donderdag 22 september 2016

Stad en land 14. Eucalypta!

Ik zit in de sneltrein van Porto naar Lissabon. Raamplaats rechts. Langzaam trekt de mist op en bij São Felix de Marinha kan ik nog net even de zee zien voordat we bij Espinho de tunnel in duiken. Als we weer boven komen is de mist verdwenen. Behalve huizen, wegen en akkers, bepalen vooral eucalyptusbomen het landschap, soms aangeplant in bossen, netjes in het gelid, of in een rij naast weg of boerderij, maar meestal slordig verspreid, met meervoudige stammen voortwoekerend, grijsblauwe jonge boompjes om zich heen verspreidend. De verbrande dennenbossen bij Aveiro - dit jaar verbrandde nog eens 41.000 hectare bos en maquis in dit gebied - worden voor een groot deel ingenomen door de snelgroeiende eucalyptus. Ook tussen Aveiro en Coimbra, zelfs tot aan Fátima, zie ik, behalve essen, populieren en wat dennen niet veel anders dan eucalyptusbosjes. Pas dan begint het landschap te veranderen: kurkeiken en olijfbomen, eerst nog verspreid, daarna in diagonale aanplanten over de heuvels met geel, droog gras. Maar waar het land niet bebouwd, verlaten is slaat ook hier eucalypta, de heks der de bomen, toe. 

 
Eucalypta, waarom heet ze eigenlijk zo?


Eerst maar de cijfers, om de situatie een beetje duidelijk te maken:
35,4%, oftewel 3,2 miljoen hectare van het Portugese territorium is bos. Door bosbranden nam dat gebied tussen 2005 en 2010 met 57.000 hectare af (recenter cijfers zijn nog niet te vinden). 2,8 miljoen hectare (77,7%) daarvan is in handen van kleine (familie)eigenaren, 6,5% in die van industriële ondernemingen.In Portugal bestaat nog steeds geen behoorlijk kadaster van landbouw- en bosgrond, waardoor het van veel terreinen heel moeilijk, zo niet onmogelijk is vast te stellen wie de eigenaar is.
Blijft over: 15,8% publiek bos, waarvan maar 2% (het kleinste percentage van Europa) staatseigendom is. 

Van al dat bos wordt volgens de cijfers van de `Inventário Florestal Nacional´ (instituut nationale bosinventaris) inmiddels 812 miljoen hectare (7% van het totale Portugese grondgebied!) ingenomen door aanplanten van de gewone eucalyptus (Eucalyptus globulus), die daarmee de kurkeik als dominante boomsoort in Portugal heeft ingehaald. Het instituut registreert een groei van 13% van deze boomsoort tussen 1995 en 2010 en die groei zet door. Niet alleen door aanplant, maar ook door ongecontroleerde wildgroei, vooral op land dat door de eigenaar is verlaten.

jonge eucalyptus met eivormige bladeren

De eucalyptus heeft haar goede kanten (Het is een makkelijke plant, hij eet als 't ware uit de hand): De snelgroeiende boom, die weinig eisen aan de bodem stelt, is in tegenstelling tot den (30) of eik (oei...) al binnen 10 tot 12 jaar `kaprijp´ en produceert een grote hoeveelheid hout, die uitstekend kan worden verwerkt tot pulp voor de papierindustrie. De grootste Portugese onderneming - de groep `Portucel´ - is een van de belangrijkste producenten op wereldniveau van papierpasta en Europese marktleider van fijn printpapier (Navigator). `Portucel´ is het tweede grootste exportbedrijf van Portugal.

Eucalyptushout is ook bijzonder geschikt als - snelgroeiend en toch hard - brandhout.
Volgens Helena Perreira, van het `Centro de Estudos Florestais (CEF)´, is het gebruik van de eucalyptus nog veel te eenzijdig. Er zijn veel meer toepassingen mogelijk, bijvoorbeeld in de meubel- en farmaceutische industrie en gebruik als biomassa.
Als de eucalyptusproducenten ook in de toekomst willen doorgaan met eucalyptus planten (een beetje een contradictie, want eucalyptusaanplant komt voort uit korte termijndenken), lijkt het me raadzaam om naar deze dame te luisteren. De vraag naar papier zal alleen nog maar meer afnemen en de concurrentie is groot.

volwassen boom met vruchten

Argumenten tegen de aanplant en productie van eucalyptus in de huidige omvang zijn het hoge waterverbruik van de boom en de erosie van de grond die hij veroorzaakt. De monocultuur van eucalyptus betekent een grote aanslag op de biodiversiteit. Onder de eucalyptusbomen groeit bijna niets. Je vindt er hooguit 5 andere plantensoorten (tegen 70 tot 80 in een `normaal´ bos). Er is geen Portugees insect dat ook maar iets van de eucalyptus eet en daarom zijn er ook geen vogels: Het is doodstil in een eucalyptusbos.

Maar misschien nog wel het ergste zijn de voorspelbare, maar oncontroleerbare bosbranden die elk jaar door de eindeloze eucalyptuswouden ploegen. Zoals dit jaar o.a. weer in het zwaar getroffen São Pedro do Sul bleek. 69% van het in augustus verbrande gebied bestond uit eucalyptusbos. De ergste beelden van de bosbranden die je op de televisie ziet, zijn die van brandende eucalyptusbomen. Maar ik heb het zelf ook een paar keer van dichtbij meegemaakt. Ronduit angstaanjagend. De vluchtige oliën in het hout en de bladeren van de boom, zorgen voor een loeiend, brullend vuur, dat met geen mogelijkheid te blussen is. De wegwaaiende brandende bladeren verspreiden het vuur, soms kilometers ver. Overal ontstaan nieuwe brandhaarden.
De laatste tijd begint men te denken dat niet al die branden door misdadige brandstichting worden veroorzaakt, maar dat een combinatie van extreme hitte en de uitwaseming (gasvorming) van grote hoeveelheden vluchtige eucalyptusolie kan leiden tot zelfontbranding. Perioden met temperaturen van 40 graden Celsius of nog hoger komen steeds vaker voor in Portugal.

brandend eucalyptusbos
  
Na de rampzalige bosbranden van afgelopen augustus, beloofde de regering Costa om de uitbreiding van de aanplant van eucalyptus met onmiddellijke ingang te verbieden (De vorige regering had - lobby van Diogo da Silveira, CEO Portucel? - door nieuwe wetgeving die aanplant juist gestimuleerd). Een belofte die niet of nauwelijks is na te komen. Het informatiesysteem van het ICNF, het instituut voor de bescherming van de natuur en de bossen, dat sinds die wetgeving volledig verantwoordelijk is voor het verlenen van bosbouwvergunningen - die bevoegdheid (vroeger tot 50 hectare) - is helemaal van de gemeenten afgenomen - is nog steeds niet operationeel. Personeel om nakoming te controleren is er onvoldoende.
En dan is er nog die ongebreidelde wildgroei...

twee jaar na de brand. Alle andere planten en zaden (en wortels) zijn dood

Behalve de minister van landbouw, bosbouw en ontwikkeling van het platteland, Capoulas Santos, die zelf door een bosbrand in Marco Canaveses, om vier uur ´s morgens zijn bed uit moest, heeft waarschijnlijk nauwelijks iemand van het bestuur in Lissabon in de gaten wat er in het binnenland gebeurt. Een goede reden om de gemeenten haar bevoegdheden terug te geven en die zelfs te vergroten: Tame the Shrew!                 

    

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten