vrijdag 27 juni 2014

Bijzonder Portugees 5. São João do Porto

Afgelopen maandag en dinsdag vierden Porto en omstreken het feest van São João (Johannes de Doper), een heel oud volksfeest, waarover al in de 14e eeuw wordt geschreven en dat eigenlijk een nog veel ouder, door de katholieke kerk verkapte viering van zonnewende en vruchtbaarheid is. Het staat bol van de tradities: Zo dien je een `majerico´, een bolvormige basilicumplant met heel kleine blaadjes voor jezelf of voor bij je schoonmoeder op de vensterbank te kopen en de `cascatas´, een soort amateur Madurodammen te bekijken. Dan zijn er de rode São João lichtjes, papieren hete luchbalonnen die ´s nachts over de Douro zweven, speciale feestliederen en gebak.


majerico met São João rijmpje

Het echte feest wordt gevierd op 23 juni, de vooravond: `A vespera de São João. Tussen acht en tien uur ´s avonds hangt boven Porto en Vila Nova de Gaia een bijna ondoordringbare walm van roosterende sardienen en aanbrandend varkensvlees. Bijna alle families scharen zich om de barbecue in tuinen, op balkons, op de stoep en zelfs in plantsoenen om het traditionele maal van sardientjes, febras (varkenslapjes) geroosterde paprika en broa (donker maisbrood) te eten en natuurlijk hoort daar ook een goed glas rode wijn bij.
´s Morgens vroeg begint de jacht op sardientjes al, liefst die uit Setúbal, want dat zijn de beste. De prijzen stijgen. De eigenaars van (provisorische) restaurants in de oude centra van Porto en Gaia hebben al eerder inkopen gedaan. Vanavond moet er omgezet worden.


Na de barbecue sluit je je aan bij de menigte in Ribeira (Porto) of op de Cais de Gaia, of je gaat al eerder en probeert in de enorme drukte tegen een exorbitante prijs een paar sardienjes en een plastic bekertje wijn te bemachtigen. Natuurlijk koop je ook een plastic hamer, waarmee je - alleen vandaag - iedereen op zijn hoofd mag slaan. Niet te hard natuurlijk. Vroeger deed je dat met `alho porro´, bloeiende knoflook, zodat iedereen de volgende dag een uur in de wind stonk. Je komt er af en toe nog wel een tegen. Het leukste is om de burgemeester, die hier ook ergens rondloopt, op zijn hoofd te timmeren.
Je schuifelt in de file langs de kraampjes van de vrijmarkt, de verspreid door de stad optredende bandjes en over de met de menigte meedeinende (brr.) `Ponte Luis´, die beroemde brug van Eiffel, overstekend naar Porto of juist naar Gaia. Een half uur voor middernacht wordt de brug ontruimd om haar rol te gaan spelen bij het vuurwerk, dus nu wordt het opschieten om een goeie plek op een van de rivieroevers te vinden. Om twaalf uur is het even bijna stil in afwachting van het grote gebeuren.


Dan plotseling schieten de eerste vuurpijlen omhoog vanaf de boten midden op de Douro en ontploffen precies synchroon met de eerste dreunen van `The Eye of the Tiger´ dat uit de tientallen megaspeakers langs de rivieroevers schalt. De monden vallen open en dat is maar goed ook, want je trommelvliezen zouden nog scheuren van dit oorverdovende geweld. Het ruim twintig minuten durende vuurwerk is werkelijk overweldigend: Over honderden meters uitwaaierende vuurpijlen, met de muziek meedansende lichtkogels en een van de Ponte Luis afdruipende vuurregen.


Nou zie ik die calvinistische koppen van jullie al voor me: `Vertelt ie een paar weken geleden dat twee miljoen Portugezen op de rand van de armoede leven en hier is wél geld voor...´ Wacht nou even, als goed Nederlander zou je moeten weten: `De cost gaet voor de baet uyt´. En het feest van São João is handel! Het trekt elk jaar duizenden toeristen, van Zwitsers tot Chinezen, veel Spanjaarden en ook Nederlanders, die flink wat uitgeven. Afgelopen week zaten alle luxe-hotels in Porto, en dat zijn er nogal wat tegenwoordig, tot aan het zolderkamertje vol, de restaurants deden uitstekende zaken, maar ook de uitbaters van de straatbarbecues en gelegenheidsterrassen waren dik tevreden.

Na het vuurwerk heb je de wijkers en de blijvers. De wijkers proberen in de gigantische file van bussen er een te vinden die richting huis gaat en dat kan wel even duren, want het verkeer staat volledig vast. De blijvers feesten door tot de zon opkomt: Dansen op de populaire muziek van de bandjes, verder langs de vrijmarkt en biertjes op de terrassen en in de bars.

De volgende morgen gaan vrome lieden naar de processie van São João en, na de lunch, de ouders met kinderen naar de kermis in de wijk `Fontainhas´ of naar de botsautootjes voor de oude gevangenis (nu fotomuseum). In de rest van de stad kun je een kanon afschieten. De meeste stalletjes zijn al weg en de feestvierders van gisteren liggen hun roes uit te slapen.

woensdag 18 juni 2014

Bijzonder Portugees 4. Magisch, magic, mágico

Wanneer je een nieuwe taal leert, win je veel, maar je verliest ook wat: De magie van het niet begrepen woord. Rond zijn zesde was mijn zoontje idolaat van de animatiefilm `Wall.E´. Daarin komt (als enig overgebleven cultureel erfgoed van de westerse wereld) een liedje uit de musical `Hello Dolly´ voor. Inplaats van `There´s a place outside of Yonkers, Barnaby´ zong hij vol overtuiging `Gaberdewokky, Barnaby´. Wij zongen het met hem mee en ik zing het nog wel eens om hem een beetje te plagen. Hij heeft al jaren Engels op school. Zo hoorde ikzelf in 1970 toch echt inplaats van `Or must I beg you on my knees´ in het liedje `My dear Ann´ van mijn dorpsgenoot George Baker `Must go back to Krommenie´, zodat iets van zijn roem ook op mij afstraalde.


Van Piaff´s `Non, je ne regrette rien´ maakte ik `Non, knetterriejen´ met een rollende r. en vond het prachtig, al had ik geen idee van wat het betekende. Later, in de jaren ´80 schreef ik de Braziliaanse tekst van een liedje (Pula pula) fonetisch uit om het met de feestband te zingen. Ik wist niet waar het over ging en gelukkig, naar ik nu weet, de feministische vriendinnen op het feest ook niet.
Het mooiste verhaal in dit kader, hoewel ik niet zeker weet of het echt gebeurd is, vind ik dat over Willy Alberti, die een zaal vol Italianen verbijsterd achterliet nadat hij voor ze had gezongen. `Uit welke streek kwam die man?´ Hij zong prachtig, maar men had geen woord van de teksten verstaan. Willy, die (toen in ieder geval) geen Italiaans kende, studeerde zijn repertoire in door mee te zingen met zijn helden op de plaat.


Eenmaal op de middelbare school leerde je erbij neer te leggen dat Penny Lane niet de mysterieuze vriendien van Lady Jane was, maar een doodgewone straat in Liverpool, dat Tatort geen Duitse commissaris was, maar `plaats van het misdrijf´ betekende, Erdgeschoss `begane grond´ en Mülabladeplatz ´vuilnisstortplaats´. Gelukkig bleven, behalve voor die paar die Spaans kozen, de Zuid-Europese talen buiten schot, zodat je nog bij Rio de Janeiro kon wegdromen zonder de wetenschap dat dat zo heet omdat daar toevallig in januari een ontdekkingsreiziger langs kwam. Je wist nog niet de Madeira `hout´ en Porto niet meer dan `haven´ betekende.

In 1979 ging ik voor het eerst met een groep vrienden en vriendinnen op vakantie in Portugal. We kregen al snel de indruk dat het land in bepaalde opzichten bijzonder vooruitstrevend was. Bij bijna elke afslag naar een stad of dorp stond wel een bordje met `Centro de saude´ (spreek uit sa-oede), `gezondheidscentrum´ lazen we in `Wat en hoe´, een fitnesscentrum dus, misschien wel met thermische baden. Een groep Portugese meiden, die we op een camping vlak bij Espinho tegenkwamen (een ontmoeting die voor een complete volksverhuizing tussen Portugal en Nederland heeft gezorgd), hielp ons uit de droom: Het ging om een soort huisartsen groepspraktijk.
Maar zij zorgden weer voor een andere mythe. Jaren bleef ik in de waan dat de dames vonden dat alle mannen uit Espinho porcos `varkens´ waren. Heel veel later begreep ik dat men porco-espinho `stekelvarken´ had bedoeld.
Wij leerden hen het magische woord `lantaarnpaal´, dat ze met een prachtige dikke l. uitspraken. We lieten het onvertaald.

Het heeft me erg veel moeite gekost om Portugees te leren, eerst op de Volksuniversiteit en later op een avondschool in Porto en ik ben er nog lang niet mee klaar. De woorden, vooral de namen vielen het eerst door de mand: Een prachtige naam als Santiago: Sint Tiago, hm, De Torre de Belém, die sinds de 16e eeuw de Taag en Lisboa verdedigt bleek de `Toren van Bethlehem´ te heten, wat een afgang, en Marques de Pombal `markies van het duivenhok.
Ik verheugde me erop om nu eindelijk eens wat op te vangen van al die interessante gesprekken om me heen in het café of in de trein. In een land waar filosofie een verplicht vak is op de middelbare school, kun je wel wat gespreksniveau verwachten, dacht ik. Oei, dat viel tegen. Op dezelfde verongelijkte manier als de Nederlanders praatte men over geld, werk en politiek. De mannen waren zonder uitzondering hooggekwalificeerde voetbalspecialisten en de vrouwen hadden het voornamelijk over de kinderen. Bijzonder populair waren ook ziektegeschiedenissen en eindeloos doorzeurende familieverhalen (Hergé overdreef niet echt met zijn Senhor Oliveiro da Figueira in `Kuifje en het zwarte goud´).

Senhor Oliveiro da Figueira vertelt
                                                            
Natuurlijk ben ik blij dat ik Portugees heb geleerd. Geweldig dat ik de krant kan lezen en - niet al te moeilijke - literatuur in zijn eigen ritme en klank. Ik kan zonder al te veel te hoeven nadenken een gesprek voeren en natuurlijk zijn er ook veel leuke en interessante gesprekken.
Toch denk ik wel eens met weemoed aan de tijd toen ik nog niet wist wat `azulejo´ of `beijinho´ betekende: De magie van het niet begrepen woord. Misschien moet ik in een volgend leven maar naar Hongarije emigreren. Aan de taal die ze daar spreken is echt geen touw vast te knopen.

donderdag 12 juni 2014

Van funk tot fado 3. Een gastvrij huis

Hoewel ik het me niet kan herinneren, moet het eerste echte Portugese liedje, begeleid door de guitarra portuguesa, de portugese gitaar, geweest zijn dat ik op de radio hoorde. `Uma casa portuguesa´ vertolkt door Amália Rodrigues: https://www.youtube.com/watch?v=RU-Z0SiQKgU&feature=kp Het werd geschreven door de heren Fonseca, Ferreira en Matos Sequeira en in 1953 door Columbia op een 78 toeren single in Nederland uitgebracht Een succes, dit vrolijke liedje in een nogal saaie tijd. En het is blijven hangen. Je vindt het in de verschillende top honderds van de jaren ´50. Nu eens op de 50e, maar ook zelfs op de 20e plaats. Ik heb het liedje - zo goed ik kan - vertaald, zodat je nu eindelijk eens kunt zien waar het over gaat.


 Uma Casa Portuguesa

Numa casa portuguesa fica bem                       In een Portugees huis horen
Pão e vinho sobre a mesa                                   brood en wijn op tafel te staan
Quando a porta humildemente bate alguem  Als iemand bescheiden aan de deur klopt
sente-se a mesa com a gente.                            schuift hij gewoon bij aan tafel.
Fica bem essa fraqueza, fica bem                     Een deugd die het volk siert en die
que o povo nunca a desmente.                          nooit verloochent mag worden.
A alegria da pobreza                                           Het geluk van de armoede
está nesta grande riqueza                                  zit in deze grote rijkdom
de dar, e ficar contente.                                     de vreugde van het geven.

Quatro paredes caiadas,                                    Vier witgepleisterde muren,
um cheirinho á alecrim,                                    de geur van rozemarijn,
um cacho de uvas doiradas,                              een tros goudglanzende druiven,
duas rosas num jardim,                                     twee rozen in een tuin,
um São Jose em azulejo,                                   een Sint Josef in (Portugees) tegelwerk,
sob um sol de primavera,                                  onder een lentezon,
uma promessa de beijos,                                   een belofte van kussen,
dois braços à minha espera...                           twee armen die op mij wachten...
É uma casa portuguesa, com certeza!            Dat is een Portugees huis, ja zeker!
È com certeza, uma casa portuguesa!            Dat is precies wat een Portugees huis is!

No conforto pobrezinho do meu lar,              In het armoedig comfort van mijn woning,
há fartura de carinho,                                        Is een overvloed van zorg, tederheid
Á cortina de janela e o luar,                             Op het raamgordijn en in de maneschijn (!)
mais o sol gue gosta dela.                                 en daarbij de zon die van haar houdt.
Basta pouco, poucochinho p´ra alegrar        Er is maar heel weinig voor nodig
uma existência singela.                                     Om vreugde aan een eenvoudig bestaan te
                                                                               geven.
É só amor, pão e vinho,                                    Slechts liefde, brood en wijn,
e um caldo verde, verdinho                              en een caldo verde*, lekker groen
a fumegar na tigela                                            die in de soepkom staat te dampen.

*zie Bijzonder Portugees 1. Soep!


                                                                     EP uit 1956

In 1956 zette Columbia het op een EP, samen met `Coimbra, het liedje dat Nederland al kende als `April in Portugal´ van Eddy Cristiani (zie Muziek 1. in deze blog), `Doce Cascabelas´ en `Lerele´.
Amália is inmiddels wereldberoemd geworden. Ze maakt wereldtournees en met haar fado´s, die ze soms in het Engels, Spaans, Frans of Italiaans zingt, verovert ze de grote podia in Parijs en New York. Ze acteert en zingt in films, maar blijft ook de pure fado en haar collega `fadistas´ trouw.

Het dictatoriale regiem van Portugal gebruikte haar succes als public relations. Ze werd een exportartikel. De tekst van een liedje als `Uma casa potuguesa´, waarin armoede met tevredenheid, eenvoud en gastvrijheid worden geïdealiseerd sluit naadloos aan bij de ideologie van de dictatuur van Salazar: Een rurale, corporatieve staat waarin iedereen zijn plaats kent en daarmee tevreden dient te zijn - bijna een soort kastensysteem - waar meneer pastoor, de dokter en de bankdirecteur het dorp regeren en de staat (Salazar) altijd het laatste woord heeft. Maar langzamerhand krijgen haar fado´s meer inhoud. Vele zijn op muziek gezette gedichten van Portugese dichters.

Na de Anjerrevolutie van 1974 werd Amália collaboratie met het dictatoriale regiem verweten. Ze zou zelfs lid van de `Pide´, de geheime staatspolitie zijn geweest. Opeens is het over met haar roem. Optreden wordt haar zo goed als onmogelijk gemaakt en haar platen worden niet meer gedraaid op de radio. De reactie van de revolutionairen was begrijpelijk, maar zoals zou blijken onterecht. Amália was een meisje uit het volk met niet meer dan de lagere school. Ze hield zich niet bezig met politiek. Voor haar telde alleen de muziek en het applaus. En bleek al niet uit haar samenwerking vanaf 1960 met met de Franse componist Oulman, die meer dan 60 fado´s, voor haar componeerde en die zelfs door de `Pide´ vanwege zijn linkse ideeën naar Frankrijk werd uitgewezen, dat zij niet met het regiem van doen had. Op een waardige manier wist de beschuldigingen te ontzenuwen, werd gerehabiliteerd en maakte een geweldige comeback. In 1990 ontving zij van president Mario Soares een ridderorde. Na haar dood in 1999 werd zij - een heel grote eer in Portugal - bijgezet in het Panteão Nacional naast Vasco da Gama, Camões en Fernando Pessoa. Binnenkort komt Eusébio haar ook gezelschap houden.

Amália was de grootste fadozangeres aller tijden. Ze transformeerde de fado van obscure achterbuurtmuziek, die alleen door een selecte groep liefhebbers werd gewaardeerd, in wereldmuziek. De kwaliteit van haar zang en haar dramatische voordracht waren en zijn nog steeds een voorbeeld voor generaties van fadozangeressen.

woensdag 4 juni 2014

Portugallig 7. Chumbado (afgewezen)


Prachtig woord, `Chumbar´. Het betekent afwijzen of zakken (voor een examen), maar ook plomberen of een loden zegel aanhechten. Je hoort de klap van het loodzware stempel op de laatste bladzijde van het vonnis, als je leest `Tribunal Constitutional chumba três normas do Orçamento do Estado´: Het Constitutionele Hof wijst drie (bezuinigings)maatregelen van de staatsbegroting (van 2014) af. Hetgeen, zoals ook op het Nederlandse journaal te zien was, afgelopen vrijdag gebeurde. Het betreft de kortingen op de ambtenarensalarissen van 2,5 tot 12% in een progressieve schaal, de kortingen op de ziektewet- (5%) en de werkeloosheids uitkering (6%) en de korting op het weduwen/weduwnaarspensioen.


Volgens het Hof gaat het in de eerste twee gevallen om een onevenredig groot (financieel) offer van de betrokkenen, in het derde geval om schending van het gelijkheidbeginsel. Om het de regering in financieel opzicht niet al te moeilijk te maken - we zijn inmiddels al halfverwege het jaar - gelden de uitspraken niet met terugwerkende kracht. Echter wel met onmiddelijke ingang (Men kent zijn pappenheimers). Verwacht wordt dat de impact op de staatskas voor dit (halve) jaar zo´n 600 miljoen Euro bedraagt, waarvan het grootste aandeel voor rekening van de ambtenarensalarissen komt.

In interviews op het journaal en in de kranten bekritiseren de leiders van de regeringspartijen PSD en CDS de beslissingen van het Hof op de inmiddels bekende manier: `Het Hof dwingt ons tot het nemen van belastingmaatregelen, net nu de economie tekenen van groei vertoont. het Hof kiest voor belastingverhoging inplaats van bezuinigingen´ Er wordt gesproken over een verhoging van de BTW, die nu al 23% is. Een paar doen er deze keer nog een schepje bovenop: `Rechters zouden zich niet kunnen en mogen bemoeien met bezuinigingsmaatregelen.´ Het grappige is dat men hier de Nederlandse grondwet (art. 120) lijkt aan te halen. Maar Nederland heeft - in tegenstelling tot Portugal - een Eerste Kamer die wetgeving toetst en af kan wijzen. Bovendien gaan in Nederland, dat met Finland het enige Europese land is dat geen constitutioneel hof heeft, de laatste tijd veel stemmen op om juist zo´n hof op te richten.

"Het probleem zit hem noch in de grondwet noch in het Constitiunele Hof, het probleem zit hem bij de regering, die in de begroting van 2014 maatregelen heeft opgenomen die al twee keer eerder door het Hof als ongrondwettelijk zijn beoordeeld en dus kon weten dat ze opnieuw als ongrondwettelijk zouden worden afgedaan", zegt João Semedo, een van de twee leiders van het `Bloco da Esquerda´ (lijkt een beetje op Groen Links).

In feite gaat het weer om hetzelfde populistische, cynische spel waar deze regering patent op heeft: Neem belangrijke maatregelen in de begroting op, waarvan je bijna zeker weet dat ze door het Constitutionele Hof zullen worden afgewezen en gebruik die afwijzing als alibi voor wat voor draconische maatregel dan ook. De regering heeft geen schuld, want werd hiertoe door het Hof immers gedwongen! Een toespraakje van Durão `Mister Europa´ Barroso op het juiste moment, waarin hij Portugal aanmaant om snel met alternatieve maatregelen te komen om de gestelde begrotingsnormen te halen, komt goed van pas. Het is allemaal ingecalculeerd (of ziet de Portugeest spoken?)

Door de regering Passos Coelho is tijdens haar mandaat geen enkel behoorlijke studie naar daadwerkelijke staatshervormingen en daarmee structurele bezuinigingen verricht en men heeft op geen moment te kennen gegeven een visie te hebben op hoe een betaalbaarder en toch sociaal Portugal er in de toekomst uit zou moeten zien. Blind hakken en maar hopen dat het goed komt lijkt haar enige recept. In de tussentijd stijgen ondanks alle bezuinigingen nog steeds elk jaar de staatsuitgaven (!) en neemt ook de staatsschuld alleen maar toe.

Laatste nieuws is dat de regering het Hof  verzoekt om een schriftelijke uitleg van het vonnist te geven: Tijd rekken. Is er misschien helemaal geen plan B?