dinsdag 15 oktober 2019

Stad en land 25. Voor jouw vrije gedachten

Op 25 april 1974, een dag na het begin van de Anjerrevolutie, werden de laatste 50 gevangenen uit de politieke gevangenis in het fort van Peniche bevrijd. Tussen 1934 en 1974, gedurende het fascistische bewind van dictator Salazar, zijn daar meer dan 2500 politieke gevangenen - vaak zonder vorm van proces - binnengebracht door de `PIDE´. de politieke politie van het regiem. Omdat ze andere ideeën hadden, oppositie boden, of lid waren van een - verboden - politieke partij, met name de Communistische Partij. Ze zaten daar vast onder belabberde omstandigheden. Het 17e eeuwse fort was maar nauwelijks aangepast om gevangenen te herbergen. Het eten was slecht en de gevangenen werden slecht behandeld. Officieel werd in Peniche niet gemarteld - de gestraften waren immers al schuldig bevonden - maar er was regelmatig sprake van geestelijke en lichamelijke mishandeling, om maar niet te spreken van die gruwelijke isoleercellen.

  


In september 2016 werd `Fortaleza Peniche´ door de regering opgenomen in de lijst van historische monumenten die in particuliere concessie (bijvoorbeeld aan een hotelketen) gegeven konden worden.
Aangezwengeld door de PCP, de communistische partij van Portugal, die het ten tijde van de dictatuur verboden was en waarvan de leden het in die tijd erg zwaar te verduren hebben gehad, stak er een laaiend protest op, met name van de kant van ex-gevangenen. Er werd een petitie met meer de 4000 handtekeningen bij het parlement ingediend en dat besloot in april 2017 tot `Herwaardering van het fort en het behoud van haar historische getuigenis van ex-politieke gevangenen´.
In diezelfde maan al maakte minister van Cultuur Luís Castro Mendes bekend dat het fort tot het `Museu Nacional Resistência e Liberdade´ bestemd werd.
Er zou geld worden vrijgemaakt voor herstelwerkzaamheden aan daken en muren - het fort was flink aangetast door weer en wind - een commissie zou zich bezig houden met de collectie en de presentatie daarvan en er werd zelfs al een datum voor de officiële opening vastgesteld: 27 april 2019. Als je de Portugese bureaucratie een beetje kent: Een ongelooflijk snelle actie!


En die werd nog sneller, want de inauguratie werd zelfs nog twee dagen vervroegd. Op 25 april 2019, precies 45 jaar nadat de laatste gevangenen bevrijd werden, werd het museum officieel geopend door premier Costa, met de onthulling van een gedenkteken met de namen van meer dan 2500 politieke gevangen die daar langer of korter (meestal tussen de 2 en 5 jaar) hebben vastgezeten. Mannen. Pas kort daarna werd na speurwerk in het nationale archief bekend dat er ook 2 vrouwen, gevangen hebben gezeten, die zich tijdens de tweede wereldoorlog hadden verzet tegen inbeslagname van het grootste deel van de oogst, hun voedsel, ten behoeve van het Duitse leger.
Tegelijkertijd werd de tentoonstelling: `Por teu livre Pensamento´ geopend, geïnspireerd op een gedicht van David Mourão Ferreira, later door Amália Rodrigues gezongen als `Abandono, of Fado de Peniche´:
 https://www.youtube.com/watch?v=0-_7BqY7e-8


Eigenlijk moet je je in augustus niet in die door touristen platgelopen streken laten zien: Óbidos is werkelijk niet te harden en Peniche is een groot over de stadsmuren gebulkt overvol visrestaurant, maar nu we toch in de buurt waren (Caldas da Rainha) wilde ik graag het museum zien. Het was er rustig. Er moet nog veel gerestaureerd worden aan het fort en vanwege werkzaamheden waren niet alle onderdelen van de expositie geopend, maar het is hoe dan ook een indrukwekkende belevenis om over het plein en langs de muren te lopen en - net als de gevangenen - alleen het geluid van de zee, de wind en af en toe een vistreiler te horen.


Rechts van de eiken deuren die toegang geven tot het poortgebouw staat een rood spandoek met de tekst `Por teu livre pensamento´ met daaronder de vertaling `For your free thinking´.
Als je door de donkere, vrij nauwe doorgang loopt en je bedenkt dat de zware eiken deuren achter je zouden worden gesloten, kun je iets voorstellen van het gevoel van onherroepelijkheid, de volledige afzondering van de buitenwereld, dat door de binnenkomende gevangenen moet zijn heen gegaan. Dat gevoel wordt nog sterker als je de smalle brug passeert, met onder je de rotsen en - bij vloed of storm - de zee, die via een `onderdeurtje´ in de grote poort toegang geeft tot het eigenlijke fort.

Bij de receptie wordt je - desgewenst in het Engels - uitgelegd waar de verschillende onderdelen van de expositie zich bevinden. De toegang is gratis.


Als eerste de bezoekruimte: Een kil, wit betegeld hok. De gevangenen zaten achter glazen ruiten met aan de zijkant een rooster om het gespreksgeluid door te laten. Er moest luid worden gepraat - en dat werd ook door middel van een bordje geboden: ´Praat luider´ en `U mag alleen met uw familie praten´. Het was de bedoeling dat de bewakers alles hoorden wat er gezegd werd. Er was geen enkele mogelijkheid tot privacy of lichamelijk contact. Alleen directe familieleden: ouders, `echte´, dus getrouwde partners en kinderen werden toegelaten.

Het kwam voor dat de gevangenisdirectie zonder enige verklaring besloot dat het bezoek niet doorging of naar een later tijdstip werd verplaatst. Dan maakten de bezoekers de - vaak lange - reis voor niets, of moesten onderdak in de buurt zien te vinden. Hierbij kwam de bevolking van Peniche vaak bijzonder solidair en gastvrij te hulp: Er werd gezorgd voor voedsel en huisvesting voor de gestrande bezoekers


In de vakanties gingen de kinderen bij hun gevangen vaders op bezoek, altijd onder begeleiding van de `PIDE´, de politieke politie van Salazar. De inwoners van Peniche gaven vaak melk, vis, vlees en groenten aan deze kinderen. Soms direct, maar vaak ook werden deze gaven ´s nachts anoniem bezorgd aan de deur van de `kolonie´ waar de kinderen verbleven.

Een van de expositieruimtes bevat een collectie van gevangenenregisters, illegale krantjes van de PCP, dossiers van de PIDE over de gestraften én hun bezoekers en huisvlijt van de gevangenen, zoals een zelfgemaakt `Mens-erger-je-niet´ bord.
Aan de overkant van het plein is een ruimte waarin, aan de hand van foto's, krantenartikelen en documenten, de geschiedenis van het verzet tegen de dictatuur en de koloniale oorlogen en de Anjerrevolutie wordt verteld. Met natuurlijk een uitgebreid verslag van de spectaculaire ontsnapping van de leider van de PCP, Álvaro Cunhal en negen kameraden uit het fort op 3 januari 1960.
Hier vind je ook een maquette van de cellenblokken, die (nog?) niet toegankelijk waren.


Aan de `kop´ van het fort, alleen gescheiden van de zee door een metersdikke muur kun je de isoleercellen binnengaan. Op de vloer van een van de twee staat het verhaal van de ontsnapping van  António Dias Lourenço te lezen. Een verhaal dat sterk aan `Papillon´ doet herinneren. Ik heb even de deur achter me dichtgetrokken: Ik zou het nog geen half uur uithouden in dat donkere hok!
Tot slot is er in de kapel nog een bescheiden geschiedenis van het fort door de eeuwen heen te zien.









Geen opmerkingen:

Een reactie posten