Ik zal ze missen, sterker nog, ik mis ze nu al! Maar het moest er eens van komen. Het werd steeds moeilijker om ze om te brengen zonder ook anderen in hun dodelijke val mee te slepen of levensgevaarlijk te verwonden. Bovendien werden er steeds meer getroffen door een terminale ziekte, die begon met het verkleuren en kalen van de kruin, gevolgd door een soort van psoriasis die de huid liet afschilferen en tot slot uit gruwelijke open wonden de laatste levenssappen in slijmerige stroompjes naar beneden deed stromen. En dat alles in tijd van een paar weken. De lijken die deze pestilentie achterlaat zijn zo goed als waardeloos. Je kunt er alleen nog de kachel mee aanmaken.
Je had het natuurlijk allang begrepen: Het gaat over de dennen in ons bos.
Vooral met het oog op het brandgevaar in steeds drogere en hetere zomers wilde ik ze tot op een kleine honderd meter van ons huis allemaal kwijt. Dat zou een moeilijke klus worden met al die eiken, kurkeiken, sparren en aardbei bomen (ja, echt waar, zoek het maar op) die er omheen groeiden.
M wilde de dennen wel kopen. Hij zou ze dan doorverkopen aan een houtkoper. Op deze manier kreeg ik er natuurlijk veel minder voor - hij moest er ook wat aan verdienen - maar hij zou er zorg voor dragen dat de andere bomen,"Binnen de grenzen van het mogelijke natuurlijk", niet werden beschadigd. Een dergelijke compassie kun je van een houtkoper niet verwachten. Die rost alles zo snel mogelijk plat: `Time is Money.´
Zo was het |
Na slopende onderhandelingen met het mes op tafel, gevolgd door een ronde tafelconferentie, want `vriendschap is mooi, maar zaken zijn zaken´, kwamen we 300 Euro overeen. Een teleurstellend bedrag voor 61 bomen. De meeste waren dan wel niet erg hoog en dik, maar het ging toch om een flinke lading dennenhout. De houtprijzen zijn werkelijk belachelijk laag in Portugal en ze worden kunstmatig laag gehouden door een kartel van grote houthandelaren, waar de overheid kennelijk haar handen niet aan vuil wil maken. Geen wonder dat - met uitzondering van eucalyptus aanplanten - het exploiteren van bos, met de kosten van het schoonhouden daarvan, niet rendabel is.
Mijn vertrouwen in de kundigheid van M gaf de doorslag. Hij heeft me al verschillende keren geholpen bij het omzagen van grote bomen en is een waar artiest op dat gebied.
Ziet de mannen vallen.. |
Op donderdag 19 juni 1986, op zijn 21e, hij weet het nog precies, kocht hij, voor - omgerekend - 285 Euro, een 15 kilo zwaar beest van een Husqvarna met een extra lang zaagblad. Tweedehands natuurlijk. Hij was de eerste in het dorp met een motorzaag. In die tijd werden bomen nog met bijl en trekzaag geveld. ´s Avonds na het werk bij zijn baas en in de weekenden zaagde hij zijn huis en goed bij elkaar. Er was altijd meer werk dan hij aankon. M was sterk en erg handig, zoals eigenlijk in alle werk dat met de handen moet worden verricht. Al snel leerde hij hoe hij enorme bomen precies in de goede richting moest laten vallen. En dat was een hele kunst, want goede takels of tractoren met lieren waren nog nauwelijks voor handen.
Die zaag hangt nu in de schuur. Vanwege problemen met zijn rug en andere lichamelijke gebreken is hij te zwaar voor hem geworden. Maar met een lichtere versie kan hij nog steeds uitstekend overweg.
M verkocht onze bomen door aan A, een houtkoper die ik al jaren ken en die twee maakten een plan. Ik zag ze al wijzend door het bos lopen "Die die kant op, en die meer naar links" "Nee, soepkip, rechts is toch veel meer ruimte!" enzovoort. De heren zouden er wel uitkomen.
Vorige week woensdag was het D-Day. Om acht uur reed A met een tractor met lier het erf op, gevolgd door zijn zoon op een andere tractor met grijper om het hout op de kar te laden die daarachter hing en twee personeelsleden voor het afzagen van de takken, het slepen met de lierketting en andere voorkomende werkzaamheden. M kwam van de andere kant aanwandelen. Ze gingen eerst met zijn allen even rustig in het gras zitten om de tanden van de motorzagen vlijmscherp te vijlen, maar daarna barstte het geweld in volle hevigheid los.
in moten van 2.10 meter |
Waar nodig werd eerst zo hoog mogelijk de ketting van de lier om de boomstam vastgemaakt. Dan zaagde M, of A, ook een kampioen op de motorzaag , er met vaste hand tot twee derde aan de voorkant van de stam een kaaspunt uit. Met de lier trok men de ketting op spanning en daarna werd - en dat is het echte vakwerk - de zaagsnede aan de achterkant van de stam gemaakt, afhankelijk van eventueel overhangen, of zware takken aan één kant van de boom, wat meer aan de rechter- of linkerkant en zelfs wanneer de boom al begon te vallen werd de richting nog gecorrigeerd door aan de ene of andere kant snel nog even ´bij te snijden´.
Met een doffe klap, gekraak van brekende takken en een regen van dennenappels kwam de boom dan neer, precies tussen een pseudo-tsuga en een eik.
Na drie keer hield ik op met klappen. Het ging gewoon - bijna - altijd goed!
Wanneer er vier of vijf dennen op de grond lagen, werden eerst de takken gestript en dan werden, met behulp van een maatstok, de bomen in moten van 2.10 meter gezaagd. Voor (kisten)hout is de minimale diameter 20 cm., alles wat dunner was, of dood en droog, ging op een aparte stapel om op de werf tot brandhout te worden verzaagd. De moten hout werden op de kar geladen en door de zoon van A weggebracht. Op een open plek vlak bij de straatweg stapelde hij ze op.Van daar zouden ze later worden opgehaald door een vrachtwagen.
Donderdagmiddag om half zeven werd de laatste lading hout van het erf af gereden. Wat overbleef was een door de tractoren omgeploegd terrein, bezaaid met hopen takken en dennenappels en het gevoel alsof ik van Het Nationale Park de Hoge Veluwe plotseling in de Kennemer Duinen terecht was gekomen. 100% meer licht op tafel! De eiken waren gelukkig al begonnen met bloeien, zodat die over een dag of tien in het blad staan en schaduw gaan geven. Omdat ze nu zelf meer licht krijgen, zullen ze sneller gaan groeien. En dat was een van de redenen voor deze operatie. Intussen ben ik alweer begonnen met opruimen: Bruikbaar brandhout verzamelen en op maat zagen - er liggen takken en toppen met een diameter tot 20 cm op de grond - hopen maken en daarna verbranden. Daar ben ik nog wel even mee bezig.