zaterdag 15 mei 2021

Van de boerderette 61. Een duur gaatje I

"Ruik je het dan niet?" "Wat moet ik ruiken, lief?" "De thee. Die ruikt raar." "Ik ruik niks." "Die neusoperatie van jou heeft ook niet veel geholpen, hè; die thee ruikt pruttig." "Pruttig? Volgens mij ruik je je bovenlip." "Nou dank je wel! Die thee ruikt naar modder en hij smaakt ook naar modder. Die ga ik echt niet opdrinken."

Hoe vaak hadden we dit soort discussies al niet gehad. Drinkwater uit een zogenaamde `mina´, een horizontale gang naar een bron met een drempel ervoor (en afgesloten met een deur om dieren buiten te houden) is natuurlijk goedkoop en de kwaliteit is meestal wel goed. Maar na zware regen niet helemaal smaak vast. Bovendien hadden we ook al een paar keer meegemaakt dat er na een bosbrand as in het drinkwater terecht kwam. 

We besloten om nu eindelijk de knoop maar eens door te hakken en naar water te laten boren: Een zogenaamde `furo´. Ik had het kaartje nog van een boorbedrijf dat een jaar eerder voor een buurman een gaatje had geboord en die heel was tevreden met het resultaat. Dus werd het `Granitáguas´, een onderneming die in een gehucht ergens tussen Santo Tirso en Felgueiras is gevestigd.

Voordat zo´n gat geboord mag worden, moet eerst een voorlopige vergunning worden aangevraagd bij de de APA (Agéncia Portuguesa do Ambiente), dat onder het Ministerie van Milieuzaken valt. Die vergunning kost ca. 130 Euro. Meestal regelt het boorbedrijf de vergunningsaanvraag voor je. Bij de aanvraag moet een kaartje (Google-map) worden gevoegd waarop de boorlocatie staat aangegeven, zodat de vergunningverlener kan controleren of zich een andere geregistreerde put of bron binnen 100 meter van het te boren gat bevindt waarvan de watertoevoer verstoord kan worden. In het eindrapport, na het boren, kan die locatie nog wel beetje veranderd worden, bijvoorbeeld als bij de eerste boring geen water wordt gevonden. Daarna wordt de definitieve vergunning afgegeven. 

De compressor verbruikt 60 liter diesel per uur

Het boorbedrijf had het blijkbaar erg druk, want na het verlenen van de vergunning duurde het ruim vijf maanden en heel wat telefonisch `getrek´, voordat de baas eindelijk toezegde: "ja, nu zijn we in de buurt. We zitten in Cinfães. Morgenochtend komen we." 

Tegen elf uur kwam de colonne aangedenderd: Een vrachtwagen met de boorpijpen en de plastic buizen die in het boorgat gaan en daarachter een oude Mercedes Unimog (een terreinvrachtwagen die veel door het leger is gebruikt), waarop de boorinstallatie was gemonteerd, met een enorme compressor aan de trekhaak. Het begon zachtjes te regenen.

De Unimog wordt op zijn plaats gereden

De compressor werd aan de kant van de weg gezet en losgekoppeld, waarna de Unimog het terrein op reed. Een van de medewerkers brak een gevorkt eikentakje af en gebruikte dat tussen beide duimen en wijsvingers als wichelroede, Zo´n twee meter van de plek die ik op de kaart had aangeven bewoog het uiteinde van de kleine roede krachtig naar beneden: Daar moest water te vinden zijn. De kont van de Unimog werd boven die plek gemanoeuvreerd, de boorinstallatie in verticale stand gekanteld en daarna met behulp van de hydraulische uitschuifpoten van de wagen precies waterpas gezet. De hoge druk luchtslang tussen de compressor en de boorinstallatie werd aangesloten en de plastic buizen nog even uitgeladen en toen .. was het etenstijd. Men vertrok naar Marco.

De installatie wordt waterpas gezet

Het driekoppig boorteam arriveerde even na twee uur. De motor van de compressor (een zes-cilinder Deutz) werd gestart en motor op de Unimog die de boor via een hydraulisch systeem doet draaien. De dikke boorkop werd omhoog gehesen, door het blok onderaan de installatie gevoerd en aan de bovenkant vastgedraaid aan de boorinstallatie. Het boren kon beginnen. Langzaam draaide de boorkop zich door de bovenlaag van aarde, losse stenen en door water geërodeerd graniet. Er steeg een enorme stofwolk op: De perslucht die via de boorpijp naar beneden wordt gevoerd, drijft de boorhamer in de boorkop aan en blaast het boorsel door het geboorde gat omhoog (1)

Het bedieningspaneel voor perslucht en boor

.Na twee meter stuitte de boorkop al op harder graniet. De dikke boorkop werd afgekoppeld en een witte PVC-buis van 20 mm. in het gat geplaatst en op maat gemaakt. Deze dient als mantelbuis. Die zorgt ervoor dat er later geen aarde, vuil of regenwater in het boorgat terecht komt. Een dunnere boorkop werd aan de installatie geschroefd en nu begon het boren pas echt (2). De druk en de boorsnelheid werden nog een beetje opgevoerd en de paraplu´s waren nu ook erg handig om het stof op te vangen. Uit het boorgat kwam geelwit poeder gemengd met piepkleine stukjes steen: Gemengd graniet.


Telkens als de boorpijp van 3 meter lengte bijna helemaal in het gat was verdwenen, werd de perslucht afgesloten, de aandrijving in zijn achteruit gezet, de pijp losgeschroefd. Daarna werd de boorinstallatie opgehesen om ruimte te maken voor de nieuwe pijp (60 kg.) die door een medewerker van de vrachtwagen werd getild. Deze werd op de vorige geplaatst, eerst aan de bovenkant vastgedraaid en daarna met een enorme sleutel op het blok gefixeerd, voordat hij ook aan de onderkant werd vastgeschroefd. Perslucht weer aangesloten en vooruitdraaien maar weer. Een nogal routineus karwei, maar je moet er wel bij blijven: De boorsnelheid en de druk moeten, afhankelijk van de hardheid van het graniet, bijgesteld worden en de boor kan ineens in een zachte laag terecht komen en dan is de boorpijp in een oogwenk verdwenen. 

Toen de boorkop op 17 meter diepte was aangeland, kwam er voor het eerst een beetje water naar boven. Het boorsel  `saibro´, oftewel granietzand, veranderde in modder. Op deze diepte begon ook de keiharde blauwe graniet: De kleur van de `saibro´ werd grijsachtig. Het boren ging ook wat langzamer, maar je krijgt in die harde steen wel een mooie, stabiele boorschacht.

Water!..

Pas op 40 meter werd de eerste echte ader geraakt. Het water kwam nu wat sneller naar boven, maar het resultaat was nog niet spectaculair. Wel begon er een - lelijke - modderstroom naar beneden te lopen. De wichelroedeloper (Die me later vertelde dat de baas van het bedrijf geen gat boort, zonder van diens `gave´ gebruik te maken), brak opnieuw een gevorkt eikentakje af en besloot dat er op 60 meter diepte nog meer water moest zitten. Boorpijp volgde op boorpijp en gespannen loerden ik naar het gat, bijgestaan door een paar geparaplude buurmannen die zo´n kans om raad te geven en sterke verhalen te vertellen over `boor gevalletjes´ die zíj hadden meegemaakt natuurlijk niet wilden missen. 

Op 70 meter diepte raakte de boor opnieuw een ader, maar omdat omdat er niet echt een overvloed van water was aangeboord en om een groter waterreservoir te verkrijgen, adviseerde de baas tot 100 meter diepte te boren. Ik vroeg hem wat dat ging kosten Het kwam, zelfs met een beetje gegoochel, toch wel een eindje boven de 2000 Euro. Oei, dat was wel zo´n beetje het dubbele van wat we ons hadden voorgesteld (We hadden er min of meer op gerekend om niet dieper dan 40 meter te hoeven boren). En dan moesten er ook nog eens een pomp, een betonnen kast met deksel boven de boorput en de benodigde water- en elektriciteitsaansluitingen komen...

en nog een beetje

Toch besloot ik het advies op te volgen. Als er nog een keer geboord zou moeten worden omdat het water niet toereikend was, zou het nog veel duurder uitpakken. Een beetje verveeld keken we in de stromende regen toe hoe pijp na pijp in het boorgat verdween. Tergend langzaam vanwege de hardheid van het graniet. Er werd geen nieuwe ader meer aangeboord. Het gat werd 103 meter diep. Snel werd nog de helft van de boorpijpen naar boven getrokken, afgekoppeld en in de vrachtwagen geladen. De motoren werden uitgezet en alles bleef liggen zoals het lag. Kletsnat en moe stapten de mannen in de vrachtwagen. Morgen zou de klus worden afgemaakt, hopelijk met beter weer.

de sleutel op het blok

                                                                     

                                                      Wordt vervolgd

1.De maximale druk die de compressor aan de boorinstallatie kan leveren is 170 Bar, maar de normale werkdruk van de perslucht die in het boorgat wordt geblazen ligt rond 120 Bar. Dat is zestig keer de druk van het water dat uit je keukenkraan komt. Als je op die manier een gat zou proberen te boren op de plek in Noord-Holland waar uw Portugeest is groot gebracht, ben je voordat je je neus kunt dicht knijpen met boorinstallatie en al in de modder verdwenen. Men zou er nog een flinke klus aan hebben om iets van je terug te vinden.

2.Zo´n boorkop kost 8000 Euro en gaat ongeveer 10.000 meter mee. Daarna gaat hij op de schroothoop. De diamantboren die op de boorkop worden geplaatst, kosten zo´n 800 Euro, en doen, afhankelijk van de hardheid van het graniet dat ze tegenkomen 800 - 1000 meter dienst. Dan moeten ze vervangen worden. Voordat in 1987 het ingenieuze systeem dat de boorhamer onderin de boorkop met perslucht aandrijft gemeengoed werd, zat de boorhamer bovenin de boorinstallatie. Je kunt je wel voorstellen dat in die tijd de slijtage - ook van de boorpijpen en de installatie zelf - nog veel groter was.