zondag 11 november 2018

Van de boerderette 49. Bijbelse plagen II



De Espanha, nem bom vento nem bom casamento: Uit Spanje (komt) goede wind noch een goed huwelijk. 

Oorspronkelijk sloeg dit spreekwoord op de koude noordenwind uit de Spaanse bergen die ´s winters het zachte maritieme klimaat van Portugal komt verpesten en op een aantal slecht geslaagde huwelijken tussen het Portugese en Spaanse koningshuis in het verleden, die de onafhankelijkheid van Portugal bedreigden en zelfs - in de 16e en 17e eeuw - voor enige tijd verloren deed gaan. Tegenwoordig wordt het als  uitdrukking gebruikt voor alle slechts dat uit Spanje komt (en dat is nogal wat, als je de Portugezen moet geloven). Een tijdje geleden begaf een van de dieseltreinen, die de Portugese spoorwegmaatschappij tweedehands van Spanje had gekocht voor de Dourolijn, het halverwege. Aanleiding voor een keurig verpakt heertje in mijn coupé om met opgeheven vinger: `De Espanha... etc.´ te debiteren. Algehele instemming volgde.  Die vraatlustige eikenaardvlo is natuurlijk ook weer uit het Spanje komen aanwaaien.


de bomen van de buurman


Mei. Ik was nog bezig met het laatste stukje van de schoonmaak in het bos, toen ik dacht: `Wat zien de eiken van de buurman er raar bruin uit. Die hebben kennelijk meer te lijden gehad van de ijzel dan die van mij.´ Maar een paar weken later vroeg een andere buur: `Hebt u al gezien dat alle eiken beneden langs de weg richting Paços (de Gaiolo) aan het afsterven zijn?´ `Wat heb ik nou weer aan mijn fiets hangen´, dacht ik en ging op zoek op het internet. Een dodelijke schimmel, nee alsjeblieft niet zeg.., of de `pulgão-das-carvalhos´, de eikenaardvlo. Na inspectie van de bladeren van een aangetaste boom, bleek het de laatste te zijn:


De eikenaardvlo (Altica quercetorum) is een kevertje uit de bladhaantjesfamilie dat het bladgroen van de bladeren van eiken - bij voorkeur - de zomereik, opvreet. Als ie daar mee klaar is begint hij aan alle andere eikensoorten, elzen en zelfs wilgen.Van de bladeren blijft alleen het skelet over. In het ergste geval verdwijnt zo tot 95 % van het bladgroen van de eiken in een gebied waar die aardvlo toeslaat. Dat is op zich niet dodelijk voor die bomen, maar ze zijn daarna - verzwakt - een gemakkelijke prooi voor andere plagen en ziektes. En met een fotosynthese praktisch gereduceerd tot nul, groeit de boom natuurlijk geen centimeter.

aangetaste bladeren

De plaag verspreidt zich in hete perioden, liefst met een hoge luchtvochtigheid, zo snel, dat je hem per dag kunt zien vorderen. Toen we begin juli ons eerste ritje naar het zwembad van Caldas de Aregos (Resende) maakten, zagen we overal bruine, of eerder grijze, kaalgevreten bomen. Later zagen we dat het hele gebied tussen Cinfães en Amarante al aangetast was.

Tegen het einde van de maand sloeg de plaag ook in ons bos toe, hetgeen me zeer verdroot: Ben ik al jaren bezig om de brandgevaarlijke dennen en eucalyptusbomen (voor het grootste deel al uitgebannen) te vervangen door eiken, kurkeiken en andere autochtone soorten die beter bestand zijn tegen bosbranden en deze zelfs afremmen en erosie tegengaan, ver voordat politiek Lissabon daar zelfs maar over piekerde, krijgen we dit!


En wat denk je? Niets op het net of in de krant over deze plaag, zelfs niet in de lokale. Het Ìnstituto da Conservação e das Florestas (INCF)´, de overheidsinstelling die alles wat met bos en natuurbehoud te maken heeft in haar portefeuille heeft, was langdurig op vakantie dit jaar, of komt niet meer achter haar beeldschermen vandaan, want ze besteedt geen woord aan deze nieuwe plaag. De laatste die ze noemt heerste in 2009 in het noordwesten van Portugal.

Wat me vooral opviel, toen ik op het internet ging kijken, was dat er maar bitter weinig  informatie over de eikenaardvlo beschikbaar was - Wikipedia maakt er in het Nederlands niet meer dan 30 woorden aan vuil, in het Spaans nog minder - en bijna niets over de bestrijding ervan. Een Nederlands artikel ergens uit het begin van de vorige eeuw over de heilzame werking van DDT (!) als bestrijdingsmiddel tegen het beestje, met de aantekening dat het voor de meeste boeren wel te duur zou zijn om daar hun eikenhakhout mee te bespuiten en een erg technisch besluit over de toelating van een bestrijdingsmiddel met chloorpurifos voor dat doel. Kennelijk alleen voor professioneel gebruik.

eikenaardvlo

Het INCF noemt in haar artikel over de bestrijding van de `pulgão da carvalho´: Behandeling in het voorjaar me een groeiremmend insecticide (welk?) of biologische bestrijding met een product op basis van `Bacillus thuringiensis´, maar waar je zoiets zou moeten aanschaffen vertelt het verhaal niet. Bovendien lijkt het me volkomen zinloos en bijzonder duur om de plaag in je eentje met grote hoeveelheden bestrijdingsmiddelen te lijf te gaan, terwijl er op de - gedeeltelijk door de eigenaars verlaten - omliggende terreinen niets gebeurt. Toepassing van insecticiden of ander chemische bestrijdingsmiddelen levert in mijn ogen bovendien een onaanvaardbaar risico voor het, toch al zo kwetsbare, insectenleven in het bos op.

Het instituut wijst er voorts op dat het schoonhouden van het bos de plaag kan beperken en dat lijkt inderdaad zo te zijn. Ik heb in de afgelopen winter grote schoonmaak gehouden en van een flink deel van mijn vrijstaande eiken zijn de bladeren niet aangetast. Deze bomen hebben - bijna als enige in de omgeving - ook eikels.
En dat bezorgt ons weer een ander probleem: Een wilde zwijnenplaag... 


maandag 5 november 2018

Van de boerderette 48. Bijbelse plagen I

Mozes was niet al te jong meer toen hij eindelijk zijn memoires neerschreef - kon hij weten dat `Exodus´ nog een bestseller werd - dus we zullen het hem maar niet kwalijk nemen dat hij in zijn relaas over de uittocht een paar plaagjes vergat. Misschien waren ze wat minder spectaculair dan de dood van alle eerstgeborenen - was me er een hoor, die Oudtestamentische god - en bovendien kreeg je daarna nog die achtervolgingsscène met een opensplijtende rode zee (later nog lelijk geplagieerd door die knaap Tolkien) In Noord-Portugal doken de plagen in de afgelopen twee jaar op: Een wesp die de kastanjeoogst decimeert (Ja, die jongens van de Farao aten ook al kastanjes.; weliswaar alleen rauw, maar toch..) en een vlo die in een mum van tijd alle eikenbomen kaalvreet. Waar hebben we dat allemaal aan verdiend? Globalisering en klimaatverandering? Wie het weet, mag het zeggen. Intussen zijn we er mooi klaar mee.


Dryocosmus kuriphilus

Voor ons begon het anderhalf jaar geleden met de `Vespa-das -galhas-do-castanheiro´ (de Nederlandse naam heeft ook een waterhoofd: Oosterse tamme-kastanjegalwesp) Dryocosmus kuriphilus. Deze oorspronkelijk uit China afkomstige galwesp heeft zich - waarschijnlijk via transport van hout of schors - naar Amerika (1972) en Europa (2002) verspreid. Ondanks door de EU opgelegde transport- en quarantainemaatregelen was er geen houden aan. De wesp ontmoette hier geen natuurlijke vijanden en verspreidde zich met een gangetje van 25 kilometer per jaar via Frankrijk en Slovenië richting Portugal. Ruim drie jaar geleden bereikte de plaag de grote kastanjegebieden in Trás-os-Montes, waar ze voor de honderden telers en hun gezinnen een economische ramp begonnen te veroorzaken.

aangetaste bladeren

Om daar even snel een idee van te krijgen:
Portugal is met ruim 1% van de wereldexport van tamme kastanjes de 7e grootste producent (China is goed voor meer dan 80%). De Portugese `sotos´ (kastanjeboomgaarden) met een oppervlakte van 34.000 hectare leveren jaarlijks 22.000 ton kastanjes van uitstekende kwaliteit, met een omzetwaarde van 50 tot 60 miljoen Euro. Ongeveer 75% daarvan is bestemd voor de export.
De kastanjegalwesp kan op de ergst aangetaste `sotos´ een productieverlies tot 80% veroorzaken.
De oogst van 2017 was bijzonder slecht. Ook dit jaar zijn er, ondanks de biologische bestrijding van de plaag, veel minder kastanjes dan normaal. Gelukkig voor de telers, was is de kwaliteit erg goed.

Vorige lente begon zij in ons gebied huis te houden. Hoewel al heel een stuk minder, hadden we in de vorige herfst nog een behoorlijke kastanjeoogst. In dit voorjaar waren er al nauwelijks bloemen te zien en in oktober vielen er niet veel meer dan twee dozijn bolsters met eetbare kastanjes uit de boom. Bij mijn buren was het hetzelfde liedje. En dat is erg jammer, want we eten ze graag. Vers geroosterd, of bij ovengerechten met vlees of vis. Rond deze tijd was ik altijd avonden in de weer met het koken en schillen van mooie, dikke kastanjes, die daarna met kilo's tegelijk in de vriezer gingen.

gal

De kastanjegalwesp is een vrouwelijke plaag. Er zijn geen mannetjes bekend. De bevruchting vindt plaats via parthenogenese, oftewel maagdelijke voortplanting (weet je vast nog van van de biologieles).
Na de zomer leggen de dames elk zo'n 100 eieren in paketjes van 3 tot 5 in de blad- en bloemknoppen voor het volgend jaar en gaan vervolgens dood. De larven overwinteren in die knoppen en pas in het voorjaar beginnen ze groen tot roze gekleurde gallen te vormen. De boom heeft daar erg veel last van, want die gallen blokkeren de doorstroming in de vaten van bloemen en bladeren, die er verkreukeld beginnen uit te zien en waarvan een groot deel afsterft. Vooral jonge bomen kunnen aan de gevolgen zelfs overlijden. Oudere bomen zien er aangevreten uit, geven steeds minder kastanjes en groeien niet of nauwelijks. Intussen hebben de larven de gallen leeggevreten, zich verpopt tot wespen en de hele cyclus begint weer opnieuw.


De gebruikelijke bestrijdingsmiddelen helpen nauwelijks tegen deze plaag: De larven zitten veilig beschermd tegen insecticiden in de knoppen en later in de gallen.
In de grote kastanjegebieden in Trás-os-Montes, maar ook in Braga en Arcos de Valdavez in de Minho, wordt de galwesp - met redelijk succes - op biologische wijze bestreden met Torymus sinensis, een vliesvleugelig insect, afkomstig uit China, dat parasiteert op de galwesp en de populatie sterk doet afnemen.
De parasiet moet in laboratoria worden gekweekt en wordt daarna in gepaste hoeveelheden op strategische plaatsen in een kastanjegebied losgelaten. Het gebruik van insecticiden is om voor de hand liggende reden daarna uitgesloten.

bestrijding met Torymus sinensis

In ons gebied, waar de meeste mensen maar een of twee tamme kastanjebomen voor eigen gebruik hebben, is zo'n operatie veel te kostbaar. Het enige wat we kunnen doen is aangetaste takken en scheuten in het voorjaar verwijderen en verbranden. Dat helpt een beetje. En verder maar hopen dat  de plaag een keertje overwaait, of tot die vliesvleugeltjes zich ook hier hebben gevestigd.
Maar dat kan nog wel even duren, want die verspreiden zich met een snelheid van niet meer dan 5 kilometer per jaar, als ze tenminste onderweg niet worden opgehouden door een of andere oelewapper die zijn kastanjebomen tóch met insecticide heeft bespoten. Daar kunnen ze, in tegenstelling tot de larven van de wesp, beslist niet tegen.

volgende over een plaag die me echt even de moed deed veliezen: Een vlo die niet in mijn bed, maar in het bos huishoudt.