woensdag 31 december 2014

Bijzonder Portugees 10. Zeebad in het nieuwe jaar

Een jaaroverzicht leek me een aardig idee als laatste `post´ van 2014, maar het werd al snel en haast onvermijdelijk een chagrijnig stuk over corrupte en falende politici, topambtenaren en ex-ministers in de bak, begrotingen gebaseerd op (kiezers)bedrog. onploffende banken, vermoorde vrouwen en een schrikbarende toename van de armoede onder de Portugese kinderen. "Nee Portugeest", dacht ik, "Zo gaan we het nieuwe jaar niet in. Veel te zwaar op de - door al die vettigheid toch al onrustige - maag. Lichtere koek. Laten we eens kijken naar de verschillen en misschien ook wel overeenkomsten, tussen oud en nieuw in Nederland en in Portugal."


We beginnen op 31 december, om een uur of vijf ´s middags. Terwijl veel Nederlanders oliebollen en appelflappen staan te bakken, zijn de Portugezen (uurtje vroeger hier) nog aan het boodschappen doen voor het avondmaal, dat voor een groot deel lijkt op een herhaling van de maaltijd op kerstavond (Bijzonder Portugees 9): Bacalhau, gedroogde en gezouten kabeljauw, die drie dagen geweekt moet worden eer hij voor consumptie geschikt is, en penca (Portugese kool) zijn bijna onvermijdelijke ingrediënten. Maar op de vis mag dit keer de fantasie losgelaten worden: Uit de oven, met room, met olijven... Ik zag eens in een boekwinkel een kookboek met wel duizend bacalhau-recepten!
Als de meeste Nederlanders al klaar zijn met de avondmaaltijd en de koffie staat te pruttelen - tijd voor een oliebol - zetten de Portugezen zich aan tafel en blijven daar tot middernacht zitten.
Hier geen gesjoel, pim pam pet of mens erger je niet. Er wordt gegeten en gekletst en de televisie staat aan, liefst op het kanaal met de finale van de vijfde (en hopelijk laatste) editie van `Casa dos Segredos´ (Secret Story), een van die wangedrochten van Endemol.
Na de bacalhau volgen vele toetjes, zoals chocolademousse, eierpudding en weer die `bolo rei´, maar ook felgekleurde cupcakes mogen tegenwoordig op tafel worden gezet.

vuurwerk op Madeira

Een van de dingen die ik mis in Portugal is de oudejaarsconference. Met heimwee denk ik terug aan `Zuinig over de drempel´ van Wim Kan, `De Finale´ van Freek de Jonge (Seth Gaaikemaa slaan we even over) en een zich in het zweet werkende, grollende Youp van ´t Hek. Daarna ben ik de draad kwijtgeraakt, omdat ik naar Portugal verhuisde.

Als om twaalf uur ´s nachts de Nederlanders haastig kussen uitdelen en hun champagne opslokken om zo snel mogelijk vingers en ogen te wagen aan kanonslagen en gillende keukenmeiden, drinken de Portugezen rustig hun `espumante´ (champagne van eigen bodem) uit en gaan kijken naar het door de burgemeester georganiseerde vuurwerk, buiten of op de televisie. Zelf vuurwerk aftsteken is in Portugal verboden.

Natuurlijk brengen, net als Nederlanders, ook veel Portugezen hun `passagem do ano´ (jaarwisseling) buitenshuis door. Er zijn allerlei feesten, van dance tot diner dansant en lopend buffet, met of zonder live muziek, die je van te voren kunt reserveren.
Bijzonder populair en dit jaar weer tot over zijn oren volgeboekt, is de `romantische´ jaarwisseling op Madeira, waar - boven zee en prachtig zichtbaar vanaf de als een amfitheater gebouwde hoofdstad Funchal - het grootste en mooiste vuurwerk ter wereld wordt afgestoken.



En dan dacht je natuurlijk dat al die zuiderlingen watjes waren, maar terwijl jullie nog op een oor liggen of gapend naar het nieuwjaarsconcert zitten te kijken, nemen honderden, zo niet duizenden Portugezen het eerste traditionele zeebad van het jaar in de Atlantische Oceaan. En reken maar dat die koud is!

Heb het leuk in 2015



woensdag 24 december 2014

Bijzonder Portugees 9. Kerstmis in Portugal

Mijn favoriete maaldtijd is het niet, de `consoada´ op de vooravond voor kerstmis: Gekookte `bacalhau´ (stokvis), aardappels, een winterwortel, `penca´ (Portugese kool), `grelos´ (een ietsje bitter knollenloof) en een ei. Alles gekookt met alleen een beetje zout en zonder jus of saus. Op tafel staan nog olijfolie en azijn in het zondagse stelletje en een schoteltje met gehakte knoflook om nog een beetje smaak aan de boel te geven. Toch wordt er heel wat aandacht aan deze kerstmaaltijd besteed, want de hele familie zit aan tafel en als je dan vergeten bent om de bacalhau op tijd in de week te zetten (drie dagen van te voren), de vismoten niet voldoende dik zijn, of de penca niet blank genoeg, heb je kans dat zoiets je de rest van je leven achtervolgt: "O ja, weet je nog, was het niet zeven jaar geleden dat de bacalhau zo zout was. Was ze (een van mijn schoonzussen) niet vergeten..." Ik vroeg mij af waarom bijna heel Portugal op kerstavond die suffe maaltijd eet. In mijn familie, die niet katholiek is, wist men het niet. Toch is het antwoord heel simpel.



pão de ló

Volgens de katholieke traditie at men vroeger op de vooravond van kerstmis een lichte maaltijd met vis, want 24 december was een vastendag. Na de nachtmis, die hier `Missa do Galo´ heet (mis van de haan, naar de haan die volgens de legende luidkeels de geboorte van Jesus aankondigde), ging men naar huis voor het kerstontbijt met `bolo rei´, een krentenstol met veel geconfijte vruchten, `pão de ló´, luchtige cake met veel eieren en een gat in het midden, `rabanadas´, wentelteefjes en `aletria´, een soort vermicelli, gekookt in melk met boter, suiker en kaneel. Daarna waren er - voor de kinderen - cadeautjes.
Tegenwoordig gaan veel mensen niet meer naar de nachtmis en is er een fusie tussen de traditionele vastenmaaltijd en het kerstontbijt ontstaan. Na de bacalhau wordt de tafel volgezet met bovengenoemde zoetigheden met daarbij nog schaaltjes met allerlei soorten noten en gedroogde vruchten, gefrituurde pompoenflapjes en, als bruin het kan trekken, bijna vloeibare kaas uit de `Serra da Estrela´, het hoogste gebergte van Portugal. Nog een glaasje port en dan is het tijd voor de cadeautjes.

aletria

In de jaren van groeiende welvaart groeiden de cadeaus mee en niet alleen voor de kinderen, maar ook voor de volwassenen werden ze steeds groter en duurder. Gek was nog niet gek genoeg. De hele kerstuitkering (bijna een maandsalaris) en soms nog meer werd in veel families aan dure cadeaus besteed. De maand voor kerstmis werd er een van stress en nachtmerries. Hoe iedereen dit jaar weer tevreden te stellen en niemand tekort te doen. Ik weet ervan mee te praten.
De crisis rekende radicaal af met dit fenomeen (Ieder nadeel heb zijn voordeel, J.C.). De kerstuitkering werd een paar jaar niet uitbetaald en de laatste twee jaren in twaalfde delen (en overmatig belast) bij het maandsalaris uitgekeerd, zodat het geruisloos in de huishoudpot verdwijnt. Voor veel families, waaronder de onze, een goede reden om alleen nog wat leuke cadeautjes voor de kinderen te kopen. Jammer genoeg zit zelfs dat er voor veel Portugese families niet meer in, maar verontwaardiging of gram dáarover horen thuis in de rubriek `Portugallig´.

Wat een luxe! Een kerstboom uitzoeken in je eigen bos

Het menu van de kerstlunch, ook weer een belangrijke familiegebeurtenis, die tot diep in de middag duurt en rijkelijk met wijn, port en aguardente wordt besproeid, is wat minder aan tradities gebonden. Er wordt kalkoen gegeten, of een goed stuk vlees van het varken dat vaak op de dag voor kerstmis wordt geslacht. In onze omgeving serveert men meestal lamsvlees uit de oven. In rijkere huishoudens eet men grote garnalen en gerookte ham vooraf, maar in bijna alle huishoudens verschijnen er na de hoofdmaaltijd vele toetjes en zoetigheden op tafel.
Voor het avondmaal worden de restjes opgewarmd en daarna hoor je de staafmixers alweer: Er wordt soep gemaakt, want morgen moet er weer gewerkt worden. Het feest waar iedereen meer dan een maand naar heeft uitgekeken is over, want Portugal kent geen tweede kerstdag.


woensdag 17 december 2014

Portugallig 11. Gouden visum, zakkenvuller met een luchtje

"Nou dat lijkt me dé manier om de Russische mafia binnen te halen. Die lui kopen zo dadelijk  de wijngaarden aan de Douro op, of steken hun neus in de portwijn. Geweldige mogelijkheden om geld wit te wassen", zei ik tegen mijn vrouw toen een paar jaar geleden het idee van de `Vistos Dourados´, de Gouden Visa werd gelanceerd. Tot nu toe blijken de Russen er weinig belangstelling voor te hebbenj, maar Chinezen des te meer. Zij zijn goed voor 80% van de ongeveer 1775 reeds verstrekte visa. In november werden drie topambtenaren in voorlopige hechtenis genomen op beschuldiging van corruptie, machtsmisbruik en witwaspraktijken in verband met de afgifte van deze verblijfstitels. De minister van Binnenlandse Zaken, die er persoonlijk niets mee te maken had, zag zich gedwongen om af te treden. Ook zit al maanden een Chinees met zo´n visum in het gevang. Die heeft in China een gevangenisstraf van tien jaar tegoed wegens fraude. Inmiddels zijn er tientallen al dan niet louche bemiddelingsbureautjes en `gespecialiseerde´ makelaars die op de aanvragers jagen. 


gouden visum

De officiële naam van het gouden visum is `ARI, Autorização de Residencia para Investimento´, oftewel een verblijfsvergunning wegens investering (in Portugal). De bedoeling ervan laat zich gemakkelijk raden: Zoveel mogelijk buitenlands geld binnenhalen.
Vanaf 1 januari 2012 kun je als inwoner van een land buiten de Europese Unie voor een gouden visum in aanmerking komen als je op zijn minst aan één van de volgende voorwaarden voldoet:
-Je investeert een miljoen Euro in de Portugese economie, of maakt - onder bepaalde voorwaarden - zo´n bedrag over naar het Portugese territorium.
-Je creëert tenminste tien permanente arbeidsplaatsen in Portugal.
-Je koopt een onroerende zaak voor tenminste een half miljoen Euro.
Er zijn nog een aantal aanvullende voorwaarden die onder andere betrekking hebben op de nationaliteit van de kandidaat en hij of zij mag geen crimineel verleden hebben (ahum).
De verblijfstitel is 5 jaar geldig en kan met telkens 2 jaar verlengd worden. Na 6 jaar bestaat de mogelijkheid om de Portugese nationaliteit aan te vragen. Bovendien kunnen gedurende de hele periode visa voor familieleden (gezinshereniging) worden aangevraagd.
Overigens bestaan dergelijke verblijfsfaciliteiten ook in sommige andere Europese landen, onder andere in Spanje en Cyprus.

wasserette Portugal

De gouden visa hebben tot nu toe een te verwaarlozen aantal arbeidsplaatsen opgeleverd. Ze worden bijna allemaal verstrekt op basis van de aankoop van dure huizen. Je kunt je afvragen of dit nu zoveel bijdraagt aan de ontwikkeling van de Portugese economie, te meer omdat je op je vingers kunt natellen dat het grootste deel van de winst hieruit door de - grote - makelaarskantoren en de ex-eigenaren zo snel mogelijk in een offshore wordt geparkeerd.
De schatkist houdt er een aardige duit aan over, maar zoals al is gebleken, is het een uiterst corruptiegevoelig koehandeltje in paspoorten. Eigenlijk niet zo´n goed idee voor een land als Portugal...
Volgens mij is er vanuit moreel oogpunt gezien iets niet in de haak als je als staat met open armen rijke buitenlanders binnenhaalt (en bovendien nog allerlei belastingvoordeeltjes verleent) en tegelijkertijd honderdduizend ingezetenen, vooral goed opgeleide jongeren aanmoedigt om het land te verlaten en hun heil maar ergens anders te zoeken en de achterblijvers als citroenen gebruikt.
Bovendien lijkt het, zoals Europarlementariër Ana Gomes in haar schriftelijke vragen aan de Europese Commissie verwoordde, "in strijd met de principes, waarden en interessen van de Europese Unie" om - al dan niet economische - vluchtelingen zonder geld of goed met alle macht uit het Schengengebied te weren, terwijl degene die over de nodige middelen beschikken zich er bijna moeiteloos kunnen vestigen.

woensdag 10 december 2014

Bijzonder Portugees 8. Francesinha

Hoewel ze `kleine Française´ heet, zul je haar in Frankrijk niet tegenkomen, of het moet al in een Portugese gemeenschap zijn: `francesinha´, een naam die is samengesteld uit francês (Frans, Fransman) en sinha (spreek uit zinja, een vrouwelijk verkleinwoord) is een van de belangrijkste culinaire specialiteiten van Porto.


Over de herkomst van de francesinha bestaan, net als bij de hamburger, verschillende theorieën. Eén daarvan vindt zijn oorsprong in de Spaanse onhafhankelijkheidsoorlog in het begin van de 19e eeuw. De troepen van Napoleon, die in 1807 Portugal bezetten, zouden de gewoonte hebben gehad om sandwiches met allerlei soorten vlees en vooral veel kaas te eten. Alleen werd daar in die tijd geen saus over gegoten.
Een andere en veel waarschijnlijker is het verhaal van de teruggekeerde Franse emigrant Daniel David Silva, die in de jaren vijftig (vorige eeuw) als werknemer van het restaurant `A Regaleira´ in Porto aan het experimenteren sloeg met de `croque monsieur´ oftewel de tosti. Hij voegde daar onder andere verse worst en een runderlap aan toe. Omdat het zo een nogal droge hap werd, ontwikkelde hij een speciale saus op basis van tomaten en bier om het gerecht wat smeuïger te maken.


De traditionele francesinha, hoewel daarover ook flink gebakkeleid kan worden, bestaat uit twee sneden wit brood, waartussen linguiça (gekruide worst), verse worst, een runderlapje (bife) en ham worden gestapeld, overdekt met gesmolten kaas en een pittige saus (piripiri).
In de snackbar om de hoek wordt er vaak nog een spiegelei bovenop gelegd en wordt de sandwich omringd door patat voordat de saus er overheen gegoten wordt, zodat je voor weinig geld een complete maaltijd hebt (wel even nakijken of er nog Rennies in het medicijnkastje liggen voordat je de deur uitgaat).
In rijker dagen heb ik er wel eens een gegeten in het chique café `Majestic´ aan de rua de Santa Catarina in Porto. Uiteraard zonder ei en frites, maar met een sausje...


In de loop der jaren is de francesinha een instituut geworden. Er zijn elk jaar talloze francesinha festivals en concoursen waar strijd wordt geleverd om de nominatie `beste francesinha´ in en rondom Porto. Zowel amateur- als profkoks beweren het enige echte recept van deze sandwich en vooral van de saus, die soms wel uit meer dan vijftien ingrediënten bestaat, te bezitten. Er worden ook allerlei varianten met varkens- inplaats van rundvlees, met garnalen, krab enzovoort gepresenteerd. Dit jaar was er in oktober weer het jaarlijkse grote festival in Porto, met duizenden bezoekers en - voor de tweede keer - eind november een `Festival da Francesinha´ in Lissabon, waar men kennelijk ook de smaak van deze lekkernij uit Porto te pakken krijgt. Op het journaal zag ik beelden van koks die francesinhas in zelfontwikkelde houtvuurovens bereidden en cliënten die er graag een lange wachttijd en 12 Euro voor over hadden om de specialiteit te bemachtigen.
In 2011 werd op de site `Aol Travel´ de francesinha uitgeroepen tot een van de tien beste clubsandwiches ter wereld.

woensdag 3 december 2014

Van funk tot fado 7. Ana Moura: Gevleugelde woorden


Vorige week wilde ik over de fadozangeres Ana Moura schrijven, maar de Grammy van Carlos do Carmo kwam daar tussen. Hoewel hij - dat zul je vast wel gemerkt hebben - niet bepaald mijn favoriete soort fado zingt, vond ik dat hij vanwege zijn grote betekenis voor de geschiedenis  en de promotie van de fado wel wat aandacht verdiende. Toen ik deze week naar een cd van Ana Moura luisterde, werd ik opnieuw geraakt door een lied dat ik nog eens en nog eens wilde horen. Het leek me de moeite waard om me weer eens aan een vertaling te wagen.


`Fado Alado´ (Gevleugelde Fado) werd op verzoek van de fadiste door de componist, contrabassist en zanger Pedro Abrunhosa geschreven voor `Desfado´ (Ontfado), de vijfde cd van Ana Moura, die in 2012 werd uitgebracht . In een interview zegt hij dat hij de opdracht met angst en beven aannnam, omdat hij nooit eerder een fado had geschreven. Als uitganspunt nam hij de trein, waar hij als artiest veel mee reist (Hij woont in Porto, maar moet voor zijn werk vaak in Lissabon zijn) als verbinding tussen plaatsen, mensen en lotsbestemmingen. Het werd een prachtig allegorisch gedicht en met de gedragen muziek die hij erbij componeerde is het naar mijn idee eigenlijk meer een hymne, een lofzang op de liefde, de fado en Portugal geworden dan - wat je noemt - een fado. En dat klopt weer mooi met de titel van de cd.
En dan nu natuurlijk de prachtige stem van de zangeres en haar gevoelvolle interpretatie van het lied: https://www.youtube.com/watch?v=IUp089XsDPI


Een aantal woorden en zinswendingen zullen ongetwijfeld beter vertaald kunnen worden - ik sta open voor suggesties - , maar over het geheel genomen kan deze vertaling er volgens mij best mee door.


Fado Alado                                                                         Gevleugelde Fado

Vou de Lisboa á São Bento                                              Ik ga van Lissabon naar São Bento*

Trago o teu mundo por dentro                                       Draag jouw wereld in mij mee

No lenço que tu me deste                                               In de halsdoek die je me gaf

Vou de Algarve ao Nordeste                                           Ik ga van de Algarve* naar het noordoosten

Trago teu beijo bordado                                                  Breng jouw geborduurde kus

Sou um comboio do fado                                                Ik ben een trein van de fado

Levo um amor encantado                                               Neem een betoverende liefde me mij mee

Sou um comboio do gente                                              Ik ben een trein van het volk


Sou o chão do Alentejo                                                   Ik ben de grond van de Alentejo*

Do ferro é o meu beijo                                                    Mijn kus is van ijzer

Tão quente como a liberdade                                        Zo heet als de vrijheid

E se não trago saudade                                                   En als ik geen saudade* breng

É porque vives deitado                                                    Is dat omdat je besloten ligt

Num amor que não está parado                                   In een liefde die niet stil staat

Sou um comboio do fado                                               Ik ben een trein van de fado

Sou um comboio do gente                                             Ik ben een trein van het volk


Refrão:                                                                                 Refrein:

Não há amor com mais tamanho                                   Er bestaat geen groter liefde

Que este amor por ti eu tenho                                       Dan deze liefde die ik voor je voel

Voo de pássaro redondo                                                 Cirkelvlucht van de vogel

Que não aporta no beiral                                                Die geen schuilplaats zoekt onder de dakrand

Não há amor que mais me leve                                     Er is geen liefde die me meer meevoert

Que aquela em que se escreve                                      Dan die in welke staat geschreven

Ai, lume brando                                                                 Ai, zachte vlam

Paz e fogo                                                                           Vrede en vuur (strijd)

E a luz final                                                                         En het laatste ( uiteindelijke) licht


Desço do Porto ao Rossio                                                Ik zak af van Porto naar Rossio*

Levo o abraço do rio                                                         Breng de omhelzing van de rivier

Douro, amante do Tejo                                                    Douro, geliefde van de Taag

Nos ecos dum realejo                                                       In de echo´s van een draaiorgel

Chora minha guitarra                                                       Huilt mijn gitaar

Trazes me paz da cigarra                                                 Breng me de vrede van de cicade

Num desencontro encontrado                                       in een gevonden gemiste ontmoeting

Sou um comboio do fado                                                Ik ben een trein van de fado


 Se for morrer a Coimbra                                                 Mocht ik sterven in Coimbra

Traz-me da luz a penumbra                                            Breng me de schaduw van het licht

Do amor que nunca se fez                                              Van de liefde die nooit mocht bestaan

Corre-me o sangue do Inês                                            In mij stroomt het bloed van Inês*

Mostra-me um sonho acordado                                   Laat me een droom zien die is ontwaakt

Somos um povo alado                                                    Wij zijn een gevleugeld volk

Um povo que vive no fado                                             Een volk dat leeft in de fado

A alma de ser differente                                                 De ziel van het anders zijn
                                                                              

*São Bento: treinstation in Porto.

*Algarve: meest zuidelijke provincie van Portugal.

*Alentejo: provincie in het midden/zuiden.

*saudade: mengeling van heimwee, verdriet en melancholie, `Weltschmerz´, niet met één woord te vertalen.

*Rossio: historische wijk in Lissabon.

*Inês de Castro, die in 1355 vanwege de verboden liefde tussen haar en Dom Pedro op last van diens vader in Coimbra werd vermoord. Naar dit liefdesdrama wordt vaak verwezen in gedichten en fado´s (en in vele opera´s).


Pedro Abrunhosa


Door leven en werken van Ana Moura ook nog even in dit stukje te frommelen zou ik haar ernstig tekort doen. Ze is niet alleen een van de (twee) beste fadistes van deze tijd, maar bovendien mijn favoriete. Daarover dus nog een andere keer.




woensdag 26 november 2014

Van funk tot fado 6. Een Grammy voor Senhor Fado

Vorige week woensdag werd in Las Vegas aan fadozanger Carlos do Carmo de Grammy Latino voor zijn hele carriëre uitgereikt. De `Board of Trustees of the Latin Academy of Recording Arts and Scienses (LARAS) besloot unaniem tot de toekenning van de Lifetime Archievement Award voor de grote betekenis van zijn werk voor het internationale muzikale panorama. In zijn toespraak `deelde´ hij de prijs met "Het volk van mijn land, met alle Portugezen, die zoveel om mij geven en om wie ik zoveel geef" Hij voegde daar aan toe: "Ik wil u graag zeggen dat ik uit Portugal komt, een heel oud land met heel eigen kenmerken en met een volk voor welk het een vreugde is om te zingen. Zonder de steun van dat volk zou het voor mij onmogelijk zijn geweest om zo´n carriëre te maken." En dat is Carlos do Carmo ten voeten uit. Over de fado zei hij: "Het is een lied van de hartstocht. Het is onmogelijk de fado te zingen zonder een diepgaande passie, zonder een diepgaand geven van de ziel. (De fado) spreekt over de liefde, het verdriet, de gevoelens, het leven.


Carlos do Carmo (1939) werd geboren als zoon van de eigenaar van een boekwinkel en het fadohuis `O Faia´ (De Beuk) in de wijk Bairro Alto in Lissabon en de bekende fadozangeres Lucília do Carmo. Na zijn middelbare schooltijd in de hoofdstad studeerde hij in Zwitserland aan een hogere hotelschool, waar hij ook zijn talen leerde.
Het mocht allemaal niet baten, want in 1963 trad hij in het voetspoor van zijn moeder en nam zijn eerste fado-single `Loucura´ op. Op youtube, https://www.youtube.com/watch?v=tw5KV5kaUok , vindt je `Loucura´ in de vorm van een hoogst merkwaardig duet met zijn in 1998 overleden moeder, waarvan hij in interviews zegt dat hij haar nog steeds heel erg mist.


Die eerste plaat was het begin van een oeuvre van zo´n 30 singles en ep´s (weet je nog wat dat voor plaatjes waren?), waaronder - in Portugal - heel bekende, zoals `Gaivota´(Meeuw, 1973 https://www.youtube.com/watch?v=R__QS0BLnxE , `Lisboa, Menina e Moça´ (Lissabon, meisje, jongedame, 1976) en `Os Putos´ (De Jochies, 1978)  https://www.youtube.com/watch?v=HQOWrH-ruvA .
Hij maakte tijdens zijn eenenvijftigjarige carriëre 21 studio-albums en 10 live lep´s en cd´s, is op filmmuziek te horen en heeft aan opnamen met vele andere artiesten meegewerkt.


In 1976 vertegenwoordigde Carlos do Carmen Portugal op het Eurovisiesongfestival met het lied `Flor do Pinho Verde´, gebaseerd op een gedicht van de dichter/politicus Manuel Alegre   https://www.youtube.com/watchv=bVtPiDoa6W8
                                                                                                                                                            Veel van zijn bekendste fado´s werden geschreven door de dichter Ary dos Santos samen met componist Fernando Tordo. José Maria Nóbrega begeleidde hem meer dan eenendertig jaar lang op de gitaar.
Carlos do Carmen maakte opnamen met Portugals grootste pianisten: de veel te vroeg overleden Bernardo Sassetti en Maria José Pires en met vele jongere en oudere fadisten, zoals Ana Moura: https://www.youtube.com/watch?v=JZhayOltR2E                                   of  Mariza:                               https://www.youtube.com/watch?v=UGV5LOxC5uM ,de grootste hedendaagse diva´s van de fado.


Carlos do Carmo heeft een groot aandeel gehad in de campagne om de fado door de Unesco als immaterieel erfgoed van de menselijkheid erkend te krijgen. In 2011 is dat gelukt en dat heeft de fado en haar vertolkers geen windeieren gelegd. Bovendien staat hij erom bekend jonge fado-artiesten bij het begin van hun carriëre op weg te helpen.
Vandaar dit - ter gelegenheid van `zijn Grammy´- inderhaast door Radio Comercial georganiseerd eerbetoon: Een opname van zijn grote hit `Lisboa, Menina e Moça, waarop 36 meer of minder bekende Portugese artiesten zoals Mariza, Camané, Rita Redshoes, Ana Bacalhau (Deolinda) elk een regel van het lied zingen (soordt band-aid dus): https://www.youtube.com/watch?v=ZmzNeO4ONUg

woensdag 19 november 2014

Van de boerderette 16. Laatbloeier

Voordat de mens er zo´n tweeduizend jaar geleden serieus de bijl in zette, was naar schatting van de HH. geleerden tachtig tot negentig procent van Europa met gemengd bos overdekt, waarbij de eiken dik in de meerderheid waren. Ook het noorden van Portugal was een groot donker bos, met een moordende concurrentie van grassen en planten met bloemen op de open plekken. Als je als zonminnende plant aan gebiedsuitbreiding wilde doen, moest je eerst maar eens even bij meneer Darwin te rade gaan. Je kon natuurlijk gaan klimmen, jezelf verlengen, of zorgen dat je minder zonlicht nodig had, maar deze krokus heeft wat anders bedacht: Die groeit en bloeit gewoon wat later, van september tot november, als de meeste blaadjes van de bomen zijn. Een prachtig voorbeeld van lateraal denken.



Ik dacht eerst dat het de giftige herfsttijloos was. Die lijkt er op en houdt er de bijna dezelfde gewoonten op na, maar dank zij mijn trouwe, bijna uit elkaar vallende flora van Heijmans en Thijssen weet ik dat het toch echt om een krokus gaat. Eén stamper, drie meeldraden en natuurlijk de smalle omhoog stekende blaadjes. Crocus serotinus clusii is de naam. Hij komt alleen in het noorden en midden van Portugal en in het noord- en zuidwesten van Spanje voor.
Vanwege het late warme weer - ik heb vorige week nog paprika´s geplukt - bloeide hij dit jaar wat later. Een prachtig gezicht, die lichtpaarse bloemen op de bospaden tussen het frisse groene gras na de eerste herfstregens.
De bol van de krokus kan kennelijk heel wat hebben, want toen ik vorig jaar in de herfst na de bosbrand met mijn zoontje omhoog klom, waren de overal opkomende paarse bloemen het eerste teken van nieuw leven op de zwartgeblakerde berghellingen.
Behalve een opsomming van speciale botanische kenmerken, valt er niet veel meer over de plant te vertellen. Omdat ik de lezer noch mijzelf daarmee wil vervelen, houd ik het verder maar bij de foto´s deze week.










woensdag 12 november 2014

Bijzonder Portugees 7. Mediterraan dieet

In december 2013 werd het `mediterrane dieet´ op de reprensentatieve lijst van immaterieel cultureel erfgoed van de UNESCO gezet. Als voortbrengers en doorgevers van dit erfgoed werden Italië, Portugal, Spanje, Marokko, Griekenland, Cyprus en Croatië aangewezen. De verscheidenheid van keukens tussen en zelfs binnen deze landen maakt de definitie van wat nu eigenlijk dat mediterrane dieet precies is een beetje lastig: Wordt bijvoorbeeld in Portugal en Spanje voornamelijk olijfolie als bron van vet gebruikt, in Noord-Italië bakt en braadt men in boter of reuzel en is de olijfolie alleen voor de sla en een drupje bij de gekookte groenten. In Marocco gebruikt men vaak schapenvet.



Maar laten we niet mugge(n)ziften. Bedoeld wordt natuurlijk een dieet met veel verse, lokale groenten en fruit, olijfolie als voornaamste vetbron, dagverse producten zoals kaas en yoghurt (met mate), beperkte consumptie van gevogelte, heel weinig rood vlees en vooral veel vis, met alle tradities van landbouw, veeteelt en visserij dit daar mee samenhangen en een keuken die zich kenmerkt door eenvoudige bereidingswijzen die de voedingswaarde van de ingrediënten zoveel mogelijk behoudt. En: Veel water, weinig wijn.
Wie zich aan dat dieet houdt, schijnt minder gevoelig te zijn voor hart- en vaatziekten en levert bovendien een bijdrage aan de vermindering van de uitstoot van CO2 en andere broeikasgassen (mest).
De consumptie van veel vis kan wel voor gewetensbezwaren zorgen, want als er zo wordt doorgevist is er binnen een jaar of tien alleen nog maar onbindend plastic in zee en oceaan op te vissen (de Middellandse Zee is al leeggevist) en ik denk niet dat de viskwekerijen de vraag al aankunnen. Daar dan maar op bezuinigen.
Misschien moeten we voor de proteïnen maar overstappen op insecten. Ik zag daar laatst een aardige documentaire over. Kakkerlakken en sprinkhanen schijn je heel lekker klaar te kunnen maken.

Mijn Portugese schoonmoeder (82) moest een beetje lachen om dat mediterrane dieet: "Armoededieet zul je bedoelen. Mij doet het denken aan wat de mensen aten tijdens de dictatuur. Bijna alleen maar aardappels en kool en hoogstens een beetje olijfolie, want die was duur. Zo af en toe at men een sardientje of een ei. Of zelfs maar een half. De meeste mensen hier in het dorp zagen nooit rundvlees en maar heel weinig varkensvlees. De arme keuterboertjes met hun grote gezinnen verkochten hun eieren, hammen en chouriços, als ze al zelf kippen of een varken hadden, om kleren voor hun kinderen te kunnen kopen. Vers fruit was er altijd in overvloed, maar daar moest je de eigenaar van de boomgaard wel voor betalen. De paters en de rijke boeren, ja die aten er intussen goed van."




Nederland, dat in 2012 het `immaterieel erfgoedverdrag´ van de UNESCO ondertekende, heeft nu ook het recht om landelijke of plaatselijke tradities als cultureel erfgoed van de menselijkheid aangemerkt te krijgen. De Nationale UNESCO Commissie heeft daartoe een `Nationale Inventaris´ opgemaakt. Ik vraag me af wat voor grutters zich in die commissie gewrongen hebben. Op die lijst staan zo´n vijftig trivialiteiten als `Wecken in Roden, `Draaksteken in Beesel´ en `Staphorster Stipwerk´. Ik miste nog net `Klootschieten in Krommenie´ (bestaat echt). Zijn dat de zaken die Nederland als culturele erfenis aan de wereld wil nalaten?

Waarom de zaak niet wat ruimhartiger aangepakt. Zet samen met Duitsland en België (laat de Engelsen er maar buiten, je weet wel waarom) de `Noordzeekeuken´ op de internationale kaart:
Brat- und bockwurst, zuurkool met vette jus, balkenbrij, hutspot met klapstuk, Gelderse rookworst, Zeeuwse mosselen en Belgische waterzooi met in ossewit gebakken frieten. Misschien niet zo goed voor hart en bloedvaten, maar wel verdomd lekker.
Ik zie ook grote mogelijkheden voor de rijke Nederlandse frituurtraditie, met een keur van originele producten voor de vetpan, zoals de satékroket, het lihanboutje, de berenhap, de frikandel en de Drentse topstick, die je bovendien tegen een kleine vergoeding zomaar uit de muur kunt trekken. Zie je nergens anders ter wereld!








woensdag 5 november 2014

Portugallig 10. Huiselijk geweld, nationale plaag

`Entre homem e mulher não metas a colher´, een oud Portugees motto dat zoveel wil zeggen als `Bemoei je niet met wat er tussen man en vrouw gebeurt´, was eeuwenlang en is ook vandaag de dag voor veel Portugezen een vrijbrief voor het negeren en niet aangeven van huiselijk geweld in hun directe omgeving. In de Portugese maatschappij, waar machisme nog vaak de boventoon voert, wordt een `corrigerende´ klap of pak slaag aan een vrouw door een grote groep mannen nog steeds niet als een misdaad of zelfs maar een probleem ervaren. `Gaat morgen wel weer over´. Moord op een (ex)partner met als motief jaloezie of een (dreigende) scheiding wordt zelfs in sommige kringen nog als gerechtvaardigd gezien. Een beschamend voorbeeld daarvan, afgelopen mei, was de manier waarop Manuel B. zich na de moord op zijn schoonmoeder en tante, waarbij hij zijn ex-vrouw en zijn dochter ernstig verwondde, 34 dagen met hulp van anderen voor de politie kon schuilhouden en zelfs als een soort plaatselijke held met applaus werd begroet toen hij eindelijk was opgepakt en bij het politiebureau aankwam.


Afgelopen zaterdag, op de dag voor `Todos os Santos´ (allerzielen), de dag waarop de Portugezen hun doden gedenken en hun graven verzorgen, werden in verschillende grote steden herdenkingsbijeenkomsten gehouden voor de vrouwen die zijn gedood, vermoord door huiselijk geweld.
In Lissabon legden enkele tientallen vrouwen bloemen bij een plaquette die twee jaar eerder door de gemeente en UMAR (vereniging van vrouwen die voor gelijke rechten en tegen huiselijk en sexueel geweld strijden) bij een kraamkliniek werd aangebracht ter nagedachtenis van in Lissabon vermoorde vrouwen. Ze lieten een zwart doek achter met daarop de namen van de 398 vrouwen die in de afgelopen tien jaar aan huiselijk geweld overleden.
"In de grond van de zaak gaat het om een oproep tot deelneming en een oproep tot bewustwording en verandering", sprak Elizabete Brasil, directeur van OMA, het observatorium voor vermoorde vrouwen, "Omdat deze verandering ook bij de opvoeding van de jongsten moet beginnen, omdat er in de afgelopen tien jaar geen grote veranderingen met betrekking tot deze plaag zichtbaar zijn geworden." Margarida Medina Martins, vertegenwoordigster van de stichting `Vrouwen tegen geweld´(AMCV) voegde daar aan toe: "Deze vrouwen mogen niet voor niets gestorven zijn. Zij moeten ons de kracht geven om verandering te eisen.

In 2013 kwamen in Portugal 32 vrouwen door huiselijk geweld om het leven, dit jaar tot nu toe 29, tot juni bijna elke week één. In een aantal gevallen werden ook kinderen het slachtoffer.
"Nergens binnen de EU worden zoveel vrouwen vermoord als in Portugal", zegt Elizabete Brasil in 2012 in een interview, "Met het `reguliere´ huiselijk geweld zitten we zo´n beetje op het gemiddelde van Europa."
Portugal heeft een geavanceerde wetgeving met betrekking tot huiselijk geweld, maar hoewel `Apoio a Vitima, APAV´ (slachtofferhulp) 20.000 gevallen per jaar registreert, worden er maar zo´n 400 bestraft. De wet biedt mogelijkheden voor veilig vervoer naar werk en school, alternatieve huisvesting, en een open telefoonlijn voor slachtoffers. Daders kunnen gedwongen worden om een electronische polsband te dragen, die een signaal geven als ze op minder dan 400 meter van het slachtoffer komen, maar er lopen maar 150 mannen met zo´n polsband rond.

`Tot de dood ons scheidt´, campagne van APAV

Met informatiecampagnes , onder andere op de televisie en met posters, wordt geprobeerd mensen ervan bewust te maken dat huiselijk geweld een publiekrechtelijk misdrijf is en dat je verplicht bent aangifte te doen als het zich in je omgeving voordoet.
Ondanks de aandacht in de media, het parlement en bij justitie voor het probleem neemt het aantal geregistreerde gevallen van huiselijk geweld de laatste jaren toe. De crisis zal daar zeker een rol in spelen: De frustraties van werkeloosheid, het gedwongen samenzijn daardoor en geldgebrek worden afgereageerd op de partner. Maar door het publiek debat is het probleem ook meer uit de hoek van de  anonimiteit , iets waarvoor je je schaamt, wat verborgen gehouden moet worden, gekomen, waardoor meer vrouwen aangifte durven te doen.

woensdag 29 oktober 2014

Van de boerderette 15. Splinter en de winter

Rijk gezicht, zo´n houthok vol! En hard nodig ook, want het is zo weer winter. Voor de meeste van jullie is Portugal een zonnig terras aan Douro of Taag, een snikhete slenterdag in Coimbra, Bragança, of een hoogstens wat winderige middag aan het strand in Peniche, maar in de winter kan het hier flink koud en vooral nat en vochtig zijn: Dagen- of zelfs wekenlang loodrecht naar beneden vallende koude, dikke regen en dichte mist in de bergen, maar ook aan de oceaankust. Je kunt je in Newfoundland wanen. Wie dan niet stookt, verschimmelt. 



Toch is bij de bouw van de meeste appartementen in de grote conglomeraties aan de kust geen rekening gehouden met winterweer. Vaak ontbreekt een schoorsteen, of er is hoogstens een open haard. Men klooit wat aan met electrische kacheltjes, als daar al geld voor is, want electriciteit is duur in Portugal. De laatste jaren wordt in duurdere appartementen wel centrale verwarming op aardgas aangelegd, maar ik heb van verschillende kanten gehoord dat de gasrekening zo hard oploopt dat men de boel buiten werking stelt en de ontberingen maar weer met electrische kacheltjes doorstaat. Erg `in´ zijn op dit moment electrische radiatoren met thermostaat die je aan de muur kunt monteren.

In ons appartement in Vila Nova de Gaia hadden we een open haard, maar die trok niet en als de benedenburen de haard aanstaken, kwam de rook via het schoorsteengat bij ons binnen. Daar  heb ik maar een oud vloerkleed ingepropt. We hadden wel vijf electrische kachels. Daarvan konden er maar twee tegelijk aan, anders sprong de hoofdzekering eruit. Op heel barre dagen en met kerstmis gebruikten we de Zibrokamin, een schone petroleumvergasser, maar de brandstof voor dat apparaat was echt niet te betalen.

Omdat ik als Nederlander niet gewend ben om in de winter te vernikkelen van de kou, wachtend op aangenamer dagen en mijn vrouw ook wel beter wist nadat ze een jaar in ons land had gewoond, besloten we dat het nieuwe huis in de eerste plaats een goede, comfortabele verwarming moest hebben. We kozen voor een - Portugese - houtkachel met warmtewisselaar, die radiatoren in alle vertrekken opwarmt en dat werkt geweldig. Zelfs op heel koude dagen, die zijn er op deze hoogte, houden we ons huis aangenaam warm met relatief weinig brandhout. Het rendement van de kachel is zo´n 80%. Overigens zal de dubbele isolatie van de muren ook wel meewerken.


gedegradeerde schors
dood door wortelzwam


Aan brandhout ontbreekt het ons niet. Er gaan elk jaar veel dennen dood, meestal door wortelzwam (Trametea raiciperda) die de haarwortels van de den aantast, zodat de boom snel uitdroogt. De naalden worden geel, dan bruin en vallen uit, de schors degenereert, er vallen gaten in en je moet oppassen, want voor je het weet valt de boom om. Jongere boompjes trek je zo uit de grond: Alle kleine wortels zijn weggerot. Dit jaar waren het er zoveel (In natte jaren is de plaag meestal heviger), dat er al een paar uit zichzelf omgevallen zijn voordat ik er met de zaag aan kon beginnen. Het probleem duikt hier overal in de buurt op steeds onverwachte plaatsen op en er is eigenlijk niets aan te doen. Ik vervang de dennen langzamerhand door eiken, die hier echt thuishoren en experimenteer met de pseudotsuga, die geen last heeft van de schimmel.
Daarnaast zijn er na de bosbrand van vorig jaar toch nog veel dennen bezweken die eerst nog nieuwe naalden kregen. Kennelijk was er toch teveel van hun wortelstelsel verbrand.
Ik ben dit najaar dus nog wel even bezig met kettingzaag en bijl.

woensdag 22 oktober 2014

Van funk tot fado 5. Luisa Amaro

Tot mijn schrik bemerkte ik dat ik in `In memoriam Carlos Paredes´(Muziek 4.) met geen woord over Luisa Amaro gerept heb. Schande over mij! Want niet alleen heeft zij een decennium lang Paredes op de Spaanse gitaar begeleid tijdens honderden concerten over de hele wereld en nam hij met har de albums `Espelho de Sons´ en `Asas sobre o Mundo´op, maar ook heeft zij hem tien jaar lang tijdens zijn slopende ziekte terzijde gestaan en verzorgd tot aan zijn dood in 2004. Daarna begon zij een solocarriëre als componiste en vertolkster op de `guitarra portuguesa´. Zij is de eerste vrouw die een plaat opnam met de Portugese gitaar.


Luisa Amaro (1958) werd geboren in Congo. In haar jeugd wilde zij piano leren spelen, maar haar moeder, bang dat ze dan aan het conservatorium zou gaan studeren, hield dit tegen. Haar ouders waren van mening dat een leven als muzikant een leven van onzekerheid en armoede was. Rechten moest ze studeren! Ze gaven haar wel een gitaar. En zo zie je maar weer eens dat het bloed kruipt waar het niet gaan kan: Op het gehoor speelde Luisa de Beatles en Cat Stevens na, maar al snel - ze zat toen op het lyceum - nam ze lessen klassieke gitaar. Ze begreep dat ze voor dit instrument, zelfs meer dan voor  de piano, in de wieg gelegd was en ging klassieke gitaar studeren aan het `Conservatorio Nacional de Lisboa´. Later kreeg ze lessen van de Argentijnse gitariste en componiste Maria Luisa Anido. In 1984 begon zij met Carlos Paredes te spelen, die zij tien jaar lang begeleidde op de Spaanse gitaar.

met Carlos Paredes

In 1997 verruilde zij de Spaanse gitaar voor de `guitarra portuguesa´, een gewaagde stap, want die werd als een typisch manneninstrument beschouwd. "Ik dacht altijd dat vrouwenhanden niet geschikt waren voor de Portugese gitaar", zegt ze in een interview" (Carlos Paredes had enorme handen met lange vingers en sterke nagels. Hij bespeelde het instrument met een geweld dat het instrument zowat deed exploderen).
In 2004 neemt Luisa Amaro met Miguel Carvalhinho op de Spaanse gitaar haar eerste `eigen´ album `Canção para (lied voor) Carlos Paredes´ op: http://www.youtube.com/watch?v=2j62PlRWb-g .

Hoewel ze werd geprezen voor haar moed, omdat zij het aandurfde om als vrouw op de Portugese gitaar een cd uit te brengen, was de kritiek op de plaat niet bijzonder positief. De muziek was wel erg `Coimbra´ en vooral erg `Paredes´, terwijl die diens virtuositeit miste. Na boosheid en droefenis over zoveel onrecht, kwam Amaro tot de conclusie dat die kritiek voor een deel wel terecht was. Ze moest onder de vleugels van Paredes vandaan en haar eigen weg zoeken, zelf gaan componeren. Zij ging op zoek naar de meest lyrische en melodieuze kant van de Portugese gitaar en vond haar eigen geluid in de traditie van de Mediterrane muziek.

In 2009 verscheen de cd `Meditherranios´, met negen door haar zelf gecomponeerde stukken, die vooral een herontmoeting is tussen de Portugese en de Oosterse, Arabische muziek. Een mooi voorbeeld daarvan is het titelstuk (als je even tien minuten over hebt):  http://www.youtube.com/watch?v=9MKhNsB2cuo met op de piano Mário Laginha, of deze live-uitvoering van `Egiptânia´: https://www.youtube.com/watch?v=1IDYo9JJHYM met Gonçalo Lopes op de de basclarinet.
De Portugese gitaar heeft onvoldoende basregister - Carlos Paredes heeft zelfs, tevergeefs, geprobeerd om een extra bassnaar op het instrument te monteren - en heeft daarom altijd de begeleiding van een ander instrument nodig. Traditioneel is dat de Spaanse gitaar. Luisa Amaro brak met die traditie door te kiezen voor een basclarinet als ondersteuning.

met Gonçalo Lopes

Op 22 mei 2014 presenteerde Luisa Amaro in Museu de Oriente in Lissabon haar nieuwste cd `Argvs´, een voortzetting van haar `zeiltocht´ over de Middellandse Zee met als thema de hond van Odysseus als zinnebeeld van onvoorwaardelijke liefde en trouw. "Waarden waar het in de huidige tijd nogal eens aan ontbreekt", vindt ze. Dit keer focust ze op de Italiaanse, Griekse en Cypriotische muziektradities. De melodieën op de plaat zijn helder en toegankelijk. Eén van de mooiste stukken die op youtube te vinden is, vind ik `Xarara´ (de heks), gezongen door de Cypriotische zangeres Kyriacoula Constantinou: http://www.youtube.com/watch?v=z3AKg-E5QH0


De ouders van Luisa Amaro hebben wel een beetje gelijk gekregen: Rijk is ze van de muziek niet geworden. Ze heeft geen overvolle concertagenda en de verkoop van haar cd´s zal ook zo´n vaart niet lopen. "Het valt soms niet mee om de rekeningen te betalen", zegt ze, "Maar leven zonder muziek is voor mij ondenkbaar".
Ik heb bewondering voor haar, voel zelfs een vleugje jaloezie. Ze doet me denken aan dat liedje van de band `Tröckener Kecks´: `Doe alles wat je doet met hart en ziel´.