Through the chill of winter
Running across the frozen lake
Hunters hard on his trail
All ods are against him
With a family toprovide for
But one thing he must keep alive
Will the woolf survive?
Los Lobos
Eind februari, lekker in mijn t-shirt in het bos aan het werk. Maar boven Cinfães, aan de overkant van de rivier, zijn de toppen van de Serra de Montemuro nog steeds wit. Daar trekt de Iberische wolf - of moet ik zeggen: wolfshond - zijn sporen door de sneeuw. Een lid van een van de laatste tien `alcateias´, wolvenroedels die nog ten zuiden van Douro leven, op zoek naar voedsel. Het zal wel weer geit of schaap worden, of misschien zelfs een paard, want andere prooi is nauwelijks te vinden: Het konijn is door ziekten zowat verdwenen, wilde zwijnen zijn er te weinig en de herintroductie van de ree (corço) verloopt niet goed: De dieren lijken maar moeilijk aan hun nieuwe omgeving te kunnen wennen. En dus is een van de oudste veten ter wereld weer aangewakkerd, de strijd tussen mens en wolf. Een strijd die geen winnaar kent.
Halfverwege de jaren zeventig (vorige eeuw) was de wolf bijna verdwenen uit Portugal. Er was simpelweg geen rol weg gelegd voor het dier in een land dat - na zich te hebben ontdaan van een verlammende dictatuur - druk bezig was om van een achtergebleven rurale gemeenschap uit te groeien tot een moderne Europese staat. Nieuwe wegen doorkruisten zijn territoria, de gemoderniseerde (giftige) landbouw en een niets ontziende jacht deden de rest.
Begin jaren tachtig kwam daar verandering in. Men begon meer oog te krijgen voor het nationale patrimonium, er werden beschermde natuurgebieden aangewezen en zelfs de wolf, die moordenaar, kwam in een ander daglicht te staan. Toch moest er nog heel wat water door de Douro voordat de wolf in 1988 de status van beschermde diersoort kreeg en de wegkwijnende populatie, tot groot plezier van biologen en dierenbeschermers, maar tot verdriet van de kleine veehouders begon te groeien.
|
Lobo Iberico |
De bescherming van de wolf kwam onder beheer van het `Instituta de Conservação de Natureza e das Florestas (ICNF)´, het instituut voor behoud van de natuur en de bossen, dat een Europot kreeg van 50 miljoen Euro voor het subsidiëren van omheiningen voor vee en het trainen van honden voor de herders. Het verdriet van geiten- en schapenhouders zou worden gecompenseerd door het uitbetalen - onder bepaalde voorwaarden - van een schadevergoeding voor elk dier dat kennelijk door een wolf gedood was, te controleren door technici van het ICNF.
In de afgelopen twee decennia is 10 miljoen aan schadevergoedingen uitbetaald voor 46.000 door wolven gedode dieren, maar de veehouders klagen steen en been: De schade wordt alleen betaald voor getoonde kadavers, Vaak verdwijnen de dieren, vooral in de bergen gehoede schapen en geiten, de kadavers moeten soms wel een week of langer worden bewaard (onder een hoop stenen) voordat er een technicus komt opdagen, wat in de zomer een ondraaglijke stank veroorzaakt en de schadevergoedingen worden pas na maanden betaald: Het ICNF meldde vorig jaar trots aan verslaggevers dat ze de uitbetaaltermijn had weten terug te brengen tot minder dan zes maanden (!)
In Portugal leven twee, door de Douro gescheiden wolvenpopulaties. Ten noorden van de rivier vind je de grootste groep, zo´n 50 roedels (Een roedel bestaat uit 3 tot 10 wolven), in een redelijk groot gebied, verspreid over de (oude) provincies Minho, Tràs-os-Montes en Alto Douro, dat niet al te dicht bevolkt is, Hierin liggen ook drie grote natuurparken, zoals het `Parque Nacional de Peneda Gerês´. Er bestaat bovendien de mogelijkheid om de grens over te steken naar Spanje, waar ook zo´n 300 beschermde wolven leven, zodat er geen inteelt hoeft plaats te vinden. In dit gebied zijn wel incidenten, - er is te weinig natuurlijke prooi - maar het aantal klachten van veehouders is relatief gering. De wolven in het noorden zijn genetisch gezien 100% wolf, ze hebben geen honden nodig om zich voort te planten en het aantal wolven blijft de laatste jaren ongeveer hetzelfde. Hoewel er nog wel het een en ander verbeterd kan worden, met name in de relatie tussen ICNF en de veehouders, zou je kunnen spreken van een geslaagd project.
|
geitenkudde van Covas de Monte |
Heel anders is het gesteld met de wolven ten zuiden van de Douro. Die leven in een te klein gebied, volledig afgesloten door de rivier en twee grote snelwegen. Er is geen natuurlijke prooi. Het uitzetten van reeën is tot nu toe geen succes gebleken, dus eten ze vee. De geiten en schapen van kleine, meest arme, veehouders. Het meest te leiden van de aanvallen van wolven hebben de bewoners van Covas de Monte (São Pedro do Sul) in de `Serra de Macário´, die traditiegetrouw dagelijks hun geiten met de gemeenschappelijke kudde meesturen om in de bergen te grazen. Deze kudden worden afwisselend door een of twee van de geitenhouders gehoed. Sommige eigenaren hebben nog geen tien geiten, anderen meer dan honderd, die ´s avonds allemaal precies weten waar de ingang van hun stal is. Toeristen vinden het leuk om naar te kijken en voor hen is de oude school omgebouwd tot café. Helaas komen er door aanvallen van wolven elke dag te weinig terug. Dat geeft onrust in het dorp. Men beschuldigt elkaar ervan alleen op de eigen geiten te passen. Gingen er in 2012 dagelijks 2500 geiten omhoog, afgelopen jaar waren het er nog geen 1000. Voor de geiten die in de bergen verdwijnen wordt geen schadevergoeding betaald, omdat geen kadaver getoond kan worden, de dieren die gewond terugkeren en moeten worden afgemaakt en de geiten die in het dorp zelf worden aangevallen - de wolven komen steeds dichter bij de huizen - kunnen pas na maanden vervangen worden. Voor de meeste bewoners is het houden van geiten een noodzakelijke aanvulling op hun minimumpensioen van 200 € per maand, hoewel er ook een paar jongere geitenhouders zijn. Nu zijn de regels voor het uitbetalen van de schade ook nog eens aangescherpt: Per 50 geiten moet er een getrainde hond met de kudde mee. "Waarvan in moeten we in godsnaam 200 honden te eten geven?", zegt een bewoonster.
|
iedereen weet zijn `huis´ te vinden |
In Covas de Monte en Sâo Pedro do Sul komen de wolven steeds dichter bij de huizen. Ze vallen ook honden aan en eten ze zelfs op. De inwoners vrezen voor hun kinderen. Wolven vallen - zo blijkt uit de geschiedenis - niet snel mensen aan, maar de wolven ten zuiden van de Douro zijn geen echte wolven meer. "Hond redt Iberische wolf" kopte vorig jaar een krant enthousiast. Doordat de zuidelijke wolven zich kruisen met honden is er genetische vernieuwing en vindt geen inteelt plaats. Er is al een wolf aangetroffen met 30% genetische kenmerken van een hond.
Maar wolfshonden zijn onvoorspelbaar en veel gevaarlijker dan `echte´ wolven en vallen wel regelmatig mensen aan, zoals uit Amerikaanse statistieken blijkt (gek dat niemand die link heeft gelegd). Bovendien kun je je afvragen wat je dan aan het behouden bent. De Iberische wolf?
De bevolking van de dorpen in de bergen ten zuiden van de bergen is het zat. Men heeft al in 2012 om interventie van de overheid verzocht. Die heeft tot nu toe niet meer gedaan dan introductie van natuurlijke prooi (ree) te beloven en daar is niet veel van terecht gekomen. Tijdens een interview dreigt een oude wolvenjager zijn jachtgeweer uit het vet te halen en er is al een dode wolf in een strik gevonden. De betrokken biologen bagatelliseren het probleem en manen tot `verstandig´ gedrag, maar die verdienen een dikke boterham aan het wolvenproject. Eurosubsidies!