Hai lie hai loo, de jagers
En die jagen er op los
(Hydra, 1974)
Ik werd wakker van een dubbele knal: `O, shit, vergeten om tegen mijn zoontje te zeggen dat de katten niet naar buiten mogen. Het jachtseizoen is begonnen en op de berg loper er vast weer een paar rond die het verschil tussen een kat en een konijn niet kunnen of willen zien. We hadden geluk, want hoewel ik een stuk of tien Rambo´s in camouflagepak, met elk twee of drie honden, over de weg en op de berg zag rondstruinen, kwamen de poezen aan het eind van de middag veilig thuis.
Eigenlijk mogen de jagers met hun geweren niet eens passeren over de weg of jagen op ons deel van de berg. Volgens de wet moeten ze op 250 meter afstand van huizen en andere bebouwing blijven, tenzij ze hun geweer `geknakt´ en met een speciaal, goed zichtbaar veiligheidsslot dragen. Daar houdt bijna niemand zich aan en er is weinig controle.
`good sport´ |
De relatie tussen boer of tuinbouwer en jager is ambivalent. Natuurlijk zijn de jagers welkom in tijden dat konijnen of patrijzen je hele oogst opvreten, maar hoewel er wel zijn die volgens het boekje jagen (tegenwoordig moet je godzijdank een cursus volgen en examen doen voordat je een jachtvergunning krijgt), nemen veel jagers het niet zo nauw met de regels. Ze jagen te dichtbij je huis (en kinderen), vernielen omheiningen, laten afval op je land achter en hebben hun honden niet in de hand. Zes jaar geleden heb ik er eens drie van vergevorderde leeftijd (waarvan een half blind), stinkend naar alcohol, in het Nederlands van mijn land af gegeveedeed. Ze hadden mijn poort min of meer geforceerd en kwamen met vuurklare geweren over het pad vlak achter het huis aanstrompelen. Maar je moet oppassen met je protesten, want jagen is duur en daarom een privilege voor heren en notabelen en als je later eens ergens een vergunning voor nodig hebt..
Gelukkig jaagt - voor zover bekend - onze burgermeester niet.
Maar wat me het meeste stoort is dat er al jaren in deze omgeving gejaagd wordt terwijl de `jaagbare´ fauna bijna is uitgeroeid en niet meer in staat is om zich na het jachtseizoen te herstellen.
Het wilde konijn is door een combinatie van de ziektes `Viraal Haemorragisch Syndroom (VHS)´ en Myxomatose in Portugal zo´n beetje verdwenen. Bosbranden en de jacht op de laatst overgeblevene doen de rest. Omdat duiven maar op bepaalde plaatsen en binnen een korte jachttijd geschoten worden, op wilde zwijnen alleen met een speciale vergunning gejaagd mag worden en hazen in dit gebied niet voorkomen, werpt men zich met vol geschut op de patrijzen, die ook al van de bosbranden te lijden hebben. Na de kerst zie je er geen één meer en afgelopen voorjaar dacht ik dat het hier nu echt met ze gedaan was. Tot vorige week een opvliegend koppel van zeven me bijna een hartverlamming bezorgde in het bos achter ons huis. Ik hoop dat ze zich in de komende tijd goed weten te verbergen.
patrijzen vlak bij ons huis (drie jaar geleden) |
Nu er bijna geen konijnen meer zijn, zijn de katten vogelvrij. Valt er tenminste nog wat te schieten.
De jager ziet de kat als een concurrent. Een wilde kat kan immers best een jong konijn aan en wie ziet nu het verschil tussen een wilde kat en een huiskat. Die van ons hebben geen bandje om hun nek. Ze klimmen de hele dag in bomen en struiken en we zien ze liever niet aan een tak hangen. Dus moeten ze vanaf de eerste zondag van oktober tot aan het einde van het jaar op donderdag en op zon- en feestdagen binnenblijven. Dat vinden ze erg vervelend. En wij ook.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten