Tenzij zonder ons medeweten het concept reisorganisatie al eerder in Senegal of Wladiwostok was bedacht, is het Portugese `agéncia de viagens´ Abreu het oudste reisbureau ter wereld. Een jaar ouder zelfs dan het onlangs failliet gegane Thomas Cook (1841-2019) en in tegenstelling tot laatstgenoemde nog steeds springlevend. Het is vnog steeds in handen van de - inmiddels vijfde generatie - familie. Nu maar hopen dat het niet alsnog ten onder gaat aan de gevolgen voor de reiswereld van het nieuwe coronavirus.
Het waren woelige tijden in Portugal toen reisorganisatie Abreu in 1840 haar deur opende. De extreem liberale regering van Costa Cabral tijdens het bewind van koningin Maria II voerde, naast andere hoge belastingen, de onroerende zaakbelasting in, verzwaarde de dienstplicht en decreteerde - tot verbijstering en woede van het volk - dat men niet meer in de kerk begraven mocht worden, ´zodat de doden in een onbeschermd graf in de grond gestopt moesten worden´, en dat iedereen - dus ook de allerarmsten - zelf de begrafeniskosten van hun dierbaren moesten betalen, Dit samen met de extreme armoede van de bevolking en de en de honger als gevolg van een desastreuze aardappelziekte leidde tot de `Opstand van Maria de Fontes´ (1846) in de Minho en later zelfs bijna tot een burgeroolog in het hele land, de `Guerra de Patuleia´
Veel arme mensen uit de Minho besloten in die tijd om hun geluk te gaan zoeken in de voormalige kolonie Brazilië (onafhankelijk geworden in 1825), of Venezuela, waar nu vele Luso-descendenten zuchten onder het bewind van Nicolas Maduro.
Omdat de meeste van hen lezen noch schrijven konden, was het een bijna onoverkomelijk probleem om zelfstandig aan reisdocumenten, zoals een paspoort en een passagebiljet op een passagiersschip te komen.
Dat was het gat in de markt dat Bernardo Luis Vieira de Abreu aanboorde. Hij vestigde zijn kantoor in Porto, op de Rua de Loureiro. Strategisch dichtbij de `Governo Civiel´, het administratieve orgaan dat de paspoorten afgaf. Volgens Jos´Quintas do Couto, beheerder van het archief van Abreu, stond er in die tijd elke dag, nog voor het bureau haar deuren opende, een enorme rij emigranten in spé voor de deur van het bureau om hun aanvragen voor paspoorten en transatlantische reisbiljetten te laten behandelen. Daniel, de jongste zoon van de eigenaar, stond al vanaf zijn 14e `borg´ voor paspoortaanvragen.
Als gevolg van de revolutie in 1910, die een einde maakte aan de monarchie en de invoering van de republiek in Portugal, verdubbelde het aantal emigranten nog eens. Intussen werd het bureau door de weduwe van Daniel Vieira de Abreu, de jongste zoon van de oprichter, geleid.
Vlak voor en tijdens het begin van de Tweede Wereldoorlog stonden er opnieuw rijen wachtenden voor de deur van voornamelijk Joodse burgers die, op de vlucht voor het fascisme, een enkele reis naar de Verenigde Staten, of een ander veilig land wilden boeken.
1945 werd met de oprichting van de Portugese luchtvaartmaatschappij TAP een nieuwe markt voor het reiswezen opengelegd. Toen de Staat in 1948 een officiële status voor reisagentschappen mogelijk maakte, was Abreu er als de kippen bij om haar papieren te overleggen en die binnen te halen.
In de jaren 50 van de vorige eeuw werden tourisme en reizen steeds meer toegankelijk voor Jan met de pet, nou ja, natuurlijk eerst allen nog voor de witte boordjes. Abreu kreeg grote bekendheid door haar excursies naar het `geciviliseerde Europa´. Meestal nog per touringcar. Om lange wachttijden en uitvoerige controles bij de Portugese grensovergangen te omzeilen, kochten de gidsen vaak grensbewakers om met sigaretten of pornoblaadjes.
Door de explosieve groei van de excursies werkten er in 1955 al 14 fulltime medewerkers in dienst.
Rond 1960 begonnen de commerciële luchtvaart en zelfs cruises een grote rol te spelen in het pakket van georganiseerde reizen. De hoofdvestiging van Abreu werd verplaatst naar de chique avenue Aliados (Praça da Liberdade) in Porto en er werden steeds meer nevenvestigingen geopend. Niet alleen in Portugal, maar ook in o.a. Rio de Janeiro, New York, Londen en Madrid.
De reisgidsen uit die tijd, geïllustreerd door bekende Portugese beeldend kunstenaars zoals Júlio Resende, zijn inmiddels collecters items geworden.
Na de Anjerrevulutie in 1974 democratiseerde de vakantiereis in Portugal zich pas echt. Abreu telde in 1980 al ruim 1000 medewerkers in binnen- en buitenland. Het bedrijf heeft overnames steeds kunnen afweren en is altijd in handen van de familie gebleven. Door nauwlettend de ontwikkelingen op de reismarkt in de gaten te houden en zonder aarzeling in het digitale tijdperk te zijn gestapt, is Abreu nog steeds de grootste reisorganisatie van Portugal, met een aandeel van 25% in de markt.
Veel arme mensen uit de Minho besloten in die tijd om hun geluk te gaan zoeken in de voormalige kolonie Brazilië (onafhankelijk geworden in 1825), of Venezuela, waar nu vele Luso-descendenten zuchten onder het bewind van Nicolas Maduro.
Omdat de meeste van hen lezen noch schrijven konden, was het een bijna onoverkomelijk probleem om zelfstandig aan reisdocumenten, zoals een paspoort en een passagebiljet op een passagiersschip te komen.
Dat was het gat in de markt dat Bernardo Luis Vieira de Abreu aanboorde. Hij vestigde zijn kantoor in Porto, op de Rua de Loureiro. Strategisch dichtbij de `Governo Civiel´, het administratieve orgaan dat de paspoorten afgaf. Volgens Jos´Quintas do Couto, beheerder van het archief van Abreu, stond er in die tijd elke dag, nog voor het bureau haar deuren opende, een enorme rij emigranten in spé voor de deur van het bureau om hun aanvragen voor paspoorten en transatlantische reisbiljetten te laten behandelen. Daniel, de jongste zoon van de eigenaar, stond al vanaf zijn 14e `borg´ voor paspoortaanvragen.
Als gevolg van de revolutie in 1910, die een einde maakte aan de monarchie en de invoering van de republiek in Portugal, verdubbelde het aantal emigranten nog eens. Intussen werd het bureau door de weduwe van Daniel Vieira de Abreu, de jongste zoon van de oprichter, geleid.
Vlak voor en tijdens het begin van de Tweede Wereldoorlog stonden er opnieuw rijen wachtenden voor de deur van voornamelijk Joodse burgers die, op de vlucht voor het fascisme, een enkele reis naar de Verenigde Staten, of een ander veilig land wilden boeken.
1945 werd met de oprichting van de Portugese luchtvaartmaatschappij TAP een nieuwe markt voor het reiswezen opengelegd. Toen de Staat in 1948 een officiële status voor reisagentschappen mogelijk maakte, was Abreu er als de kippen bij om haar papieren te overleggen en die binnen te halen.
In de jaren 50 van de vorige eeuw werden tourisme en reizen steeds meer toegankelijk voor Jan met de pet, nou ja, natuurlijk eerst allen nog voor de witte boordjes. Abreu kreeg grote bekendheid door haar excursies naar het `geciviliseerde Europa´. Meestal nog per touringcar. Om lange wachttijden en uitvoerige controles bij de Portugese grensovergangen te omzeilen, kochten de gidsen vaak grensbewakers om met sigaretten of pornoblaadjes.
Door de explosieve groei van de excursies werkten er in 1955 al 14 fulltime medewerkers in dienst.
De reisgidsen uit die tijd, geïllustreerd door bekende Portugese beeldend kunstenaars zoals Júlio Resende, zijn inmiddels collecters items geworden.
Na de Anjerrevulutie in 1974 democratiseerde de vakantiereis in Portugal zich pas echt. Abreu telde in 1980 al ruim 1000 medewerkers in binnen- en buitenland. Het bedrijf heeft overnames steeds kunnen afweren en is altijd in handen van de familie gebleven. Door nauwlettend de ontwikkelingen op de reismarkt in de gaten te houden en zonder aarzeling in het digitale tijdperk te zijn gestapt, is Abreu nog steeds de grootste reisorganisatie van Portugal, met een aandeel van 25% in de markt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten