Ken je vast wel, dat boek. Mijn vader zei misschien wat te vaak dat ik dat maar eens moest lezen. Nooit begrepen waarom. Hoewel het in de twintigste eeuw, na de bijbel, het bekendste jongensboek van Nederland was, keek men je slechts grijnzend of meewarig aan als je het wilde kopen of lenen in de bibliobus: Net uitverkocht of al uitgeleend. In de loop van mijn leven heb ik mijn vader wel bewezen dat ik ook zonder dat boek te lezen een redelijk handige jongen kon worden. Nu, op mijn beurt, adviseer ik - tegen alle moderne pedagogische principes in - mijn zoon zo af en toe om ergens een Portugese versie te gaan lenen . "Oké pai", meesmuilt hij dan. Het zal wel goed komen. Vandaag dacht ik weer even met weemoed aan mijn veel te vroeg overleden vader. Ik had zo´n verdomd handig karretje bedacht en gemaakt! Wat zou hij daarvan gezegd hebben...?
De wilde zwijnen kwamen vannacht weer eens op bezoek |
Over die betonnen palen heb ik jullie al eens verteld (Van de boerderette 29. Palen te koop). Ik kocht ze om een omheining te maken, maar door allerlei gezeur over het project, de weg moest aan beide kanten twee meter breder worden dan op de originele tekening, ten koste van vele bomen en grondwerk dat wij dan zouden moeten betalen, hebben we de aannemer afgezegd en het plan voorlopig in de la gegooid.
Maar intussen zijn zo´n beetje alle houten palen van de provisorische omheining doorgerot, hangt het gaas op half elf en vieren de wilde zwijnen feest op ons land. Ze ploegen alles om en laten zelfs hier en daar de muren van de terrassen instorten.
Dus heb ik besloten om toch maar zelf te beginnen om langs de weg hier en daar - op een plek die mij goeddunkt - een paal in de grond te zetten, om het draadwerk te stutten en al te wilde natuurverschijnselen van het erf te houden.
Hoe krijg ik die zware palen op hun plek, vroeg ik me af. Sommige moeten wel 150 meter of meer versleept worden en het zijn er meer dan honderd.
"Een beetje kerel legt zo´n ding gewoon op zijn schouder, pá (man)", sprak buurman Z stoer. Maar Z is nog geen vijfenvijftig en al ruim zes jaar geleden afgekeurd: Versleten rug en schouder en lopen doet hij ook niet echt lekker meer. Kennelijk een paar palen teveel op zijn schouders genomen.
Aan een kant kan ik zo´n paal zonder al teveel moeite aan optillen en onder mijn arm nemen, bedacht ik. Als ik nu eens een wendbaar karretje maakte om ´m aan de andere kant te laten rijden...
Bij de bouwmarkt kocht ik twee kruiwagenwielen met een vaste as. Die zijn lekker groot, zodat ze niet wegzakken in natte grond en kun je altijd weer voor wat anders gebruiken. Voor een kruiwagen bijvoorbeeld. In de schuur had ik nog een stuk pijp liggen, waar de wielassen precies in pasten. Gaatje door pijp en as, spijker erin en ik had alvast twee wielen met een as. Buurvriend M had nog een stuk pijp dat daar weer - wel een beetje krap - omheen paste en op die pijp laste ik een stuk t-ijzer dat ik nog over had van de rolpoort.
Om de binnenas soepel te laten lopen, sleep ik daarna een groot stuk in het midden van de pijp er tussenuit (Het verhaal wordt een beetje abstract, maar op de foto zie je wel hoe het werkt). Nu nog twee afhoudertjes met een schroefje erin om het het bovenstel van de kar niet tegen de wielen aan te laten lopen, twee houten blokjes om de paal straks op het t-ijzer te fixeren en tot slot een staaf betonijzer om de paal aan vast te binden. Die laatste wilde ik niet vastlassen. Als ik nog meer hitte in het werkstuk zou brengen, zou de as krom kunnen trekken en gaan aanlopen. Gelukkig had ik nog een tapsetje M6, dus een gaatje in de staaf geboord en daarin een mooi schroefdraadje gedraaid. Boutje met twee veerringen en de staaf zat keurig vast.
Is die Portugeest nou een handige jongen of niet?