woensdag 7 mei 2014

Van de boerderette 4. Op de hak

Hollanders spitten met een schop. Een Portugees - en met hem het grootste deel van de wereldbevolking - doet dat met de hak. Waarom eigenlijk? Dat de schop niet makkelijk in steenachtige grond dringt, lijkt me duidelijk, maar de in de loop van vele eeuwen aangelegde terrasakkers in Portugal zijn gevuld met goede aarde. Die zou je net zo goed met een schop kunnen omspitten. Sr. Luís*, die mij tegen betaling in het tuindersvak inwijdde, lachte me uit toen ik dat voorstelde.


Nadat de koop van de boerderette was afgehandeld, ging ik eerst eens op zoek naar een goeie schop. Die was niet makkelijk te vinden en zeker niet in mijn maat. Uiteindelijk kocht ik er een met een afneembaar handvat, zodat ik de steel kon vervangen door een langere.
Van mijn vrouw, die ooit een grote tuin had, moest ik ook een enxada, of sachola zoals ze hier zeggen. Een hak dus. Het leek me een onhandig ding, maar ik wilde niet zeuren en koos het grootste blad, want daar zat de langste steel aan. Voor mijn vrouw kochten we een wat bescheidener formaat en er moest ook nog een heel smalle met aan een kant een punt komen. Die zou ik nodig hebben om te wieden. Sr. Luís had een torso als een grizzlybeer, maar nam toch liever zijn eigen hak van huis mee, dan met dat lompe ding van mij aardappels te gaan poten. Ik heb er maar een stuk van afgeslepen.

Omdat men hier om die schop van mij alleen maar moest lachen, besloot ik om het land op de lokale manier te leren bewerken. Ik was toch zo goed als blanco, had ruim twintig jaar op een boot aan een dijkje met toeterkruid gewoond. Wel was mijn grootvader aan vaderszijde tot aan zijn pensioen landarbeider in de tuinbouw en als zijn schoonvader (zelf kampioen op de schoffel) mijn vader niet naar de fabriek had gesleurd, had die ook nog jaren drie steken diep staan te spitten. Genetisch gezien zou ik dus aanleg voor het werk moeten hebben.


aardappels en kool voor de `caldo verde´


Hier plant men alles, zaden, pootaardappels en jonge plantjes in regels vanwege het radicale klimaat, maar ook omdat je op die manier makkelijker kunt bevloeien. Je graaft met de hak een geul en met de aarde die daaruit komt maak je tegelijkertijd een dijkje ernaast. Dat dijkje wordt aan beide kanten netjes afgeplat, zodat er bovenaan een punt ontstaat. Kun je het nog volgen? De geul wordt met aarde van de andere kant weer gelijk gemaakt, beetje mest erop, planjes of zaadjes keurig tegen het dijkje en dan begin je weer van voren af aan, waarbij de plantenworteltjes of zaden net met aarde bedekt worden.

In het begin probeerde ik krampachtig mooie dijkjes te maken. Het kostte me zweet en (bijna) tranen en als aan het einde van de regel achterom keek, zag ik een slingerende rij ongelijke molshopen. Het leek er niet  op.
Maar op een goeie dag voelde ik ineens hoe het bijna vanzelf in een onnadrukkelijke, vloeiende beweging gaat. Niet willen, niet kijken, maar gewoon je handen het werk laten doen. Verlichting!

Sindsdien zweer ik bij de hak en gebruik ik mijn schop alleen nog maar om bomen te planten en zand in een kruiwagen te laden. Volgens mij is de hak ook beter voor je rug dan de schop: Je tilt de lege hak op, laat hem min of meer in de aarde vallen en sleep daarna een hap daarvan naar achteren, terwijl je met een schop vol aarde een zware voor- en zijwaartse liftbeweging moet maken (waarbij je wel fier naar de einder - tegenwoordig gegarrandeerd een Vinex-wijk - kunt kijken).

                                      
                                                 hak model `Marco de Canaveses´

Hakken zijn er in vele soorten en maten. De vorm van het blad is vaak streekgebonden, zag ik in een catalogus. Het is een veelzijdig stuk gereedschap waarmee je kunt spitten, pletten, maaien, wortels doorhakken en zonodig ook nog een kwaaie hond een optater verkopen.

*naam gefingeerd om privacy-redenen

Geen opmerkingen:

Een reactie posten