Het is warm en klam. Al drie dagen trekken onweersbuien over (of is het steeds dezelfde bui?). Gerommel in de verte en dan weer dichtbij. In Lamego en Resende (daaag kersen) regende het zo hard dat het water huizen en winkels binnenliep, maar aan deze kant van de rivier wordt je er precies nat van. Zomerregen. Maar we hadden het afgesproken en M. kon die dag een busje met laadbak lenen, dus om kwart over zes stond ik naast mijn bed. Mijn zoon, die mee zou gaan om foto's te maken, liet ik maar slapen. Waarom moest die ook een nat pak oplopen...
Het busje, dat kennelijk al een rijk en gevarieerd leven achter de rug had, stond op een aannemerswerf in Sande. Voor we konden wegrijden, moest er eerst een paar liter water in de radiateur, maar het startte zonder kuchen en nadat M. met een steen de handrem had losgeslagen, daalden we moeiteloos via kronkelweggetjes, die nauwelijks breder waren dan de automobiel, af naar het strandje van Penha Longa aan de Douro.
Aan de rand van een geasfalteerd parkeerterrein begon het rietbos. M. kapte de hoge stengels los met een scherpgeslepen hak. Ik trok ze op het parkeerterrein en legde ze met de top richting rivier, zodat we later de punten en bladeren gemakkelijk konden opruimen. Het miezerde maar door. We probeerden het met oliejassen, maar het was zwaar werk en door het transpireren werden we net zo nat als van de regen, Dan nog liever gewoon nat regenen. Koud was het niet.
Op het strandje beneden ons was een aannemersbedrijf bezig om de toegangsweg en de picknickplek op orde te brengen voor de zomer. De gemeente-opzichter die langskwam om te kijken hoe het werk vorderde zei: "Neem ze allemaal maar mee. Ruimt lekker op." Hij had gelijk. Pijlriet, Cana-do-reino in het Portugees, is een plaag, een invasieve plant die zich razendsnel via zijn wortelstokken verspreidt. Het zaad, boven in de pluimen, is - net als dat van de hedendaagse Homo europaeus - niet erg kiemkrachtig. De stengels worden vier tot zes meter hoog (onder ideale omstandigheden zelfs wel tien).
De geleerden zijn het er nog niet over eens of pijlriet oorspronkelijk uit Oost-Azië, India of het Middellandse Zeegebied afkomstig is, maar in Egypte en rond de Middellandse Zee werd het in de oudheid al gecultiveerd, o.a. om er hengels, wandelstokken en papier van te maken. In de 19e eeuw werd het riet in Californië ingevoerd, vanwaar het zich in rap tempo over de Verenigde Staten verspreidde. Het wordt daar nu bestreden als een van de honderd meest schadelijke invasieve soorten ter wereld. Hoewel de plant een ideaal middel tegen winderosie lijkt te zijn, is hij, eenmaal gevestigd, niet meer weg te slaan. Bovendien is het een waterslokop die de grond uitdroogt.
Toen we vonden dat we genoeg staken hadden, verwijderden we met hakmessen de bladeren, sloegen de toppen er van af tot ze zo'n drieënhalve meter lang waren en maakten er draagbare bossen van. M. bond ze vast in de laadbak en ik veegde de troep van het parkeerterrein
We hadden weer genoeg bonenstaken, plantensteunen en stokken voor de gaastenten om bosbessen kruisbessen tegen de vogels te beschermen.
De rietstengels zijn ongeveer twee jaar bruikbaar. Daarna worden ze poreus en breekbaar en mogen ze - in stukjes gebroken - nog een keer meedoen als aanmaakhoutjes voor de houtkachel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten