woensdag 29 juli 2015

Bijzonder Portugees 16. De vissers van Esmoriz

Juli 1979. In noordelijke richting langs de kust rijdend, kwamen we toevallig in Esmoriz terecht, Hoewel niet helemaal per toeval. Er was een camping en die waren er nog niet zoveel in het noorden van Portugal. Acht vrienden en vriendinnen in een gedeukte volkswagenbus. De camping lag vlak bij de visserswijk, waar we dagelijks gingen fourageren in de talrijke kleine kruidenierswinkeltjes. Je moest er bij minstens drie langs om een krat vol flesjes bier te krijgen en omdat ieder winkeltje meteen een knijpje was, kwam de winkelploeg vaak al lichtelijk onvast ter been terug voordat er gekookt kon worden.


Vanwege het uitvallen van de watertoevoer op de camping, maakten we kennis met een groepje Portugese meiden. Die hadden onze volle jerrycan gezien. Voor een aantal van ons werd die ontmoeting een keerpunt in ons leven. Trouwpartijen en levenslange vriendschappen kwamen er uit voort. Misschien vertel ik daar nog wel eens over. Ik had mijn nieuwe vriendin en mijn hormonen in Nederland gelaten: De bus was al volgeboekt. Dus hoefde ik niet met de dames naar een - zonder twijfel - vervelende discotheek, of in de vroege ochtend met ze te roeien op een - toen al - niet al te fris ruikend binnenmeertje (Barrinha), maar kon rustig gaan drinken met de vissers. En drinken konden ze! De hele nacht. Volgens mij werd het grootste deel van de vis omgezet in bier, wijn en aguardente (Ach vader lief...). Er was een kroeg waar je rond middernacht door de voordeur werd uitgezet, maar als je de waard kende, door de achterdeur weer naar binnen mocht. Dan gingen de luiken voor ramen en de deur op slot en was het de hele nacht feest. Een paar van mijn vrienden wisten die weg ook te vinden. We gaven rondjes voor de hele zaak, want arm als we in Nederland waren, hier kostte de drank voor ons bijna niets.


Overdag zagen we die vissers weer op het strand, waar ze met een houten kop de `arte de xávega´ beoefenden. Een traditionele vorm van visserij. Daarvoor gebruikten ze de voor Noord-Portugal zo karakteristieke halvemaanvormige houten boten, die je - vaak prachtig geverfd in felle kleuren - met hun platte bodem op het strand ziet liggen. Ze lijken speciaal ontworpen om de zware oceaanbranding te overwinnen.
Tegenwoordig hebben de meeste een (buitenboord)motor, maar in ´79 werden de boten nog met grote sloepriemen door de branding geroeid. Aan boord de kabels, de zijnetten (asas) en de `xalavar´, een conisch gevormde netzak met aan de voorkant een grote slab, die over de bodem schraapt en acht tot tien vissers.


Met de boot wordt, terwijl de boot recht de zee in vaart, tot vijftienhonderd meter kabel in zee gelaten en het begin van het net. Dan vaart men in een halve cirkel evenwijdig aan de kust, intussen het net met drijvers, met in het midden de `xalavar´, overboord brengend. Met de overgebleven kabel wordt de boot weer naar het strand geroeid. Nu kan het net aan de kabels naar het strand getrokken worden. Vroeger deed men dat met ossenspannen en handkracht, tegenwoordig gebruikt men twee tractoren of op het strand geïnstalleerde motorlieren.

De `xávega´ die wij vijfendertig jaar geleden zagen en waarbij we natuurlijk hielpen trekken, was niet zo groot en werd waarschijnlijk niet meer dan driehonderd meter in zee gebracht. Het spannendste moment was natuurlijk als de zak werd opengeknoopt en de buit zichtbaar werd: makreel, horsmakreel, sardientjes en vissen die we niet thuis konden brengen, maar ook grote krabben en schelpdieren. Intussen waren de vrouwen gearriveerd en werden de plastic viskistjes op het strand gegooid. Met veel kabaal en volgens een onnavolgbaar systeem werd de vis verdeeld. Een deel werd al meteen op het strand verkocht.

Esmoriz, 1979

De buit is binnen

Het woord ´xavega´ stamt af van het arabische woord `xábaka´ dat `net´ betekent. Oorspronkelijk werd dat woord alleen door de vissers van Zuid-Portugal gebruikt. In het noorden viste men wel op een soortgelijke manier, maar met veel langere netten en kabels en men gebruikte veel zwaardere boten. Vanwege de eenduidigheid van de visserijwetgeving wordt deze strandvisserij nu in heel Portugal `xávega´ genoemd.
Hoewel het erop leek dat deze strandvisserij aan het verdwijnen was en nog maar in een paar kustplaatsen te zien was, is ze de laatste jaren weer in opkomst. Toen in 2010 de crisis in de bouw, met name in Spanje, goed voelbaar werd, las ik een artikel over een aantal werkeloos geworden metselaars, broers en neven, uit een van de noordelijke kustplaatsen, die deze traditionele vismethode weer hadden opgepakt. `Beter dan bij de pakken neerzitten, vonden ze.

Ik zag Esmoriz een jaar of tien jaar geleden nog eens terug. Inmiddels officieel een stad geworden, was het op de visserswijk na bijna onherkenbaar. Veel hotels, winkels en hoge gebouwen. Het strand was voor het grootste deel weggeslagen door de steeds verder oprukkende oceaan, de visserswijk elke winter erger overspoeld door het water. De `Barrinha was nu echt een stinkende poel, waar al jaren geen bootjes meer verhuurd werden. Maar: Het strand wordt inmiddels met jaarlijkse zandsuppleties weer op peil gehouden en de Barrina schijnt een vogelreservaat te worden. Over herhuisvesting van de vissers wordt nog steeds gebakkeleid. Er is inmiddels wel een kliniek voor alcoholverslaafden.      

woensdag 22 juli 2015

Bijzonder Portugees 15. Verse vis

Topmodel Sara Sampaio, volgens mensen die daar verstand van hebben de mooiste vrouw van de wereld zegt het graag: `Portugal heeft de beste vis van de wereld´ en zij kan het weten. Geboren in Porto en grootgebracht met sardientjes en horsmakrelen (carapau), behoort zij sinds kort tot de selecte groep van `Victoria´s Secret Angels´ en mag nu voor zo veel mogelijk geld in zo weinig mogelijk ondergoed rondlopen. En inderdaad: Geen pukkeltje, geen rimpeltje waar die niet zou moeten zitten. Komt allemaal door die vis. 


Maar ook de maritiem bioloog professor Luís Saldanha, naar wie het eerste Portugese zeereservaat is vernoemd, zei het al: "De rijkdom van de vissen van onze kust is niet alleen dat er een groot aantal soorten is die je kunt eten, maar ook haar buitengewone kwaliteit." Die visrijkdom heeft te maken met de vorm van het continentale plat, de aanvoer van voedsel door de grote rivieren en de plaatselijke botsingen tussen koude en warme golfstromen. Toch kan dat fantastische viswater maar voor vier maanden in de eigen behoefte voorzien, zeg maar tot eind april. Daarna moet de vis ergens anders vandaan komen, want:

Portugal verorbert 600.000 ton vis per jaar, ongeveer 60 kg. per persoon. De Portugezen zijn de grootste viseters van Europa. Op wereldniveau doen ze alleen onder voor de Japanners en IJslanders. In Nederland eet men ondanks alle stimuleringspogingen van het Nederlands Visbureau niet meer dan een zuinige 3,6 kilo per hoofd van de bevolking en als je die zielige filetjes in hun eigen vocht zie verleppen in dat kleine hoekje dat men er in de supermarkt voor over heeft, snap je meteen waarom.


Als je in Portugal naar de supermarkt gaat, vind je naast de gebruikelijke groente- en fruitafdeling en de slager ook een beijsde uitstalling vanwaar allerlei verse vissen je glazig liggen aan te staren. Daarachter staan een of twee dames, liefst gerekruteerd uit oeroude vissersgeslachten, klaar om de kop af te hauwen van de vis van je keuze, hem met een levensgevaarlijke schaar de vinnen af te knippen, zijn ingewanden eruit te roetsjen en desgewenst in moten te hakken of te fileren.
Maar eerst wordt hij gewogen, want je betaalt de hele vis (Je mag hem ook helemaal meenemen als je vissoep wilt maken of als je de kat eens wilt trakteren). Hoewel elk jaar wat duurder, zijn de prijzen nog redelijk. Vooral van de wat goedkopere vissoorten zoals carapau (horsmakreel), cavala (makreel) of dourado (zeebrasem) en natuurlijk de zo Portugese sardientjes.

Daarnaast zie je meestal ook fanecas (steenbolk) met hun messcherpe graten (heerlijk om te frituren), peixe-espada-preto (zwarte degenvis) en pargo (zeebaars) om in de oven te stoven, zalm en peixe-vermelho (diepzeeroodbaars). Platvissen zie je wat minder. Die doen het blijkbaar beter in de Noordzee. Maar met enige regelmaat liggen er wel een paar schollen of tongetjes op het ijs. De grotere supermarkten hebben vaak ook nog tamboril (zeeduivel) en truta (forel).
Op de ijstafel is ook nog plaats voor lulas (pijlinktvissen), potas (reuze pijlinktvissen), polvo (octopus), grote krabben en soms een kreeft en schelpdieren, zoals mosselen, kokkels en steenmosselen (ameijoas).
Voor de bacalhau, gedroogde en gezouten kabeljauw (stokvis) is meestal een aparte afdeling ingericht en die verdient ook een apart hoofdstuk in deze blog.

kleine gefrituurde carapau eet je met kop en staart

Bijna alle Portugezen die ik - toen ik er nog woonde - op bezoek kreeg vonden Nederland een fantastisch land, maar met de vis was het er droevig gesteld: `Vis uit Lutetia´ (zie Asterix en Obelix) was hun mening over het zeebanket uit de plaatselijke viswinkel en de supermarkten. Niet vers, niet fris. Alleen de vis van de afslag in IJmuiden of Urk kon hun goedkeuring wegdragen.
Ik ken Portugezen die in Nederland wonen die er graag een treinreis voor over hebben om wat goeie vis op de Albert Cuypmarkt in Amsterdam te gaan kopen.
In Duitsland is het, volgens zeggen, nog beroerder gesteld. De taxichauffeur die jarenlang ergens in de buurt van München heeft gewerkt, reed regelmatig op zaterdag helemaal naar Enschede om daar op de vismarkt vis voor vrienden en kennissen te halen. En dan werd het feest in de Portugese gemeenschap!

woensdag 15 juli 2015

Portugallig 19. Een verloren slag


Throw down the sword
The fight is done and over
Neither lost, neither won.
To cast away the fury of the battle
And turn my weary eyes for home
(Whisbone Ash - Argus)


Deze week zou ik het eigenlijk over Portugese vis hebben (de beste vis ter wereld), wat lichter - en gezonder - kost dan de toestand in de wereld. Het is tenslotte nooit mijn bedoeling geweest om een politieke blog te onderhouden. Maar hoe ik ook mijn best deed, ik kon mijn gedachten er niet bij houden, bij die vis bedoel ik. Er moeten mij nog een paar dingen van het hart en in zo´n geval moet men het hart maar volgen.


De Grieken hebben de slag verloren en er zal geen zeeslag bij Salamis op volgen deze keer. Maar ook Europa heeft verloren. Het Europa van culturele en economische uitwisseling, het Europa van de solidariteit is verworden tot een oligarchie, waarin een paar rijke landen de dienst uitmaken.
Tussen 2009 en 2014 heeft Griekenland braaf de kortings- en bezuinigingplannen van de door Europa en het IMF ingestelde Trojka opgevolgd en is zijn aflossingsverplichtingen nagekomen.
Dat beleid heeft geleid tot het verlies van 25% van de Griekse rijkdom, 24% van de beroepsbevolking is werkeloos geworden, krijgt geen uitkering en heeft geen recht op behandeling van ziekten of vergoeding van medicijnen. Een groot deel van die groep leeft op kosten van familieleden of op straat, de economie is volledig ontwricht, het land bijna failliet.

Met de moed der wanhoop hebben de Grieken gestemd op een partij die beloofde een nieuwe deal met Europa te sluiten: Geen nieuwe kortingen en bezuinigingen, maar in plaats daarvan investeren, rijkdom verwerven om het mogelijk te maken om de schulden te betalen en herstructurering van de staatsschuld.
De West-Europese landen bekeken dit proces met argusogen. Met name Duitsland dreigde dat als de Grieken op deze partij zouden stemmen, dat het einde van Griekenland als Euroland zou inluiden. In Nederland had Rutte de kiezers beloofd: `Geen geld meer voor Griekenland´, terwijl de Nederlandse belastingbetaler nog nooit een Eurostuiver voor de Griekse, Ierse of Portugese problemen heeft moeten neerleggen. Tot nu toe zijn er alleen maar leningen verstrekt met een pittige rente, waar met name de Duitse banken een leuke Eurocent aan hebben verdiend (Legrain, Portugallig 6).
en Griekenland is - tot de laatste tranche aan het IMF, een paar weken geleden - altijd zijn verplichtingen nagekomen. Die rente is overigens zo pittig, dat Portugal al is over gegaan tot versnelde aflossing van een deel van de leningen (dat wil zeggen, omzetten in leningen met een lagere rente op de vrije markt).

Toen de onderhandelingen tussen Tsipras en Varoufakis en de Eurogroep begonnen, was het meteen duidelijk dat er sprake was van dikke onwil van de kant van een aantal leden van de Eurogroep. Herstructurering van de schuld was niet bespreekbaar en het enige dat men wilde, was dat Griekenland nog meer zou bezuinigen, korten op salarissen en pensioenen en vooral privatiseren. Jammer genoeg bleek met name Varoufakis niet zo´n goed onderhandelaar. Er werd veel tijd verspild, er werden verkeerde woorden gebruikt en men raakte geïrriteerd. Na veel te veel tijd kwam er een voor Syriza totaal onacceptabel stuk op tafel. Tsipras koos niet voor het bij de meeste politieke partijen gebruikelijke kiezersbedrog en vroeg dus aan de Grieken zelf wat ze er van vonden. Het `Oxi´ wekte de toorn op van de Eurogroep, vooral van de heer Schäuble en de stemming werd: Donder dan maar uit de Euro en zoek het zelf uit. De markten reageerden navenant en de Griekse banken sloten hun deuren.

Ten einde raad en onder grote druk van de Eurogroep heeft Tsipras een akkoord (lees dictaat) ondertekend waarin hij zelf niet gelooft, maar dat in ieder geval een faillissement en verwijdering uit de Eurozone op dit moment voorkomt. Vanavond was op de televisie te zien hoe een aantal van zijn ministers en een groot deel van het Griekse volk erover denkt Natuurlijk zitten er, zoals hij zelf ook toegeeft, wel een paar goede kanten aan. Verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd - zoals in een groot deel van Europa als is ingevoerd - is bij de huidige levensverwachting niet meer dan logisch, maar de opgelegde bezuinigingen en de verhoging van de BTW voor de horeca (die in Portugal een enorme slachting heeft aangericht) leiden alleen maar tot meer werkeloosheid en nog meer verzwakking van de economie. Inmiddels is ook wel duidelijk een aantal lidstaten van de EU en het IMF niet of nauwelijks geloven dat Griekenland dit akkoord kan of wil nakomen.

Het lijkt erop dat men Griekenland een lesje wilde leren, dat meteen aan de andere landen in de periferie van Europa duidelijk moet maken dat er maar één richting is en dat de grote jongens wel uitmaken welke. Het project Europa is daarmee volgens mij een enorm eind achteruit gezet. Het is maar de vraag of dat nog goedkomt De Grieken kunnen hun `Druiven der gramschap´ gaan eten.


In Portugal reageerden de regeringspartijen positief op het akkoord. Premier Passos Coelho eigende zich zelfs - als een opgewonden schooljongen een hoofdrol toe: Volgens hem had hij voorstellen voor privatisering naar de onderhandelaars getwitterd, die een opening forceerden ( fijn blijven dromen!). António Costa, de leider van de grootste oppositiepartij, PS (sociaaldemocraten) reageerde voorzichtig: Het is geen mooi akkoord, maar het moest er komen. Hij ziet de bui al hangen voor de komende verkiezingen: Het stemgedrag zal voor een groot deel door angst geregeerd worden. De communisten (die nog nooit geregeerd hebben en dat ook nooit zullen doen; heb ik het nog wel eens over) en de `Bloco Esquerda´ ( beetje linkser dan Groen Links) hadden natuurlijk - net als ik - alle vrijheid om hun ongenoegen over de dictatuur van Europa te uiten. Hetgeen ze deden.

Tot mijn verwondering kreeg ik vanuit Nederland kreeg ik, nog tijdens de onderhandelingen, van verschillende kanten te horen: "Laat ze maar failliet gaan. Wat heeft het voor zin om geld in een bodemloze put te storten. Weet wat je zegt: In tegenstelling tot voor natuurlijke personen bestaat er geen - internationale - wetgeving met betrekking tot het faillissement van een staat. Er is geen sprake van dat de schuldeisers gedwongen kunnen worden tot een akkoord en een schuldenregeling. Het zwarte voorbeeld daarvan is Argentinië. Dat is voor Griekenland dus geen optie. Die wetgeving zou er overigens wel, en op korte termijn, moeten komen (zie `De moraal van Stieglitz´, Portugallig 15). Bovendien hebben we het wel over mensen. Ben ik mijn Eurobroeders hoeder..?

Wat mij opvalt is het gebrek aan historisch besef bij de Europese calvinistische liberalen (ik noem ze zo vanwege hun schuld-en-boete filosofie): Extreme bezuinigingen hebben nog nooit een economische crisis opgelost. Denk aan de Eisenhower jaren, de Amerikaanse depressie. Pas toen een nieuwe groep economen (waaronder Keynes) met het recept `investeren, stimuleren en economsiche hervormingen´ kwam, werd de crisis bezworen.


En zou het niet eens tijd worden om een internationale `Hoogste Redelijke Rente´ (HRR) in te voeren. Als we het niet acceptabel vinden dat de maffia woekert, waarom mogen officiële financiële instellingen dat dan wel?

Zo, dat lucht op! Mij hoor je voorlopig niet meer. Ik ben tenslotte geen Mr. G.B.J. Hiltermann.
Volgende week gaat het - braaf, maar bijzonder interessant - over Portugese vis, die de beste van de wereld is.


















woensdag 8 juli 2015

Portugallig 18. De slag bij Termopylae

Herinner je het nog uit je geschiedenislessen? De slag bij Termopylae, Leonidas - nee niet van de Belgische bonbons, barbaar! In 480 voor Christus wisten 300 Grieken (Spartanen) onder leiding van hun koning Leonidas dagenlang het leger van de Perzische koning Xerxes, dat uit honderdduizenden krijgslieden bestond, voor een nauwe kloof tegen te houden. Natuurlijk gingen de helden in de slag ten onder. De overmacht was te groot en bovendien wees de verrader Ephialtes de vijand een gemakkelijker doorgang, zodat ze ook in de rug konden worden aangevallen. Maar de 300 wisten Xerxes een zware, demoraliserende slag toe te brengen. Twee broers van de Perzische koning werden gedood en de bevolking van Athene kreeg tijd om te vluchten voordat de stad in de as werd gelegd.


Het verhaal werd mij op de middelbare school in het hoofd gestampt door een weinig lichtvoetige pater, die naast Latijn ook aan een paar klassen geschiedenis gaf.
Misschien is het daarom dat ik me zo goed herinner en dat het door mijn hoofd bleef spoken terwijl ik de gebeurtenissen rond het Griekse referendum volgde.
Hoewel bijna 25 eeuwen later, dringt de vergelijking zich op: De `underdog´ Griekenland, failliet, werkeloos, niets meer te verliezen, strijdt voor haar democratische rechten en het laatste restje menselijke waardigheid tegen het grote, autoritaire en arrogante Europa van het calvinistische liberalisme dat van geen Griekse democratie wil weten: `Korten en bezuinigen en als je niet precies doet wat de onfeilbare Trojka heeft bedacht, krijg je niets meer.´

`300´ Zack Snyder

Er zijn vele boeken over de slag bij Termopylae geschreven en ook een paar films gemaakt. Misschien herinner je je de laatste, `300´, een erg bloeddorstige cartoonfilm van Zack Snyder uit 2006.
Tijd voor een remake: We vragen natuurlijk Wolfgang Schäuble voor de rol van Xerxes. Die verzette ook geen stap en had hetzelfde chagrijnige temperament. De rol van de held Leonidas is uiteraard voor Alexis Tsipras. Voor de broers van de koning komen eigenlijk alleen Jeroen Dijsselbloem en Angela Merkel in aanmerking (Een strijdvaardig zuster is weer eens wat anders en appelleert meteen aan de emancipatiegedachte). Voor Ephialtes had ik Mariano Rajoy Brey of Pedro Passos Coelho op het oog. De keuze laat ik graag aan het castingbureau over.

Ik zie een prachtige scene voor me, waarin de moderne Xerxes, gezeten op een houten troon, achterop een tot galei omgebouwde dekschuit (We houden het wel low-budget in deze barre tijden) met een zweep het water van de Wannsee geselt, terwijl hij "Nachkommen, nachkommen" schreeuwt.
In een andere scene zijn we Tsipras met 300 Griekse werkelozen (die doen het voor een behoorlijke maaltijd) met houten borden waarop in grote letters `Oxi´ staat voor de ingang van de Samariakloof op Kreta. Tegenover hen het enorme leger van de Europese technocraten, de banken, markten en de ratingbureau´s. Een goed regisseur verzint wel hoe dat er uit moet zien (Jammer dat nu net Manoel de Oliveira, de meester van de allegorie is overleden).
Nog één detail: Op de achtergrond, maar toch goed zichtbaar, Cristine Lagarde in een pakje van Chanel als een Jeanne d´Arc op een wit paard, die het commando voert over de internationale financiële strijdkrachten.

Je hoort mij niet beweren dat Griekenland niets te verwijten valt als het over haar schuldenlast gaat, maar volgens mij is de schuldvraag op dit moment niet aan de orde. Het gaat om een Europartner die geholpen moet worden, zoals ook het Duitse volk, nadat het tot twee keer toe half Europa had verwoest, geholpen werd. Duitsland kreeg een superovereenkomst aangeboden: Alleen betalen als er sprake is van economische groei. En wat heeft dat land uiteindelijk ooit betaald? Hoe vaak niet is Luns over de grens gefietst om een beetje van de afgesproken herstelbetaling los te peuteren, om met der `Strumpf auf der Kopf´ terug te keren (Nou was Luns wel een kluns, maar toch..)
Vertegenwoordigers van datzelfde Duitsland roepen nu het hardst dat de Grieken nog meer moeten korten, nog meer van het pensioen inleveren waarmee ouderen hun werkeloze kinderen en kleinkinderen te eten geven (Na twee maanden werkeloosheid krijg in Griekenland niets meer en heb je zelfs geen ziektekostenverzekering meer). Het is toch niet uit meer dan puur lijfsbehoud dat de Grieken daar `Oxi´ tegen zeggen.

Tsipras vandaag in het Europarlement

Maar in Portugal is het niet anders. Ouderen steken zich steeds dieper in de schulden om hun kinderen te ondersteunen. Het pensioen is vaak nog het enige familie-inkomen en dat is al niet genoeg, Als daar dan ook nog op gekort wordt!
De Portugese staatsschuld is iets kleiner, maar de totale externe schuld van Portugal is veel groter dan de Griekse. Portugal mag dan tijdelijk wat meer vertrouwen van `de markten´ genieten en lagere rentes betalen, de staatsschuld wordt nog steeds als `vuilnis´ gekwalificeerd en alleen als de Europese rente laag blijft en er helemaal niets bijzonders gebeurt, kan het met zijn door de bezuinigingen uitgeputte economie misschien in de komende honderd jaar een beetje van zijn schulden (de staatsschuld is in middels opgelopen tot 220 miljard Euro) aflossen. De leiders van de huidige Portugese regering, de troetelkindjes van mevrouw Merkel, willen van geen schuldsanering weten: "Wij zijn Griekenland niet, wij komen na!" Het land is in het afgelopen jaar weer 6% armer geworden. Er hoeft echter maar één klein economisch crisisje langs te komen en Portugal kan niet meer aan zijn verplichtingen voldoen en is er ineens geen sprake meer van troetelkindjes. Als Griekenland nu de Euro wordt uitgeknikkerd, is Portugal de volgende.



woensdag 1 juli 2015

Van funk tot fado 11. Cristina Branco zingt Slauerhoff

Het zou me niets verbazen als je hem ergens in de kast hebt liggen. Het album kreeg platina en dat betekende in 2000 nog dat er 80.000 van waren verkocht. Misschien was het voor een deel van de kopers toch te zware kost, want op de eerste de beste Koninginnedag zag ik heel wat van die - voor de helft - diepblauwe cd-hoesjes tussen afgedankt speelgoed en huisraad op de vrijmarkt liggen: `Cristina Branco canta Slauerhoff´, in het Portugees vertaalde en gezongen verzen van de dichter die zich als geen andere Nederlander aangetrokken voelde tot dat trieste levensgevoel van het uitzichtloze bestaan in de `Moureria´ van Lissabon, de `saudade´ en het tegelijkertijd - gecompliceerde geest die hij was - haatte om zijn lamlendigheid.


                                                          `Os solitários´, De Eenzamen               

Het was een idee van de in Nederland wonende Portugese fotograaf José Melo, voorzitter van de `Circulo da Cultúra Portuguesa´, een organisatie die zich bezig houdt met promotie en verspreiding van de Portugese cultuur. "Ruim tien jaar geleden maakte ik kennis met de gedichten van Slauerhoff. Ze raakten mij in mijn Portugese hart en de vraag hoe ze als gezongen fado's zouden klinken liet met sindsdien niet meer los. Ik wist met zekerheid dat alleen een vrouwenstem in staat zou zijn de magie en de kwetsbaarheid, maar tegelijkertijd ook de kracht van J. Slauerhoff weer te geven", zegt hij in zijn voorwoord van het cd-boekje.
In 1997 ontmoette hij Cristina Branco met haar begeleider-componist Custódio Castello en hij wist meteen dat zij het moest zijn. Het zat hem mee, want al snel deelde het tweetal zijn enthousiasme voor de `fadodichter´ Slauerhoff. Men koos vier gedichten uit de bundel `Soleares´(1933), de andere vier (die van Neutebeum telt wat mij betreft niet mee) uit vier andere dichtbundels. Ze werden prachtig vertaald door de al lange tijd in Nederland wonende dichteres Mila Vidal Paletti. Custódio Castello componeerde de muziek.


In november 1999 was het dan eindelijk zover dat de opnamen konden beginnen. Men had daarvoor - heel stijlvol - de Bonifatiuskerk in Leeuwarden, vlak bij het geboortehuis van Slauerhoff, gekozen. De cd werd op vier koude herfstnachten  in de kaarsverlichte kerk opgenomen. De opnamen moesten regelmatig onderbroken worden om de hoge kille ruimte op te warmen met een hittekanon en de gitaren weer op stemming te brengen Het heldere en toch warme geluid van de opnamen is afkomstig van de geluidsinstallatie van buizenfreak Eelco Grimm.

In Nederland werd de cd een groot succes en er volgde een lange reeks van goedbezochte concerten voor Cristina Branco. In Portugal werd het album met minder enthousiasme ontvangen. In die tijd werd er niet veel naar de fado geluisterd. Fadopuristen maakten zelfs hun misprijzen kenbaar: De muziek was te experimenteel en kon nauwelijks fado genoemd worden vanwege het gebruik van andere ritmes dan de traditionele vierkwartsmaat:  https://www.youtube.com/watch?v=7SXFjwLcrtU (Voor een verre prinses) En zo kwam het dat de Portugese zangeres bekender - en beminder - in Nederland werd dan in haar eigen land. In interviews uit die tijd lacht zij de kritiek weg en voorspelt ze een groeiende belangstelling van vooral jongere luisteraars voor de fado in Portugal: "Mijn tijd komt nog wel". Ze heeft driedubbel gelijk gekregen.


                                                         `O descobridor´, De Ontdekker

Voor mij heeft de cd een persoonlijke betekenis. Ik kreeg hem cadeau in het jaar dat ik besloot naar Portugal te verhuizen. Bovendien herinnert het album me aan de tijd dat het begrip `Europa´ nog stond voor culturele uitwisseling, vergroting van de mogelijkheden voor wonen, werken en studeren voor iedereen. De Euro kwam eraan - spannend - en zelfs Italië en Griekenland mochten meedoen! Hoewel er toen al landen waren die meenden dat ze `more equal´ dan andere waren, was Europa nog niet opgedeeld in schuldeisers en schuldenaars en hing er nog niet die ranzige deurwaardersgeur aan de munt, die koolsoeplucht van armoede, werkeloosheid en uitsluiting. Maar ik dwaal af.
Stop die cd, als je ´m vinden kunt, nog eens in je cd-speler. Luister naar die prachtige Portugese stem die Nederlandse saudade zingt en denk nog eens terug aan hoe het eigenlijk allemaal bedoeld was.
En zeg me niet dat het de rook is die je ogen doet tranen.