woensdag 9 april 2014

Van de boerderette 3.Paradijs voor pyromanen

De halfverbrande bremstaken stinken naar Norit en, raar, jodium. Sommige zijn zo dik als de bovenarmen van Van Damme en wel vier tot vijf meter hoog, maar met een scherp blad in de zaagbeugel gaan ze wel om. Daarna op de brandstapel, de aangebrande dennen zijn voor de houtkachel. Het is vies en zwaar werk, maar het opruimen gaat een stuk sneller nu door de brand van de afgelopen zomer bijna alle andere begroeiing van de berghelling is verdwenen.



brandstapels op de berghelling, 2014

Toen ik nog vier of vijf keer per jaar naar Portugal vloog (de lokroep van de liefde), vroeg ik me wel eens af waarom Portugal zowel ´s zomers als in de winter zo´n beetje overal in brand leek te staan.
In de zomer, natuurlijk, de bosbranden, maar die waren er toch niet met kerstmis? Het leek me sterk dat je de vuurtjes die men in de buurt maakte om de moestuin op te ruimen (liefst op zaterdag, als overal de was buiten hing) vanuit de lucht kon zien.
Pas nadat we het land met een stuk bos in Fandinhães kochten, begreep ik wat voor enorme hoeveelheden mato (maquis) en bosafval je in de winter moet verbranden om de boel een beetje schoon en brandveilig te houden.

Wat een verspilling en uitstoot van CO2 en andere kwalijke dampen die bij de verbranding van die vaak halfnatte troep vrijkomen! Kon dat niet anders?
Composteren leek dé oplossing. Maar voor ik het wist stond ons hele land vol met composthopen die ook nog eens erg brandbaar zijn in de zomer. Bovendien heb je voor de takken van bomen en struiken een hakselaar nodig en niet zo eentje die je bij het tuincentrum koopt, maar een professionele op diesel, zoals de plantsoenendienst gebruikt. Die schaf je niet zomaar aan als particulier.

Even leek er een oplossing voor het probleem te komen, toen de regering Socrates in 2006 een plan lanceerde voor de bouw van 11 biomassacentrales verspreid over het land met een capaciteit van 250 megawatt. Helaas zag het bedrijfsleven er niets in, voornamelijk omdat de continuïteit van de aanvoer van bosafval en daarmee de economische haalbaarheid niet gegarrandeerd kon worden. Het project ging niet door.

Verbranden dan maar (en een deel composteren natuurlijk). Dat is nog altijd minder erg dan bos- en maquisbrand in de zomer. En als het dan toch moet: In velen van ons, vooral in de jongetjes, schuilt wel iets van een pyromaan en die mag je in Portugal tussen oktober en mei lekker zijn lusten laten botvieren.
Je wordt wel geacht je verstand te gebruiken. Geen vuur als het te lang droog is, uitkijken met de wind en geïsoleerde brandstapels maken, zodat niet het hele bos in de hens gaat.


met hulp in 2007

Na 15 mei is het feest afgelopen. Het wordt te gevaarlijk. Als je dan nog vuur maakt, kun je een hoge boete verwachten. Afhankelijk van het weer begint in juni of juli weer het seizoen van van de grote bosbranden, de echte pyromanen en de criminele brandstichters. Daarover vertel ik een andere keer.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten