Als een Noord-Portugees je, wanneer je iets stoms doet tijdens het werk op het land of een potje voetbal, een keer `filho(a) da puta´, zoon of dochter van een `lichte´ vrouw, toevoegt, is dat geen reden tot bezorgdheid of verontwaardiging. `Slip of the tongue´ in de hitte van de strijd. Het wordt echter wat anders als men je uitmaakt voor `cabra´ of cabrão. Dan wordt het hoog tijd om wat aan je public relations te gaan doen. `Cabra´ betekent naast geit namelijk rotwijf en `Cabrão´ (grote geit, bok) rotzak, hufter, en daarmee wordt groot misnoegen of zelfs haat uitgedrukt.
Waarom heeft in het Portugeest de geit zo´n negatief, agressief imago en verbeeldt zij in Nederlandse uitdrukkingen hoogstens een gebrek aan intelligentie of handigheid: `stomme geit´, `geitenbreier´, `een bok schieten´. Hebben wij kleinere geiten, of zijn wij relatief gezien groter, zodat we onze geiten beter de baas kunnen? Het kan ook zijn dat we, omdat er in Nederland veel minder geiten zijn dan in Portugal, we niet zo goed op de hoogte zijn van het karakter van het dier.
Een paar weken geleden stond hier een berichtje in de krant over een bejaarde vrouw die dood in de moestuin werd gevonden. Ze was overleden aan een hartaanval nadat ze ernstig verwond was aan rug, armen en benen door haar geit. Het was niet de eerste keer dat ik zoiets hoorde.
Over een week of acht is het Pasen en dan komt er weer lamsbout en `cabrito´, jonge geit, op tafel.
Ik heb me wel eens afgevraagd wat je nu met een ouwe taaie geit doet als die geen jongen meer werpt of melk geeft. En dat weet ik nu: `Chanfana´.
Dat zat ik zo ongeveer te bedenken terwijl ik afgelopen zaterdag die stoofpot van oude geit at in de keuken van Sr. Carlos*. Hij zat met zijn vrouw en een vriend, die ook geholpen had bij de varkensslacht (vertel ik nog wel eens), te praten in het bijna onverstaanbare dialect van de streek. Dat vond ik niet erg, want ik was moe van het werk en zat te genieten van de `chanfana´ die werd geserveerd met gebakken krieltjes, rijst uit de oven, in azijn ingelegde groene paprika´s en nog warm, zelfgebakken maisbrood (broa).
`Chanfana´, ook wel geschreven als xanfana (ik dacht eerst dat het Baskisch was) wordt bereid met het vlees van een oude geit. Dat vlees wordt eerst een nacht - of langer - gemarineerd in rode wijn van een goede kwaliteit met, veel knoflook, laurier en zoete paprikapoeder (colorau), het liefst in een pot van zwart aardewerk (koop je in Vila Real of omgeving). Daarna gaat er nog wat reuzel, een glas (zelfgestookte) aguardente en eventueel wat piri-piri bij en wordt de pot in een houtvuuroven gezet. Vier tot vijf uur sudderen en vooruit met de geit. Erg lekker!
Je kunt de stoofpot natuurlijk ook met moderner middelen (pan en oven) maken en men vertelde mij dat je er inplaats van geit ook bejaard schaap (minder lekker hoor) in kunt doen. Dat laatste deed me denken aan Sr. José*. Die kwam een paar jaar geleden mijn erf opstrompelen met korsten geronnen bloed op zijn hoofd, geschaafde armen en - hij tilde zijn broekspijpen op om ze te laten zien - ontvelde knieën. Hij was, toen hij stond te wieden in zijn moestuin, van achter aangevallen door de ram die zijn kleine schaapskudde leidde. "O cabrão! Hij had me er bijna onder." Het dier moest zijn wandaad duur bekopen, want hij ging meteen de pan in: `Chanfana´, vermoed ik nu.
* i.v.m. de privacy zijn de namen veranderd.