woensdag 25 maart 2015

Portugallig 15. De moraal van Stiglitz

Je hoort en leest de laatste tijd nogal eens dat het tijd wordt dat een nieuwe ster (à la Keynes) zijn licht op de wereldeconomie werpt, maar volgens mijn zijn er goede ideeën genoeg. We don´t need another hero! Wat we wel nodig hebben zijn (Europese) bestuurders die de moed hebben om een beetje verder te kijken dan hun Calvinistische neus lang is. Vorige week vond ik tussen alle schuim en asch in de weekendkranten (ik loop een beetje achter) de Portugese vertaling van dit juweeltje van Joseph E. Stiglitz, dat op 4 februari in `the Guardian´ http://www.theguardian.com/business/2015/feb/04/a-greek-morality-tale-global-debt-restructuring-framework werd gepubliceerd. Tot  mijn verbazing kon ik op het hele Internet geen Nederlandse vertaling vinden. Bij deze dan. Eventuele vertaalfoutjes wil je me wel vergeven. Het is tenslotte mijn vak niet. Hoewel de Portugese MP Pedro Passos Coelho (Wij zijn Griekenland niet!) het absoluut niet met mijn eens zal zijn - die moddert liever door tot er helemaal niets meer van Portugal over is dan het falen van zijn (Schäuble/Merkel) methode toe te geven - kun je Griekenland zonder enig probleem door Portugal (of Italië, Ierland of Spanje, of...) vervangen.  

 


Een griekse moraalvertelling - Joseph E. Stiglitz

Toen een half decennium geleden de eurocrisis begon, voorspelden Keynesiaanse economen dat de bezuinigingen die Griekenland en andere landen werden opgelegd, gedoemd waren om te mislukken. Het zou de groei verstikken en de werkeloosheid verhogen - en zelfs de verhouding van de schuld tot het BBP (Bruto Binnenlands Product) niet verlagen. Anderen - in de Europese Commissie, de Europese Centrale Bank en een paar universiteiten- spraken van expansieve inkrimpingen. Maar zelfs het Internationaal Monetair Fonds (IMF) betoogde dat inkimpingen, zoals bezuinigingen op de overheidsuitgaven, niet meer waren dan dat - inkrimpend.

We hadden nauwelijks nog een test nodig. Soberheid had herhaaldelijk gefaald, vanaf zijn vroege gebruik onder de Amerikaanse president Herbert Hoover, die de beurscrash veranderde in de Grote Depressie, tot de IMF `programma´s in Oost-Azië en Latijns-Amerika in de afgelopen decennia. En toch, toen Griekenland in de problemen kwam, werd het weer geprobeerd.

Griekenland slaagde er grotendeels in om het door de `troika´ (de Europese Commissie, de ECB en het IMF) opgelegde dictaat na te komen: Het converteerde een primair begrotingstekort in een primair overschot. Maar de inkrimping van de overheidsuitgaven leverde een voorspelbare verwoesting op: 25% werkeloosheid, een daling van 22% van het BBP vanaf 2009 en een stijging van 35% in de schuld-BBP verhouding. En nu, met de overweldigende verkiezings overwinning van anti-soberheidspartij Syriza, hebben de Griekse kiezers verklaard dat het genoeg geweest is. 

Dus, wat moet er gebeuren? Ten eerste, laten we duidelijk zijn: Griekenland had verantwoordelijk kunnen worden gehouden voor haar eigen problemen als het het enige land was waar het medicijn van de troika op miserabele wijze had gefaald. Maar Spanje had een overschot en een lage schuldratio voor de crisis en wordt nu ook geplaagd door een depressie. Wat nodig is, is niet een structurele hervorming in Griekenland en Spanje, maar een structurele hervorming in het ontwerp van de eurozone en een fundamentele heroverweging van de beleidskaders die hebben geleid tot de spectaculair slechte prestaties van de monetaire unie.

Griekenland heeft ons er ook nog eens aan herinnerd hoe hard de wereld een schuld-herstructureringskader nodig heeft. Overmatige schuldenlast veroorzaakte niet alleen de crisis van 2008, maar ook de crisis in Oost-Azië in de jaren ´90 en de Latijns-Amerikaanse crisis in de jaren ´80 van de vorige eeuw. Het blijft onnoemelijk veel leed in de VS veroorzaken, waar miljoenen huiseigenaren hun huis hebben verloren en nu bedreigt zij miljoenen meer in Polen en elders waar leningen in Zwitserse franken zijn afgesloten.

Gezien de hoeveelheid door overmatige schuldenlast veroorzaakt leed, kan men zich afvragen waarom mensen en landen zichzelf herhaaldelijk in deze situatie hebben gebracht. Immers, dergelijke schulden zijn contracten, oftewel vrijwillig gesloten overeenkomsten - dus schuldeisers hebben daar net zo verantwoordelijkheid voor als debiteuren. In feite zijn schuldeisers aantoonbaar meer verantwoordelijk: Wat ze kenmerkt, is dat het geavanceerde financiële instellingen zijn, terwijl kredietnemers vaak veel minder zijn afgestemd op de wisselvalligheden van de markt en de risico´s die samenhangen met de verschillende contractuele bepalingen. Sterker nog, we weten dat de Amerikaanse banken eigenlijk jacht maakten op haar kredietnemers, gebruik makend van hun gebrek aan financiele know how.

Elk (modern ontwikkeld) land heeft zich gerealiseerd dat het voor het functioneren van het kapitalisme noodzakelijk is dat personen een nieuwe start kunnen maken. De `schuldenaarsgevangenissen´ van de 19e eeuw waren een mislukking - onmenselijk en ze hielpen niet bepaald om terugbetaling te garanderen. Wat wel hielp was het aansporen tot het verstrekken van betere leningen, door van de crediteuren meer verantwoordilijkheid voor de consequenties van hun beslissing te eisen.

Op internationaal niveau hebben we nog geen methodiek voor het maken van een nieuwe start van landen gecreëerd. Zelfs voor de crisis van 2008 probeerden de Verenigde Naties, met steun van bijna alle ontwikkelingslanden en opkomende landen een dergelijk kader te creëren. Maar de Verenigde Staten zijn mordicus tegen. Misschien wil het voor de bestuurders van landen die teveel in het krijt staan opnieuw `schuldenaarsgevangenissen´ invoeren.

Het idee van de herinvoering van ´debiteurengevangenissen´ klinkt misschien vergezocht, maar resoneert wel met de manier waarop tegenwoordig over moreel risico en verantwoordelijkheid gepraat wordt. De angst bestaat dat als Griekenland toestemming krijgt om haar schuld te herstructureren, het land zichzelf simpelweg opnieuw in de problemen helpt, en anderen ook.

Dit is pure onzin. Is er iemand die bij zijn volle verstand is die denkt er ook maar één land is dat zich er vrijwillig toe zet om door te maken wat Griekenland heeft moeten doormaken, alleen maar om een gratis ritje van haar schuldeisers te krijgen? Als er een moreel risico is, dan is dat aan de kant van de schuldeisers - met name in de particuliere sector - die herhaaldelijk uit de nesten geholpen zijn. Als Europa heeft toegestaan dat deze schulden van de particuliere sector door de publieke sector werden overgenomen - een gevestigd patroon in de afgelopen halve eeuw - is het Europa en niet Griekenland dat de consequenties moet dragen. Sterker nog, de huidige toestand van Griekenland, met inbegrip van de enorme oploop van de schuldenlast, is grotendeels de schuld van de aan haar opgedrongen verkeerd geleide troika programma´s.

Het is dus niet de schulsanering (herstructurering) die `immoreel´ is, maar de afwezigheid daarvan. Er is niets uitzonderlijks aan de dilemma´s waar Griekenland nu mee worstelt; veel landen hebben zich in dezelfde positie bevonden. Wat de aanpak van de  Griekse problemen moeilijker maakt is de structuur van de eurozone: monetaire unie impliceert dat lidstaten zich niet uit de problemen kunnen devalueren, terwijl een zekere mate van Europese solidariteit die met het verlies van deze beleidsvrijheid zou moeten samengaan, simpelweg niet aanwezig is.

Zeventig jaar geleden, aan het einde van de Tweede Wereldoorlog, erkenden de geallieerden dat Duitsland een nieuwe start moest kunnen maken. Zij begrepen dat Hitler´s opkomst veel te maken had met de werkeloosheid (niet de inflatie), die het gevolg was van het opleggen van meer schuld aan Duitsland aan het einde van de Eerste Wereldoorlog. De geallieerden keken niet naar de dwaasheid waarmee het land de schulden had laten oplopen en praatten niet over de financiele schade die Duitsland aan anderen had toegebracht. Inplaats daarvan, vergaven ze niet alleen de schulden, maar verleenden daadwerkelijke hulp, en de geallieerde troepen die in Duitsland gestationeerd waren leverden een verdere fiscale stimulans.

Als bedrijven failliet gaan, is een schuldvereffenings-overeenkomst een eerlijke en effectieve oplossing. Een gelijksoortige aanpak voor Griekenland zou zijn om zijn huidige obligaties om te zetten in BBP-gerelateerde obligaties. Als het goed gaat met Griekenland, ontvangen de crediteuren meer van hun geld, als het niet goed gaat, krijgen ze minder. Beide partijen zouden dan een krachtige stimulans hebben om op groei gericht beleid te voeren.

Zelden hebben democratische verkiezingen zo´n duidelijke boodschap laten zien als die in Griekenland. Als Europa nee zegt tegen de verzoek, van de Griekse kiezers om een koerswijziging, zegt het dat democratie van geen enkel belang is, althans als het om economie gaat. Waarom de democratie niet gewoon stilgelegd, zoals Newfoundland op effectieve wijze deed toen het voor de Tweede Wereldoorlog onder curatele werd gesteld.

Het is te hopen dat degenen die de economie van schuld en soberheid (bezuinigingen) begrijpen, en die in democratie en menselijke waarden geloven, zullen zegevieren. We zullen het zien.

*Joseph E. Stiglitz, Nobelprijswinnaar in de economie, is hoogleraar aan de Universiteit van Columbia. Hij was voorzitter van de raad van economische adviseurs van president Bill Clinton en was Senior vice P
president en chef economie van de Wereldbank. Zijn meest recente boek, in co-auteurschap met Bruce Greenwald, is `Creating a Learning Society: A New Approach to Growth, Development and Social* Progress.  

woensdag 18 maart 2015

Stad en land 3. Camellia, een aantrekkelijke dame

Verdi vond `La dame aux camélias´(1848) van Alexandre Dumas jr. zo´n meeslepende `tearjerke´, dat hij zijn opera `La Traviata´(1853) eraan ophing, maar heeft iemand zich wel eens afgevraagd waar de dame het hele jaar haar witte en rode camellia´s vandaan haalde? De plant bloeit immers alleen aan het eind van de winter. Honoré de Balzac schreef rond 1840 een mooi gedicht over de bloem: `Le Camélia´  http://www.poemswithoutfrontiers.com/Le_Camelia.html . Hij vergelijkt daarin haar kwaliteiten met de roos en de lelie, waarop hij zich verlustigt in het beeld van zwartgelokte deernen met een kroon van openbarstende witte camellia´s in het haar. In de laatste regel helpt hij het gedicht echter naar de haaien door deze dames zonder enige plausibele reden met oude Griekse beelden te vergelijken. Een notoire afwijking in de 19e eeuw, die aan de stand verplichte verwijzingen naar de Grieks/Romeinse oudheid. Maar ik moet toegeven dat de camellia met haar dikke knoppen en overdadige bloeiwijze beslist  iets sensueels heeft.


op de boerderette

Camellia´s, in Europa voor het eerst beschreven door de vader van de plantkunde, Carl Linnaeus 1707-1778) en vernoemd naar de missionaris Georg Kamel, zijn struiken of middelgrote bomen. De ongeveer 80 wilde soorten komen uit India, China en Japan. De bekendste soort is de theeplant(!). Door de eeuwen zijn over de hele wereld duizenden variëteiten van de plant gekweekt, de meeste voor de siertuin. Bloemen zijn er van formaat mussenei tot een volwassen vuist, van maagdelijk wit tot vermiljoenrood, met alle kleurschakeringen en -combinaties daartussen. Gele camellia´s zijn zeldzaam. Die vereisen een ingewikkeld kruisingstraject. De plant groeit het liefst op zure grond en in een mild klimaat.
Ook wij houden van deze flamboyante vroegbloeier - nog voor de perzik en de kers. We hebben er een stuk of tien op ons terrein staan en nog meer, gekweekt uit zaad, in potten op de veranda.
"En hoe doet de camellia het in Holland, in de koude grond bedoel ik?", vroeg ik aan Hendrik Jan Scheurbeuk, CEO van tuincentrum `Zomerklaar, zaaien maar´. "De camellia als buitenplant is nog weinig bekend in Nederland en de goed winterharde soorten zijn nogal duur, maar de belangstelling groeit en dat heeft vast iets te maken met de groeiende populariteit van Porto als vakantiebestemming: Dat windje gaat ons nog meezitten. Ik voel het aan mijn water".

xxe camellia-expositie

Vorige week beleefden we het 11e Internationale Festival van de Camellia. Dat evenement wordt gepromoot door de `International Camellia Society´ (ICS), een organisatie die zich toelegt op alles wat de camellia en haar bewonderaars ten goede kan komen. De ICS heeft vertegenwoordigingen op alle continenten behalve, om een voor de hand liggende reden, op Antarctica. In Europa heeft de organisatie zetels in vele landen, niet in Nederland, maar wel in België - voor de hele Benelux - en natuurlijk ook in Portugal, want dat is hét Europese land van de camellia. Sintra (vlak bij Lissabon) mag zich beroemen op het `Palácio Nacional da Pena´, met haar prachtig onderhouden 19e eeuwse tuinen, waarin meer dan 500 camelliasoorten bloeien, maar Porto is `A Cidade da Camélia´ (de stad van de camellia) en dat was in de week van 7 tot 14 maart goed te merken.

Op zondag 8 maart was de jaarlijkse camellia-expositie (20e editie) met daarna een camelliamarkt, dit keer in de galerijen van het klooster `São Bento da Vitória´ met honderden verschillende al dan niet bekroonde variëteiten.
Tijdens weekend en week waren er schilder- en boetseerworkshops voor kinderen en kweek- en bloemschikcursussen voor hun ouders. Er was Chinees schaduwtheater, een voorstelling van gezongen verhalen over camellia´s, een camelliaballet, een marionettentheater en een theatervoorstelling, geïnspireerd door de roman van Dumas en een uitvoering van `La Traviata´ door twee sopranen en een bariton met pianobegeleiding. En dan zou ik nog bijna de vele thematische exposities (gravure, aquarel ,waaiers enz.) in de Portuense galeries vergeten.
Maar zelfs al je geen zin had om een van de meer dan dertig activiteiten te bezoeken, was er geen ontkomen aan: Overal in de stad, in parken, plantsoenen, tuinen en zelfs in potten op de patio´s van de huizen stonden de camellias in volle bloei.


woensdag 11 maart 2015

Andere kunsten 2. Noordhollands landschap in Porto

Afgelopen zaterdg waren we uitgenodigd voor de vernisage van de expositie van een goede vriend van ons in Porto. Een goede gelegenheid voor een ontmoeting met vrienden en de familie van de schilder. Er was wijn en port en er waren lekkere hapjes. Een special voor de tentoonstelling overgekomen delegatie uit Friesland mat de kunstenaar een paar bretels met de Friese vlag aan. Kortom: Het werd een vrolijke boel. Maar het ging natuurlijk om de schilderijen, die voor het grootste deel het Noordhollandse landschap tot onderwerp hebben. Iets bijzonders voor een gallerie in de binnenstad van Porto.


Friese bretels

Ik ken de schilder al zo´n 50 jaar. We groeiden op in dezelfde buurt van Krommenie, gingen, hoewel nooit in dezelfde klas, naar dezelfde middelbare school en zelfs naar dezelfde pedagogische akademie. Onderwijzer werden we geen van beiden.
Zijn vader was technisch tekenaar bij de Verkade fabrieken. Hij zag niet veel in de kunstenaarsaspiraties van zijn zoon. Maar Gerard tekende en schilderden en hoewel hij zich altijd sterk aan de Zaanstreek gebonden heeft gevoeld, wilde hij meer zien van de wereld en zich losmaken van het traditionele levensritme van zijn ouders en de buurt. Jarenlang werkte hij eigenlijk alleen maar om te kunnen reizen. India, Australië, Nepal, als ik me niet vergis trok hij rond op elk continent behalve Antarctica. Als hij weer eens thuis was, schilderde hij. Rustig werk, zoals hij zelf zegt, maar na de dood van zijn moeder in 1987 werden zijn schilderijen groot en expressionistisch. In die tijd bezochten wij, zijn vrienden, zijn eerste tentoonstellingen in de Zaanstreek, maar ook op andere plaatsen in Noord Holland.


De schilderijen die hij tegenwoordig maakt - olieverf op linnnen - zijn over het algemeen niet groter dan 30 x 30 cm. "Ik schilder ze als een studie. Het formaat dwingt me tot kalmte." Hoewel er op de expositie ook wat werken die in Portugal zijn gemaakt (zijn vrouw is Portugese en hij heeft een sterke band met Portugal), is het duidelijk dat het hart van de schilder uitgaat naar het Noordhollandse landschap. Het landschap van zijn jeugd, het landschap waar hij elke dag doorheen fietst, over de lange, rechte dijk langs de boerderijen van `De Reef´ naar Nauerna, waar hij al 25 jaar in het zomerseizoen de sluis en de brug bedient.
Na zich te hebben losgemaakt van al te knellende banden, weet de schilder zich nu geboeid door een landschap dat niet ongerept is, maar door de mens veroverd op het water, de bewerking van de aarde, de tradities en de opeenvolging van generaties, die als de tijd daar is, door `de grote maaier van de tijd´ afgemaaid worden, om plaats te maken voor de volgende. In een interview met journaliste Marita de Jong uit hij - zelf autodidact - zijn bewondering voor het improvisatievermogen en de crativiteit van de boeren van `De Reef´: "Zij hebben geen enkele landbouwcursus of universiteit bezocht. Alles wat ze weten hebben ze zelf uitgevonden".

Ik beschouw mezelf beslist niet als kunstkenner. Daarom geen woord over penseelvoering, verfgebruik, compositie of stijl. Wat ik zie is dat de schilder, zonder echt abstract te schilderen, zich beperkt tot de hoofdlijnen, de essentie van zijn onderwerp, waardoor zijn schilderijen een gecomprimeerde kracht uitstralen: De einders, die lange tijd zijn enige thema waren, een sleepbootje op een kruispunt van water (Spijkerboor), de curve van de dijk en de watervlakte van het Langemeer, de in het landschap dominerende hooi-oppers en het zinderende glas van de kassen.
Zelf zegt hij over zijn werk: "elke dag, als ik erop uit ga, ben ik betrokken bij het landschap, doe ik beelden op (...) Ik probeer in mijn schilderijen de hartslag van de dag te vangen. Het moment dat zich voordoet."


Als je de komende maand in of  in de buurt van Porto bent: De expositie `Pinheiro Manso´,  25 schilderijen van Gerard Mooy, is te zien tot 4 april, elke dag tussen 3 en 6 uur ´s middags in `Esteta Galeria´, Rua Sousa Viterbo 28, op de eerste verdieping. Deze straat loopt vanaf de kop van de Rua das Flores, naast de Mercado Ferreira Borges, evenwijdig aan de RuaMouzinho de Silveira.
Je kunt ook met het werk van de schilder kennismaken op zijn eigen website: www.gerardmooy.com , waar je naast de afbeeldingen van 36 van zijn schilderijen, zijn curriculum en informatie over huidige en toekomstige exposities vindt.

woensdag 4 maart 2015

Van de boerderette 18. Rupsenprocessie

"kan het nog niet een jaartje, hij is zo mooi?" Ja, mooi is ie, maar hij is al weer een halve meter hoger." Nou, een halve meter..". "Hij staat echt te dicht bij het huis, schat. Gevaarlijk dichtbij en als ie straks gaat bloeien, is de veranda weer wekenlang geel van het stuifmeel. En dat loop je maar naar binnen." Het laatste argument bleek sterk genoeg om zijn lot te bezegelen: De den moet om. Snel en vooral voorzichtig, want er zitten wel drie nesten processierupsen in. Ik heb eens zo´n rups in mijn boordje gekregen. Senhor José, met wie ik aan het werk was, vond dat erg grappig, maar die heeft zelfs eelt op zijn nek van het boomstammen sjouwen. Ik had een slechte nacht met koortsdromen en een schrijnende jeuk waar geen crême tegen hielp.



Het is zo´n beetje tijd voor de dennenprocessierups (Thaumetopoes pityocampa) om langs de stammen naar beneden te gaan wandelen en zich in de bosgrond in te graven. Als ik ze voor ben kan ik nog heel wat potentiële eitjesleggers om zeep helpen. Dit jaar zitten er niet zoveel nesten in de bomen, maar er zijn jaren dat de rups flink schade veroorzaakt. Grote bomen overleven de aanslag wel, tenzij ze, verzwakt door de rupsenvraat ook nog eens het slachtoffer an andere plagen, zoals wortelzwam (Van de boerderette 15) of ziekten worden. Jonge boompjes worden soms in een paar nachten kaal gevreten en die leggen dan natuurlijk het loodje.

De levenscyclus van de rups (en natuurlijk de vlinder) begint ergens tussen eind juni en begin september, in warme gebieden wat vroeger, hier op 500 meter hoogte aan het eind van de zomer. De vrouwelijke vlinders kiezen - liefst een alleenstaande - denneboom uit en leggen evenwijdige rijen eitjes op de naalden van een hoge, zuidelijke tak. De eitjes zijn onderling verbonden met een draad en worden bedekt met een soort bruine vernis, die contrasteert met de dennenaalden. je zou met ladder en loep naar boven moeten klimmen om dat te zien. De vlinder sterft, bij gebrek aan andere bezigheden, korte tijd na het eitjesleggen.

de vlinder

Na 30 dagen worden de larven geboren. Die groeperen zich op het legsel en beginnen overdag aan de - zachtste - dennenaalden te knabbelen. In dit stadium, dat 15 dagen duurt, bouwen ze provisorische nestjes in de buurt van waar ze etten.
Daarna beginnen de rupsen hun eetgebied uit te breiden en, als het weer meezit, gaan na15-20 dagen die voor mens en dier zo vervelende netelhaartjes groeien. De etenstijd verplaatst zich naar de schemering en de nacht, waarbij ze eerst alle naalden in de buurt van het nest opvreten en zich daarna in groepen naar andere takken verplaatsen. Overdag kruipen ze bij elkaar in een nieuw, steviger nest.

In het begin van de winter weven de rupsen een nest van zijde. De stevigheid en de grootte hangen van het klimaat af. Het nest absorveert de warmte van het magere winterzonnetje, zodat de diertjes ook bij lage temperaturen kunnen overleven.
Twee weken geleden kwam een zwerm pimpelmezen op doorreis even in de den buurten. Eén probeerde door het taaie weefsel van een nest te pikken om een rups te bemachtigen. Hij had geen schijn van kans.
´s Nachts gaan de rupsen nu in groepjes andere takken kaalvreten. Ze zijn verbonden met en zijden draad om de weg terug naar het nest te kunnen vinden, want met hun zes kleine oogjes zien ze geen steek, vooral niet in het donker. Als een boom helemaal is kaalgevreten, beginnen ze op hun gemak aan de volgende.


In de lente stoppen ze een paar dagen met eten voordat ze aan hun `processie´ gaan beginnen. Met een stoere dame voorop dalen ze kop aan staart langs de stam af en zoeken daarna een gunstige plek op om zich in de bosgrond in te graven (5 tot 20 centimeter diep). Daar spinnen ze zich in en verpoppen zich tot vlinder.
In de zomer beukt de nieuwe vlinder zich met een hoornen plaatje op haar kop uit de grond en begint de cyclus van voor af aan.
Maar! Sommige poppen blijven tot drie jaar ondergronds voor ze aan hun volwassen aktiviteiten beginnen. Dacht je dat je van de plaag af was...

In bebouwde omgevingen, zeker in de buurt van een school of kinderspeelplaats, moet je vanwege hun irriterende, zelfs een beetje gevaarlijke (allergische reacties), netelhaarjes, wel wat aan de rups doen. In een gebied met veel bos en maquis, zoals hier, is er geen beginnen aan, of je moet bereid zijn om een totale oorlog met chemische wapens te voeren. Nesten die niet  al te hoog zitten trek ik uit de boom en gooi ik in een emmer water. Dat is afdoende. Bomen die het niet halen gaan de kachel in. Zo leven we samen. In gewapende vrede.