3. Nakaarten
Woensdag 3 september 2003
Rustige wacht. Om vier uur ´s morgens los ik mijn vrouw af. Die valt zowat om van de slaap. Het is fris en in het bos is bijna alles uitgebrand. Ik voel me een stuk beter na een paar uur slaap. Om tien uur is het al weer dertig graden en jawel hoor: Er stijgt weer rook op uit het bos beneden. Net als ik de brandweer wil bellen, zie ik een brandweerman aan de bosrand. Ze zijn ons niet vergeten. Ik ga maar eens een praatje maken. De commandant zegt dat hij tien man in het bos aan het werk heeft om smeulend hout onder te spitten. Hij was hier ook bij de branden van 2005 en die van 2010, waaraan we door een draaiende wind net ontsnapten. We praten over de vergrijzing en de ontvolking van het binnenland en de gevolgen die die hebben voor het schoonhouden van het bos. Ook de prijs van de benzine en de kortingen op salarissen en pensioenen komen aan bod. Het is voor veel mensen niet meer op te brengen om land en bos te maaien.
Ik loop nog even naar de straatweg. Het vuur is op sommige plaatsen over de boomkruinen gevlogen, waardoor een stal met aangrenzende hooiberg, een weiland met schapen en een paar wijngaarden als door een wonder gespaard zijn. Van de buurman die ik onderweg tegenkom zijn alle bomen die hij op de berg had verbrand. "Uithuilen en opnieuw beginnen", vertaal ik voor hem. "Ja, zo is het", beaamt hij, "Puta da vida."
Als ik later in de middag benzine ga kopen voor de motormaaier, zie ik een groep brandweerlieden in de schaduw van de kapel zitten. Een paar half slapend. Een van de meisjes zit te huilen. "Om een collega die vandaag wordt begraven", zegt de bazin van het dorpswinkeltje. Hoe zij dat weet..?
Tegen het eind van de middag wolken. Er zit onweer in de lucht. "Doe eens een regendans", zeg ik tegen mijn zoontje. Toch nog maar een nachtje de wacht houden, besluiten we. Als ik na het journaal van tien uur naar bed ga, hoor ik dikke druppels vallen, maar het stopt. Te weinig. Tegen één uur wordt ik wakker van het onweer. Het regent nu flink. Mijn vrouw kruipt naast me in bed. Ik hoef er niet uit vannacht, wat heerlijk. Maar mijn dromen spelen zich af in Nederland en dat zal nog een tijdje zo blijven. Het onderbewustzijn op de vlucht.
Donderdag 6 september 2013
Vannochtend met z´n drieën de berg op om de schade te bekijken. Die is nog groter dan ik had gedacht. Er zijn erg veel bomen verbrand, waaronder onze met pijn en moeite vertroetelde parasoldennen en een van de weinig kurkeiken. Een aantal aangebrande eiken zullen misschien in het voorjaar nieuw blad krijgen, maar bijna alle dennen boven het ommuurde pad zijn dood. Brandhout waar je zwarte handen van krijgt. Toch zijn we niet al te triest. We beginnen hier gewoon opnieuw, anders en met meer ruimte.
En verder...
bleef het na die ene onweersbui nog weken droog, heet en gevaarlijk. Tot vrijdag 26 september was er elke dag wel ergens rook te zien. Gelukkig niet meer al te dichtbij. Maar je blijft onrustig om je heen kijken, snuffelend: `Ruik ik geen rook?´
Dat moet anders. We moeten ons hier veiliger kunnen voelen. Meer ruimte maken en brandvoorzieningen aanleggen.
Als ik terugkijk op de branden, vond ik, hoewel we toen zelf geen schade opliepen, de tweede dag het ergst. Zo´n brand onverbiddelijk op je af zien komen zonder ook maar iets te kunnen doen! Daarom ben ik dit verslag daarmee begonnen. Tijdens de eerste brand ging alles zo snel (Het vuur ploegde in vijf minuten van de ene naar de ander kant - 500 meter - van ons terrein op de berg), dat er geen tijd was om na te denken, alleen maar om met een rotgang te redden wat er te redden was.
Het regent nu al dagen, waardoor ik wat tijd heb kunnen vinden om dit verhaal op papier te zetten. Daar had ik behoefte aan. Gisteren las ik toevallig in de krant dat wetenschappelijk onderzoek - opnieuw - heeft aangetoond dat het schrijven over traumatische gebeurtenissen flink helpt bij de verwerking daarvan. Ha ha, zie je wel.
Oktober 2013
op de berg |
Tussen 1 januari en 15 oktober 2013 werden in Portugal 18869 bosbranden geregistreerd.
3552 daarvan bestreken meer dan een hectare. In totaal werden bijna 150.000 hectare bos- en mato (maquis) in de as gelegd, een derde daarvan was bewoond gebied.
Het district Porto, waar wij wonen, werd het zwaarst getroffen.
Er werden 52 verdachten van brandstichting aangehouden, maar volgens de brandweer ontstaan de meeste branden toch door nalatigheid: Barbecue, het afsteken van vuurpijlen in een periode dat dat verboden is, gebruik van vonken veroorzakende machines in het bos en, met stip, de brandende peuk uit het autoraam.
Bij de bestrijding van de bosbranden kwamen in 2013 11 brandweermensen om (104 sinds 1980!).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten