donderdag 20 oktober 2016

Stad en land 15. 100 jaar station São Bento

Op donderdag 5 oktober 1916, om 1 uur ´s middags reed de eerste trein het station São Bento binnen. Hij werd opgewacht door een enorme menigte die van de nationale feestdag (vestiging van de republiek) gebruik maakte om de inhuldiging bij te wonen en het station te bezichtigen. Afgelopen woensdag 5 oktober werd de 100e verjaardag van het station gevierd. Minister van planning en infrastructuur, Pedro Marques en de burgemeester van Porto, Rui Moreira pakten de microfoon, maar historische woorden zijn er blijkbaar niet gevallen, want de kranten maakten  nauwelijks melding van de inhoud van de toespraken. Er werd gewezen op het belang van het station, dat met 1 miljoen reizigers per jaar, uitgangspunt is voor treinverbindingen naar Braga, Vigo, Lissabon en de lijn langs de Douro, het belang van de architectuur en de tegeltableaus voor het toerisme van de stad. En natuurlijk kwamen ook de plannen voor een hotel in de ongebruikte magazijnen van het station en een ruimte voor verschillende restaurants aan de zijkant van het gebouw aan bod. Wat zou je verder ook over een station moeten zeggen?   

 
onthulling herdenkinsplaquette
 

`Hè, 1916, da´s ook laat´, hoor ik je denken, `Dik voor 1850 had je toch al treinen´. Inderdaad en zelfs in het achteraf gelegen Portugal werd al in 1856 de eerste spoorlijn - tussen Lissabon en Santarém - geopend. In 1975 werd de verbinding tussen Porto en de grens met Noord-Spanje, de `Linha de Minho´ ingehuldigd en twee jaar later de brug `Ponte de D. Maria Pia´(Eiffel), die de verbinding van Porto met Midden- en Zuid-Portugal mogelijk maakte. Maar het station van Porto was `Campanhã´ dat - in die tijd - ver van het centrum, aan de buitenkant van Porto lag. Men wilde dolgraag een station in het centrum van Porto, op de plaats van het klooster `São Bento de Ave-Maria´, vlak bij de `Praça da Liberdade´,  maar er moest gewacht worden tot de laatste non van dat klooster het loodje legde. Dat zat zo:

In de jaren dertig van de 19e eeuw werd in Portugal een - uit Engeland overgewaaid - liberalistisch regiem ingevoerd. Eén van de voornaamste vertegenwoordigers daarvan was Joaquim Antónius de Aguiar - bijgenaamd `O Mata-Frades´, De Monnikenslachter, die in 1934, als minister van justitie en kerkelijke zaken, een decreet uitvaardigde dat de opheffing van alle religieuze ordes inhield. De kloosters met bijbehorende eigendommen werden genationaliseerd, monniken en broeders moesten binnen enkele dagen hun biezen pakken. Maar vanwege de publieke weerstand tegen dat al te liberale geweld, werd een uitzondering gemaakt voor de kloosters waarin vrouwelijke ordes vertoefden. Die mochten in hun kloosters blijven totdat de laatste zuster was overleden.

standbeeld van de `monnikenslachter in Coimbra

Zo ook in het in 1518 gestichte Benedictijner klooster `São Bento de Ave-Maria´ (São Bento is in het Nederlands Sint Benedictus). de laatste non overleed in 1892 en daar had het gemeentebestuur met smart op zitten wachten, want in 1887 lag er al een plan voor het station klaar. Een jaar later werd aan de directie van de `Caminhos de Ferro´, de Portugese spoorwegmaatschappij, toestemming verleend om de spoorlijn van station Campanhã door te trekken richting Praça da Liberdade. Dat was nog een heel gedoe, want er moesten verschillende tunnels door het graniet onder de stad worden geboord. Toen men daar in 1896 eindelijk mee klaar was, was er nog geen station, maar men was zo blij met de verbinding dat er in aller haast een houten barak werd opgetrokken die dienst kon doen als station voor de inhuldiging en de aankomst van de eerste trein op 7 november van dat jaar.

lang geleden...

Pas in 1900 - leve de bureaucratie - werd het ontwerp voor het nieuwe station van architect José Marques da Silva goedgekeurd. De eerste steen werd gelegd door koning Dom Carlos I (in 1908 door de Republikeinen vermoord) en zijn vrouw Dona Amélia. Ironisch genoeg duurde de bouw van het station tot 1916 en werd het op 5 oktober, de 6e verjaardag van de vestiging van de Portugese Republiek (nationale feestdag), ingehuldigd en in gebruik genomen.

En daar stond het dan, een nogal kostbaar, maar trots gebouw, waarvan de granietstenen gevels de, voor die tijd gebruikelijke, Franse invloed verraden. Ook het `moderne´ gebruik van ijzer en glas voor de constructie van de overkapping is kenmerkend voor die tijd. Wat echter het station zo bijzonder maakt en een absolute `must´ voor iedereen die Porto bezoekt, zijn de enorme tegeltableaus die 551 vierkante meter van de wanden in de aankomst- en vertrekhal bedekken. Die zijn van de hand van de eminente kunstschilder Jorge Colaço (1808 -1942) en verbeelden belangrijke gebeurtenissen uit de Portugese historie - zoals de overwinning van Ceuta - en pastorale tafelen. Maar dat soort details kun je verder in je reisgids opzoeken.
 
stationshal met tegeltableaus
         

Geen opmerkingen:

Een reactie posten