwaad over maken.

zo was het...

En zo belandden we in het tijdperk van het neo-liberalisme. Gedragen door modewoorden als no-nonsense, marktwerking en privatisering begon de grote uitverkoop van eigendommen, diensten en bedrijven -  liefst strategische - van stad en staat. Ook Bolhão leek er niet aan te ontkomen: B&W van burgemeester Rio schreven in 2006 opnieuw een internationale wedstrijd uit, dit keer voor ondernemers met een project voor de verbouwing en exploratie van de mark, waarbij het gebouw aan de winnaar ter exploratie zou worden overgedragen voor 70(!) jaar. De winnaar, de (Nederlandse) onderneming Tram-CroNe, maakte bekend dat het hele inwendige van Bolhão gesloopt diende te worden om het rendabel te maken. De traditionele markt zou moeten plaatsmaken voor een winkelcentrum met supermarkt en een aantal luxe appartementen. Slechts 3% van het gebouw zou overblijven voor de marktverkopers. De rest moest maar uit vissen gaan.

Een storm van protest barstte los. Er werd een petitie met 50.000 handtekeningen bij het Parlement ingediend. Kamervragen gesteld, juridische acties tegen het project ondernomen en er was een grote culturele manifestatie in de vorm van een symbolische blokkade met hulp van solidaire artiesten rond om Bolhão. Het was duidelijk dat de inwoners van Porto niets voor de sloop van `hun´ markt - nota bene ook nog eens een monument - voelden.
Toch werd het contract door de - rechtse - meerderheid van de gemeenteraad goedgekeurd.
Maar er kwamen strubbelingen: TramCro hield zich niet aan de precontractuele voorwaarden, onder andere met betrekking tot de plaatsvervangende ruimte voor de marktkooplieden.
Een nieuw plan in 2011, in samenwerking met het ministerie van cultuur, ging uiteindelijk niet door, omdat burgemeester Rui Rio geen 20 miljoen wenste te investeren in Bolhaõ zonder een substantiële bijdrage van de EU.

                                                     de beelde spreken voor zich
                                         https://www.youtube.com/watch?v=ZSm2TLjJ_H4

In 2013 werd Rui Moreira, onafhankelijk kandidaat, als burgemeester van Porto gekozen. een Portuense ondernemer, met een passie voor `zijn´ stad. En in 2015 kwam er eindelijk een serieus plan op tafel, geheel voor eigen rekening van Porto. Een plan waarbij de `begane grond´ bestemd is voor de traditionele markt en de galerijverdieping voor horeca. De markt wordt overdekt en de kramen met sanitaire voorzieningen - met name voor de verkoop van vlees en vis - aangepast aan de moderne hygiënische normen. Plaats voor laden en lossen en opslag wordt gecreëerd in de kelderverdieping. Daarvoor moest de ondergrondse waterstroom, waaraan Bolhão zijn naam te danken heeft gekanaliseerd en afgesloten worden. Voor zover bekend is dat inmiddels gebeurd.
Voor de uitvoering van het werk werd gegund aan een consortium van acht gespecialiseerde aannemers die het in 720 dagen klaar moeten zien te krijgen. Ik ben benieuwd!

Bolhão voor 1910

Korte geschiedenis van Bolhão

In 1839 kocht de het gemeentebestuur van de stad Porto een modderig terrein, bijna een moeras, van de kerk om er een marktplein op te maken. Het veld werd doorsneden door een ondergrondse waterloop die zo´n beetje in het midden een toeloop, `bolha´,  van water veroorzaakte. Vandaar de naam `Bolhão´.
Een paar jaar later werd de boel een beetje opgeknapt: Er werden opritten aangelegd en er verschenen houten barakken op het centrale deel van de markt.
In het begin van de 20e eeuw besloot het gemeentebestuur dat er - buiten de `burgo´, het (nog maar gedeeltelijk) ommuurde deel van de stad een nieuwe `vers´markt moest komen, die met het oog op de toekomstige stadsuitbreidingen de voedselvoorziening moest waarborgen.
Na een eerder afgewezen project, dat te duur werd bevonden door de gemeenteraad, werd in 1914 het huidige gebouw naar een ontwerp van architect Casimiro Barbosa. Door het gebruik van metaalconstructies, gewapend beton en granieten steenhouwwerk, was het gebouw zijn tijd vooruit.
In de jaren ´40 werd de galerijverdieping aangelegd, die het mogelijk maakte om het gebouw op twee verschillende straatniveaus binnen te komen.



donderdag 4 oktober 2018

Van de boerderette 47. Oktober

`Quem vai ao mar, perde o lugar e quem vai ao vento perde o assento´: Wie naar zee gaat, verliest zijn plek en wie met de wind gaat verliest zijn zitplaats, zegt een bekend Portugees spreekwoord over de stoelendans van het leven. En dat geeft zo´n beetje het gevoel weer waarmee ik de maand oktober inga, na een wat slome zomer met weinig ontmoetingen, karige bloglust en - wellicht mede daardoor - schaarse berichten uit het vaderland. `Niet op het net, niet onder de pet´, lijkt het lemma van deze verlichte tijden. Een zomer waaraan maar geen einde lijkt te komen, die zelfs nostalgie oproept naar een regenachtig Nederland: `Wat voor weer zou het zijn in Den Haag´, een lied van Annie M.G. Schmidt en Harrie Bannink, gezongen door Connie Stuart in 1966. Over het Zaanlandse dorp waar ik vandaan kom is nooit een dergelijk lied geschreven, maar het regent er even vaak.


                                        https://www.youtube.com/watch?v=4ayYAwy-Wnw

Een kalme zomer, tot nu toe zonder bosbranden van betekenis in de buurt. Wel was er in het begin van de zomer die grote in Monchique, waarbij 27.000 hectaren bos werden verslonden. Veel schade aan huizen en have, maar gelukkig geen doden dit keer.
Een ongekend rustige augustusmaand zonder het gebruikelijke geknal van 8 uur ´s morgens tot diep in de nacht. Het afsteken van vuurwerk was vanwege hitte en droogte bijna de hele maand verboden.
En al meer dan twee maanden elke dag lunchen en dineren op de veranda, hoewel we het toetje de laatste week naar binnen moeten schrokken, om voor het donker klaar te zijn. Kom daar maar eens om in Nederland!

Juli was koud en nat. De roodstaartzwaluwen repareerden nog wel het gat dat de jongen vorige zomer in het nest hadden gepikt, toen ze daarbinnen zowat stikten van de hitte, maar zochten daarna lager oorden op. Er waren hierboven niet genoeg insecten om een nest jongen te voeden. Ze kwamen nog wel regelmatig even buurten met de kinderen: `Kijk jongens, hier hebben pa en moe nog gewoond. Misschien wat voor de kleinkinderen volgend jaar, mochten wij niet meer terug komen van de grote reis? Aardige mensen, doen geen vlieg kwaad. Dat doen wij wel voor ze haha tsjiep tsiep. En het ruikt er altijd zo lekker naar tomatensoep- geef mij maar een zwerm muggen hoor - maar die geur geeft zo'n gevoel van thuis! Die poes is een sukkel, maar pas op met de kater. Da´s een gluiperd!´ Ik las laatst dat wetenschappelijk onderzoek heeft uitgemaakt dat het gedrag van dieren veel meer op cultuur (aangeleerd dus) berust dan tot nu toe werd aangenomen. Alleen met instinct bakt het grootste deel van het dierenrijk er niks van. Aan die ark van Noach (of dat ruimteschip van Musk) heb je dus niks als het gaat om het redden van de soorten.

okra!

Ook de wielewaal, waarover ik zo enthousiast schreef in het voorjaar (Van de boerderette 44), liet het verder afweten. Behalve perziken en appels was er bijna geen fruit te pikken De vruchtbeginselen van kersen, pruimen en noten waren in juni al al door regen en hagel van de bomen gerukt en onze bosbessen had ik door een tent van gaas onbereikbaar gemaakt voor de fruitdieven. Het arme dier kon toch moeilijk op een tak gaan zitten dudeljoën tot het rijpen van de vijgen in september.

met kratten tegelijk

Door die koude juli waren tomaten pas begin september rijp, maar toen kwamen ze met kratten tegelijk. Als je niet van tomatensoep houdt, kun je in deze periode beter een tijdje ergens anders gaan logeren. Wij eten dagelijks diepe borden vol met chouriço of bieslook.
Omdat de middagtemperatuur ook in september steeds dik boven de 30 graden Celsius bleef, hadden we dit jaar voor het eerst een flinke okra-oogst (lekker in een curry met kip) en ook de (baby)watermeloenen en de spontane netmeloenen naast de composthoop zijn bijna rijp. De zomers worden steeds langer en heter

tomatensoep

Misschien wel de beste actie van deze zomer was de verandering van communicatieleverancier. Zaten we in de eerste helft van het jaar weer verschillende keren dagen- of zelfs een week lang zonder telefoon en internet, omdat ijzel, onweer of ander ongerief dat de telefoonkabel (ADSL) onklaar maakte, de nieuwe firma levert alles per satelliet. En zolang die niet uit de lucht valt (of de schotel van het dak) kan ons niets meer gebeuren.

snetmeloenen naast de composthoop

De Portugeest heeft zin in het komend seizoen. Er is weer genoeg te melden - de la is overvol en er ligt een halve meter krantenknipsels op de kast - en - zoals de jongens van `De Dijk´ op hun cd `De Blauwe Schuit´ (1994) zingen:

`Het vuur moet blijven branden
En de hoop mag niet vergaan
En de geest moet kunnen waaien
Want de vonk kan overslaan.

Een mooi motto om maandagochtend je boterham voor de lunch mee te smeren.



donderdag 27 september 2018

Portugal maakt het 12. Surfsteden in Portugal

Het is alweer bijna twee jaar geleden dat ik over surf in Portugal schreef onder de titel: `De hoogste golf ter wereld´ - tot mijn verbazing - een van de meest gelezen posts van deze blog. Intussen is er hier een ware surfboom los gebarsten. Schreef ik in 2016 over Matosinhos met 6 surfscholen, nu zijn het er al 16 en er zijn zelfs 2 surfhotels. Vanaf Viana de Castelo in het noorden tot Sines, ja zelfs in Lagos, in het zuiden vormt zich een keten van surf cities langs de Portugese kust, met een grote variëteit in golven (Van een metertje of twee in voor Matosinhos, tot de hoogte van een volwassen torenflat in Nazaré) en zelfs in klimaat en cultuur. Gastvrijheid en lekker eten vind je er altijd en nu zelfs de World Surf Liga (WSL) komend jaar haar hoofdvestiging van Biarritz naar Lissabon gaat verplaatsen, staat Portugal definitief als eerste Europese surfbestemming op de kaart. 


Surf Cities (bron Jornal de Notícias)

Je Portugeest zie je niet op zo'n plankje: Veel te wiebel op die woeste golven en, zoals zijn grootvader van vaderskant - een groot filosoof - altijd zei: `Een ouwe aap kun je geen kunstjes leren´.
Maar hij mag graag kijken naar dat gesurf, tijdens een wandeling langs het strand van Matosinhos of Espinho, of in zijn luie stoel voor de buis. Jammer dat het leeuwendeel van het sportieve nieuws over voetbal gaat - en dan nog niet eens over het spelletje, maar over geldzaken, machtsvertoon en schandalen die daar betrekking op hebben - een sport die de Portugeest nooit echt heeft kunnen boeien. Maar nu zich een generatie van - aankomende - Portugese surfkampioenen, die meedoen aan de grote internationale wedstrijden, aan het vormen is, zijn zelfs de Portugese media wel verplicht om wat van hun voetbalzendtijd voor de surfsport in te ruilen.


Het jaar begon spannend. In januari leek het erop dat Hugo Vau met het berijden van een golf van 35 meter in `het kanon van Nazaré´ kampioen `hoogste golf´ McNamara (23 meter en nog een beetje) had verslagen, maar de officiële bevestiging kwam maar niet af. Uiteindelijk bleek de recordpoging niet volgens de reglementen vastgelegd. Vau (40) zat er niet mee: `Zo lang ik maar kan genieten van surf en de vriendschap van mijn medesurfers ben ik dik tevreden´
Maar in april van dit jaar maakte de World Surf Liga bekend dat de Braziliaanse surfer Rodrigo Koxa op 8 november 2017 in Nazaré´ een golf van 24,38 had bedwongen en daarmee de nieuwe wereldkampioen `Quicksilver XXL Biggest Wave´ werd.
Kennelijk zitten er aan het officieel vastleggen van de hoogte van golven nogal wat haken en ogen:
McNamara stond jarenlang bekend als wereldkampioen (2011) met een golf van 28 meter hoogte...

Rodrigo Koxa

Maar het gaat natuurlijk niet alleen maar om die hoogste golf. Voor veel - beginnende - surfers is het al een hele kick om op die plank te blijven op wat minder hoge jongens, of om een zo lang mogelijke golf te rijden (Figueira da Foz), persoonlijk duur en snelheidsrecords te vestigen.
Ook voor afgeleide sporten, zoals kitesurf (Viana do Castelo) of windsurf (Esposende) is volop gelegenheid langs de 984 kilometer lange kust van het vasteland van Portugal.
En wil je je ecologische voetafdruk niet vergroten met nog weer zo'n aardolieproduct: Ik las kort geleden dat er inmiddels een 100% ecologische surfplank is ontworpen door designer Rúben Verdadeiro, die onder de naam ecoPro op de Portugese markt is verschenen, maar ook al in de VS en Australië te koop is.

ecologische surfplank

Surf is een duurzame en milieuvriendelijke vorm van toerisme, maar natuurlijk ook een geweldige bron van inkomsten en werkgelegenheid voor - met name - de lokale economie. Surfscholen, -winkels en zelfs surfhotels rijzen als champignonnetjes uit de grond. En de sportieve dames en heren lusten natuurlijk wel een drankje en een hapje na een dag vol zon, wind en zeezout.

surfschool in Matosinhos

 Soms botsen de lokale economische belangen met die vervelende wereld van industrie en export.
Zoals in Matasinhos met haar 16 surfscholen: De haven van Leixões - zeg maar de haven van Porto -
wil meer en grotere (container)zeeschepen ontvangen. De strekdam in zee, die voor een veilige binnenkomst van die schepen moet zorgen, dient daarvoor met 300 meter verlengd te worden.
De pest voor die mooie, kalme golven, waarop al zoveel beginnende surfers voor het eerst het zeegat kozen.
Men is bang om `de parel van Europa´ op surfgebied te verliezen en er is dan ook veel protest, ook van delokale overheden die inmiddels samen een vuist maken. Maar of de 20 miljoen die lokaal aan de surfsport wordt verdiend en de gepresenteerde negatieve consequenties voor het milieu enig tegenwicht vormen op de balans van de nationale economische belangen is zeer de vraag.
We hopen er het beste van.
 


    

zaterdag 4 augustus 2018

Van de boerderette 46. Ros ´m in de rondte

`Ros ´m in de rondte!´, brulde hij, kennelijk geïnspireerd door het rijkelijk vloeiend bier, iedere keer als er weer een slinger aan het rad werd gegeven (Buurman bootbewoner moest die nacht maar op het dek slapen. Zijn vrouw liet hem niet in de roef). Het werd een gevleugelde uitdrukking binnen de vriendenkring die aanwezig was op het afscheidsfeest van onze goede vriend - de eerste - die voorgoed naar Portugal verhuisde. Een feest met schone afscheidsliederen, een vaatje haring om de dorst op te wekken en vele vaten koel bier om die weer te laven. En tot slot was daar dat rad van avontuur, waarmee overbodig huisraad van de vertrekkende vriend werd verloot.



`Ros ´m in de rondte´, dacht ik toen ik het machien zag, dat achter de tractor van C hing en waarmee hij de metershoge bremstruiken op de berg te lijf zou gaan. Op zo´n moment mis je je vrienden: Hoe zou je zo´n verhaal in het Portugees moeten uitleggen?
Het apparaat bestond uit een soort van slede, waarvan de glijders met staalplaten waren versterkt, met in het midden daaronder een wiel waaraan drie stukken zware ijzeren ketting waren bevestigd. Dat rad werd door de tractormotor aangedreven via een drijfstang met een haakse koppeling.

de eerte nauwe doorgang

C begon achteruitrijdend een smalle gang door het brembos te breken. Een oorverdovend lawaai van krakend hout en op de rotsen ketsende ketting. Uit de achterkant van de slede kwam een mengsel van in kleine stukjes gebroken bremstammen en een soort spinazie van de jonge takken en bladeren. Je moest oppassen om niet recht achter de slede te lopen: stukken hout en stenen suisden voorbij.
De doorgang werd aan beide zijden steeds breder. Tot mijn blijde verbazing wist C handig jonge eiken en dennen te ontwijken. Daar moest ik later met de motormaaier maar wat dichter omheen maaien.


De bedoeling was om een brede brandgang te maken, die mijn aangeplante bos van de eindeloze bremvlakte op de berg moest scheiden en een natuurbrand uit de richting van Paredes de Viadores zou kunnen stoppen. Als er niet teveel wind stond natuurlijk... 
Na drie uur vonden we het allebei wel even genoeg: C had niet veel diesel meer in de tank en ik moest aan de huishoudportemonnee denken: 30 Euro per uur is voor Nederlandse begrippen wellicht een schijntje, maar afgemeten aan een Portugees inkomen, toch wel een uitgave om rekening mee te houden.

er ontstaat al een flinke open vlakte

In die drie uur had C een open vlakte van zo´n 50 bij 60 meter uitgebroken. Zelfs onze enige grote  kurkeik stond weer vrij. Over een week of twee - maar eerst een buitje! - breiden we de doorgang naar boven en naar links - boven het bos - nog uit. 
Waarom had niemand me eerder verteld over het gemak van dat machien? Met een motormaaier komt er geen eind aan zo´n operatie - om nog maar te zwijgen over de enorme hoeveelheden mengsmering en maaibladen die je er doorheen draait.

de kurkeik komt vrij

Intussen meten we historische buitentemperaturen (tot 44 graden Celsius) en is het zelfs in ons dubbel geïsoleerde huis haast niet meer om te harden, maar vanaf dinsdag wordt het koeler en kunnen we er misschien weer tegenaan:
Ros ´m in de rondte!  


maandag 2 juli 2018

Van de boerderette 45. Pijlriet kappen

Het is warm en klam. Al drie dagen trekken onweersbuien over (of is het steeds dezelfde bui?). Gerommel in de verte en dan weer dichtbij. In Lamego en Resende (daaag kersen) regende het zo hard dat het water huizen en winkels binnenliep, maar aan deze kant van de rivier wordt je er precies nat van. Zomerregen. Maar we hadden het afgesproken en M. kon die dag een busje met laadbak lenen, dus om kwart over zes stond ik naast mijn bed. Mijn zoon, die mee zou gaan om foto's te maken, liet ik maar slapen. Waarom moest die ook een nat pak oplopen...


Het busje, dat kennelijk al een rijk en gevarieerd leven achter de rug had, stond op een aannemerswerf in Sande. Voor we konden wegrijden, moest er eerst een paar liter water in de radiateur, maar het startte zonder kuchen en nadat M. met een steen de handrem had losgeslagen, daalden we moeiteloos via kronkelweggetjes, die nauwelijks breder waren dan de automobiel, af naar het strandje van Penha Longa aan de Douro.


Aan de rand van een geasfalteerd parkeerterrein begon het rietbos. M. kapte de hoge stengels los met een scherpgeslepen hak. Ik trok ze op het parkeerterrein en legde ze met de top richting rivier, zodat we later de punten en bladeren gemakkelijk konden opruimen. Het miezerde maar door. We probeerden het met oliejassen, maar het was zwaar werk en door het transpireren werden we net zo nat als van de regen, Dan nog liever gewoon nat regenen. Koud was het niet.


Op het strandje beneden ons was een aannemersbedrijf bezig om de toegangsweg en de picknickplek op orde te brengen voor de zomer. De gemeente-opzichter die langskwam om te kijken hoe het werk vorderde zei: "Neem ze allemaal maar mee. Ruimt lekker op." Hij had gelijk. Pijlriet, Cana-do-reino in het Portugees, is een plaag, een invasieve plant die zich razendsnel via zijn wortelstokken verspreidt. Het zaad, boven in de pluimen, is  - net als dat van de hedendaagse Homo europaeus - niet erg kiemkrachtig. De stengels worden vier tot zes meter hoog (onder ideale omstandigheden zelfs wel tien).


De geleerden zijn het er nog niet over eens of pijlriet oorspronkelijk uit Oost-Azië, India of het Middellandse Zeegebied afkomstig is, maar in Egypte en rond de Middellandse Zee werd het in de oudheid al gecultiveerd, o.a. om er hengels, wandelstokken en papier van te maken. In de 19e eeuw werd het riet in Californië ingevoerd, vanwaar het zich in rap tempo over de Verenigde Staten verspreidde. Het wordt daar nu bestreden als een van de honderd meest schadelijke invasieve soorten ter wereld. Hoewel de plant een ideaal middel tegen winderosie lijkt te zijn, is hij, eenmaal gevestigd, niet meer weg te slaan. Bovendien is het een waterslokop die de grond uitdroogt.


Toen we vonden dat we genoeg staken hadden, verwijderden we met hakmessen de bladeren, sloegen de toppen er van af tot ze zo'n drieënhalve meter lang waren en maakten er draagbare bossen van. M. bond ze vast in de laadbak en ik veegde de troep van het parkeerterrein
We hadden weer genoeg bonenstaken, plantensteunen en stokken voor de gaastenten om bosbessen kruisbessen tegen de vogels te beschermen.
De rietstengels zijn ongeveer twee jaar bruikbaar. Daarna worden ze poreus en breekbaar en mogen ze - in stukjes gebroken - nog een keer meedoen als aanmaakhoutjes voor de houtkachel.