Altijd gedacht dat het gekonfijte kersen waren, die vruchten op de taart, maar wel met een merkwaardige textuur. Ik moet je eerlijk bekennen dat ik zelfs nog nooit gehoord had van de lampionplant (Physalis), terwijl Nederland met Duitsland toch de belangrijkste importeurs zijn van de vrucht. Totdat mijn buurman - met ook nog een mand vol rijpe diospyrus - er een paar weken geleden mee kwam aanzetten. "Hadden we het laatst over. Die vruchten worden oranjerood en die gebruiken ze voor taarten, maar je kunt zo ook zo eten. Ik houd er niet zo van, mij te zoet." "Hoe heet die plant?" "Geen idee, ik heb het zaad een jaar geleden van een kameraad gekregen." "Moeten ze in de moestuin, of siertuin?" "Wat u wilt. De bloemen en bessen zijn wel aardig en het blad blijft groen. Maar kijk uit, het verspreidt zich als een braamstruik."
In de supermarkt |
`Ik kom er ooit nog wel eens achter hoe die planten heten´, dacht ik, terwijl ik een hoekje in de moestuin schoon maakte. Ik plantte ze en dacht er verder niet meer aan.
Zag ik ze vorige week in het koelvak van de Lidl (ja, die hebben wij ook)! 1,39 Euro voor een plastic bakje met pak weg twintig van die oranje vruchten met de lampionachtige blaadjes er nog omheen. `Physalis´, stond erop. Om die naam niet te vergeten - je wordt ouder papa - liet ik mijn zoontje er met zijn smartphone een foto van maken en thuisgekomen, direct naar Wiki natuurlijk.
Het Portugees kent geen andere officiële naam dan `Physalis´, maar er zijn minstens vijfentwintig populaire namen bekend van `bucho-de-rã´, kikkermaag, `mata fome´, hongerdoder, via `saco-de-bode`, bokkenzak en `tomate de lagartixa´, gekkobal, tot (nou ja zeg!) `cereja-de-judeu´, jodenkers.
Physalis komt oorspronkelijk uit Zuid- en Midden Amerika, hoewel er geruchten gaan dat ook China voor de oorsprong van de plant van betekenis kan zijn. In Europa komt alleen de soort `Echte lampionplant´ (Physalis alkekengi) `van nature´ voor. Deze soort is een van de weinige die vorstbestendig is. En hoewel er vanwege de bijzondere bloemen druk mee geëxperimenteerd wordt in de siertuin, gedijen de meeste van de ongeveer negentig soorten toch het best in het warme klimaat van Mexico.
De plant hoort net als de pieper en de tomaat tot de nachtschadefamilie en is dus min of meer taboe voor macrobioten, maar er worden zowel aan het blad als de vrucht veel medicinale eigenschappen toegeschreven: bloedzuiverend en bloeddrukverlagend, de vrucht schijnt te helpen bij obstipatie en urine-afdrijvend te zijn (maar daar zou je ook best een halve liter sterke koffie voor kunnen gebruiken) en tijdens recent onderzoek is gebleken dat de plant ook inzetbaar is in de strijd tegen tumoren. Maar pas op! De bloemen zijn - net als die van de aardappel - giftig.
Voor zover ik heb kunnen nagaan, wordt de gewone lampionplant in Nederland niet als landbouwproduct geteeld. Wat men nodig heeft voor de taart, marmelade of onderdompeling in vloeibare chocolade (schijnt erg lekker te zijn), wordt geïmporteerd uit Colombia. De bloemen uit kwekerijen en siertuinen worden vaak gedroogd en in herfstboeketten verwerkt.
Ik ga het in ieder geval eens proberen met die `bokkenzak´. Misschien maak ik mijn fortuin er nog
mee.
op de citroentaart |
Zo, dat was het dan voor dit jaar. Vandaag `lange poelen, gauw thuis´, zoals ze in Heemskerk, of Akersloot zeggen. Zelfs een Portugeest heeft wel eens behoefte aan een beetje vakantie. Morgen appelflappen bakken (vinden ze geweldig hier) en eitjes vullen, dus weer druk genoeg.
De enige echte Portugeest wenst de lezer een knallend uiteinde en een verbluffend goed 2016 toe.