donderdag 24 september 2015

Bijzonder Portugees 19. Sloterdijksyndroom

Noord-Holland bestaat tegenwoordig voor de helft uit Schiphol, dacht ik, toen het vliegtuig vlak bij Haarlem landde, ik had toch alleen een vliegticket gekocht? Dan was de busreis van een half uur naar het slurfengebouw zeker inbegrepen bij de prijs. En wat is Holland plat! Dat is toch niet natuurlijk. Nee, natuurlijk niet. Allemaal aangelegd in het zweet des aanschijns. Over dergelijke zaken kun je je, geboren en getogen in de Lage Landen, toch weer eens verbazen als je een tijdje niet in Nederland geweest bent. Ook schijnt elektriciteit er niets te kosten: ´s Nachts is het er bijna even licht als overdag en waarom lijkt het alsof overal waar ik op bezoek kom de servetjes op de bon zijn; is dat uit bezuinigingsdrift of zorg voor het milieu? Of is het in Nederland mode geworden om je handen aan je broek af te vegen en de etensresten in je haren te smeren?

 

Waren ze op?

Deze aflevering hoort eigenlijk in een rubriek `Bijzonder Nederlands´ thuis, maar die heb ik niet in voorraad en omdat het er maar bij één blijft, heeft het geen zin om die in het leven te roepen.
Ik ging een paar dagen naar Nederland voor een reünie met ex-collega's en daar werden natuurlijk meteen een paar bezoekjes aan familieleden en vrienden aan vastgeknoopt.
Gelukkig werd ik opgehaald door mijn zus, die een ov-chipkaart voor gasten heeft en me meteen praktijklessen in- en uitchecken (waarom bestaan daar geen Nederlands woorden voor?) gaf. Eerst de trein, dan de metro en op het eind niet vergeten hoor.. En opladen natuurlijk. Zo, zeg! Je snapt niet dat al die buitenlandse toeristen nog willen komen. Of zouden ze eerst een cursus volgen? De anonieme chipkaart is een verkapte vorm van diefstal. Je kunt hem niet eens na gebruik inleveren en je zevenenhalve Euro terug krijgen.

Het is meer dan waarschijnlijk dat het al eerder begonnen is, maar vanaf 1996 begon zich bij mij het Sloterdijksyndroom te ontwikkelen. Sloterdijk was toen al drie jaar dagelijks mijn uitstapstation, want ik werkte in Bos en Lommer. De ziekte begon echter pas chronische vormen aan te nemen vanaf het jaar dat ik jaarlijks vier à vijf keer naar Portugal vloog om mijn geliefde te bezoeken. Het eerste symptomen waren meestal een licht gevoel van misselijkheid als ik in de trein vanuit Schiphol het station De Vlugtlaan passeerde, bij Lelylaan kreeg ik zware hoofdpijn en op Sloterdijk moest ik mij uit alle macht te weer stellen om niet onmiddellijk rechtsomkeert te maken en het eerstvolgende vliegtuig terug te nemen. Er is daar iets kils in het licht, iets infernaals in het ritselen van de bladeren van die nieuwbouwpopulieren, de wezenloze straten met mensen zonder enige binding met hun omgeving of met elkaar, een rechthoekige verlammende spleen die me al bij voorbaat het ergste voor de rest van Nederland doet vrezen: Wegwezen, hier kun je niet leven.


Als ik mijn ogen dichtknijp - bij het overstappen natuurlijk maar één tegelijk - en doorreis naar Amsterdam, of overstap op de lijn Noord-Holland Noord (Wel dichthouden totdat de trein Zaandam gepasseerd is) blijkt het allemaal wel weer mee te vallen. Aan de ene kant de Zaanstreek en Krommenie - bijzonder pittoresk als je er maar snel genoeg langs raast met de intercity - en Castricum, nog steeds hetzelfde duinige slaapdorp, waar teckel uitlatende dames je maar al te graag de weg wijzen.
Aan de andere kant Amsterdam, waar je vroeg op de maandagochtend best nog wel een boodschap in de binnenstad kunt doen. Fijn dat boekhandel Scheltema terug is, maar ik miste de Slegte.
Na twintig jaar kon ik zowaar de hele voorgevel van het Centraal Station weer eens in één keer bekijken en wat daar achter ligt is ook niet mis. Een station met allure! Met de pont over naar Noord en een lunch in Eye geven een echt vakantiegevoel aan het uitstapje.


Ik heb ook nog twee Nederlandse praatprogramma's gezien. `Pauw´: Bram Moszkowicz die niets te zeggen heeft (Wat moet díe in de politiek?) en zijn ondeugd verbergt door het Nederlands uit te spreken als een immigrant met een talenknobbel, John de Mol, waarvan we nu weten dat hij, valt me mee van de man, 0,0001 procent (volledig aftrekbaar) van zijn miljard uitgeeft aan de opvang van ouderloze kinderen en `De wereld draait door´: Wat vliegt de tijd. Zoveel nieuwe gezichten - behalve Henny Vrienten natuurlijk - en een echte Nederlandse frikandellenfilm, `J. Kessels´. Heeft de Nederlandse kijker al geen geduld meer voor een heel liedje, of is het programma te kort? Ook nog een heel aardig programma (VPRO natuurlijk) over strafzaken bij de politierechter. Weer helemaal bij. En op de dag dat het uitkwam kreeg ik het nieuwste boekje van Kees van Kooten, `Leve het welwezen´ cadeau. Als je je door de eerste honderd bladzijden `bejaarden voor bejaarden´ hebt geworsteld, komt er toch nog een heel klein beetje Kootse vaart in het verhaal. Die plaatjes heeft hij wel leuk bij elkaar gezocht.

Misschien vind je me te negatief over Nederland en dat mag niet meer van Rob Wijnberg, hoofdredacteur van `De Correspondent´, waar hij natuurlijk helemaal gelijk in heeft, maar ik wilde het beste voor het laatst bewaren: Ik het vier dagen lang gelogeerd bij leuke, lieve en gastvrije Nederlanders en ben daar weer bezocht door anderen die er veel tijd en reistijd voor over hadden om me te ontmoeten. Ze hebben me volgestopt met lekker eten en drinken en zoveel cadeautjes dat mijn rugzak haast niet meer te tillen was. Waarvoor iedereen bedankt.
Ik moet met natuurlijk wel een beetje afzetten tegen het `Nederlandse´ om mezelf te bewijzen dat mijn keuze om in Portugal te gaan wonen de juiste was (is). Dat kun je in elk kinderachtig psychologieboekje zo nalezen.


De zegeningen van de Portugese maatschappij werden meteen al weer duidelijk toen ik in Lissabon moest overstappen op het vliegtuig naar Porto. Van de dame die de `gate´ bestierde mochten eerst de passagiers van de biznizz-klas en de ouders met kleine kinderen instappen, daarna de stoelen 12 t/m 24 en dan pas de rest. Ze was daarin erg streng. Iedereen moest in de juiste rij gaan staan.
Toen ik eindelijk ook de trap af mocht bleken al mijn voorgangers in een bus te zijn gepropt, waar ik nog bij moest. Die bus stond zeker tien minuten met gesloten deuren voor de ingang van het vliegtuig te wachten voordat we daar ongenummerd uitgulpten. Ouders met hun - inmiddels - krijsende kinderen en onhandige wandelwagentjes als laatsten.








    

Geen opmerkingen:

Een reactie posten