Mozes was niet al te jong meer toen hij eindelijk zijn memoires neerschreef - kon hij weten dat `Exodus´ nog een bestseller werd - dus we zullen het hem maar niet kwalijk nemen dat hij in zijn relaas over de uittocht een paar plaagjes vergat. Misschien waren ze wat minder spectaculair dan de dood van alle eerstgeborenen - was me er een hoor, die Oudtestamentische god - en bovendien kreeg je daarna nog die achtervolgingsscène met een opensplijtende rode zee (later nog lelijk geplagieerd door die knaap Tolkien) In Noord-Portugal doken de plagen in de afgelopen twee jaar op: Een wesp die de kastanjeoogst decimeert (Ja, die jongens van de Farao aten ook al kastanjes.; weliswaar alleen rauw, maar toch..) en een vlo die in een mum van tijd alle eikenbomen kaalvreet. Waar hebben we dat allemaal aan verdiend? Globalisering en klimaatverandering? Wie het weet, mag het zeggen. Intussen zijn we er mooi klaar mee.
Dryocosmus kuriphilus |
Voor ons begon het anderhalf jaar geleden met de `Vespa-das -galhas-do-castanheiro´ (de Nederlandse naam heeft ook een waterhoofd: Oosterse tamme-kastanjegalwesp) Dryocosmus kuriphilus. Deze oorspronkelijk uit China afkomstige galwesp heeft zich - waarschijnlijk via transport van hout of schors - naar Amerika (1972) en Europa (2002) verspreid. Ondanks door de EU opgelegde transport- en quarantainemaatregelen was er geen houden aan. De wesp ontmoette hier geen natuurlijke vijanden en verspreidde zich met een gangetje van 25 kilometer per jaar via Frankrijk en Slovenië richting Portugal. Ruim drie jaar geleden bereikte de plaag de grote kastanjegebieden in Trás-os-Montes, waar ze voor de honderden telers en hun gezinnen een economische ramp begonnen te veroorzaken.
aangetaste bladeren |
Om daar even snel een idee van te krijgen:
Portugal is met ruim 1% van de wereldexport van tamme kastanjes de 7e grootste producent (China is goed voor meer dan 80%). De Portugese `sotos´ (kastanjeboomgaarden) met een oppervlakte van 34.000 hectare leveren jaarlijks 22.000 ton kastanjes van uitstekende kwaliteit, met een omzetwaarde van 50 tot 60 miljoen Euro. Ongeveer 75% daarvan is bestemd voor de export.
De kastanjegalwesp kan op de ergst aangetaste `sotos´ een productieverlies tot 80% veroorzaken.
De oogst van 2017 was bijzonder slecht. Ook dit jaar zijn er, ondanks de biologische bestrijding van de plaag, veel minder kastanjes dan normaal. Gelukkig voor de telers, was is de kwaliteit erg goed.
Vorige lente begon zij in ons gebied huis te houden. Hoewel al heel een stuk minder, hadden we in de vorige herfst nog een behoorlijke kastanjeoogst. In dit voorjaar waren er al nauwelijks bloemen te zien en in oktober vielen er niet veel meer dan twee dozijn bolsters met eetbare kastanjes uit de boom. Bij mijn buren was het hetzelfde liedje. En dat is erg jammer, want we eten ze graag. Vers geroosterd, of bij ovengerechten met vlees of vis. Rond deze tijd was ik altijd avonden in de weer met het koken en schillen van mooie, dikke kastanjes, die daarna met kilo's tegelijk in de vriezer gingen.
gal |
De kastanjegalwesp is een vrouwelijke plaag. Er zijn geen mannetjes bekend. De bevruchting vindt plaats via parthenogenese, oftewel maagdelijke voortplanting (weet je vast nog van van de biologieles).
Na de zomer leggen de dames elk zo'n 100 eieren in paketjes van 3 tot 5 in de blad- en bloemknoppen voor het volgend jaar en gaan vervolgens dood. De larven overwinteren in die knoppen en pas in het voorjaar beginnen ze groen tot roze gekleurde gallen te vormen. De boom heeft daar erg veel last van, want die gallen blokkeren de doorstroming in de vaten van bloemen en bladeren, die er verkreukeld beginnen uit te zien en waarvan een groot deel afsterft. Vooral jonge bomen kunnen aan de gevolgen zelfs overlijden. Oudere bomen zien er aangevreten uit, geven steeds minder kastanjes en groeien niet of nauwelijks. Intussen hebben de larven de gallen leeggevreten, zich verpopt tot wespen en de hele cyclus begint weer opnieuw.
In de grote kastanjegebieden in Trás-os-Montes, maar ook in Braga en Arcos de Valdavez in de Minho, wordt de galwesp - met redelijk succes - op biologische wijze bestreden met Torymus sinensis, een vliesvleugelig insect, afkomstig uit China, dat parasiteert op de galwesp en de populatie sterk doet afnemen.
De parasiet moet in laboratoria worden gekweekt en wordt daarna in gepaste hoeveelheden op strategische plaatsen in een kastanjegebied losgelaten. Het gebruik van insecticiden is om voor de hand liggende reden daarna uitgesloten.
bestrijding met Torymus sinensis |
In ons gebied, waar de meeste mensen maar een of twee tamme kastanjebomen voor eigen gebruik hebben, is zo'n operatie veel te kostbaar. Het enige wat we kunnen doen is aangetaste takken en scheuten in het voorjaar verwijderen en verbranden. Dat helpt een beetje. En verder maar hopen dat de plaag een keertje overwaait, of tot die vliesvleugeltjes zich ook hier hebben gevestigd.
Maar dat kan nog wel even duren, want die verspreiden zich met een snelheid van niet meer dan 5 kilometer per jaar, als ze tenminste onderweg niet worden opgehouden door een of andere oelewapper die zijn kastanjebomen tóch met insecticide heeft bespoten. Daar kunnen ze, in tegenstelling tot de larven van de wesp, beslist niet tegen.
volgende over een plaag die me echt even de moed deed veliezen: Een vlo die niet in mijn bed, maar in het bos huishoudt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten