donderdag 8 december 2016

Van de boerderette 37. Goud onder de dennennaalden

`Komt het u uit om even hierheen te komen´, belde mijn buurvriend M. me, altijd beleefd, `Ik ben in uw dennenbos. Sta vlak voor die afgedekte hoop hooi.´ Even later: `Moet u eens kijken, hier en hier en hier´, met zijn stok wijzend, `De meeste zijn al verrot, maar deze is nog goed en deze´. Voor ik het wist liep ik met beide handen vol. Het was zeker acht jaar geleden dat ik ze voor het laatst had gezien en ik had het opgegeven om in november het dennenbos af te struinen, op zoek naar die heerlijke eigele paddestoeljes: Cantharellen! `Jammer dat ik ze heb laten verrotten, maar ik ben wel erg blij dat ze terug zijn.´ `Kijk nog maar eens in de loop van de week´, zei M., `Dikke kans dat er na de regen nog meer opkomen´.

 

 

In de herfst van 2006, het jaar dat we het land kochten, was het M. die ons op met op de overvloed van paddenstoeltjes die groepsgewijs in het dennenbos stonden. `Sanchas´, noemde hij ze, `Erg lekker.´
Van de vorige eigenaar mocht hij ze naar hartenlust plukken. Die lustte ze niet, of was - zoals veel mensen hier - bang voor paddenstoelen. Of hij...? `O, maar natuurlijk, pluk zoveel als u wilt.´Maar eerst verzamelde hij een zak vol voor mij en die moest in de trein mee naar Gaia, want in die tijd kampeerde ik door de week nog zo'n beetje in het bouwvallige boerderijtje. Toch eerst maar even opzoeken voordat ze de pan ingingen:

Hane(n)kammen of cantharellen zei Wiek en ik herinnerde me de verhalen van mijn moeder die in haar jeugd voor adellijke dames had gewerkt. Die trokken in de herfst met kinderen en vrienden het bos in om paddenstoelen te plukken. Bij het stoven van de oogst ging er een zilveren lepeltje in de pan, dat zwart zou  worden als er een giftige tussen zat. Klinkklare onzin volgens de wetenschappers. Spelen met je leven!
`Het lekkerste vond ik de cantharellen´- er schoot altijd wel wat over voor `de meiden´- `Maar ik moest wel wat opzij zetten voor ik de eerste hap nam. Gewone mensen aten geen paddenstoelen in die tijd. We wisten er niets van en vonden ze eng.´

gestoofd met wild zwijn (wandelt hier ook nog wel eens langs)

De cantharellen smaakten ons ook uitstekend en ik bouwde al luchtkastelen over een - zeer welkome - inkomstenbron nadat ik had gelezen dat professionele paddenstoelenplukkers in Portugal 25 Euro voor een kilo hanenkammen beuren. Vooral Spanjaarden kopen ze graag.
Maar het volgend jaar waren er al veel minder en pas in januari. Het jaar daarop: Niets. Ook in de daarop volgende jaren, speurde ik tussen oktober en januari de bosgrond af op omhooggewerkte dennennaalden. Ze kwamen niet meer terug.

`Erg vreemd´, zei M., `We plukten ze vroeger met emmers tegelijk en niet alleen op uw land, maar ook op de beboste berghellingen. We aten elk jaar pannen vol `sanchas´ met macaroni, met vlees en dan nog gingen er vele kilo's de vriezer in.
Overpluk (ons land was in die tijd niet omheind), zure regen, minder dieren in het bos door ziekte (konijnen), bosbranden en uitstervend boerenbedrijf (minder voedsel) en daardoor minder mest in de bosgrond? Ik heb van alles bedacht...
En nu zijn ze er plotseling weer. Ik hoop dat ze blijven, maar ik bewaar mijn dromen over vette winsten nog maar even in de la. Het zou al fijn zijn als we ze zo af en toe zelf kunnen eten.







 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten