Hoewel ik het me niet kan herinneren, moet het eerste echte Portugese liedje, begeleid door de guitarra portuguesa, de portugese gitaar, geweest zijn dat ik op de radio hoorde. `Uma casa portuguesa´ vertolkt door Amália Rodrigues: https://www.youtube.com/watch?v=RU-Z0SiQKgU&feature=kp Het werd geschreven door de heren Fonseca, Ferreira en Matos Sequeira en in 1953 door Columbia op een 78 toeren single in Nederland uitgebracht Een succes, dit vrolijke liedje in een nogal saaie tijd. En het is blijven hangen. Je vindt het in de verschillende top honderds van de jaren ´50. Nu eens op de 50e, maar ook zelfs op de 20e plaats. Ik heb het liedje - zo goed ik kan - vertaald, zodat je nu eindelijk eens kunt zien waar het over gaat.
Uma Casa Portuguesa
Numa casa portuguesa fica bem In een Portugees huis horenPão e vinho sobre a mesa brood en wijn op tafel te staan
Quando a porta humildemente bate alguem Als iemand bescheiden aan de deur klopt
sente-se a mesa com a gente. schuift hij gewoon bij aan tafel.
Fica bem essa fraqueza, fica bem Een deugd die het volk siert en die
que o povo nunca a desmente. nooit verloochent mag worden.
A alegria da pobreza Het geluk van de armoede
está nesta grande riqueza zit in deze grote rijkdom
de dar, e ficar contente. de vreugde van het geven.
Quatro paredes caiadas, Vier witgepleisterde muren,
um cheirinho á alecrim, de geur van rozemarijn,
um cacho de uvas doiradas, een tros goudglanzende druiven,
duas rosas num jardim, twee rozen in een tuin,
um São Jose em azulejo, een Sint Josef in (Portugees) tegelwerk,
sob um sol de primavera, onder een lentezon,
uma promessa de beijos, een belofte van kussen,
dois braços à minha espera... twee armen die op mij wachten...
É uma casa portuguesa, com certeza! Dat is een Portugees huis, ja zeker!
È com certeza, uma casa portuguesa! Dat is precies wat een Portugees huis is!
No conforto pobrezinho do meu lar, In het armoedig comfort van mijn woning,
há fartura de carinho, Is een overvloed van zorg, tederheid
Á cortina de janela e o luar, Op het raamgordijn en in de maneschijn (!)
mais o sol gue gosta dela. en daarbij de zon die van haar houdt.
Basta pouco, poucochinho p´ra alegrar Er is maar heel weinig voor nodig
uma existência singela. Om vreugde aan een eenvoudig bestaan te
geven.
É só amor, pão e vinho, Slechts liefde, brood en wijn,
e um caldo verde, verdinho en een caldo verde*, lekker groen
a fumegar na tigela die in de soepkom staat te dampen.
*zie Bijzonder Portugees 1. Soep!
In 1956 zette Columbia het op een EP, samen met `Coimbra, het liedje dat Nederland al kende als `April in Portugal´ van Eddy Cristiani (zie Muziek 1. in deze blog), `Doce Cascabelas´ en `Lerele´.
Amália is inmiddels wereldberoemd geworden. Ze maakt wereldtournees en met haar fado´s, die ze soms in het Engels, Spaans, Frans of Italiaans zingt, verovert ze de grote podia in Parijs en New York. Ze acteert en zingt in films, maar blijft ook de pure fado en haar collega `fadistas´ trouw.
Het dictatoriale regiem van Portugal gebruikte haar succes als public relations. Ze werd een exportartikel. De tekst van een liedje als `Uma casa potuguesa´, waarin armoede met tevredenheid, eenvoud en gastvrijheid worden geïdealiseerd sluit naadloos aan bij de ideologie van de dictatuur van Salazar: Een rurale, corporatieve staat waarin iedereen zijn plaats kent en daarmee tevreden dient te zijn - bijna een soort kastensysteem - waar meneer pastoor, de dokter en de bankdirecteur het dorp regeren en de staat (Salazar) altijd het laatste woord heeft. Maar langzamerhand krijgen haar fado´s meer inhoud. Vele zijn op muziek gezette gedichten van Portugese dichters.
Na de Anjerrevolutie van 1974 werd Amália collaboratie met het dictatoriale regiem verweten. Ze zou zelfs lid van de `Pide´, de geheime staatspolitie zijn geweest. Opeens is het over met haar roem. Optreden wordt haar zo goed als onmogelijk gemaakt en haar platen worden niet meer gedraaid op de radio. De reactie van de revolutionairen was begrijpelijk, maar zoals zou blijken onterecht. Amália was een meisje uit het volk met niet meer dan de lagere school. Ze hield zich niet bezig met politiek. Voor haar telde alleen de muziek en het applaus. En bleek al niet uit haar samenwerking vanaf 1960 met met de Franse componist Oulman, die meer dan 60 fado´s, voor haar componeerde en die zelfs door de `Pide´ vanwege zijn linkse ideeën naar Frankrijk werd uitgewezen, dat zij niet met het regiem van doen had. Op een waardige manier wist de beschuldigingen te ontzenuwen, werd gerehabiliteerd en maakte een geweldige comeback. In 1990 ontving zij van president Mario Soares een ridderorde. Na haar dood in 1999 werd zij - een heel grote eer in Portugal - bijgezet in het Panteão Nacional naast Vasco da Gama, Camões en Fernando Pessoa. Binnenkort komt Eusébio haar ook gezelschap houden.
Amália was de grootste fadozangeres aller tijden. Ze transformeerde de fado van obscure achterbuurtmuziek, die alleen door een selecte groep liefhebbers werd gewaardeerd, in wereldmuziek. De kwaliteit van haar zang en haar dramatische voordracht waren en zijn nog steeds een voorbeeld voor generaties van fadozangeressen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten