Een jaar geleden, op 26 november, werd de regering van António Costa geïnstalleerd. Een `geringonça´ noemde vertrekkend voorzitter van de CDS-PP (christendemocraten) Paulo Portas de minderheidsregering van de Partido Socialista, in het parlament gesteund door communisten, het linkse blok en de groenen. Volgens de Portugese `Dikke van D.´ betekent `geringonça´ o.a.: jargon, slang (bargoens), iets dat slecht georganiseerd of doordacht is of een apparaat van goedkope kwaliteit dat het snel begeeft. `De Correspondent´ vertaalt het woord met kaarthuis. Ook wel aardig. `Geringonça´ werd in een mum van tijd door zowel rechts als links overgenomen, voor de eerste als aankondiging voor naderend onheil, voor de socialisten als een erenaam, waarmee de regering Costa zonder twijfel de geschiedenis in zal gaan.
"Dit is niet wat je noemt een regering, het is een `geringonça |
Want juist aan die `geringonça´ dankt deze regering haar succes. Portugal heeft een traditie van meerderheidsregeringen waarin één partij de dienst uitmaakt: De rechtse `Partida Social Democrata (PSD), of de meer links georiënteerde Partido Socialista (PS). Net als in Nederland, waar inmiddels bijna alle partijen op D66 lijken, hebben die partijen de neiging om naar het midden op te schuiven. Dat is in deze regering niet mogelijk. Om een meerderheid in het parlement te vinden voor haar begroting en daaruitvolgende financieel-economische wet- en regelgeving, moet ze een - voor de communisten (PCP) en het linkse blok (BE) en hun achterban duidelijk herkenbare linkse koers varen. Daarom moet over bijna alles onderhandeld worden. En dat is nu juist zo gezond! Het vereist een voortdurende alertheid en voorkomt de gebruikelijk arrogantie van de zittende regering.
Daar heb je natuurlijk wel een koorddanser-duivelskunstenaar van een onderhandelaar voor nodig. En dat is nu premier António Costa ten voeten uit, die in de tijd dat hij burgemeester van Lissabon was (2007 -2015), in de gemeenteraad een pact met de communisten wist te sluiten (en niet in de Kamer van Koophandel, foutje `Correspondent´). En hij is niet alleen gedwongen om te onderhandelen met de communisten en het linkse blok - die elkaar ook niet echt mogen - maar ook met de rechterflank van zijn eigen partij en - vooral - met het neo-liberaal georiënteerde Europa, dat deze regering vanaf het begin met tegenzin en argwaan
tegemoet trad.
geringonça |
Costa heeft in het afgelopen jaar - zeer tegen de zin van o.a. Merkel, Schäuble en Dijsselbloem, die maar bleven doorzeuren over meer bezuinigingen en extra maatregelen die Portugal zou moeten nemen - aan Europa laten zien dat je kortingen op de salarissen van overheidspersoneel ongedaan kunt maken kleine pensioenen en het (belachelijk lage) minimumloon kunt verhogen, feestdagen (4) in ere herstellen, armoede kunt bestrijden en weer een beetje hoop aan het land kunt geven - kortom een linkse politiek kunt voeren - terwijl je je toch houdt aan de afspraken m.b.t. het begrotingstekort en het stabiliteitspact.
Dit jaar bleef het Portugese begrotingstekort keurig binnen het met de Europese Commissie afgesproken 2,5%, voor het komend jaar belooft het land een tekort van slechts 1,7%. En hoewel een aantal indirecte belastingen en accijnzen wel zijn gestegen, wordt de belastingdruk op salarissen en pensioenen niet verhoogd.
Het was een moeilijk jaar voor de regering Costa. In de EU moest niet alleen gestreden worden om de begroting van 2016 geaccepteerd te krijgen, ook moest er hard gelobbyd om de strafmaatregelen (korting op de Europese structuurfondsen) van de baan te krijgen. Dat is gelukt en ook de begroting van 2017 is weer rond gekomen. De `geringonça´ is niet uit elkaar gevallen, zoals oppositie en opiniemakers voorspelden, maar juist sterker geworden en het zou bijna niemand meer verbazen als ze het volledige mandaat van vier jaar haalt. De betrokken partijen moeten behoorlijk wat inleveren - en dat aan hun achterban verkopen - maar, zoals Costa twee weken geleden zei: `Não têm de engolir sapos´ (lett. Men hoeft geen padden te slikken; leuke taal hé, dat Portugees).
Hoofdrolspelers Apolónia (PEV), de Sousa(PCP), Martins (BE) en Costa (PS) |
De oppositie heeft het nakijken. Het CDS, vertegenwoordigd door Assunção Cristas, probeert met leugens en populisme de publieke opinie te beïnvloeden (men denkt alweer aan de gemeenteraadsverkiezingen van volgend jaar), de voomalige premier en nu oppositieleider Pedro Passos Coelho (PSD) voorspelde dat na de zomer de `hel over Portugal zou komen´, maar kreeg, zoals bijna alle onheilsprofeten, ongelijk. Hij begint al meer op de burgemeester van Juinen (Koot en Bie) te lijken en nu zijn Hekking (Paulo Portas) de politiek heeft verlaten, overtuigt hij bijna niemand meer.
Bovendien leeft hij in diepe onmin met de president - en partijgenoot - Marcelo Rebelo de Sousa, die er volgens hem alles aan had moeten doen om de `geringonça´ zo snel mogelijk te wippen, maar die in tegendeel welkome steun verleent aan `een regering die zorgt voor politieke en financiële stabiliteit´ en het uitstekend kan vinden met premier António Costa, die een oud (rechten)student van hem is.
Passos Coelho zal snel met een ander verhaal moeten komen, anders gaat hij op de politieke schroothoop. Er ligt al een opvolger - Rui Rio, ex-burgemeester van Porto - op de loer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten