`Portugallig´? Ja, ik moet toch nog een keer teruggrijpen naar die rubriek. Geen andere zou passend zijn om er de gebeurtenissen van het afgelopen weekeinde in te beschrijven.
Maandag 16 oktober
Hoofdpijn en zere ogen krijg je van die rook - in huis. Het IPMA, (Portugese KNMI) had regen beloofd, eerst om één uur ´s morgens - ik bleef ervoor op - opgeschoven naar zes uur, werd het vervolgens vier uur ´s middags. En dat is het nu zo´n beetje. Maar buiten hangt alleen een met rook vermengde gore mist. Ramen en deuren kunnen nog steeds niet open en ondanks dat het vrijwel onbewolkt is, zien we niet meer van de zon dan een oranje/roze balletje
De eerste berichten kwamen vanmorgen: Tien doden, al snel werden dat er twintig, om twee uur zesentwintig. Meer dan 500 bos- en maquisbranden, waarvan 25 grote verwoestten gisteren en afgelopen nacht honderden huizen, bedrijven en enorme oppervlakten bos en cultuurland in het noorden en midden van Portugal.
Wij hadden geluk, hoewel ook wij gistermiddag in lichte paniek de brandweer probeerden te bellen toen we plotseling bijna niets meer konden zien van de rook. Het vuur kwam even over de straatweg, maar gelukkig op een plek die schoon was. De meeste bewoners van het gehucht Fandinhães kwamen er met de schrik af, Er verbrandden delen van moestuinen, weidegrond, een paar bomen en de timmerman verloor zijn voorraad gezaagd kastanjehout. Maar er zijn gelukkig geen slachtoffers of afgebrande huizen. Het had heel anders kunnen aflopen.
Wij hadden geluk, hoewel ook wij gistermiddag in lichte paniek de brandweer probeerden te bellen toen we plotseling bijna niets meer konden zien van de rook. Het vuur kwam even over de straatweg, maar gelukkig op een plek die schoon was. De meeste bewoners van het gehucht Fandinhães kwamen er met de schrik af, Er verbrandden delen van moestuinen, weidegrond, een paar bomen en de timmerman verloor zijn voorraad gezaagd kastanjehout. Maar er zijn gelukkig geen slachtoffers of afgebrande huizen. Het had heel anders kunnen aflopen.
Geen bosbrandfoto´s deze keer. Ik kan ze niet meer verdragen, die beelden van brandende bomen, huizen en tuinen, van mensen die, in paniek en vaak tevergeefs, met emmertjes water en tuinslangen met kleine straaltjes water, huis en have proberen te redden. Het radeloze geschreeuw om hulp, de tranen van degenen die alles hebben verloren waarvoor ze hun hele leven hebben gewerkt.
In 2013 werd een groot deel van ons land in de as gelegd, Gelukkig konden we met hulp van de brandweer en buurtbewoners huis en omliggende terreinen redden (zie Van de boerderette 10-12 `Brand!´). Ik weet waar het over gaat.
Ik walg van de stank van rook, die - hoe dan ook - je huis binnendringt. Sluipend, tegen de avond, als de middag weer 34 graden C. heeft gehaald en de dagelijkse branden op hun hoogtepunt zijn. De stank van de angst, van verwoesting. Soms blijft ze dagenlang hangen, vermengd met nevel.
En die zomer wil maar niet om. De aarde is stof geworden, eiken gaan dood van de droogte en er piezelt nog maar een klein straaltje water in het reservoir (wij hebben nog water!). Regen alsjeblieft...
Dinsdag 17 oktober
Tegen drie uur vannacht dan eindelijk het geluid van rommelende donder en stromende regen. Mijn vrouw en ik stoven tegelijkertijd uit bed om de internetstekker eruit te trekken, maar daarna konden we eindelijk eens een paar uur rustig slapen.
Gisteravond toch weer een uur lang naar beelden van de branden op de tv zitten kijken. Verbijsterend.
38 doden inmiddels, Omgekomen in brandend huizen, verkoold in auto's waarmee men - te laat - aan de brand wilde ontkomen, twee broers die het bedrijf van hun vader wilde redden, een zwangere vrouw van twintig, die tegen een tegemoetkomende auto botste toen ze rechtsomkeer maakte op de A25 om de brandende hel voor haar te ontvluchten. Een video die een automobilist op de snelweg maakte die aan beide zijden in brand vloog: `Wat is dit, wat is dit? O, mijn god wat een hitte´ en die het wel redde, omdat de auto voor hem niet stopte. En weer dezelfde beelden als tijdens de ramp in Pedrogão Grande, afgelopen juni: Het gebrek aan brandweerlieden en - middelen. Meest oudere mensen die zichzelf proberen te redden met emmertjes en gieters. Geen schijn van kans met die vonkenregen, veroorzaakt door de harde wind.
Beschamende beelden: Van dat enorme koninklijke dennenbos van Leiria, 700 jaar geleden door Dom Dinis geplant, waarvan in een paar uur 80% verbrandde, voornamelijk door onvoldoende onderhoud door de staat. Er zijn - tot nu toe - minder doden te betreuren dan bij de ramp in juni, maar de materiële schade lijkt veel groter - de branden waren verspreid over het het hele noorden en midden van het land - maar vooral ook omdat het vuur zelfs verstedelijkte gebieden binnendrong. Naast de honderden woningen zijn dit keer zijn ook veel bedrijven verwoest: garages, campings, een kartonnagefabriek, noem maar op.
Beschamend was ook de toespraak van premier António Costa, die, in plaats van spijt te betuigen omdat het hele staatsapparaat van bescherming bevolking, brandweer en politie niet in staat is geweest om de Portugese bevolking te beschermen tegen een dergelijke ramp - met uiteraard nader onderzoek naar wat er fout ging - , een dor betoog hield over het rapport, dat eindelijk klaar was, over het falen bij de ramp van Pedrogão Grande, afgelopen juni en de lering die de regering daar uit zou gaan trekken voor de toekomst. Hij had het Portugese volk niets te bieden. Op vragen van de pers wist hij niet anders te antwoorden dan met herhalingen uit zijn eerder betoog. De minister van Binnenlandse Zaken blijft, ondanks alle coördinatiefouten die tijdens de branden onder haar bestuur zijn opgetreden, aan, en daar zal Costa een hoge politieke prijs voor moeten betalen. Uit niets van zijn toespraak bleek politieke wil om snel tot - noodzakelijke - rigoureuze veranderingen over te gaan.
Ook in de pas ingediende begroting voor 2018 is daar nauwelijks iets over terug te vinden: Een paar brandweerlieden erbij hier en daar. In de hele begroting wordt het probleem van de bosbranden slechts 12 keer genoemd.
Gek: Bij de gemeenteraads- en burgemeestersverkieziengen, twee weken geleden, waren bestrijding en preventie van bosbranden ook al nauwelijks een item. Wil men dan niets veranderen?
Denkt men dat steeds toenemende aantal toeristen - waar Portugal een groot deel van zijn economische groei aan te danken heeft - in verbrande bossen wil rond gaan hossen?
Blijft over: De schuldvraag. Natuurlijk heeft de Portugese bevolking deels zelf schuld aan de branden. Op de eerste plaats de brandstichters, crimineel of gestoord. Maar ook de misdadige onachtzaamheid van degenen die - anticiperend op de regen (die nog meer dan een dag op zich liet wachten) - tijdens een dergelijke hitte, droogte met harde wind, maar alvast begonnen met het verbranden van bos- en tuinafval, degenen die achteloos de barbecue uitschudden boven het grasveld, degenen die nooit hun land schoonhouden en de feestcommissies die vuurwerk lieten afsteken, omdat het feest van de heilige Huppeldepup nu eenmaal niet zonder kan. "Een volstrekt gebrek aan cultuur", zoals Miguel Sousa Tavares, commentator en columnist, samenvatte.
En de regering? Ondanks de langdurige droogte, de niet niet aflatende hoge temperaturen en de weersvoorspellingen, werd fase Charlie (zeer hoog bosbrandrisico) op 1 oktober gewoon volgens de kalender omgezet in fase Delta (aanmerkelijk risico). Dat betekende dat het aantal actieve brandweerlieden werd teruggebracht van 9721 tot 5517, de voertuigen van 2050 tot 1268 en de blushelikopters en -vliegtuigen van 48 (wat al akelig weinig is) tot 18 (in de praktijk bleken er afgelopen zondag en maandag maar 6 operationeel!). Natuurlijk kosten deze middelen veel geld en Portugal is een arm land, maar deze ramp kost een nog niet te becijferen veelvoud.
Het onafhankelijk rapport over de ramp in Pedrogão Grande, in juni, liet bijna vier maanden op zich wachten, maar er waren allang voorlopig conclusies met betrekking tot de falende communicatie van de alarmcentrale en de interne communicatie en coördinatie van brandweer en bescherming bevolking. Daar is in die vier maanden niets aan gedaan. Afgelopen zondag ging het op veel plaatsen weer volkomen mis met de communicatie en coördinatie.
Je kunt deze regering het volstrekte ontbreken van ruimtelijke ordening en bosbeheer niet verwijten, dat is de verantwoordelijkheid van alle regeringen vanaf 1974, maar men had toch op zijn minst de politieke wil kunnen tonen om nu eens snel aan de slag te gaan.
Woensdag 18 oktober
De president sprak gisteravond vol mededogen tot de getroffen bevolking over de ramp en de - inmiddels 41 - mensen die daarbij omkwamen. Dat is zijn taak en daar is hij bijzonder goed in.
Maar daarna waste hij in zorgvuldig gekozen, maar niet mis te verstane bewoordingen, de oren van regering en premier: Of men nu eindelijk eens politieke verantwoordelijkheid wilde nemen voor het falen tijdens beide rampen en of de regering nu eindelijk snel tot actie over wilde gaan om dergelijke rampen in de toekomst te voorkomen. Aan het parlement gaf hij de opdracht om te overwegen of deze regering wel in staat zou zijn om snel noodzakelijke veranderingen door te voeren en zo niet, of het dan niet tijd werd om haar de laan uit te sturen.
De minister van Binnenlandse Zaken heeft heeft de boodschap begrepen en haar ontslag ingediend.
Het heeft bijna de hele nacht geregend. De zomer is eindelijk voorbij en ik kan weer eens naar de grond kijken in plaats van naar de lucht. Nieuw groen aan de takken van halfverdroogd eiken!
Hiermee eindigt dit minidagboek. Ook ik moet aan de slag. Voor je het weet is het weer mei.
En die zomer wil maar niet om. De aarde is stof geworden, eiken gaan dood van de droogte en er piezelt nog maar een klein straaltje water in het reservoir (wij hebben nog water!). Regen alsjeblieft...
Dinsdag 17 oktober
Tegen drie uur vannacht dan eindelijk het geluid van rommelende donder en stromende regen. Mijn vrouw en ik stoven tegelijkertijd uit bed om de internetstekker eruit te trekken, maar daarna konden we eindelijk eens een paar uur rustig slapen.
Gisteravond toch weer een uur lang naar beelden van de branden op de tv zitten kijken. Verbijsterend.
38 doden inmiddels, Omgekomen in brandend huizen, verkoold in auto's waarmee men - te laat - aan de brand wilde ontkomen, twee broers die het bedrijf van hun vader wilde redden, een zwangere vrouw van twintig, die tegen een tegemoetkomende auto botste toen ze rechtsomkeer maakte op de A25 om de brandende hel voor haar te ontvluchten. Een video die een automobilist op de snelweg maakte die aan beide zijden in brand vloog: `Wat is dit, wat is dit? O, mijn god wat een hitte´ en die het wel redde, omdat de auto voor hem niet stopte. En weer dezelfde beelden als tijdens de ramp in Pedrogão Grande, afgelopen juni: Het gebrek aan brandweerlieden en - middelen. Meest oudere mensen die zichzelf proberen te redden met emmertjes en gieters. Geen schijn van kans met die vonkenregen, veroorzaakt door de harde wind.
Beschamende beelden: Van dat enorme koninklijke dennenbos van Leiria, 700 jaar geleden door Dom Dinis geplant, waarvan in een paar uur 80% verbrandde, voornamelijk door onvoldoende onderhoud door de staat. Er zijn - tot nu toe - minder doden te betreuren dan bij de ramp in juni, maar de materiële schade lijkt veel groter - de branden waren verspreid over het het hele noorden en midden van het land - maar vooral ook omdat het vuur zelfs verstedelijkte gebieden binnendrong. Naast de honderden woningen zijn dit keer zijn ook veel bedrijven verwoest: garages, campings, een kartonnagefabriek, noem maar op.
Beschamend was ook de toespraak van premier António Costa, die, in plaats van spijt te betuigen omdat het hele staatsapparaat van bescherming bevolking, brandweer en politie niet in staat is geweest om de Portugese bevolking te beschermen tegen een dergelijke ramp - met uiteraard nader onderzoek naar wat er fout ging - , een dor betoog hield over het rapport, dat eindelijk klaar was, over het falen bij de ramp van Pedrogão Grande, afgelopen juni en de lering die de regering daar uit zou gaan trekken voor de toekomst. Hij had het Portugese volk niets te bieden. Op vragen van de pers wist hij niet anders te antwoorden dan met herhalingen uit zijn eerder betoog. De minister van Binnenlandse Zaken blijft, ondanks alle coördinatiefouten die tijdens de branden onder haar bestuur zijn opgetreden, aan, en daar zal Costa een hoge politieke prijs voor moeten betalen. Uit niets van zijn toespraak bleek politieke wil om snel tot - noodzakelijke - rigoureuze veranderingen over te gaan.
Ook in de pas ingediende begroting voor 2018 is daar nauwelijks iets over terug te vinden: Een paar brandweerlieden erbij hier en daar. In de hele begroting wordt het probleem van de bosbranden slechts 12 keer genoemd.
Gek: Bij de gemeenteraads- en burgemeestersverkieziengen, twee weken geleden, waren bestrijding en preventie van bosbranden ook al nauwelijks een item. Wil men dan niets veranderen?
Denkt men dat steeds toenemende aantal toeristen - waar Portugal een groot deel van zijn economische groei aan te danken heeft - in verbrande bossen wil rond gaan hossen?
Blijft over: De schuldvraag. Natuurlijk heeft de Portugese bevolking deels zelf schuld aan de branden. Op de eerste plaats de brandstichters, crimineel of gestoord. Maar ook de misdadige onachtzaamheid van degenen die - anticiperend op de regen (die nog meer dan een dag op zich liet wachten) - tijdens een dergelijke hitte, droogte met harde wind, maar alvast begonnen met het verbranden van bos- en tuinafval, degenen die achteloos de barbecue uitschudden boven het grasveld, degenen die nooit hun land schoonhouden en de feestcommissies die vuurwerk lieten afsteken, omdat het feest van de heilige Huppeldepup nu eenmaal niet zonder kan. "Een volstrekt gebrek aan cultuur", zoals Miguel Sousa Tavares, commentator en columnist, samenvatte.
En de regering? Ondanks de langdurige droogte, de niet niet aflatende hoge temperaturen en de weersvoorspellingen, werd fase Charlie (zeer hoog bosbrandrisico) op 1 oktober gewoon volgens de kalender omgezet in fase Delta (aanmerkelijk risico). Dat betekende dat het aantal actieve brandweerlieden werd teruggebracht van 9721 tot 5517, de voertuigen van 2050 tot 1268 en de blushelikopters en -vliegtuigen van 48 (wat al akelig weinig is) tot 18 (in de praktijk bleken er afgelopen zondag en maandag maar 6 operationeel!). Natuurlijk kosten deze middelen veel geld en Portugal is een arm land, maar deze ramp kost een nog niet te becijferen veelvoud.
Het onafhankelijk rapport over de ramp in Pedrogão Grande, in juni, liet bijna vier maanden op zich wachten, maar er waren allang voorlopig conclusies met betrekking tot de falende communicatie van de alarmcentrale en de interne communicatie en coördinatie van brandweer en bescherming bevolking. Daar is in die vier maanden niets aan gedaan. Afgelopen zondag ging het op veel plaatsen weer volkomen mis met de communicatie en coördinatie.
Je kunt deze regering het volstrekte ontbreken van ruimtelijke ordening en bosbeheer niet verwijten, dat is de verantwoordelijkheid van alle regeringen vanaf 1974, maar men had toch op zijn minst de politieke wil kunnen tonen om nu eens snel aan de slag te gaan.
Woensdag 18 oktober
De president sprak gisteravond vol mededogen tot de getroffen bevolking over de ramp en de - inmiddels 41 - mensen die daarbij omkwamen. Dat is zijn taak en daar is hij bijzonder goed in.
Maar daarna waste hij in zorgvuldig gekozen, maar niet mis te verstane bewoordingen, de oren van regering en premier: Of men nu eindelijk eens politieke verantwoordelijkheid wilde nemen voor het falen tijdens beide rampen en of de regering nu eindelijk snel tot actie over wilde gaan om dergelijke rampen in de toekomst te voorkomen. Aan het parlement gaf hij de opdracht om te overwegen of deze regering wel in staat zou zijn om snel noodzakelijke veranderingen door te voeren en zo niet, of het dan niet tijd werd om haar de laan uit te sturen.
De minister van Binnenlandse Zaken heeft heeft de boodschap begrepen en haar ontslag ingediend.
Het heeft bijna de hele nacht geregend. De zomer is eindelijk voorbij en ik kan weer eens naar de grond kijken in plaats van naar de lucht. Nieuw groen aan de takken van halfverdroogd eiken!
Hiermee eindigt dit minidagboek. Ook ik moet aan de slag. Voor je het weet is het weer mei.