zaterdag 31 oktober 2020

Van de boerderette 58. `Hoe word ik een handige jongen´

Ken je vast wel, dat boek. Mijn vader zei misschien wat te vaak dat ik dat maar eens moest lezen. Nooit begrepen waarom. Hoewel het in de twintigste eeuw, na de bijbel, het bekendste jongensboek van Nederland was, keek men je slechts grijnzend of meewarig aan als je het wilde kopen of lenen in de bibliobus: Net uitverkocht of al uitgeleend. In de loop van mijn leven heb ik mijn vader wel bewezen dat ik ook zonder dat boek te lezen een redelijk handige jongen kon worden. Nu, op mijn beurt, adviseer ik - tegen alle moderne pedagogische principes in - mijn zoon zo af en toe om ergens een Portugese versie te gaan lenen . "Oké pai", meesmuilt hij dan. Het zal wel goed komen. Vandaag dacht ik weer even met weemoed aan mijn veel te vroeg overleden vader. Ik had zo´n verdomd handig karretje bedacht en gemaakt! Wat zou hij daarvan gezegd hebben...?


De wilde zwijnen kwamen vannacht weer eens op bezoek

Over die betonnen palen heb ik jullie al eens verteld (Van de boerderette 29. Palen te koop). Ik kocht ze om een omheining te maken, maar door allerlei gezeur over het project, de weg moest aan beide kanten twee meter breder  worden dan op de originele tekening, ten koste van vele bomen en grondwerk dat wij dan zouden moeten betalen, hebben we de aannemer afgezegd en het plan voorlopig in de la gegooid. 
Maar intussen zijn zo´n beetje alle houten palen van de provisorische omheining doorgerot, hangt het gaas op half elf en vieren de wilde zwijnen feest op ons land. Ze ploegen alles om en laten zelfs hier en daar de muren van de terrassen instorten.


Dus heb ik besloten om toch maar zelf te beginnen om langs de weg hier en daar - op een plek die mij goeddunkt - een paal in de grond te zetten, om het draadwerk te stutten en al te wilde natuurverschijnselen van het erf te houden.
Hoe krijg ik die zware palen op hun plek, vroeg ik me af. Sommige moeten wel 150 meter of meer versleept worden en het zijn er meer dan honderd.
"Een beetje kerel legt zo´n ding gewoon op zijn schouder, pá (man)", sprak buurman Z stoer. Maar Z is nog geen vijfenvijftig en al ruim zes jaar geleden afgekeurd: Versleten rug en schouder en lopen doet hij ook niet echt lekker meer. Kennelijk een paar palen teveel op zijn schouders genomen.


Aan een kant kan ik zo´n paal zonder al teveel moeite aan optillen en onder mijn arm nemen, bedacht ik. Als ik nu eens een wendbaar karretje maakte om ´m aan de andere kant te laten rijden... 
Bij de bouwmarkt kocht ik twee kruiwagenwielen met een vaste as. Die zijn lekker groot, zodat ze niet wegzakken in natte grond en kun je altijd weer voor wat anders gebruiken. Voor een kruiwagen bijvoorbeeld. In de schuur had ik nog een stuk pijp liggen, waar de wielassen precies in pasten. Gaatje door pijp en as, spijker erin en ik had alvast twee wielen met een as. Buurvriend M had nog een stuk pijp dat daar weer - wel een beetje krap - omheen paste en op die pijp laste ik een stuk t-ijzer dat ik nog over had van de rolpoort.


Om de binnenas soepel te laten lopen, sleep ik daarna een groot stuk in het midden van de pijp er tussenuit (Het verhaal wordt een beetje abstract, maar op de foto zie je wel hoe het werkt). Nu nog twee afhoudertjes met een schroefje erin om het het bovenstel van de kar niet tegen de wielen aan te laten lopen, twee houten blokjes om de paal straks op het t-ijzer te fixeren en tot slot een staaf betonijzer om de paal aan vast te binden. Die laatste wilde ik niet vastlassen. Als ik nog meer hitte in het werkstuk zou brengen, zou de as krom kunnen trekken en gaan aanlopen. Gelukkig had ik nog een tapsetje M6, dus een gaatje in de staaf geboord en daarin een mooi schroefdraadje gedraaid. Boutje met twee veerringen en de staaf zat keurig vast.


Natuurlijk heb ik het karretje even getest voordat ik dit stukje schreef. Het werkt perfect. 
Is die Portugeest nou een handige jongen of niet? 
  

zondag 4 oktober 2020

Van funk tot fado 22. Lina_Raül Refree: Amália


Met dank aan de trouwe lezers publiceert de Portugeest vandaag zijn tweehonderdste editie. En om het te vieren natuurlijk een muzikale:


Op 23 juli j.l. was het 100 jaar geleden dat Amália Rodrigues werd geboren. En dat wordt tot aan het einde van het jaar gevierd met concerten, films, documentaires en andere culturele evenementen. Op de dag zelf was er in het museu do fado een concert van thema´s die Amália heeft gezongen met o.a. Camané en Ana Moura en de première van een nieuwe, onthullende documentaire over de grootste fado-zangeres die Portugal ooit heeft gekend. Er zullen dit jaar ongetwijfeld veel nieuwe cd´s met vertolkingen van fado´s van Amália door goede en minder begaafde `fadistas´ op de markt verschijnen. Nogal voorspelbaar allemaal en wat mij betreft weinig interessant. Maar er is één huiveringwekkende uitzondering: Het album dat al in januari van dit jaar door Lina en Raül Refree werd uitgebracht.   


De meeste thema´s van de (bijna) gelijknamige cd `Lina_Raül Refree´ (Glitterbeat Records), had ik eind vorig jaar al beluisterd. Ik was er erg van onder de indruk, maar de release van de cd was uitgesteld tot 2020 en toen in maart de pandemie uitbrak, dacht ik dat het er voorlopig niet van zou komen. Pas toen op het televisiejournaal het `Amália-jaar´ werd aangekondigd, keek ik weer eens op Youtube. Was de cd stiekem toch in januari verschenen en inmiddels genomineerd voor de Franse prijs `Victoires du Jazz´. In Portugal hoor je er weinig over: Veel te onorthodox voor de fado-puristen en waarschijnlijk te ontoegankelijk voor het grote publiek.   


Het was in de gerenommeerde `Clube de Fado´ in Lissabon, dat de Spaanse muzikant en producer Raül Refree Lina Rodrigues hoorde zingen en verliefd werd op haar stem: Hij moést iets met haar samen doen.
Lina was wel in voor een nieuwe uitdaging en korte tijd later ontmoetten zij elkaar in een oefenruimte, waar geen Portugese of Spaanse gitaar te vinden was, maar die volstond met vintage Arp en Moog synthesizers, Roland´s en Oberheim´s en zelfs een `gewone´ piano. Daar bracht Refree de muziek van de fado terug tot een analoge essentie, die slechts bedoeld was om de oprechte emotie van de zang van Lina te ondersteunen of te benadrukken.

De ervaren fadista Lina Rodrigues (nee, geen familie) `studeerde´ en zong meer dan tien jaar de fado´s van Amália Rodrigues, maar ook het lyrische lied. Ze weet heel goed wat ze met haar stem kan uitdrukken. Ze koos twaalf fado´s uit het enorme repertoire van Amália, vooral de meest donkere (Do you want it darker? en melancholische, zoals Cuidei que tinha morrida, Barco negro, Destino, Gaivota en Medo.

De arrangementen van Raül Refree, die een indrukwekkende carrière als muzikant, arrangeur en producent in de experimentele pop, jazz en wereldmuziek op zijn naam heeft staan, geven een heel andere dimensie aan de fado: Zonder het getingel van al die snaren van de Portugese gitaar geven die - als je dat zo zou kunnen zeggen - een geloofwaardiger uitdrukking van de menselijke emotie in de 21e eeuw.  

Ter vergelijking twee versies van `Cuidei que tinha morrida´, een gedicht van Pedro Homem De Mello op muziek van Alain Oulman, dat gaat over een vrouw aan wie haar bestaansreden, haar liefde is  ontnomen. Zij buigt zich voorover aan een beek en ziet in het maanlicht de weerspiegeling van een lichaam met dezelfde `wortels´ als het hare en een gezicht, bleek en met dode pupillen en raakt ervan overtuigd dat ze is gestorven.

Waar voor Jorge Calado, die haar talloze keren fotografeerde en haar carrière op de voet volgde, het geluid Amalia´s stem zich transformeerde in beelden die de kracht haddene van `De Schreeuw´ van Edvard Munch, doen sommige interpretaties van Lina en Raül Refree denken aan de claustrofobische, beklemmende schilderijen van Francis Bacon.  


                                                                   Lina_Raül Refree



Amália Rodrigues

   


Van de cd koos ik voorts `Gaivota´ (Meeuw), een gedicht van de surrealistische Portugese dichter Alexandre O´Neill, op muziek van Alain Oulman, die een tijdlang de hofcomponist van Amália was,        



`Quando eu era pequenina´ (Toen ik een klein meisje was), een traditionele fado, waarvan de auteur van tekst noch muziek bekend is 






en tot slot een opname van een podium-repetitie van `O Medo´ (De Angst): Ik slaap met de angst, de angst woont bij mij...