dinsdag 29 maart 2016

Portugal maakt het 9. Creatief met kurk II

Hoewel er - afhankelijk van de mode - wel wat schommelingen in de markt zijn, is de flessenkurk nog altijd goed voor 70% van de omzet van de Portugese kurkindustrie. Producenten van goedkopere wijnmerken kiezen vaak voor een synthetische `kurk´, maar wijn van een beetje naam wil een echte kurk in de fles. De consument associeert kurk met kwaliteit. En dat moet dan wel een goede kurk zijn. Over een bedorven fles huiswijn van AH of de Hema (als daar al een kurk inzit) is wel heen te komen, maar als je pinot noir van Romanée-Conti 1945 van 10.000 € per kistje zuur uit de fles plonst, is de beer los! De kurk is de laatste tijd weer in opkomst. Hij is voor 100% recyclebaar en door moderne technieken in de kurkindustrie - o.a. stomen - komt die bedorven fles wijn (kurksmaak) bijna niet meer voor.


 Van de overige 30% geproduceerde kurk maakt men, zowel in Portugal zelf als in de landen die kurk importeren een enorme verscheidenheid aan producten: Bekende, zoals dobbers en andere drijvers, hakken en zolen voor schoenen, kurkvloeren en wandbedekkingsplaten, linoleum (zie vorig artikel), prikborden, onderzetters en pakkingen voor motoren, muziek- en laboratoriuminstrumenten, maar ook een sterk groeiend aantal nieuwe toepassingen. Tussen 2012 en 2014 zijn alleen al door de `Grupo Amorim´, de grootste kurkproducent van Portugal 42 nieuwe patenten geregistreerd.

olieslurper van `Amorim´

Zoals `Corksorb´, olie-absorberende korrels op kurkbasis, die ingezet kunnen worden bij grote olierampen, zoals in de Golf van Mexico en die 9 keer meer olie opzuigen dan de tot nu toe gebruikelijke minerale `olieslurpers´ en bovendien geen druppel water opnemen. Amorim was het enige Europese bedrijf dat in 2010 werd uitgenodigd om een oplossing te presenteren voor het opruimen van die enorme olielozing. Jammer genoeg was `Corksorb toen nog in ontwikkeling, maar er werden wel internationale contacten gelegd en het product, dat ook uitstekend dienst doet in garages en op vliegvelden, wordt al in 30 landen verkocht. In 2012 ontving Amorim de innovatieprijs van COTEC voor het product.

Een andere - ook van Amorim - is een mengsel van kurk met cement (Corkland), waarvan cement (muurafwerking) of  beton gemaakt kan worden dat tot acht keer lichter is dan normale beton en die ook nog eens scheurvrij en geluid- en warmte-isolerend is. Het product is onder andere en met goede resultaten uitgeprobeerd op het racecircuit van Valencia.

ontdwerp Tiago Sá da Costa

Ook de designers hebben de kurk (her)ontdekt. Er zijn al complete meubellijnen ontworpen: stoelen van Soraia Rangel en Alexander Caldas, unieke lampenkappen van Tiago Sá da Costa, maar ook ecologische design tassen van `Pelcor´ of `Love in Cork´, die ook standaards en beschermkappen voor tablets maakt.
Zelfs voor mode-ontwerpers wordt kurk een product om rekening mee te houden. Er bestaat al `kurktextiel´ en textiel waarin kurk verwerkt is. Lekker warm (of juist koel?). En met een paraplu van kurk kun je ook wel over straat.

`Archer´ skateboard

Maar ook skateboards, zoals de `Bioboard´, een driewielige skate van eigen bodem (Vila Nova de Gaia), of de in Australië - maar wel met Portugese kurk - geproduceerde `Archer´ skateboards, zijn al  `heruitgevonden´ met kurk: licht en duurzaam. En niet te vergeten: de surfplank. In 2014 ontwierp kampioensurfer Garret McNamara (zie `De hoogste golf ter wereld´) met topdesigners van Mercedes een surfplank die voor het grootste deel uit kurk bestaat: Een raceplank! 
            
Garret McNamara met zijn ´kurkplank´

woensdag 23 maart 2016

Portugal maakt het 8. Creatief met kurk I

Je moet met de titel maar vergeven. Vele andere zijn voorbij getrokken, maar geen paste zo goed als deze, die precies zegt waar het om gaat: Portugal is bijzonder creatief met kurk. Die serie programma's (1994) van Arjen Ederveen en Tosca van Nifterink heette trouwens `Kreatief ..´ met een kappa (voor de afschaffing van de `alternatieve spelling´ in 1996). Je houdt het niet voor mogelijk wat Portugal, behalve de traditionele stop voor wijnfles allemaal van kurk maakt en er komen ieder jaar weer nieuwe producten bij.


Ik ben opgegroeid met kurk. Kurk uit Portugal. In de Nauernasche vaart zag je altijd stukjes kurk. Via  de Bartelsluis dreven ze Krommenie in, door de Parksloot en zelfs tot in de Durg. Afgebroken van de balen die  voor de kade van de Koninklijke Linoleumfabriek, kortweg `de Lum´ lagen te wachten op verwerking. Die balen werden op grote, zwartgeteerde dekschuiten van de firma Knap, aangevoerd met een sleepboot, na van een coaster te zijn overgeladen in de Voorzaan in Zaandam.

dekschuiten met kurk voor de `Lum´

We gooiden stukken kurk naar elkaar tijdens het vissen in de vaart, als de verveling weer eens toesloeg, maakten er bootjes van of zelfs een primitieve dobber.
De balen kurk werden bijeengehouden door ijzerdraad en latten: `kurklatten´, waarvan onze vaders, die bij de `Lum´ werkten er altijd wel een paar wisten te bemachtigen. Ze waren zo hard dat je er geen spijker in kon krijgen (eucalyptus?) en als er een knoest in zat braken ze snel, maar we maakten er ridderzwaarden van of hockeysticks en ik had een buurman die er zelfs, met eindeloos geduld, een schuur van bouwde (Hij boorde er gaatjes in met een handboor, waarna hij ze naast elkaar vastspijkerde!).

Als kind had ik er geen idee van dat die kurk helemaal uit Portugal kwam, maar de mensen in de kurkmalerij van de `Lum´ werden daar regelmatig aan herinnerd als er weer eens een slang tussen de losgemaakte kurkplaten opdook. 
Kurk is een van de hoofdbestanddelen van linoleum. Kort gezegd wordt er een soort dikke pap van gemalen kurk, gekookte en geoxideerde lijnolie met pigment voor de kleur door een kalander op een ondergrond van jute geperst, om daarna in kilometerslange banen te worden opgehangen om te drogen en uit te harden. Op die kleurstoffen na een volmaakt natuurproduct.

verschillende kleuren linoleum

Waarschijnlijk ken jij de kurk eerder van de stop in de wijnfles, het prikbord of de hak van je zomerschoentje. Vooral in de laatste tien of vijftien jaar zijn er - en met name in Portugal - erg veel nieuwe toepassingen en producten van en met kurk ontwikkeld. Daarover wil ik het de volgende keer hebben. Nu eerst over de productie.

Wereldwijd wordt er jaarlijks 340.000 ton kurk in de landen rond de Middellandse Zee geproduceerd. 51% daarvan komt uit Portugal. Kurkeiken maken 23% uit van de Portugese bomenpopulatie en bedekken 736.000 hectare van het nationale grondgebied, voornamelijk in de Alentejo en  de Algarve. Er zijn 12.000 mensen werkzaam in de kurksector. In 2014 werd voor 846 miljoen Euro aan kurk- en kurkproducten geëxporteerd. Kurk is goed voor 2,3% van het bruto binnenlands product (bbp).

schillen van de kurkeik

De `sobreiro´, kurkeik moet 25 jaar groeien voordat hij voor het eerst van zijn jasje kan worden ontdaan, daarna wordt hij om de negen jaar geschild. De eerste twee keer is de kurk nog niet veel soeps. Gelukkig leeft de boom zo'n 200 jaar. Je begrijpt meteen wat voor verschrikkelijke, onvervangbare vernietiging brand in een kurkeikenbos oplevert (huilende eigenaren in 2013). Het schillen van de kurkeik moet heel voorzichtig gebeuren. De vlak onder de schors (kurk dus) liggende `bloed´vaten mogen niet beschadigd worden, anders gaat de kurkeik dood. De boom heeft verder geen last van het schillen en produceert gewoon zijn eikels, die
tot voedsel van de befaamde `porco preto´, zwart varken, dienen. Onder de kurkeiken grazen ook koeien, schapen of geiten. De kurk zelf, een natuurproduct en uitstekend recyclebaar. Groene economie dus.  

De kurkindustrie is bijna geheel in handen van het door António Rios de Amorim geleidde `Cortiça Amorim S.A. (Kurk Amorim NV)´, een familie-imperium van meer dan 80 bedrijven dat in 1870 als een fabriekje in handgemaakte kurken voor wijnflessen begon. Het bedrijf maakt deel uit van de `Grupo Amorim´, die allerlei vertakkingen in de energie- bank- en telecommunicatiesecttor heeft en waarvan zijn broer Américo Amorim de touwtjes in handen heeft. De laatste is met 2,5 miljard Euro (In 2009 had hij er meer dan 5, maar ja de crisis...) de rijkste man van Portugal.


 wordt vervolgd       

donderdag 17 maart 2016

De geest uit de fles 2. Wisseling van de wacht

Waarschijnlijk hebben jullie het niet eens opgemerkt, de Nederlandse berichtgeving over Portugal is beperkt - en maak je maar geen illusies, andersom gaat het ook niet veel verder dan een ontspoorde trein in Dalfsen - maar afgelopen woensdag was het dan eindelijk zover. De nieuwe president, werd geïnstalleerd (en de oude mocht vertrekken). Prins Willem, Guilherme Alexandre, zoals hij hier heet, was er niet, maar de koning van Hispanje die hij altijd geëerd heeft stak ruimschoots boven alle aanwezige Portugezen en zelfs Jean-Claude Juncker uit. Een drukke eerste dag voor de nieuwe vertegenwoordiger van Portugal, die zich woensdag presenteerde als een ware republikein: Hij weigerde de auto en liep naar het de `Assembleia Nacional´, het Parlement, ging alleen en niet met zijn hele familie, zoals zijn voorganger, zijn opwachting maken in het presidentiële paleis (waaruit hij zo snel mogelijk weer vertrok) en ´s avonds gaf hij feest op straat met o.a Mariza, de rapper Anselmo Ralph en Pedro Abrunhoso.

 

de nieuwe president

De nieuwe president heet Marcelo Rebelo de Sousa (1948), vanaf 1990 hoogleraar recht en politieke wetenschappen aan de Universiteit van Lissabon, ex-journalist (Expresso), ex-partijleider van de PSD (zeg maar VVD), ex-staatssecretaris, ex-minister, ex-wethouder van Lissabon en ex-voorzitter van de gemeenteraad van Celérico de Basto en niet te vergeten ex-televisiepersoonlijkheid, jarenlang als politiek commentator, hoewel hij nu meer dan ooit in beeld zal komen.

Hij won de presidentsverkiezingen met een ruime meerderheid in één ronde na een campagne waarin hij voorzichtig manoeuvreerde tussen rechts en een beetje linkser, zo weinig mogelijk duidelijke meningen gaf en vooral uitblonk in het zoenen en omhelzen van oude volksvrouwtjes. Dat laatste gaat hem - in tegenstelling tot de gaande president - heel natuurlijk af. Hij lijkt een warm voelend mens te zijn, een man die jarenlang stervenden heeft begeleid, iemand die aan een oude dame belooft samen koffie met aguardente te drinken als hij de verkiezingen wint en dat dan ook nakomt (wel met een cameraploeg in de buurt natuurlijk). Een combinatie van uitgekookt en echt, met een natuurlijke charme. Er wordt gezegd dat Marcelo zich al heel lang op het presidentschap heeft voorbereid. Persoonlijk zie ik dat niet als negatief: Als je zo´n functie ambieert, kun je maar beter beslagen ten ijs komen.

president van het volk

Marcelo ( In Nederlandse krantenberichten werd hij president Rebelo de Sousa genoemd. Dat klinkt voor Portugezen een beetje gek en erg afstandelijk) heeft beloofd een president voor en dicht bij het volk te zijn,  een president die de eenheid wil herstellen. Aan dat laatste zal hij, vooral in de politiek, een zware dobber krijgen. De PSD zit nadat haar `op oneerlijke wijze de regering is afgenomen door de PS (PVDA) vol wrok in de oppositiebanken en wenst op geen enkele manier mee te werken aan `de illusie van het regeringsprogramma en de begroting van de socialisten. Echt moeilijk zal het worden als blijkt dat de normen van het stabiliteitspact niet gehaald kunnen worden met deze begroting en er een `plan B´ op tafel moet komen.
Intussen heeft de president zich gepresenteerd aan het corps diplomatique, waar hij het protocol doorbrak door zich te laten vergezellen door Mariza, Naide Gomes en Francis Obikwelu en steun vroeg voor de kandidatuur van António Guterres als nieuwe Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties.

begroeting van het corps diplomatique

 In een bijeenkomst met vertegenwoordigers van de Gemeenschap van Portugees sprekende landen(CPLP),  benadrukte hij dat deze organisatie voor democratie stond, een sneer naar Equatoriaal Guinea, dat nog steeds een dictatuur (met de doodstraf) is en een eerste teken van Presidentiële buitenlandse politiek na vele jaren. Miguel Sousa Tavares: "Cavaco Silva was absoluut onbetekenend in het kader van de buitenlandse politiek" Al voor de verkiezingen schreef deze columnist en televisiecommentator, die in 2013 een - inmiddels geseponeerde klacht aan zijn broek kreeg, omdat hij in een interview de vorige president een `palhaço´, clown genoemd had: "Het grote nieuws van deze presidentsverkiezingen is dat we ons eindelijk bevrijd mogen zien van Anibal/Maria Cavaco Silva. Alleen dit al verdient een (feest)viering en al onze concentratie ten aanzien van de gepresenteerde alternatieven voor zijn opvolging.(...)".

met zijn hand op de grondwet

Na in zijn column genadeloos te hebben afgerekend met de andere negen kandidaten zegt hij aan het eind over Marcelo: "Ik weet, bijvoorbeeld, ook niet hoe ik aan mijn buitenlandse vrienden moet uitleggen wat voor president we in Belém (presidentiële paleis). Is hij rechts, is hij links, is hij open, is hij conservatief? Hij is professor Marcelo, een ondefinieerbare `brand´. Het is duidelijk dat ik, net als António Costa (huidige premier), rustig slaap met Marcelo in Belém. En, beslist,, een heel stuk geruster dan met de presidentiële familie van Cavaco Silva. Marcelo is oneindig veel beschaafder, bereisder, interessanter, zonder koninklijke allures, noch hypocriete minachting voor ´de heren politici´. Hij neemt zijn familie niet mee naar Belém, noch gaat gaar verzekeren dat je twee keer geboren moet zijn om net zo betrouwbaar/toegewijd als hij te zijn. En hij zal zeker niet het algemene desrespect voor de natie hebben, dat Cavaco uitstraalde (...).

En nu zit Marcelo bij de Paus in Rome, niet alleen omdat hij vreselijk katholiek is, maar ten eerste - symbolisch - omdat Portugal via de pauselijke bul `Manifestis Probatum Est in 1179 onafhankelijk werd van het Spaanse koninkrijk Leon en ook omdat hij een officiële uitnodiging voor de Paus heeft: Een bezoek aan Portugal volgend jaar tijdens de viering van het honderdjarig bestaan van Fátima.
We gaan het zien met Marcelo.  

zaterdag 5 maart 2016

Stad en land 8. Will the woolf survive?

Through the chill of winter
Running across the frozen lake
Hunters hard on his trail
All ods are against him
With a family toprovide for
But one thing he must keep alive
Will the woolf survive?
                                     
                                                          Los Lobos


Eind februari, lekker in mijn t-shirt in het bos aan het werk. Maar boven Cinfães, aan de overkant van de rivier, zijn de toppen van de Serra de Montemuro nog steeds wit. Daar trekt de Iberische wolf - of moet ik zeggen: wolfshond - zijn sporen door de sneeuw. Een lid van een van de laatste tien `alcateias´, wolvenroedels die nog ten zuiden van Douro leven, op zoek naar voedsel. Het zal wel weer geit of schaap worden, of misschien zelfs een paard, want andere prooi is nauwelijks te vinden: Het konijn is door ziekten zowat verdwenen, wilde zwijnen zijn er te weinig en de herintroductie van de ree (corço) verloopt niet goed: De dieren lijken maar moeilijk aan hun nieuwe omgeving te kunnen wennen. En dus is een van de oudste veten ter wereld weer aangewakkerd, de strijd tussen mens en wolf. Een strijd die geen winnaar kent.


Halfverwege de jaren zeventig (vorige eeuw) was de wolf bijna verdwenen uit Portugal. Er was simpelweg geen rol weg gelegd voor het dier in een land dat - na zich te hebben ontdaan van een verlammende dictatuur - druk bezig was om van een achtergebleven rurale gemeenschap uit te groeien tot een moderne Europese staat. Nieuwe wegen doorkruisten zijn territoria, de gemoderniseerde (giftige) landbouw en een niets ontziende jacht deden de rest.
Begin jaren tachtig kwam daar verandering in. Men begon meer oog te krijgen voor het nationale patrimonium, er werden beschermde natuurgebieden aangewezen en zelfs de wolf, die moordenaar, kwam in een ander daglicht te staan. Toch moest er nog heel wat water door de Douro voordat de wolf in 1988 de status van beschermde diersoort kreeg en de wegkwijnende populatie, tot groot plezier van biologen en dierenbeschermers, maar tot verdriet van de kleine veehouders begon te groeien.

Lobo Iberico

De bescherming van de wolf kwam onder beheer van  het `Instituta de Conservação de Natureza e das Florestas (ICNF)´, het instituut voor behoud van de natuur en de bossen, dat een Europot kreeg van 50 miljoen Euro voor het subsidiëren van omheiningen voor vee en het trainen van honden voor de herders. Het verdriet van geiten- en schapenhouders zou worden gecompenseerd door het uitbetalen - onder bepaalde voorwaarden - van een schadevergoeding voor elk dier dat kennelijk door een wolf gedood was, te controleren door technici van het ICNF.


In de afgelopen twee decennia is 10 miljoen aan schadevergoedingen uitbetaald voor 46.000 door wolven gedode dieren, maar de veehouders klagen steen en been: De schade wordt alleen betaald voor getoonde kadavers, Vaak verdwijnen de dieren, vooral in de bergen gehoede schapen en geiten, de kadavers moeten soms wel een week of langer worden bewaard (onder een hoop stenen) voordat er een technicus komt opdagen, wat in de zomer een ondraaglijke stank veroorzaakt en de schadevergoedingen worden pas na maanden betaald: Het ICNF meldde vorig jaar trots aan verslaggevers dat ze de uitbetaaltermijn had weten terug te brengen tot minder dan zes maanden (!)


In Portugal leven twee, door de Douro gescheiden wolvenpopulaties. Ten noorden van de rivier vind je de grootste groep, zo´n 50 roedels (Een roedel bestaat uit 3 tot 10 wolven), in een redelijk groot gebied, verspreid over de (oude) provincies Minho, Tràs-os-Montes en Alto Douro, dat niet al te dicht bevolkt is, Hierin liggen ook drie grote natuurparken, zoals het `Parque Nacional de Peneda Gerês´. Er bestaat bovendien de mogelijkheid om de grens over te steken naar Spanje, waar ook zo´n 300 beschermde wolven leven, zodat er geen inteelt hoeft plaats te vinden. In dit gebied zijn wel incidenten, - er is te weinig natuurlijke prooi - maar het aantal klachten van veehouders is relatief gering. De wolven in het noorden zijn genetisch gezien 100% wolf, ze hebben geen honden nodig om zich voort te planten en het aantal wolven blijft de laatste jaren ongeveer hetzelfde. Hoewel er nog wel het een en ander verbeterd kan worden, met name in de relatie tussen ICNF en de veehouders, zou je kunnen spreken van een geslaagd project.

geitenkudde van Covas de Monte

Heel anders is het gesteld met de wolven ten zuiden van de Douro. Die leven in een te klein gebied, volledig afgesloten door de rivier en twee grote snelwegen. Er is geen natuurlijke prooi. Het uitzetten van reeën is tot nu toe geen succes gebleken, dus eten ze vee. De geiten en schapen van kleine, meest arme, veehouders. Het meest te leiden van de aanvallen van wolven hebben de bewoners van Covas de Monte (São Pedro do Sul) in de `Serra de Macário´, die traditiegetrouw dagelijks hun geiten met de gemeenschappelijke kudde meesturen om in de bergen te grazen. Deze kudden worden afwisselend door een of twee van de geitenhouders gehoed. Sommige eigenaren hebben nog geen tien geiten, anderen meer dan honderd, die ´s avonds allemaal precies weten waar de ingang van hun stal is. Toeristen vinden het leuk om naar te kijken en voor hen is de oude school omgebouwd tot café. Helaas komen er door aanvallen van wolven elke dag te weinig terug. Dat geeft onrust in het dorp. Men beschuldigt elkaar ervan alleen op de eigen geiten te passen. Gingen er in 2012 dagelijks 2500 geiten omhoog, afgelopen jaar waren het er nog geen 1000. Voor de geiten die in de bergen verdwijnen wordt geen schadevergoeding betaald, omdat geen kadaver getoond kan worden, de dieren die gewond terugkeren en moeten worden afgemaakt en de geiten die in het dorp zelf worden aangevallen - de wolven komen steeds dichter bij de huizen - kunnen pas na maanden vervangen worden. Voor de meeste bewoners is het houden van geiten een noodzakelijke aanvulling op hun minimumpensioen van 200 € per maand, hoewel er ook een paar jongere geitenhouders zijn. Nu zijn de regels voor het uitbetalen van de schade ook nog eens aangescherpt: Per 50 geiten moet er een  getrainde hond met de kudde mee. "Waarvan in moeten we in godsnaam 200 honden te eten geven?", zegt een bewoonster.

iedereen weet zijn `huis´ te vinden

In Covas de Monte en Sâo Pedro do Sul komen de wolven steeds dichter bij de huizen. Ze vallen ook honden aan en eten ze zelfs op. De inwoners vrezen voor hun kinderen. Wolven vallen - zo blijkt uit de geschiedenis - niet snel mensen aan, maar de wolven ten zuiden van de Douro zijn geen echte wolven meer. "Hond redt Iberische wolf" kopte vorig jaar een krant enthousiast. Doordat de zuidelijke wolven zich kruisen met honden is er genetische vernieuwing en vindt geen inteelt plaats. Er is al een wolf aangetroffen met 30% genetische kenmerken van een hond.
Maar wolfshonden zijn onvoorspelbaar en veel gevaarlijker dan `echte´ wolven en vallen wel regelmatig mensen aan, zoals uit Amerikaanse statistieken blijkt (gek dat niemand die link heeft gelegd). Bovendien kun je je afvragen wat je dan aan het behouden bent. De Iberische wolf?

De bevolking van de dorpen in de bergen ten zuiden van de bergen is het zat. Men heeft al in 2012 om interventie van de overheid verzocht. Die heeft tot nu toe niet meer gedaan dan introductie van natuurlijke prooi (ree) te beloven en daar is niet veel van terecht gekomen. Tijdens een interview dreigt een oude wolvenjager zijn jachtgeweer uit het vet te halen en er is al een dode wolf in een strik gevonden. De betrokken biologen bagatelliseren het probleem en manen tot `verstandig´ gedrag, maar die verdienen een dikke boterham aan het wolvenproject. Eurosubsidies!



woensdag 2 maart 2016

Deze week geen bericht

De computer is vanwege hallucinaties en hevige aanvallen van psychose opgenomen in een speciaal daarvoor ingerichte kliniek. Elektroshock of lobotomie (Uitgevonden door de Portugese neuroloog Antonio Egas Moniz, die daar in 1950 een Nobel voor kreeg, las ik deze week)? Aan het eind van de week zullen we het weten. Mijn handen staan er niet naar om een volwassen  verhaal op een tablet te pinknagelen, dus

Tot volgende week
de Portugeest