zondag 4 oktober 2020

Van funk tot fado 22. Lina_Raül Refree: Amália


Met dank aan de trouwe lezers publiceert de Portugeest vandaag zijn tweehonderdste editie. En om het te vieren natuurlijk een muzikale:


Op 23 juli j.l. was het 100 jaar geleden dat Amália Rodrigues werd geboren. En dat wordt tot aan het einde van het jaar gevierd met concerten, films, documentaires en andere culturele evenementen. Op de dag zelf was er in het museu do fado een concert van thema´s die Amália heeft gezongen met o.a. Camané en Ana Moura en de première van een nieuwe, onthullende documentaire over de grootste fado-zangeres die Portugal ooit heeft gekend. Er zullen dit jaar ongetwijfeld veel nieuwe cd´s met vertolkingen van fado´s van Amália door goede en minder begaafde `fadistas´ op de markt verschijnen. Nogal voorspelbaar allemaal en wat mij betreft weinig interessant. Maar er is één huiveringwekkende uitzondering: Het album dat al in januari van dit jaar door Lina en Raül Refree werd uitgebracht.   


De meeste thema´s van de (bijna) gelijknamige cd `Lina_Raül Refree´ (Glitterbeat Records), had ik eind vorig jaar al beluisterd. Ik was er erg van onder de indruk, maar de release van de cd was uitgesteld tot 2020 en toen in maart de pandemie uitbrak, dacht ik dat het er voorlopig niet van zou komen. Pas toen op het televisiejournaal het `Amália-jaar´ werd aangekondigd, keek ik weer eens op Youtube. Was de cd stiekem toch in januari verschenen en inmiddels genomineerd voor de Franse prijs `Victoires du Jazz´. In Portugal hoor je er weinig over: Veel te onorthodox voor de fado-puristen en waarschijnlijk te ontoegankelijk voor het grote publiek.   


Het was in de gerenommeerde `Clube de Fado´ in Lissabon, dat de Spaanse muzikant en producer Raül Refree Lina Rodrigues hoorde zingen en verliefd werd op haar stem: Hij moést iets met haar samen doen.
Lina was wel in voor een nieuwe uitdaging en korte tijd later ontmoetten zij elkaar in een oefenruimte, waar geen Portugese of Spaanse gitaar te vinden was, maar die volstond met vintage Arp en Moog synthesizers, Roland´s en Oberheim´s en zelfs een `gewone´ piano. Daar bracht Refree de muziek van de fado terug tot een analoge essentie, die slechts bedoeld was om de oprechte emotie van de zang van Lina te ondersteunen of te benadrukken.

De ervaren fadista Lina Rodrigues (nee, geen familie) `studeerde´ en zong meer dan tien jaar de fado´s van Amália Rodrigues, maar ook het lyrische lied. Ze weet heel goed wat ze met haar stem kan uitdrukken. Ze koos twaalf fado´s uit het enorme repertoire van Amália, vooral de meest donkere (Do you want it darker? en melancholische, zoals Cuidei que tinha morrida, Barco negro, Destino, Gaivota en Medo.

De arrangementen van Raül Refree, die een indrukwekkende carrière als muzikant, arrangeur en producent in de experimentele pop, jazz en wereldmuziek op zijn naam heeft staan, geven een heel andere dimensie aan de fado: Zonder het getingel van al die snaren van de Portugese gitaar geven die - als je dat zo zou kunnen zeggen - een geloofwaardiger uitdrukking van de menselijke emotie in de 21e eeuw.  

Ter vergelijking twee versies van `Cuidei que tinha morrida´, een gedicht van Pedro Homem De Mello op muziek van Alain Oulman, dat gaat over een vrouw aan wie haar bestaansreden, haar liefde is  ontnomen. Zij buigt zich voorover aan een beek en ziet in het maanlicht de weerspiegeling van een lichaam met dezelfde `wortels´ als het hare en een gezicht, bleek en met dode pupillen en raakt ervan overtuigd dat ze is gestorven.

Waar voor Jorge Calado, die haar talloze keren fotografeerde en haar carrière op de voet volgde, het geluid Amalia´s stem zich transformeerde in beelden die de kracht haddene van `De Schreeuw´ van Edvard Munch, doen sommige interpretaties van Lina en Raül Refree denken aan de claustrofobische, beklemmende schilderijen van Francis Bacon.  


                                                                   Lina_Raül Refree



Amália Rodrigues

   


Van de cd koos ik voorts `Gaivota´ (Meeuw), een gedicht van de surrealistische Portugese dichter Alexandre O´Neill, op muziek van Alain Oulman, die een tijdlang de hofcomponist van Amália was,        



`Quando eu era pequenina´ (Toen ik een klein meisje was), een traditionele fado, waarvan de auteur van tekst noch muziek bekend is 






en tot slot een opname van een podium-repetitie van `O Medo´ (De Angst): Ik slaap met de angst, de angst woont bij mij...                                                                                                                                 









Geen opmerkingen:

Een reactie posten