Zoals ik in Mariza (Muziek 13) zie als de troonopvolgster - van Amália Rodrigues - denk ik aan Ana Moura
altijd als `het zondagskind´. Een fenomeen van een heel andere orde. Haar
optreden is zo vanzelfsprekend, dat het lijkt alsof het haar allemaal maar komt
aanwaaien. Wat vast niet zo is. Gezegend met die vrij zeldzame lage contra-alt
(Nina Simone, Amy Winehouse), met een warm en heel eigen timbre
- een beetje zwart, zeggen zowel Prince als Mick Jagger - waarmee ze
hartstochtelijk ten strijde trekt, ontroert ze, of maakt je blij - of allebei
tegelijk. Als je dan ook nog eens precies weet wat je wilt, door je succes vrij bent om voor je nieuwe album te kunnen kiezen uit liedjes die speciaal voor jou zijn geschreven en je kunt omringen met de muzikanten van jouw keuze, ben je dan
een zondagskind of niet?
De nieuwe cd van Ana
Moura kwam uit in november en heet simpelweg `Moura´, een titel die , behalve naar haar eigen naam, naar metamorfose en danseres (van Moorse dans) verwijst. Voor haar is fado dans. Als ze zingt tilt ze een voet op en haar heup beweegt vanzelf: `Heb ik van mijn vader´, zegt ze in een interview, `Die deed precies hetzelfde als hij zong en gitaar speelde´. Ana (1979) komt uit een familie waarin werd gezongen met vrienden, in de weekenden in het café in Coruche, de plaats waar zij opgroeide, niet ver van Santarém in de Ribatejo. Fausto, José Afonso, Angolese muziek en Fado. En Ana zong mee. Het liefst zou er bij gebleven zijn tot vijf uur ´s nachts.
Op haar veertiende verhuist het gezin naar Carcavelos (Cascais), waar ze zich inschrijft op de muziekschool, maar met vrienden van de middelbare school vormt ze de pop/rock coverband `O Sexto Sentido´, Het zesde zintuig. Er staat één fado op het repertoire: `Povo que lavas no rio´, van Amália. De band heeft plannen om een plaat op te nemen, maar die gaan op het laatste moment niet door.
`Guarde-me a vida na mão´
Op een avond in een bar in Carcavelos kan Ana zich niet bedwingen. Ze grijpt de microfoon en zingt met hart en ziel een fado. De gitarist António Parreira, in de zaal aanwezig, is zo onder de indruk, dat hij haar presenteert in verschillende fadohuizen in Lissabon. Op een kerstfeest van fado-muzikanten bezwijkt ook Maria de Fé, mede-eigenaresse van het prestigieuze fadohuis `Senhor Vinho´ voor haar ongepolijste talent en nodigt Ana Moura uit om in haar fadohuis te komen zingen. Hier wordt ze door fadisten met ervaring onderricht in het `vak´, zonder dat ze haar spontaniteit verliest.
`O que foi que aconteceu´ (Wat gebeurde er) van haar tweede cd
Naar aanleiding van een televisie-optreden speelt de directeur van `Universal Music´ de volgende rol in haar sprookje: In 2003 mag Ana Moura haar eerste cd,
`Guarde-me A Vida Na Mão´, opnemen. Een album met klassieke fado´s, geproduceerd en voor het grootste deel geschreven door Jorge Fernando. De cd wordt enthousiast ontvangen door publiek en critici. Er volgen vele optredens in binnen- en buitenland en al in 2004 verschijnt de tweede, het dubbelalbum `Aconteceu´ (Het Gebeurde).
De zangeres is inmiddels meer in het buitenland dan in Portugal te vinden. Eén van de hoogtepunten is een optreden in the Carnegie Hall in New York. Ze wordt `ontdekt´ door de saxofonist Tim Ries, die haar uitnodigt voor `The Rolling Stones project´, waarvoor ze `Brown sugar´ en `No expectations´ opneemt, waarvan hier een live-uitvoering:
https://www.youtube.com/watch?v=CrR9oOW_uJc. Later zingt ze het met the Rolling Stones op het Super Bock Super Rock festival:
In 2007 haalt ze drie keer platina met de cd `Para Além de Saudade´ (De saudade voorbij). Tim Ries schrijft de muziek voor het lied `Velho Anjo´ (Oude Engel):
https://www.google.pt/?gws_rd=ssl#q=Velho+anjo+ana+moura+youtube
Maar `de hit´ van de plaat is het door Jorge Fernando geschreven en gecomponeerde `Os Búzios´, De Hoorns (schelpen), een liedje over een waarzegster die het liefdeslot kan veranderen.
Ikzelf kies voor `Vaga no Azul Amplo Solta´ (aan een vertaling hiervan waag ik me niet), een duet met de Spaanse zanger Patxi Andion, die ook de muziek schreef voor dit gedicht van Fernando Pessoa: https://www.youtube.com/watch?v=GD1i14HKEdM
De zangeres oogst groot succes met haar optredens in het `Coloseum´ van Lissabon en Porto, de belangrijkste podia van Portugal.
In 2009 werkt Ana Moura en Jorge Fernando ruim drie maanden aan haar vierde cd `Leva-me aos Fados´, Breng me naar de Fado´s. Perfectionisme is het motto. De zangeres kiest voor meer variatie in stijl, zoals te horen is in het folkachtige `Rumo ao Sul´, Op weg naar het zuiden, een droom achterna, `Mijn lucht verloor haar blauw´:
https://www.youtube.com/watch?v=a59G4qLVa50
en natuurlijk `Por Minha Conta´, Voor Eigen rekening (op mezelf):
Intussen heeft ze ook Prince bekeerd tot de fado. Op het zomerfestival Super Bock Super Rock van 2010 zingt ze samen met hem. Hiervan is jammer genoeg geen behoorlijke opname te vinden.
In 2011 vindt de platenmaatschappij dat het tijd wordt voor een compilatie`box´,
Het jaar daarop gooit Ana Moura het roer om: Het moet allemaal wat losser. Niet dat ze de fado overboord zet, ze is en blijft fadiste, maar ook binnen de fado moet ruimte zijn voor vernieuwing. Voor haar nieuwe album `Desfado´ (Ontfado) kiest ze een nieuwe producent, Larry Klein (Joni Mitchel, Herbie Hancock) en een groep jonge muzikanten, die vast allemaal een beetje verliefd op haar zijn. Grijze haren voor de fadopuristen, maar vijf keer platina en inmiddels een Portugese klassieker.
Daarover volgende week meer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten