woensdag 20 januari 2016

De geest uit de fles 1.* Een president voor iedereen

Ik weet het wel, een monarchie is ook niet alles: De Engelse koningin heeft veel te veel geld, een lid van het Spaanse koninklijk huis staat terecht wegens fraude (en Juan Carlos schoot op olifanten in Afrika). In België veroorzaakt een prins het ene schandaal na het andere. Een dure liefhebberij zou je zo zeggen, maar stel je voor dat je morgen ineens een Donald Trump als staatshoofd hebt of iemand als Nicolás Maduro (Venezuela)! Met een kroonprins of -prinses weet je tenminste wat voor vlees je in de kuip hebt. Je kunt - en aan de oplage van bepaalde tijdschriften te zien, zijn er nogal wat lui die dat ook willen - de pretendent vanaf het eerste boertje tot zijn laatste katte(n)kwaad volgen en hij of zij wordt vanaf de laatste luier opgeleid in het vak van staatshoofd. En of het nu een koekenbakker is of een genie - meestal iets daar tussenin - zo'n langdurige conditionering werpt zijn vruchten af. Bovendien is het Nederlandse koninklijk huis na de Hofmans- en de Lockheedaffaire door opeenvolgende regeringen praktisch vleugellam en monddood gemaakt. In het begin van deze eeuw werd van het staatshoofd de laatste relevante politieke macht afgenomen en is het koningschap een louter ceremoniële functie geworden. Bijzonder geschikt als nationaal bindmiddel, het ontvangen van andere staatshoofden en voor de overzeese handel (en niet te vergeten het watermanagement).


Kost natuurlijk wel wat, zo´n optrekje

Portugal is vanaf 1910 een republiek. En met reden, want als oudste staat van Europa heeft het een haast onafzienbare rij koningen en koninginnen (34 in totaal) achter de kiezen. Voor een groot deel nietsnutten en zakkenvullers, die de eigen bevolking en die van de koloniën uitknepen voor hun eigen gerief en het land tot op de rand van de - financiële - afgrond brachten. De laatste, Dom Carlos I (officieel is Dom Manuel II, zijn zoontje daarna nog even koning geweest), die het eigenlijk helemaal niet zo slecht deed, moest boeten voor het hele stel en werd door republikeinen over de kling gejaagd. Hoe het mogelijk is dat de Portugezen zich in 1926 alweer een dictatuur in de maag hebben laten splitsen is een ander verhaal, maar vanaf 1976 heeft Portugal een - in vrije verkiezingen - gekozen president.

Aanstaande zondag zijn er presidentsverkiezingen. Op 9 maart loopt het tweede mandaat van 5 jaar van Aníbal Cavaco Silva af. Daar zullen niet zo heel veel Portugezen rouwig om zijn. `Tot ziens en welbedankt meneer..´ Maar wat nu? Zaten er tussen de kandidaten van 2006 nog politieke zwaargewichten zoals Mário Soares, Manuel Alegre en Jerónimo de Sousa die wat te zeggen hadden, bij het volgen van de debatten van de huidige kandidaten (Er zijn er wel tien!), was ik af en toe bang dat mijn mond open bleef staan van het gapen: Men hield krampachtig zijn sokken droog, maar het kan ook heel goed zijn dat de meeste werkelijk niets te zeggen hebben.

Marisa Matias



Edgar Silva















Tijdens de pré-campagne, die tot begin vorige week duurde, waren maar liefst 22 debatten van een half uur tussen telkens twee van de kandidaten integraal op de televisie te zien. Slappe koffie. Men had het alleen maar over hoe goed men, onafhankelijk van de partijen, de grondwet zou dienen (Ja, dat moest er nog bijkomen..). Bijna niemand liet een echt persoonlijk programma zien (armoede, onderwijs, gezondheidszorg, noem maar op). Er waren wat verwijten: `Maar u zei in 2004...´ en (onterechte) beschuldigingen `Uw diploma is niet geldig´ en daar bleef het bij. Ik kan me niet voorstellen dat ze van enig nut voor de kiezer waren. Zoiets leidt alleen tot verveling en wegblijven bij de stembus.

Maria de Belém 

De meeste van de kandidaten zijn - of noemen zich - onafhankelijk. Er zijn maar drie kandidaten die officieel door een partij worden gesteund: Marisa Matias (BE, linkse blok), Edgar Silva (CDU, communistische partij) en Maria de Bélem (PS, sociaaldemocraten), maar zelfs die doen bijna niets anders dan benadrukken hoe onafhankelijk ze zijn.

Dan hebben we:
-Paulo Morais, ex- viceburgemeester van Porto, die vindt dat bijna alle politici corrupt zijn of corruptie gedogen en wil daar iets aan doen (in de bak stoppen?).
-Jorge Sequeira psycholoog en universiteitsdocent die het veel over betrokkenheid bij het volk en meeleven heeft, maar verder niet veel te vertellen heeft.
-Henrique Neto, ondernemer en ex-geduputeerde voor de PS Een wat chagrijnige oudere man, waarvan je geen idee krijgt waarom die nou zo nodig president moet worden,
-Cândido Ferreira, medicus, lokaal (Leiria) actief voor de PS. Zijn tactiek bestaat uit het afleggen van verklaringen over de ongelijke behandeling van de presidentskandidaten en het beschuldigen van collega-kandidaten (ongeldig diploma, enz.),
-En natuurlijk Vitorino Silva (Tino de Rans), de moedige stratenmaker en ex-voorzitter van de deelgemeente van `Rans´ (Penafiel) die tijdens zijn campagne met daklozen sliep en emigranten bezocht in Brussel: `De plebejers van Portugal hebben in de 872 jaar van onze geschiedenis altijd voor figurant gespeeld, het wordt tijd dat...´
Die laatst vijf worden het zeker niet en ook Marisa Matias en Edgar Silva maken weinig kans.

Vitorino Silva

De grootste kans maakt Marcelo Rebelo de Sousa, ex-voorzitter van de PSD (Liberalen), hoogleraar, tv-commentator en snelste lezer van Portugal, die aan het begin van de verkiezingen dacht dat hij het presidentschap al in zijn zak had en er dus maar één verkiezingsronde nodig was, Maar daar is hij nu niet zo zeker meer van.
De PS (sociaaldemocraten) heeft dezelfde fout gemaakt als bij de verkiezingen van 2006: Er zijn eigenlijk twee kandidaten. De `officiële´ is Maria de Bélem, ex-minister van volksgezondheid en gedeputeerde voor de PS, de andere is António Sampaio de Nóvoa, ex-rector van de Universiteit van Lisboa, die zich, gesteund door belangrijke vertegenwoordigers van de PS - waaronder ex-president - Sampaio - al veel eerder kandidaat heeft gesteld. Hij heeft nooit officiële politieke functies vervuld, maar dat is volgens hem juist reden om hem te kiezen: `Tijd voor nieuwe gezichten´.

Sampaio de Nóvoa

Volgens de opiniepeilingen van vijf dagen geleden haalt Marcelo Rebelo de Sousa bijna 55 %  van de stemmen. Maria de Bélem 16,3%, net iets minder dan António Sampaio de Nóvoa (16,8%). Overtuigen doen die laatste twee geen van beiden. Van de andere kandidaten krijgen alleen Marisa Matias (4,8%) en Edgar Silva (4%) nog een significant aandeel in de stemmen. Dat zou betekenen dat Marcelo de verkiezingen gaat winnen en er geen tweede ronde komt, want met de helft + 1 van de stemmen mag je jezelf president noemen in Portugal.

Marcelo Rebelo de Sousa

Dat is eigenlijk jammer, want in een tweede ronde, tegenover de tweede meest gestemde kandidaat, zou hij eindelijk zijn kaarten op tafel moeten gooien: Wat geeft bij hem nu de doorslag: De financiële stabiliteit van het land of een land waarin mensen kunnen leven met een salaris, pensioen of uitkering dat ze niet tot wanhoop drijft, of kan dat allebei in zijn ogen. Is het werkelijk zo dat het hem niet uitmaakt of links of rechts regeert of komen de Portugezen weer bedrogen uit, zoals met zijn voorganger? Hoewel hij door hen wordt gesteund bestaat er zelfs in rechte kringen enige twijfel aan de betrouwbaarheid van Marcelo. Ik heb hier en daar zelfs het woord `opportunist´ horen vallen.
Marcelo is bekend, een televisiepersoonlijkheid, en in Portugal (en dat zal in andere landen wel het zelfde zijn) stemt men op wie men denkt te kennen. Ik hoop maar dat de Portugezen zich niet vergissen.

*Na twee jaar (22 afleveringen) `Portugallig´ wordt het tijd voor een wat minder depressieve naam voor deze rubriek over politiek en economie. De `afbraakclub´ zit nu in de oppositiebanken, er is een nieuwe, wat  socialer georiënteerde regering en er komt een nieuwe president, dus wie weet..    
     

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten